Hellboy
Peter Breedveld
De films Hellboy (2004) en Hellboy II: The Golden Army (2008), geregisseerd door de Mexicaanse cultregisseur Guillermo del Toro, zijn wereldwijde kritische en commerciële successen. De eerste bracht bijna 100 miljoen dollar op, de tweede meer dan 160 miljoen.
Opvallend, want de hoofdpersoon is een grote, lelijke, humeurige, knalrode man met hoorns, een demon uit de hel, die tegen gigantische monsters vecht. “Te bizar om een filmpubliek te overtuigen”, vindt eigenlijk ook de Amerikaan Mike Mignola, auteur van de strip waarop de films zijn gebaseerd. “Het had alles om een mislukking te worden. Ik geloofde er niet in. Bijna niemand in Hollywood wilde eraan, maar Guillermo was ervan overtuigd dat hij er een succes van kon maken. Hij en de hoofdrolspeler, Ron Perlman, hebben het ‘m geflikt. Ik vind het nog steeds ongelofelijk.”
Duits expressionisme
Mignola is zichtbaar vermoeid na twee dagen signeren op een stripbeurs in Breda, waar volwassen mannen met norse gezichten geduldig uren in de rij staan om hun stripboeken van een handtekening van Mignola te laten voorzien. Hij heeft in Amerika en Europa altijd een kleine maar enthousiaste en loyale groep fans gehad sinds hij in de jaren tachtig begon op te vallen als tekenaar van superheldenstrips als Batman.
Zijn tekenstijl is minimalistisch met veel clair obscur, een kruising tussen Duits Expressionisme en het werk van een immens populaire striptekenaar uit de jaren vijftig en zestig, Jack Kirby. Ze verschilt radicaal van de bombastische spierballenstijl van de meeste Amerikaanse superheldentekenaars. Mignola werd gehaat door veel superheldenfans, die zijn versie van hun favoriete krachtpatsers absoluut niet konden waarderen.
In 1994 begon hij met Hellboy, een serie die hij helemaal zelf had verzonnen, met personages waarvan hij zelf de rechten bezit. Hellboy is een alternatieve superheldenstrip met duidelijke invloeden uit oude horrorfilms en de boeken van fantasy-schrijver H.P. Lovecraft. Al snel begon Mignola ook allerlei elementen uit vooral de Europese folklore te verwerken. “Ik ben van kinds af aan gefascineerd geweest door folklore, al sinds ik kennismaakte met de goden uit de Noorse mythologie”, vertelt hij.
“Ik heb altijd folkloreverhalen willen verstrippen, en nu heb ik ze in de Hellboy-verhalen verwerkt. Het verhaal The Chained Coffin, bijvoorbeeld, is gebaseerd op een vijfhonderd jaar oud verhaal. The Corpse, volgens veel lezers het beste Hellboy-verhaal, grijpt terug naar een oud Iers volksverhaal, Teig O’Kane and the Corpse. Ik vind het mooi om Hellboy in die oude tradities te plaatsen.”
Indiaanse traditie
Thuis heeft hij een uitgebreide bibliotheek van voornamelijk Europese folkloreverhalen, maar voor zijn plezier leest hij allang niet meer. “Het is mijn vloek”, zegt hij, “dat mijn brein tegenwoordig altijd bezig is alles te verwerken tot een Hellboy-verhaal.”
Opvallend is Mignola’s voorkeur voor de Europese folklore. Alleen het verhaal The Crooked Man, niet getekend door Mignola zelf, maar door fantasy-tekenaar Richard Corben, staat in de Amerikaanse verhalentraditie. “The Crooked Man is gebaseerd op volksverhalen uit de Appalachen, waar ik erg van hou”, aldus Mignola. Maar over het algemeen kenmerkt Amerikaanse folklore zich vooral door humor, en veel minder door monsters, zoals de Europese folklore. Je hebt bijvoorbeeld Paul Bunyan, de houthakker, een clowneske figuur. Amerikaanse Indianen hebben een verhalentraditie waar ik eigenlijk nauwelijks mee bekend ben. Soms zie je gewoon zelf niet wat voor moois je allemaal in je eigen achtertuin hebt.”
Typisch voor Mignola is ook het langzame tempo van zijn verhalen. Voor wat de meeste tekenaars in één plaatje zouden laten zien, neemt Mignola een hele pagina. “Ik probeer mijn verhalen iets triests te geven, en verstilling, en de enige manier waarop ik dat voor elkaar weet te krijgen, is door een scène over meerdere plaatjes uit te smeren, om het tempo te verlagen. Ik ben gek op klassieke horrorstrips, maar ik hou vooral van de verstilling in oude spookverhalen. The Corpse heeft die hele stille sfeer. Er is een scène waarin Hellboy niks anders doet dan staan, en op een gegeven moment kijkt hij op zijn horloge. Daar heb ik een hele pagina voor genomen, terwijl Jack Kirby daarop een compleet verhaal zou hebben verteld. Maar zo probeer ik een trieste stilte in mijn verhalen te creëren.”
Groots en Wagneriaans
De Hellboyfilms hebben Mignola roem en welvaart gebracht, maar hij heeft ook met lede ogen moeten toezien hoe de regisseur met zijn personages aan de haal ging. “Guillermo heeft mijn personages tot de zijne gemaakt en dingen met ze gedaan die ik nooit in mijn strip zou doen. Als het aan mij had gelegen, had de tweede film geen leger van gouden robots gehad. Ken je de film Faust van F.W. Murnau? Aanvankelijk hadden we een verhaal bedacht in de sfeer van díe film. Er stond me een episch verhaal voor ogen, iets groots en Wagneriaans, maar Guillermo heeft er een film over robots van gemaakt… We zijn ver van elkaar verwijderd geraakt sinds de eerste Hellboyfilm. Op sommige dagen zit het me meer dwars dan op andere. Maar goed, ik houd me vast aan de gedachte dat ik met de strip heb kunnen doen wat ík zelf wil, en de film is iets totaal anders. Ik was bang dat de fans het mij kwalijk zou nemen dat ik dit met mijn personages had laten doen, maar ze waarderen de films erg, dus…”
Eerder gepubliceerd in Vrij Nederland. Uitgeverij De Vliegende Hollander heeft drie vertaalde bundels met Hellboy-verhalen uitgebracht: ‘Kiem van het Kwaad’, ‘De Duivel Ontwaakt’ en ‘De Geketende Kist’; 128 pagina’s in kleur, prijs: € 17.50.
Peter Breedveld, strips, 12.09.2010 @ 12:55
3 Reacties
op 12 09 2010 at 13:11 schreef MNb:
Dat filmsucces kenschetst slechts de wansmaak van het grote bioscooppubliek. Ik vond beide films stierlijk vervelend.
op 12 09 2010 at 21:05 schreef Jona Lendering:
Dank dank dank.
op 14 09 2010 at 15:06 schreef Sasuga:
Ik vond de films ook niet om over naar huis te schrijven en ken ook niemand die dat wel vindt. De strips ken ik niet maar klinken wel interessant.