Gescheurde kleren
Theo Boon
Scène uit The Tale of Princess Kaguya.
Op 5 augustus 1987 stierf mijn broer. In Boedapest, waar ik op dat moment bij mijn toenmalige vriendinnetje verbleef, kreeg ik een telegram: ‘Theo, z.s.m. naar huis bellen. Cor.’ Zo snel als ik kon zocht ik een telefooncel op, het moest wel ernstig zijn, ik dacht dat mijn vader overleden was. Na lang aandringen van mijn kant vertelde mijn oudste broer mij wat er gebeurd was: “Eric is dood, hij is gisteren voor de trein gesprongen.”
Het leven was hem teveel geworden en na jaren van psychiatrische hospitalisatie was de dood voor hem nog het enige dat soelaas bood, de enige overgebleven uitweg uit zijn helse bestaan. Het spoor dat naast de instelling liep en loopt koos hij, zoals al velen voor en velen na hem, voor zijn einde. De demonen die hem jarenlang teisterden, had hij voorgoed het zwijgen opgelegd. Er is de afgelopen 32 jaar veel de revue gepasseerd maar vooral zijn laatste meters en wat hij op die laatste momenten dacht en voelde, dat blijft een onbeantwoorde kwelling, dat is een beeld dat niet makkelijk loslaat.
Het moet twee weken later geweest zijn dat ik op de camping van mijn broer de vader van een vriend tegenkwam. Achttien jaar was ik en ik verbleef daar omdat mijn oudste broer in die tijd mijn held, mijn steun en mijn toeverlaat was. Op die leeftijd en in die periode is hij voor mij van levensbelang geweest. Verdoofd en verdwaasd bracht ik er de dagen door maar een grotere troost en betere plek dan daar, bij hem en zijn gezin op de camping, was voor mij niet denkbaar.
Egoïstisch
De vader van die vriend trof ik op een zeker moment bij de receptie van de camping en hij vroeg hoe het met me was. Hij had van zijn zoon al begrepen wat er was gebeurd. Na wat ongemeend en onempathisch gewauwel over hoe erg hij het voor ons vond, achtte hij het vervolgens nodig om mij daar, op dat moment, te vertellen dat hij geen respect kon opbrengen voor mensen die zichzelf van het leven beroofden. Kwaad kon hij daar om worden. Zo egoïstisch vond ie dat. Ik nam zijn opmerkingen tot me en liet ze in mij imploderen. Hij wenste me nog een fijne dag, veel sterkte en hij liet mij verstomd achter met de echo van zijn woorden.
Kijk, dat je mensen die suïcide plegen lafaards vindt en dat je daar geen begrip voor op kunt brengen, dat is tot daar aan toe. Geloof me, been there. Naast verdriet komt het gehele spectrum aan emoties voorbij, boosheid en onbegrip zijn er daar maar twee van. Maar dat je het nodig vindt, dat je het bestaat om, twee weken na een dergelijk tragische gebeurtenis, het uiten van je overschatte eerlijkheid te verkiezen boven tact en medeleven ten aanzien van een direct betrokkene, dat je niet stilstaat bij de pijn die je daarmee aanricht bij diegene, dat vind ik onvoorstelbaar en tot op de dag van vandaag onverteerbaar.
Er zijn weinig tot geen dingen waar ik lang mee rond blijf lopen, ik ben niet haatdragend. Mijn lontje is vrij kort en was nog veel korter, dus boos kreeg en krijg je mij vrij gemakkelijk maar die boosheid was en is vaak van korte duur. Zand erover en door. Dit voorval vergeet ik nooit en hij heeft hierbij tevens de dubieuze eer de enige persoon te zijn in mijn leven van wie ik gedrag, of in dit geval een uitspraak, niet vergeef.
Lomp
Dat brengt mij op de vorige week gelanceerde campagne van ProRail.
Om mensen in het algemeen en jongeren in het bijzonder bewuster te maken van de gevaren op en rondom het spoor, had ProRail bedacht om de kleren van mensen die voor de trein zijn gekomen, (door een ongeluk of anderszins) na te maken en ten toon te stellen in een luguber soort van modeshow. Afgescheurde en met nep bloed besmeurde broeken, jassen, shirts, petjes en wat al niet meer zij komen erin voorbij. Ieder kledingstuk vertelt een eigen verhaal. De campagne moest een shockeffect sorteren dat zou gaan zorgen voor meer bewustwording en minder ongelukken, zelfverkozen of niet.
Persoonlijk vind ik dat onkies en getuigen van een ongelofelijke wansmaak en, om mijn stokpaardje maar weer eens van stal te halen, je geeft er blijk mee van een stuitend gebrek aan empathisch vermogen. Er wordt zo bij nabestaanden, machinisten, conducteurs en ander personeel dat betrokken is geweest bij een aanrijding op het spoor, op deze lompe manier weer onnodig een lastig te verzorgen wond opengereten. Zij worden ongevraagd weer met hun trauma geconfronteerd.
Kritiek
Ik reis dagelijks met de trein naar mijn werk en iedere confrontatie met een klaarstaande, binnenkomende of vertrekkende trein is voldoende om mij, al is dat soms maar voor heel even, in gedachten terug te brengen naar Eric. Zijn kapotte kleren die hij die dag droeg op mijn netvlies, hoef ik daarbij niet te hebben gevisualiseerd.
Voor de goede orde: ik ga zeker niet meer gebukt onder de dood van mijn broer en de manier waarop hij die verkoos, maar de pijn zit er nog wel en die zal er ook altijd zitten.
Een paar dagen geleden las ik dat de campagne ‘Gescheurde Kleren’ van ProRail is stopgezet. ProRail ontkent dat dit is gedaan onder druk van de kritiek vanuit onder andere de NS en de vakbond. Het bedrijf beweert de campagne uit de lucht te hebben gehaald omdat het nagestreefde shockeffect reeds behaald is.
Yeah, right.
Theo Boon is werkzaam als leerkracht in het speciaal onderwijs, liefhebber van films, series, boeken, sport en oprechte, liefdevolle mensen.
Theo Boon, 12.04.2019 @ 05:27