Eindelijk mag er over de Armeense genocide worden gesproken
Suna Floret
“Je wilt niet dat ik die verhalen vertel, kind. Die zal je je leven lang meedragen”. Mijn oma staat op, trekt haar hoofddoek recht, zorgt er voor dat haar haar netjes is bedekt en gaat bidden. Mijn oma bidt vijf keer per dag. Terwijl ze het vijf minuten geleden nog had over haar Armeense voorouders, die gedwongen hun namen moesten veranderen. En hun religie.
Ik gaf haar een kus en liep naar buiten. Ik loop door de straten in Charlois waar ik ben geboren en buiten heb gespeeld. Ik heb me altijd erg verbonden gevoeld met de stoeptegels onder mijn voeten. Met krijt heb ik de tegels kleur gegeven, ik heb er het zand in mijn schoenen op uitgeklopt, er touwtje op gesprongen en er waterballonnen op kapot gegooid.
Armeense dochters
Mijn oma is in Rotterdam omdat haar man op zoek ging naar een beter leven. Ik hoorde verhalen over haar eerste contacten met haar buren, haar blijdschap als ze op de televisie Turkse muziek hoorde en over de eerste keer dat ze op een roltrap stond. Lachend hoorden wij, de kleinkinderen, deze verhalen aan.
Heel af en toe hadden we het ook over hun Armeense voorouders maar het onderwerp werd dan al snel afgesloten. Een dialoog of ruimte voor vragen was er niet. Mijn vader vertelde hoe zijn opa onderdak had gegeven aan veertien achtergelaten Armeense dochters. Anders hadden deze kinderen, de Armeense genocide, precies honderd jaar geleden, niet overleefd.
En zo hoorde ik, als Rotterdamse kleindochter van ‘Turkse’ grootouders, over heldendaden en onmenselijke gebeurtenissen. Bladzijdes van een boek dat ik niet mocht lezen. Maar nu, na afloop van de documentaireserie Bloedbroeders op NPO2, dankzij de moedige heren Sinan en Ara, durf ik het boek te lezen.
Armeense dochters
De bloedbroeders, een Turk en een Armeniër gingen op reis, op zoek naar verzoening. En dat is ze niet alleen gelukt, ze hebben ook anderen geïnspireerd. Het stof mag eindelijk van het boek weggeveegd worden en de verhalen mogen worden doorverteld.
En als er mensen zijn die het er niet mee eens zijn, dan is dat niet erg. Een ieder heeft andere boeken in de boekenkast staan. Maar er is nu ruimte voor een gesprek, een dialoog. En als er geen gesprek plaatsvindt, dan is dat ook goed.
Mijn stoeptegels in Charlois zijn nu in ieder geval weer iets rijker. Verrijkt met mijn geschiedenis waar ik nu in durf te duiken. Hoe rijker, hoe meer verhalen, hoe mooier de tekeningen van krijt.
Suna Floret heeft een wekelijkse column in het Algemeen Dagblad. ze staan op haar Facebookpagina. Volg haar ook op Twitter.
Suna Floret, 03.05.2015 @ 09:00