Het slechtste boek van het jaar: Monica van Daniel Clowes
Peter Breedveld
Ik volg Daniel Clowes al sinds zijn indie-comic Eightball, dat moet ergens begin jaren 90 zijn geweest. Het was een onregelmatig verschijnende comic met korte verhalen, vaak hoofdstukken van langere feuilletons (u kent misschien de film Ghost World met Scarlett Johansson, gebaseerd op één van die feuilletons) over excentriekelingen in een wereld van surrealistische lulligheid. Het cynisme sprak me aan, en de absurdistische humor. Ik herkende me in de onmogelijkheid van de hoofdpersonen om te communiceren met mensen die eigenlijk niet eens dezelfde taal spreken als zij.
Ik ben een fan, en dat ben ik altijd gebleven. Clowes leek alsmaar beter te worden, met de filosofische science fiction-thriller Patience als hoogtepunt, 2016 was dat, zo lang geleden alweer.
Ik had hoge verwachtingen van zijn nieuwe stripboek, Monica. Ik las her en der enthousiaste voorbesprekingen, terwijl het me enige moeite kostte het boek in huis te krijgen. Ik was erg ongeduldig, had er enorm veel zin in. Was vastbesloten het de beste strip van het jaar te gaan vinden.
Vreugdeloze gezichten
In plaats daarvan is het ’t slechtste boek dat ik dit jaar heb gelezen. Vlak voor het einde, met nog een pagina of vijf te gaan, heb ik het opgegeven. Ik dacht: “Wat doe ik mezelf aan?” Pagina’s met kaders vol tekst boven tekeningen van vreugdeloze, bloedarmoedige gezichten, de hoeveelheid tekst lijkt in Monica met elke pagina toe te nemen, over personages die ik strontvervelend vind, gebabbel, gezeik, er lijkt geen einde aan te komen. Stroperig, wollig, saai, zo bloedverziekend saai dat het bijna fysiek pijn begon te doen.
Het begon al in mineur, met de ontdekking dat ik op de één of andere manier de Nederlandse vertaling in handen had gekregen, terwijl ik het Engelstalige origineel had besteld. Ik lees zelden Nederlandse vertalingen van stripboeken, want die staan bijna altijd vol tenenkrommende taalfouten van vertalers die, vermoed ik, alleen maar strips lezen en een schrijfstijl hanteren die rechtstreeks uit strips uit de jaren 50 en 60 lijkt te zijn gekopieerd. Een archaïsch striptaaltje, met uitdrukkingen waarvan nerds denken dat stoere mannen die gebruiken. De Nederlandse taal wordt in de verkeerde handen ook altijd heel houterig en gemaniëreerd. Weinig mensen kunnen een natuurlijke dialoog in het Nederlands schrijven. Daarnaast hebben Nederlanders tegenwoordig allemaal de neiging om Engelse uitdrukkingen rechtstreeks naar het Nederlands te vertalen, wat alles nog lelijker maakt dan het al is.
Dat is dus met Monica ook het geval. Dat afschuwelijke Nederlands. “Af en toe slaagde hij een zucht”, staat er ergens. Woorden die niemand gebruikt, zoals “vrindje” en “maatje”. “Ik word niet genoeg betaald om me er een moer van aan te trekken.” Het origineel van die laatste zin is, vermoed ik, “I don’t get paid enough to give a damn“. In het Engels flap je dat er zo uit, maar die Nederlandse zin is stug, mensen praten niet zo. Advies aan alle vertalers: spreek je zinnen hardop uit, om te horen of ze natuurlijk klinken. “Je bent zo gespannen als prikkeldraad”; “Ik ben niet degene waar het kutje van het mooiste meisje van de klas op zit te wachten”, en de reactie daarop: “Verdomme, even dimmen, maatje”.
Sterven voor Uncle Sam
Monica bestaat uit korte verhalen die met elkaar het grotere verhaal vertellen van de gelijknamige hoofdpersoon, een vrouw die op zoek gaat naar haar moeder, die haar begin jaren 70 als kind in de steek heeft gelaten. Het eerste verhaal is een pastiche op oude Amerikaanse oorlogsstrips, met twee soldaten in Vietnam, die met elkaar praten over de dood en het geloof en sterven voor Uncle Sam. De echtgenote van één van hen ligt intussen thuis te krikken met een zelfgenoegzame beatnik. Die vrouw is de moeder van Monica.
Het gaat een poosje goed, met Monica’s herinneringen als kind, de parade van hippies en niksnutten die kwamen en weer vertrokken in haar ouderlijk huis, van freaks en mislukkelingen, een satirische weergave van de Amerikaanse underground in die tijd. Er volgt een Lovecraft-achtig verhaal over een man die na jaren terugkeert naar zijn geboortedorp, dat is overgenomen door een buitenaardse sekte. Het hoofdstuk daarna ontdekt Monica, inmiddels volwassen, dat ze via haar transistor-radio met haar overleden opa kan spreken. Vintage Clowes, niks te klagen.
Saai geklets
Daarna, op de helft van het boek ongeveer, begint het ontzettend te slepen. Voor mij werd het steeds moeilijker mijn hoofd erbij te houden. Op zeker moment had ik het gehad met al die in zichzelf gekeerde, mistroostige personages, en dat saaie geklets, dat oeverloze gemijmer, en die steeds groter wordende blokken tekst. Iedere dag probeerde ik een stukje verder te komen, maar gisteren, vlak voor het einde, kon ik het echt niet meer opbrengen die laatste vijf pagina’s uit te lezen. Monica had haar moeder gevonden, dan beginnen ellenlange beschrijvingen van saaie mensen, gezien door de ogen van andere saaie mensen.
Wat natuurlijk het punt is van het boek, dat Monica haar hele leven besteedt aan een queeste naar die ene bijzondere vrouw die uiteindelijk gewoon een schlemiel blijkt te zijn die de verantwoordelijkheid van het moederschap niet aankon. “Dat je alleen maar de ongewenste foetus van twee willekeurige klungels bent”, mijmert Monica.
Hardop lachen
Maar Jezus, moet dat zo langdradig en saai? Ik zocht een recensie op om te zien wat anderen zo bijzonder aan dit boek vinden. “It’s also wickedly funny at times”, schrijft Rachel Cooke in The Guardian, die hardop moest lachen om deze zin: “All the beautiful, crazy women – and man – who make America’s geometric turquoise jewellery and heron-based graphic.” In de vertaling: “Dit is mijn sociale kringetje: alle mooie, malle vrouwen (en één man) die Amerika’s geometrische turquoise sieraden en reigertekeningen maken.”
Mij deprimeert dat zinnetje alleen maar. Maar nu ik dat zo opschrijf, begin ik het boek opeens beter te vinden dan tijdens het lezen.
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, Strips, 14.12.2023 @ 11:33