Hamdonna (3)
Sheikh Nefzaoui
Foto: Carole Bellaïche
“Maar was jij het niet die zei dat hij mij niet kon bestijgen vanwege de pijn in je lendenen?” zei ze.
“Maakt niet uit”, zei Bahloul. “De eerste keer was het uw beurt, de tweede keer de mijne, en de prijs is de mantel. Daarna zal ik gaan.”
“Van mij mag hij nog wel even doorgaan”, dacht Hamdonna. “Daarna laat ik hem gaan.”
Dus ze ging liggen, maar Bahloul zei: “Ik zal niet u liggen voordat u zich helemaal hebt uitgekleed.”
Ze ontkleedde zich totdat ze helemaal naakt was, en Bahloul werd extatisch toen hij de schoonheid en perfectie van haar lichaam zag. Hij keek naar haar magnifieke dijen, haar uitstulpende navel, naar haar buik zo rond als een koepel, haar grote borsten, pront als hyacinten. Haar hals was als die van een gazelle, de opening van haar mond als een ring, haar lippen fris en rood als een bloederige sabel. Haar tanden waren als parels, haar wangen als rozen. Haar ogen zwart en perfect van schnitt. Haar ebonieten wenkbrauwen leken op de sierlijke lijnen van een meesterkalligraaf.
Haar voorhoofd was als de volle maan in de nacht.
Bahloul omhelsde haar, begon aan haar lippen te zuigen en haar borsten te zoenen. Hij dronk haar speeksel en beet in haar dijen. Zo ging hij maar door totdat ze bijna bezwijmde, nauwelijks iets kon uitbrengen en tot haar blik versluierde. Toen kuste hij haar vulva, en ze verroerde geen vin. Hij keek liefdevol naar Hamdonna’s geheime delen, zo mooi, met hun paarse kern, dat hij zijn ogen er niet vanaf kon houden.
“O, de verleiding van de man!” riep Bahloul. En hij bleef haar bijten en kussen tot haar begeerte de hoogste graad had bereikt. Ze begon steeds heviger te zuchten, greep zijn lid met haar handen en liet dat in haar vagina verdwijnen.
Toen was hij het, die hard bewoog en zij die opgewonden reageerde, en het overweldigende genot bluste hun beider vuur.
Toen kwam Bahloul van haar af, droogde zijn stamper en haar vijzel af en maakte zich gereed om te vertrekken. Maar Hamdonna zei: “Waar is de mantel? Je neemt een loopje met me, Bahloul!” Hij antwoordde: “O mijn meesteres, ik neem er alleen afstand van na deze overweging: u hebt uw recht en ik het mijne. De eerste keer was voor u, de tweede keer voor mij. De derde keer zal voor de mantel zijn.”
Dit gezegd hebbende, trok hij de mantel uit, vouwde hem op en legde hem in Hamdonna’s handen. Die was overeind gekomen, ging weer op de bank liggen en zei: “Doe wat je wilt!”
Daarop wierp Bahloul zich op haar en in één stoot begroef hij zijn lid in haar vagina. Daarna ging hij te werk als met een stamper en zij bewoog haar onderlichaam, tot beiden tegelijk overvloeiden. Toen stond hij op, liet zijn mantel achter en vertrok.
De negerin zei tegen Hamdonna, “O mijn meesteres, heb ik het u niet gezegd? Bahloul is een slecht mens en het is u niet gelukt hem te slim af te zijn. Mensen denken de spot met hem te kunnen drijven, maar met God als mijn getuige, hij zet hen juist voor schut. Waarom hebt u nou niet naar mij geluisterd?”
Hamdonna draaide zich naar haar om en zei: “Vermoei me niet met je gezeur. Er is gebeurd wat er gebeuren moest en boven de opening van elke vulva staat de naam geschreven van elke man die haar zal binnengaan, goed of slecht, uit liefde of uit haat. Als Bahlouls naam niet op mijn vulva had gestaan, zou hij nooit zijn toegelaten, al had hij mij het universum aangeboden met alles erin.”
En terwijl ze zo praatten, werd er op de deur geklopt. De negerin vroeg wie daar was, en als antwoord klonk de stem van Bahloul: “Ik ben het.” Hamdonna, die zich afvroeg wat die pias nu weer wilde, werd bang. De negerin vroeg hem wat hij wilde en hij antwoordde: “Breng me wat water.” Ze verliet het huis met een kop water. Bahloul dronk en liet toen de kop uit zijn handen vallen, waarna ze brak. De negerin gooide de deur voor hem dicht en hij ging op de drempel zitten.
Toen arriveerde de vizier, Hamdonna’s echtgenoot. “Waarom zie ik jou hier, o Bahloul?” zei hij. Bahloul zei: “O, heer, ik liep langs en kreeg opeens vreselijke dorst. Een negerin gaf me een kop water, maar de kop viel uit mijn handen en brak. Toen pakte vrouwe Hamdonna mij mijn mantel af, die onze meester, de sultan, mij had gegeven, als schadeloosstelling.”
Toen zei de vizier: “Laat hem zijn mantel houden.” Op dat moment kwam Hamdonna naar buiten en haar man vroeg haar of het waar was dat ze de mantel als schadeloosstelling voor de gebroken kop had afgenomen. Hamdonna schreeuwde, terwijl ze haar handen ineen sloeg: “Wat heb je gedaan, Bahloul?” Hij antwoordde: “Ik heb uw echtgenoot aangesproken in de taal van mijn dwaasheid. Spreekt u tot uw echtgenoot in de taal van uw wijsheid.” En zij, verrukt door de sluwheid die hij aan de dag had gelegd, gaf hem zijn mantel, waarna hij vertrok.
Zesde deel van de vertaling van De Geurige Tuin, een vijftiende-eeuws Arabisch sekshandboek van Sheikh Nefzaoui, voluit Abu Abdullah Muhammad ben Umar Nefzaoui, geboren in de streek Nefzaoua, in het zuiden van wat nu Tunesië is. Hij stelde het boek rond 1420 samen op verzoek van de kalief, Abû Fâris. Deze vertaling is gebaseerd op de Engelse vertaling van Sir Richard Francis Burton. Uw Hoofdredacteur heeft het in zijn hoofd gezet om het hele werk in fragmenten te vertalen en te publiceren op Frontaal Naakt. Suggesties voor verbeteringen zijn van harte welkom. Lees delen 1, 2, 3, 4 en 5.
De Geurige Tuin, 23.04.2011 @ 08:03