Heiligen en duivels in Napels
Peter Breedveld
Scène uit Yasujiro Ozu’s Floating Weeds (bron: Assyrian Jalebi)
We stapten in een Napolitaanse taxi op een doordeweekse dag. Tot onze schrik ging de meter wel heel erg hard, en we vroegen ernaar. De chauffeur zei dat het een feestdag was en dat op feestdagen een hoger tarief geldt. Ik zei “Wat?! Vandaag is geen feestdag!” Maar dat was het dus wel. Het was de dag van de Hemelvaart van Maria, de moeder van Jezus. Nu had ik die taxichauffeur beledigd.
Ik was even vergeten dat katholieken een feestdag hebben voor elke mijlpaal in het leven van de familie Christus. Van de positieve uitslag van Maria’s zwangerschapstest tot de eerste keer dat Jezus op het potje poepte, alles wordt gevierd met een feestdag. In Nederland merk je daar niks van, maar in Italië moet je daar rekening mee houden.
Op het Plein van de Nieuwe Jezus stond een massa mensen, allemaal christenen met een Zuid-Aziatisch uiterlijk, de hemelvaart van Maria te vieren.
Ook in de kerk boven de catacombes van San Gaudioso, met die uitgelekte, ingemetselde doden, was een viering gaande die wat evangelistisch aandeed, met een groep priesters die om de beurt iets vertelden, waarna er Kumbaya-achtige liedjes werden gezongen, begeleid door gitaarmuziek.
Wijkheiligen
Napels is een streng katholieke stad, maar het is een volks katholicisme, dat er heerst. In de kerken worden Christus en de heilige martelaren aanbeden, daarbuiten vereren de Napolitanen vooral hun doden. We zagen het in de eerste aflevering van dit drieluik, in het ondergrondse kerkhof van Fontanelle, waar vrouwen schedels aanbidden (opvallend hoe het vaak vooral vrouwen zijn die bepaalde voor-christelijke en voor-islamitische, dikwijls occulte gebruiken levend houden), en je ziet het in de wijken, waar overal kapelletjes en altaars zijn gewijd aan overleden mensen wier portretfoto’s zijn omringd door religieuze attributen en kaarsen. Jonge mensen vaak, die je vol van het leven aankijken. Een vrolijk lachende jonge meid, een man van een jaar of dertig die vriendelijk-serieus probeert te kijken. Mensen die betreurd worden door de buurtbewoners.
Ik zag een patio die helemaal als altaar was ingericht, met Maria- en Christusbeelden in en rond een fontein en daarachter, hoog boven Jezus en Maria uit, het grote portret van een jongeman die zo te zien veel betekend had voor de wijk. Een wijk-heilige, belangrijker voor de buurt dan Jezus en zijn moeder.
Ik pretendeer niet iets te weten van het religieuze leven van de Napolitanen, maar ik kan me voorstellen dat God en Jezus er minder toe doen als je elke dag maar weer moet zien of je je gezin kunt voeden en de huur kunt betalen dan de mensen van vlees en bloed die zich inzetten voor het verbeteren van jouw levensomstandigheden in het hier en nu. Ik las dat er veel Napolitanen waren, vaak priesters, die de arme bevolking met gevaar voor eigen leven uit de wurggreep van de Camorra, de Napolitaanse maffia, heeft bevrijd.
Pulcinella
Het christendom blijft toch wat abstract, zelfs de katholieke variant met al die verpletterend mooie beelden en schilderijen van superhelden die hun leven opofferden voor hun idealen. Het is nogal veel gevraagd van ons, gewone stervelingen, om hun voorbeeld te volgen en ons bloot te stellen aan dezelfde onvoorstelbare vernederingen en martelingen als Sint Margaratha of Sint Sebastiaan. Ooit was dat anders, kun je zien aan de voorstellingen uit de tijd van het vroege christendom, waarop niet de gekruisigde Jezus centraal staat maar de Jezus die zich laat dopen in de Jordaan.
Anyway. Je hoeft maar vijf minuten in Napels rond te lopen om te zien dat het heidendom, en dan de meest occulte vorm daarvan, stevig is geïntegreerd met het katholicisme. Zo liep ik langs een griezelig donker steegje dat, heel toepasselijk ‘Purgatorio‘ heette, ‘Vagevuur’. Schuin daartegenover, in een andere steeg, stond de beeltenis van een heks. Haar neus was glimmend gepolijst want, zag ik, het is de gewoonte over haar neus te wrijven, wat ik ook weer alleen maar vrouwen zag doen.
Het deed me denken aan de boeddhistische heilige over wiens buik gretig wordt gewreven door Japanse vrouwen. Hindoes wrijven over het voorhoofd van de olifantgod Ganesha en christelijk-orthodoxen, is me verteld, doen hetzelfde met de beeltenis van Sint Nicolaas.
Ik dacht eerst dat het beeld La Befana moet voorstellen, de Italiaanse Sinterklaas, zeg maar, die de kinderen in januari verwent met snoep en speelgoed. Die ken ik weer van mijn Napolitaanse vriendin in Nederland. Maar het was La Befana helemaal niet, maar een nog veel interessantere figuur: Pulcinella, een trickster-achtig type dat met de dood wordt geassocieerd en dat zowel mens is als vogel en zowel man als vrouw. Je ziet Pulcinella overal in Napels. Ik moet me er nog verder in verdiepen.
In Spanje, in Girona zag ik deze zomer trouwens een middeleeuws beeld van een leeuw wiens kont door vrouwen werd gekust. Ze stonden ervoor in de rij. Dat deed me weer denken aan een heksensabbath, waarop vrouwen in het bos de anus van de duivel kussen.
Dit is trouwens Dante Alighieri. Mijn jongste zoon is naar hem vernoemd:
Een dagje naar het strand
Ik heb al een paar keer gezegd dat Napels zo heet is als de hel en op een dag besloten we verkoeling te zoeken aan het strand. Verschillende gidsen raadden ons het strand van Gaiola aan, dat werd omschreven als een soort Blue Lagoon. We reden erheen, parkeerden onze huurauto op een door een oude man beheerd terreintje en liepen tussen het vuilnis door naar het strand, een afdaling in de brandende zon van ongeveer een kwartier, door smalle steegjes waar automobilisten elkaar klemreden en zich zenuwachtig uit hun onmogelijke positie probeerden te manoeuvreren. Gekkenwerk.
Wat we beneden aan dat strand aantroffen, tart elke beschrijving. Het was een kleine baai, afgezet met kale, betonnen kades, waar honderden badgasten bijna op elkaar zaten. Ze maakten een hels kabaal, versterkt door de rotswanden die de baai omsloten. In het water zaten de gasten elkaar ook in de weg en midden tussen die dobberende, spetterende, zwemmende mensen zat een jongeman in een enorme houten roeiboot driftig te roeien, met een gelukzalige grijns op zijn gezicht, als een kind dat voor het eerst in een botsautootje zit.
We wisten al dat een deel van het Gaiola-strand afgesloten was en dat er een beperkt aantal mensen werd toegelaten. Dat deel bevond zich achter een poort waarnaar een lange trap leidde. Op die trap stond, in de brandende zon, een enorme rij mensen te wachten tot ze tot dat paradijs werden toegelaten.
Ik kreeg het Spaans benauwd. Ik raakte zelfs een beetje in paniek. Teveel mensen, teveel lawaai, en wat de fuck deed die kerel in die roeiboot daar?! Hoe kwam die boot daar? Ik wilde alleen nog maar weg. We zijn ook als een speer weer teruggegaan. De hele terugtocht hadden Hasnae en ik het over die vent in die roeiboot. Dat was zó gek.
Maar godver, in mijn ademnood ben ik helemaal vergeten er een foto van te maken. Dat was me een foto geworden! Iedereen kent wel die legpuzzels van de tekenaar Jan van Haasteren, die kleine ruimtes helemaal voltekent met mensen die allemaal, zich nauwelijks bewust van het feit dat er ook andere mensen zijn, hun eigen gekke dingetje doen. Een grote krioelende mensenmassa, dat was dat Gaiolastrand ook! Totaal bizar en surrealistisch.
Sardines
We hebben nog een ander strand gezocht, maar overal was min of meer dezelfde situatie waarbij het op de parkeerplaatsen al fout ging. Italianen kunnen hun auto nog netjes kwijt in een bezemkast, als het moet, met z’n tweeën naast elkaar. “Kan ik er ook nog bij?” – “Makkelijk! Kom maar!” We hebben anderhalf uur in de file naar een strand gestaan, remmend en rijdend op onmogelijk stijle hellingen. Italiaanse automobilisten kennen geen vrees. Ik stond doodsangsten uit.
De Italiaanse strandcultuur is sowieso de mijne niet. Ik ben gewend aan brede stranden, met grote stukken waar je praktisch alleen zit. In Italië, twee jaar geleden op Sicilië zag ik dat ook, worden de stranden allemaal geëxploiteerd door ondernemers die strandstoelen en parasols verhuren die heel dicht bij elkaar staan. Je zit er als een sardine in een blikje. Ik vind het afschuwelijk.
Deel 1 van dit Napolitaanse drieluik vindt u hier, deel 2, over eten, hier. Ik denk dat dit voorlopig het laatste stuk is over Napels, maar op Instagram zal ik af en toe foto’s met een verhaaltje posten, onder andere ook over onze trips naar Pompei, Amalfi en Ravello.
Peter Breedveld, Reizen, 31.08.2019 @ 14:35