Guimarães
Ed Caffin
Foto: Squirm
Onze zomer in Portugal was al geslaagd, maar we bleken het beste voor het laatst te hebben bewaard: Guimarães, de kraamkamer van Portugal. Hier huist de ziel van het land en is al het moois verzameld: van architectuur en geschiedenis tot kunst en mode. Zelfs de mensen lijken hier mooier. Wie houdt van oude steden, cultuur, heerlijk eten en drinken, móet hierheen.
Schoonheid
Ik had wel eens van Guimarães gehoord. Iets met voetbal geloof ik, verder niet. Ik had dus ook geen enkel idee hoezeer een bezoek de moeite waard zou zijn. Het eerste dat opvalt is de schoonheid. In het historische centrum, geheel UNESCO werelderfgoed, vind je het ene na het andere monumentale pand met de gevel beplakt met Azulejos, beschilderde keramieken tegels, soms met historische of Bijbelse taferelen.
Ook zijn de straten letterlijk brandschoon en de gebouwen perfect onderhouden. Aftandse, vervallen (maar toch ook mooie) panden, zoals in Porto, vind je hier niet. Volgens iemand die ik spreek, was dat tot vijftien of twintig jaar geleden nog wel zo, maar met Europees geld werd het centrum helemaal opgeknapt. Vorig jaar was Guimarães culturele hoofdstad van Europa en werd het nog maar eens onder handen genomen.
Het centrum is vrij klein en prima te voet te doen. Er zijn hier en daar wel wat steile straten, want de binnenstad is gebouwd op een heuvel met helemaal bovenop het kasteel van Guimarães. Dit is heilige grond voor de Portugezen. De eerste koning, Afonso Henriques, werd hier geboren en won vlakbij de beslissende veldslag die Portugezen beschouwen als het begin van hun onafhankelijkheid. Als je van ridders, zwaarden en strijdverhalen houdt, kun je hier je hart ophalen.
Feest
Wij vallen op een andere manier met onze neus in de boter. Want het is Gualterianas, een folkloristische feestweek die sinds 1906 jaarlijks gehouden wordt en in het teken staat van dans, theater en muziek. We zijn niet perse fan van volksdansen, trommelaars en fluitmuziek, maar de sfeer werkt aanstekelijk. De straten, pleinen en parken staan dag en nacht vol met duizenden mensen, overal is reuring en vrolijkheid. En wij doen mee.
We kunnen niet anders. Hele families zijn met elkaar op stap, en zelfs opa’s en oma’s en kleinkinderen feesten tot laat mee op straat. Naast de volksdansuitvoeringen overdag, spelen er ’s avonds een paar vreemde, experimentele livebandjes voor het wat jongere, hippe publiek. Voornamelijk kettingrokende meisjes met glaasjes port en zweterige jongens met baarden en flesjes bier. Maar feesten kunnen ze.
Eten
Ondanks ons enthousiasme over Portugal, is er toch ook een duidelijk minpunt: het eten. De Portugese keuken is zonder twijfel heerlijk, maar als je vegetarisch wilt eten zoals wij, voel je je een dolende in de woestijn. Er is bedroevend weinig keus, in de meeste restaurants kun je een omeletje met kaas nemen of een salademix. Niet echt een feest. We hadden ons er na drie weken al bijna bij neergelegd, tot we hier in Guimarães eindelijk een aantal restaurants tegenkomen waar je wél lekker vegetarisch kunt eten.
De eerste avond stuurt de eigenaar van het hostel ons de heilige heuvel op, waar vlakbij het kasteel een volledig vegetarisch restaurant is met de alleen al smakelijke naam Cor de Tangerina. We zien meteen dat ze hier hun neus ophalen voor de standaard vegaprak van omeletten en salades. Hier wordt haute cuisine vegetarisch gekookt.
Om te beginnen, krijgen we een heerlijke en goed gekruide groentesoep, waarvan ik de naam ben vergeten, met een bijgerecht van brood, humus met gekonfijte ananas en zelfgemaakte sesamtoastjes. Daarna het hoofdgerecht van rijst met rozemarijn, gegrilde groenten en gerookte tofu in een soort jachtsaus met zongedroogde tomaatjes erbij. Het eten is echt om het bord bij af te likken. Vegetarisch eten zoals het bedoeld is: lekker tot de laatste hap zonder dat je ook maar één keer aan vlees denkt.
Nog meer eten
De laatste avond gaan we naar Manifestis Probatum, een tapasrestaurantje dat we op internet hebben gevonden. Op de kaart staan allerlei vegetarische opties, gemaakt van streekproducten. Hoogtepunt is het toetje: filodeegpakketjes met geitenkaas en wilde bessen en kruimige vruchtentaart uit de oven. Ik drink de favoriete wijn van de eigenaar: een volle, fruitige rode van een kleine lokale producent genaamd Grambeira. Wow, onthouden die naam.
Het werd zo’n avond waarvan je op het einde wil dat hij opnieuw begint. Een goed afscheid van Guimarães, een stad waarover ik alleen nog maar kan zeggen: gaat dat zien en proeven!
Ed Caffin is psycholoog-trainer en verwoed reiziger. Daarnaast schrijft hij verhalen en artikelen in onder andere Indonesia Magazine, Moesson, Archipel, East! en Jakarta Expat.
Ed Caffin, Reizen, 15.08.2013 @ 15:26
6 Reacties
op 15 08 2013 at 18:21 schreef Thomas E:
Wat een heerlijk verslag weer! Daar ga ik dus a-b-s-o-l-u-u-t heen. Obrigado, Ed.
op 15 08 2013 at 18:52 schreef dewanand:
namaste Ed,
weet je of dit nou origineel portugees vegetarisch eten is of iets uit India? De oudste vegetarische kookkunst komt uit de HIndoe beschaving en sinds 1900 en later toen vegetarisme hier bekender werd, ontstonden er Westerse vleesloze kookstijlen. Dit is toch erg interessant, omdat vegetarisme veel natuurlijker is en beter voor de hele aarde. Toch is geen enkel land vegetarisch en verwestering betekent altijd toename van de vleesconsumptie en duurder eten, met dure westerse wijn erbij.
Het huidige welvaarts voedings patroon is erg ongezond en hierom zijn zoveel mensen ziek en ongelukkig. Jammer dat niemand hiertegen strijdt.
dewanand
op 15 08 2013 at 19:03 schreef Rena:
Wow! Dat lijkt me een vakantiebestemming om me op te verheugen!
op 15 08 2013 at 19:06 schreef Ed Caffin:
Graag gedaan! Je bent er binnen 5 uur: 2,5 uur vliegen naar Porto, 30 minuten metro naar treinstation São Bento en dan nog 1,5 uur in de trein…
op 16 08 2013 at 07:40 schreef Ed Caffin:
@ Dewanand
Ik weet het niet eigenlijk. Het vegetarische eten in die restaurants zal denk ik deels op lokale gerechten gebaseerd zijn. Het lekkerste vegetarische eten vind je in ieder geval in India. Toen ik daar vorig jaar was schreef ik er een blogje over: http://www.aziatischetijger.nl/2012/07/29/morgen-masala-dosa/
op 16 08 2013 at 11:25 schreef babs:
Hoi Ed,
Deze komt zeker ook op mijn lijstje bestemmingen.
Zelf hebben we Spanje weer eens doorkruist. De bezochte steden dit keer: Salamanca en Segovia.
Beide zeker een bezoek waard. Prachtige steden, waarbij ik vermoed dat Salamanca beter buiten de zomer bezocht kan worden, want het is dé studentenstad van Spanje. De gebouwen staan er in de zomer ook gewoon, maar de sfeer zal zeker door het jaar heen beter zijn.
Leuker vond ik zelf Segovia. Mooi centrum, prachtige kerken, prettige stad, heerlijk sprookjespaleis en dan natuurlijk dat fantastische aquaduct. We hebben er speenvarken gegeten in de beroemdste speenvarkentent van Spanje, pal naast het aquaduct. Reserveren niet nodig, er was volop plaats. Er waren nauwelijks touristen.
Segovia is wel ideaal in de zomer. Het ligt best hoog, waardoor het minder warm is. Bovendien is Segovia een populaire weekendbestemming voor Madrilenen, het best te bezoeken dus als de Madrilenen op hun lange vakantie zijn. Er waren nauwelijks touristen. Bizar voor zo’n mooie en veelzijdige stad.
Voor wie Andalusië al kent: Boek een vlucht naar Madrid en maak per auto of OV een rondreis langs Madrid, Toledo, Cuenca, Segovia en Salamanca.