God en geweten
Herman van der Helm
“Hij ziet alles, daarom doe of laat ik dingen”.
Veel mensen laten door middel van deze uitspraak hun leven regelen. Een jongeman met islamitische opvoeding geeft in een recente documentaire over de islam in Europa duidelijk aan dat het voor hem zo werkt. Maar ook mijn ouders, die zichzelf katholiek noemen, hadden ditzelfde motto en poogden dit ook op mij over te brengen. Diverse Oosterse ‘geloven’ en geestelijke stromingen maken ook gewag van een alles overziend en controlerend opperwezen.
Een simplistisch afgeleide hiervan: in de kinderziel wordt rond de Sinterklaastijd geschermd met het grote boek, waarin alles staat opgeschreven wat je in je leven wel of niet goed hebt gedaan.
Toekomstige straf
Dit fenomeen, dat zich manifesteert bij mensen in vele culturen en levensvisies, heeft waarschijnlijk een gemeenschappelijke bron. Die bron zou gevonden kunnen worden in het verschijnsel “geweten”. Een geweten hebben betekent dat je, bij alles wat je doet, reflecteert op de kennis van goed en kwaad dat je in je hebt. Een deel van die kennis heb je van nature en een deel van die kennis heb je aangeleerd, vaak door terechtwijzing bij vroeger gedrag. Afhankelijk van degene die de terechtwijzing deed, neem je ook onbewust de motivatie van hem of haar erbij over.
Wordt jou uitgelegd wat je een ander ermee aandoet of zou kunnen aandoen, m.a.w. wordt er dus een beroep gedaan op jouw inlevingsvermogen en empathie voor het slachtoffer van jouw daad, dan wordt jouw geweten gevoed. Wordt er dan in een adem verwezen naar de bijbel, koran of ander geschrift waarbij voornamelijk gewezen wordt op een toekomstige straf voor jouw daden en minder op jouw inlevingsvermogen ten opzichte van wat je het slachtoffer hebt aangedaan, dan lijkt het of je zelf minder verantwoordelijk bent voor jouw daden.
Je kiest dan, door het uit de weg gaan van toekomstige straf, voor eigen voordeel boven het verantwoordelijkheid zijn voor een ander. Het eigenbelang gaat dan prevaleren boven het stimuleren en voeden van je geweten.
Goede verbindingen
Waarom is dit geweten dan zo belangrijk, kun je je afvragen.
Een tijdje nadat je geboren bent begint jouw bewustzijn te ontstaan. In het begin is dit zich niet bewust van het unieke dat jij bent, maar later besef je dat jij de enige bent die dít bewustzijn heeft. Met dit bewustzijn ervaar jij alles, jouw pijn, jouw verdriet, jouw humeur, jouw plezier, jouw extase, jouw ik. Jij bent als het ware de enige mens met dit specifieke bewustzijn ter wereld. Een ander kan dit niet zijn. Je zal alles wat je om je heen ziet en voelt vanuit dit unieke bewustzijn moeten ervaren.
Het enige dat jou met het unieke bewustzijn van een ander levend wezen verbindt, is jouw inlevingsvermogen, jouw geweten. Het belang om dit zo zuiver mogelijk te houden, om goede verbindingen te kunnen maken met de ander, is evident.
Zo weinig mogelijk vertroebeling is dus belangrijk.
Controle overdragen
Het is daarom niet goed om jezelf over te leveren aan een macht buiten jezelf aan wie je de controle overdraagt. Een ander aan wie jij de macht overdraagt, maakt jou minder verantwoordelijk voor je daden. Jij bent echt zelf de enige verantwoordelijke voor je daden en gedachten. Je bent zelf degene die over jou oordeelt en geen ander. En wie kan nu beter weten wat jij denkt of doet, ook als het stiekem gebeurt, dan jij zelf?
Je bent zelf die ‘Hij’ die alles ziet. Dat opperwezen.
Herman van der Helm is uitvinder, ondernemer en de geestelijke vader van het Burgernetwerk.
Herman van der Helm, 18.06.2018 @ 06:34