Fictie is feit in Zadie Smiths The Fraud
Peter Breedveld
Scène uit The Dick Van Dyke Show.
Zadie Smiths historische roman The Fraud gaat over fictie, de overtuigingskracht van fictie, hoe fictie de werkelijkheid versluiert maar die ook kan blootstellen, of een andere werkelijkheid blootstelt. Hoe mensen aan de haal gaan met elkaars verhalen, elkaar exploiteren voor hun eigen fictie, hoe ze een fictie maken van elkaar, van zichzelf, en hoe moeilijk het is om fictie van feiten te onderscheiden, hoe moeilijk het kan zijn om fictie van feiten te wíllen onderscheiden.
Maar eerst en vooral is The Fraud een zeer vermakelijk boek. Avontuurlijk, meeslepend en geestig en voor mij in elk geval ook heel leerzaam. Ik heb er wat lang over gedaan – het is een 450 pagina’s dikke pil – ook omdat ik tijdens het lezen steeds heb gegoogeld wat hier nou van waar was en of dit of dat echt was gebeurd, of bepaalde personages echt hadden bestaan. Ik heb me verbaasd over hoe feitelijk Smiths fictie is.
From Hell
In die zin deed The Fraud me denken aan één van mijn favoriete boeken, From Hell van Alan Moore en Eddie Campbell. Ook een verhaal dat zich afspeelt in de 19e eeuw, en met een enorm voetnotenapparaat achterin, vol fascinerende feiten, een soep van feiten, waarin Moore een bepaald patroon uittekent en bewerkt tot een totaal fictief relaas over Jack the Ripper, waaruit zich desalniettemin een ongemakkelijke waarheid kristalliseert, namelijk dat Jack the Ripper een produkt is van zijn tijd waarin de rijken de armen onderdrukken, mannen vrouwen en waarin massamedia het publiek manipuleren tot monsterlijk gedrag.
The Fraud doet me om nog een andere reden denken aan From Hell. Alan Moore zegt daarin dat in de jaren 80 van de 19e eeuw de kiem werd gelegd voor alle verschrikkingen van de 20e eeuw: de Holocaust, Hiroshima, de mediacratie, alles. In The Fraud echoot onze tijd door in de samenleving van het 19e-eeuwse Londen, waar een geprivilegieerde club van literaire grootheden met elkaar discussiëert over het uitbuiten van de onderklasse en slavernij in West-Indië terwijl ze zich te goed doen aan grote hoeveelheden port. Zelf zijn ze rijk geworden met hun verhalen over die onderdrukte klasse. Met name Charles Dickens, die karikaturale melodrama’s maakt van het menselijke leed dat hij gadeslaat als een toerist, wint als een grondstof voor zijn succesvolle romans, zonder ooit iets voor de onderklasse te hebben gedaan.
Slavernij
Een fraudeur dus, net als Dickens’ vriend, William Ainsworth, een schrijver van historische romans die hij totaal uit zijn duim zuigt. Van een ordinaire straatrover als Dick Turpin maakt hij een Robin Hood-achtige volksheld en hij schrijft een roman over Jamaica zonder er ooit te zijn geweest, zich baserend op een reclamefolder voor rijke Britten die willen investeren in de plantages op het eiland, een eiland van zon en kokospalmen.
Die plantages worden natuurlijk bewerkt door slaven, die met wrede lijfstraffen in het gareel worden gehouden. Een slavenopstand, de Christmas Rebellion, wordt bloedig neergeslagen, waarna de leiders van de opstand worden geëxecuteerd. Het is de aanleiding voor een verhit debat in Londen en zelfs voor een parlementaire enquête, bewijs dat slavernij in die tijd niet door iedereen normaal werd gevonden, zoals nu veel mensen beweren die vinden dat je zulke misstanden “door de ogen van die tijd” moet bezien.
Vernietigende kritieken
De hoofdpersoon van The Fraud is Eliza Touchet, de nicht van William Ainsworth, in zijn tijd een waanzinnig succesvolle schrijver die de Britse Victor Hugo genoemd werd. Van één van zijn boeken werden meer exemplaren verkocht dan van Dickens’ Oliver Twist. Ainsworth is nu totaal vergeten, dus kun je nagaan hoe relatief literair succes is.
Maar goed, Eliza Touchet denkt in stilte het hare van al die dikdoenerige betweters met wie haar neef zich omringt. Ze helpt haar neef de fictie in stand te houden die hij van zichzelf heeft gemaakt, door de vernietigende kritieken bij hem weg te houden die zijn literaire vrienden over hem schrijven.
Brutale bedrieger
In haar groeit het verzet tegen de patriarchale dictatuur en ze raakt geobsedeerd door een voormalige Jamaicaanse slaaf, Andrew Bogle, getuige in een rechtszaak tegen een slagerszoon uit Wapping die beweert een op een zeereis verdronken gewaande edelman te zijn, Roger Tichborne. De man lijkt in niets op Tichborne, spreekt geen Frans, weet niks van wiskunde, gedraagt zich als een slager uit Wapping en niet als de telg van een adellijke familie. Hij heeft alle schijn tegen en geniet toch de steun van het publiek, dat alle sappige details van de zaak volgt via de media. Deel van zijn aantrekkingskracht is dat, hoewel hij een brutale bedrieger is, zijn zaak ook een deconstructie is van de fictie die de bovenklasse zich aanmeet. Touchet reist naar het gerechtshof om de zaak, samen met een massa andere belangstellenden, live te volgen.
Bogle, die Tichbornes bediende was, houdt bij hoog en laag vol dat de slager echt zijn voormalige meester was. Het staat vast dat hij liegt, maar hij is zo oprecht en waardig en integer in zijn gedrag dat hij respect afdwingt. Hij lijkt ook in zijn eigen leugens te geloven, want hij geeft er de toelage voor op die hem jaarlijks door de familie van Tichborne was toegekend en zijn reputatie.
Raadselachtige figuur
Waarom hij dat doet, waarom hij zijn relatief comfortabele leven op de helling zet in dienst van een witte bedrieger, blijft in het ongewisse. Is het wraak voor wat hij heeft moeten ondergaan in Jamaica, hoopt hij te kunnen profiteren van het fortuin dat de nep-Tichborne zal vergaren, mocht hij de rechtszaak winnen? Gelooft hij het echt? Bogle is de meest raadselachtige figuur in het verhaal. Hij vertelt Touchet, die zijn vertrouwen wint door hem voor te liegen en op varkenskoteletjes te trakteren, zijn schokkende verhaal en gaat daarna roemloos ten onder.
Touchet gebruikt dat verhaal uiteindelijk om haar eigen roman te schrijven, een boek waarin niet gebeurtenissen maar mensen centraal staan. Het soort boek waar haar neef op neerkijkt, want hij ziet haar een van de delen van George Eliots Middlemarch lezen en sneert dat dat een boek is over mensen: “Geen avontuur, geen drama, geen moord, gewoon over mensen! Is dat waar het om draait in die damesromans tegenwoordig?”
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, 06.12.2023 @ 11:47