Heilige Rita
Anita Brus
Hier in Bagamoyo, de oudste missiepost van de Afrikaanse oostkust, waar de Duitse missionarissen slaven redden uit handen van de sultan van Zanzibar, lees ik Tommy Wieringa’s De heilige Rita. In het boek gaat de pas getrouwde Twentse Aloïs Krüzen op huwelijksreis naar Amsterdam, waar hij zich voorstelt dat hij daar les zou geven aan leerlingen die zich zeker vrolijk zouden maken over zijn dialect: “Hij kon zijn kleding veranderen en zijn gewoonten aanpassen, maar het zou altijd een vermomming zijn.”
Ikzelf deed nooit moeite om mijn Twentse dialect te verbloemen en als ik bij aankomst in Tanzania op een formulier tribe zie staan, bedwing ik mij om hier geen “Twentse” in te vullen. Wieringa en ikzelf behoren tot die stam die wel weet wat woorden in zijn boek als ‘deel’ en ‘grup’ inhouden.
Houten kruis
Op het drooggevallen strand van de Stille Oceaan groet iedereen mij in het Swahili met mambo! Me concentreren op Tommy Wieringa lukt met al die belangstelling niet en ik besluit het boek dan maar al strandwandelend onder mijn arm mee te nemen. “Are you a preacher?” wordt mij vervolgens gevraagd, als ik nog maar een paar stappen heb gezet. De man die het vraagt, wijst naar Tommy Wieringa’s boek en voegt er aan toe: “Because you carry the Bible”. Maar dit is helemaal geen Bijbel antwoord ik, het is een gewoon leesboek! Of hij dat boek dan mag kopiëren, vraagt hij, maar hij verliest zijn interesse als hij hoort dat het in het Nederlands is geschreven en ik wandel verder.
Even verderop stuit ik op twee nonnen. De een met een robuust voorkomen en stoere zonnebril en de ander wat lieflijker, maar beiden met een lichtblauw habijt, witte kap en een houten kruis om hun nek. Of ik hen even op de foto wil zetten is het verzoek van de stoere, terwijl zij haar mobieltje in mijn hand drukt en haar losse, gekleurde doek over mijn schouder hangt.
Daarna lopen ze voor de foto samen de oceaan in, maar één foto is niet genoeg. Ik schiet reeksen van plaatjes van nonnen in de meest uiteenlopende poses; de nonnen naast elkaar, voorovergebogen naar het water, tegenover elkaar en een waarbij de stoere haar zijkant naar de horizon draait terwijl de andere haar armen om haar boezem slaat en sexy tegen haar aanleunt. Ondertussen lachen ze dat het een lieve lust is en houd ik De Heilige Rita nog steeds onder mijn arm geklemd.
Blauwe plekken
Alle verhalen krijgen echter ineens een heel andere wending. In De Heilige Rita gebeurt dat in het eenentwintigste hoofdstuk, waarin Hedwiges belt met de mededeling: “Een overval. Niet goed.” Paul, de hoofdpersoon, treft zijn vriend Hedwiges daarop met geronnen bloed op zijn gezicht en met een diepe snee bij zijn oor. Al het geld dat hij bezat, hadden ze hem dan al afgenomen en dat overkwam ook mij. Niet op dat vrolijke strand, maar in een taxi in Dar es Salaam op weg naar Zanzibar.
De minuten die ik in die taxi doorbracht, leken eeuwig te duren en over alle materiële verliezen en de blauwe plekken heb ik het liever maar niet meer. Wat telde was dat ik nog leefde en een dag later al naar huis kon, precies een week na mijn aankomst in Tanzania.
Hoe blij was ik toen ik daar vanuit het vliegtuig in de grauwe diepte vaag de Twentse boerderijen uit mijn jeugd zag liggen, dezelfde als die uit het boek van Tommy Wieringa…
Anita Brus is docent in de Spaanse taal/literatuur/kunst en schrijft over Afrikaanse kunst in het Spaanse kunsttijdschrift Revistart. Zij publiceert ook teksten in het Spaans en in het Nederlands op haar eigen weblog. Lees het verbijsterende relaas over haar domrechtse date. Volg haar op Twitter..
Anita Brus, 12.02.2018 @ 08:04