Hengelo, keurige, laffe stad van niks
Fréderike Geerdink
Scène uit Pale Flower (Masahiro Shinoda, 1964)
Een helaas ongepubliceerd gedicht dat werd geschreven door iemand die mij dierbaar is, noemt Hengelo ‘stad van niks, stad van alles’. Stad van niks, want het is een volstrekt prikkelarme toestand, al vatte dat gedicht het in mooiere woorden. Stad van alles, want de dichteres in kwestie was er – net als ik – geboren en getogen en was er – anders dan ik – altijd blijven wonen. Ze ging er naar school, de scouting en dansles, ze trouwde er, werd er drie keer moeder, ze bouwde er een loopbaan op en deed er vrijwilligerswerk. Ze werd er oud. Die stad van niks was haar stad van alles geworden.
Ik hou Hengelo er mede verantwoordelijk voor dat ik nu in Koerdistan woon. Wég wilde ik er. Ver weg van de gezapigheid, ver weg van de keurig- en kleurloosheid, ver weg van de eenheidsworst. De sfeer heeft me altijd op de zenuwen gewerkt en dat doet het nog als ik er weer ben, zoals afgelopen weekend. Jaren en jaren geleden dwongen omstandigheden mij te overwegen weer in Hengelo te gaan wonen maar als ik er rondliep met die mogelijkheid in gedachten, voelde ik een peilloze treurnis. Ik zou weer punk worden, zoals op de middelbare school, dacht ik wel eens, puur om me te onderscheiden, me af te zetten.
Tenenkrommend
Sinds een dag of wat vraag ik me af hoe ik ooit heb kunnen denken dat Hengelo keurig is. Hoe is het keurig om na jaren discussie en informatie nog steeds massaal achter die afschuwelijke racistische karikatuur te staan die rondspringt tijdens de intocht van Sinterklaas? Hoe is het keurig om een referendum over racisme voor te stellen en godbetert als ‘redelijk’ gezien te worden? Hoe is het keurig dat een burgemeester weigert een evenement waar KOZP-voorman Jerry Afriyie zou komen spreken behoorlijk en zoals een democratie betaamt te beveiligen? Hoe is het keurig als een burgemeester raadsleden in halve paniek belt om te zeggen dat de politiek er niet over gáát, over de kleur van piet? Halve paniek ja, of totale, dat kan ook en dat durf ik te zeggen ook al was ik er niet bij – vanuit welk gevoel ga je anders zulke telefoontjes plegen? Hoe is het keurig dat de man die Sint speelt een hardcore pro-zwartepiet blijkt te zijn die het blijkbaar geen ruk kan schelen dat zwarte kinderen aantoonbaar lást hebben van die karikatuur?1 Als ik Amerigo was, of hoe heet die knol, dan zou ik zo’n prutsheilige geen seconde dulden op mijn rug.
Het is gek, maar u kent wel die beelden van de intocht in Eindhoven vorig jaar, waar een hele groep racisten de deelnemers aan de betoging tegen zwarte piet overlaadden met extreem racisme, seksisme en met geweld, toch? Op een gegeven moment rijdt Klaas langs, en de meute scandeert: ‘Sinterklaas, wie kent ‘m niet, Sinterklaas Sinterklaas EN NATUURLIJK ZWARTE PIET!’ Dat moet toch tenenkrommend zijn voor die ouwe, dacht ik telkens als ik dat zag. Nu wil ik weten hoeveel Sinten dat racisme stiekem prachtig vinden vanachter hun geheel gezichtsbedekkende kleding. De meeste, vermoed ik nu ik Hengelo weer een beetje beter ken. ZP is het hulpje van Sint, en Sint het hulpje van racisten.
Geweld
Het is wit privilege om Hengelo als ‘keurig en gezapig’ te zien en als uitzondering in Nederland. Hengelo is niet keurig, Hengelo is meedogenloos. Wat voor witte Hengeloërs comfortabel prikkelarm is, is voor zwarte Hengeloërs geweld. Zoals in heel Nederland. ‘We willen de landelijke discussie niet naar Hengelo halen’, zei de plaatselijke vertegenwoordiger van één van de haatpartijen die Nederland rijk is1. Hengelo is ónderdeel van de landelijke discussie, muts. Hengelo ís Nederland. Keurig in het dagelijks leven, tuintje netjes, twee identieke potten in de vensterbank, hand uitsteken bij het afslaan, haartjes in het gelid gekamd, beddengoed en zakdoek gestreken. Kop lafjes op niveau maaiveld. Maar ondertussen in je zelfgenoegzaamheid niet zien dat die stad van niks jou niet toebehoort, keurig, meedogenloos wit mens. Hengelo is van iedereen. Stop je egoïsme, je bént niet alleen maar juist onderdeel van een groot divers geheel waarin jouw geveinsde keurigheid en comfortabele prikkelloosheid anderen pijn doen.
Daar denkt de witte Hengelose dichteres door wie ik mij hier liet inspireren sinds een paar jaar ook zo over. Ze probeert er wel eens met stadsgenoten over te praten maar vindt voor haar voorzichtige Roetveegpietboodschap weinig tot geen gehoor. Luister naar de minst gehoorde maar moedige, veelkleurige stemmen in je midden, Hengelo. Hou op te doen alsof ze er niet zijn, verdikkeme. Knikker die racistische karikatuur eruit. Ik bedoel, rust in de tent en keurige roetveegjes die in een handomdraai weer van kindersnoetjes te vegen zijn, dat moet toch aanspreken? Plant je ook nog een bos op het plein en moet je eens zien hoeveel makkelijker het ademhalen wordt in die stad – die stad van niks die dan voor iederéén een stad van alles kan zijn.
Fréderike Geerdink is journalist. Als Turkije-kenner en Koerdistan-correspondent leert ze veel over Nederland. Steun haar met een financiële bijdrage op Patron.
1. [Zie voor meer Hengelose couleur locale rondom de racistische karikatuur dit stuk in Trouw]↩
Fréderike Geerdink, 13.11.2019 @ 08:12