Frontaal naakt disfrutarren aan de Costa Dorada
Peter Breedveld
Het moet 17 jaar geleden zijn dat ik voor het eerst in El Templo del Sol was, een naturistencamping aan de Spaanse Costa Dorada, een dikke anderhalf uur rijden ten zuiden van Barcelona, in het plaatsje Hospitalet de l’Infant. Een leuke camping, maar de directe omgeving was haveloos en troosteloos, vond ik, en Hospitalet de l’Infant lelijk en kaal, met overal zwerfvuil.
Nu zijn we er weer, en het plaatsje lijkt aanzienlijk te zijn opgeknapt. Het is nog steeds geen super-pittoreske boel, maar de huizen lijken kleurrijker en de straten zijn brandschoon. De boulevard langs het strand is fraai te noemen, met frisse betegeling, groen gras, klaterende fonteinen en gezellige strandtenten. Ik vermoed goed bestede Europese fondsen. Hier in de buurt liggen populaire badplaatsen als Salou, waar jongeren zich al generaties lang klemzuipen en sufneuken, Hospitalet de l’Infant is voor de wat ingetogener toerist.
De natuur is hier spectaculair, met bergen en bossen op de achtergrond, en één van de mooiste stranden die ik ooit zag, een kilometers lang naturistenstrand pal achter El Templo del Sol, of ik moet zeggen onder El Templo del Sol, want dat ligt op een soort plateau waarvan je op zee kijkt, met het strand in de diepte. De camping heeft een infinity pool, zo een waar Thierry Baudet zich vorig jaar naakt liet fotograferen. Vanuit dat zwembad kun je over zee kijken. Het is hypnotiserend. Het zeewater is heerlijk en helder en heeft de groen-blauwe kleur die ik alleen van films kende.
Een groot deel van de gasten hier is Nederlands, ik schat drie op de vier. Dat zou normaal gesproken een enorme afknapper voor me zijn, maar het zijn niet die mondige grootbekken die 24/7 hun recht op van alles en nog wat opeisen die je overal in het buitenland ziet. Zelfs hun kinderen (Nederlandse kinderen zijn notoir slecht opgevoed) zijn sympathiek, veelal in de adolescentenleeftijd en, ook heel ongewoon voor Nederlandse jongeren op naturistencampings, ze lopen gewoon naakt met elkaar. Blakend van zelfvertrouwen, dat wel. Ze komen veelal uit de provincie, aan hun tongval te horen. Ze mengen goed met de Spaanse jeugd. Hun ouders zitten grote delen van de dag in grote groepen met elkaar op het terras bij het zwembad aan de wijn en het bier. Ik schat ze in als hardwerkende ondernemers. Groothandelaren in machine-onderdelen en agrarische produkten en zo.
Voor de rest zitten hier Spanjaarden en wat Fransen en Britten, een enkele Duitser. We hebben een mobile home gehuurd, met douche en toilet en een keukentje, en onze buren zijn allemaal Spaans. Ze groeten elke dag hartelijk. Het is hier echt heel gezellig.
Behalve Barcelona hebben we ook een dagje Tarragona gedaan, hoofdplaats van de gelijknamige provincie en op een halfuur rijden van Templo. Tarragona is een middeleeuwse stad die is gebouwd op de resten van een Romeinse stad, vernietigd door de Moren (Berbers, geloof ik). Van de Romeinse vestingsmuur en een paar torens is nog veel overgebleven. Ook is er nog een stuk van een enorm circus te bezichtigen, en je kunt door de lange ondergrondse gangen naar dat circus lopen.
Maar het fraaist vind ik de kathedraal van Tarragona. Qua vorm doet die een beetje denken aan de Notre Dame, en het ding staat vol prachtige kunst die ook een beetje gek is. Je kijkt er je ogen uit. Ik zag er een duivel die wordt vertrapt door een aartsengel die wel uit een stripverhaal lijkt te komen. Een sarcofaag met daarop een beeld van de dode, een geestelijke hoogwaardigheidsbekleder, die erg content lijkt te zijn dat hij dood is, met zijn zelfgenoegzame porem. De gezichtsuitdrukking van een Maria die Jezus haar borst in zijn mond duwt is ook onbetaalbaar. Het hoofdaltaar bevat onder andere een zinnelijke jongedame die trots haar kleine borsten aan de vrome gelovigen in de zaal toont. En in de kloostergang zijn de stenen reliefs op de kapitelen het bestuderen waard. Ik zag er onder andere een processie van ratten die een dood beest (een kat?) naar zijn graf dragen.
Het toerisme in Tarragona is binnen de perken gebleven. Rond de kathedraal, in het oude centrum, is het gezellig druk en de terrassen zijn heerlijk relaxed. Maar sommige straten zijn nagenoeg leeg. In het nieuwere gedeelte is een boulevard, een Rambla, zoals ook in Barcelona, die uitloopt op het strand, ook al in de diepte. Je kunt er ijs en heerlijke granita’s kopen (ik had er één met limoen, citroen en mint), maar verder is er niet heel veel te doen.
We aten verrukkelijke tapa’s in El Complet, met een echte Spaanse stenen eetzaal. Gegrilde kwal, kabeljauw met appel en mint, reuzenchampignons met brie en worst, Catalaanse octopus (zo’n zalig gerecht is dat), kwartelei met foie gras, allemaal even heerlijk.
’s Avonds hebben we op een terras op het Plaza de la Font, op het terras van een café dat Quattros heet, al net zo lekkere en inventieve tapas gegeten voor 1,40 per stuk, allerlei combinaties van kabeljauw, anchovis, inktvis, worst en groenten waren dat.
Vandaag gaan we naar Reus, op een minuut of toen van Tarragona. De lucht is bewolkt en het is ook wat koeler, en de rest van de week wordt het erg warm, dus het is een ideale dag om nog een stad te verkennen.
Voor meer foto’s, volg me op Instagram en/of op mijn reservepagina op Facebook.
Oudheidkundige Jona Lendering noemt me in een blog één van zijn voorbeelden!
Peter Breedveld, Reizen, 27.07.2019 @ 09:23