Een oriëntaalse donderpreek
Peter Breedveld
Striptekenaar Craig Thompson is opgegroeid in een streng-protestants milieu dus het is niet verrassend dat, als hij zich op de sprookjeswereld van 1001 Nacht stort, er uiteindelijk weinig van de zinderende zinnelijkheid van dat werk overblijft.
Thompsons bijna 700 pagina’s dikke Habibi, de langverwachte opvolger van het bejubelde Een Deken van Sneeuw (2003), is visueel een festijn, maar inhoudelijk een strenge, sombere donderpreek over de mens, die Gods schepping in de vernieling helpt.
Het verhaal speelt zich af in een Arabische fantasiewereld, waar de nostalgische, sprookjesachtige idylle ruw wordt verstoord door modernistische pijpleidingen en een gigantische afvalberg, die het landschap in rap tempo verzwelgt. De bewoners van een sultanaat leven in een open riool, waar schoon water een schaars goed is, omdat de sultan zich de nabijgelegen rivier heeft toegeëigend voor eigen gebruik.
In deze hel is de ontluikende liefde tussen hoofdpersonen Zam en Dodola natuurlijk gedoemd om in de kiem te worden gesmoord. Net als de rest van Gods schepping is ook seks verworden tot een ordinair ruilmiddel. De Arabische Dodola, die de zwarte Zam als baby heeft gered uit de klauwen van slavenhandelaren, voorziet in hun beider onderhoud door haar lichaam te verkopen aan de mannen van voorbijtrekkende karavanen.
Wanneer Zam dit ontdekt, en ziet hoe seks bij de mannen, die zich aan Dodola vergrijpen, verwordt tot een weerzinwekkend, kwaadaardig beest, wordt hij geplaagd door schaamte en besluit hij zijn eigen seksualiteit letterlijk te laten wegsnijden.
Dodola is dan al ontvoerd en zij komt terecht in de harem van de sultan, waarna zij en Zam elkaar jaren uit het oog verliezen. Na een paar spectaculaire ontsnappingspogingen, adembenemend in beeld gebracht door Thompson, ontmoeten de twee elkaar weer en begint de confrontatie tussen de pure liefde en het corrupte kapitalisme. Daarbij wordt het er bij de lezer herhaaldelijk nadrukkelijk ingeramd dat we de aarde aan het verkrachten zijn en dat het zo niet langer kan. En ik moet zeggen dat dit na een paar honderd bladzijden behoorlijk begint te irriteren.
Desalniettemin is Habibi een zeer geslaagd boek. Thompson houdt het tempo er goed in en het tekenwerk is prachtig, vol verwijzingen naar Oriëntaalse schilders als Ingres en Gérôme. Af en toe doet zijn stijl denken aan de oude meester Will Eisner. Regelmatig verwisselt hij van vertelperspectief en het verhaal van Zam en Dodola wordt steeds onderbroken door de verhalen die Dodola aan de kleine Zam vertelt, over Abraham die van God de opdracht krijgt zijn zoon te offeren, over koning Salomo, over Jezus, die in zowel het christendom als de islam een belangrijke rol spelen.
Daar tussendoor filosofeert Thompson over de Arabische kalligrafie waarbij hij het Arabische schrift telkens laat overvloeien in het landschap waar het verhaal van Zam en Dodola zich afspeelt. Het duurde even voordat ik doorhad wat hij daarmee nou bedoelt: die Arabische letters zijn een manifestatie van de wil van God, verminkt en bezoedeld door de duivelse mens.
Eerder gepubliceerd in Vrij Nederland
Peter Breedveld, strips, 12.01.2012 @ 21:35
1 Reactie
op 12 01 2012 at 22:05 schreef Doc:
“opgegroeid in een streng-protestants milieu dus het is niet verrassend dat”
Maar het is wel verrassend dat hij zich op dit onderwerp heeft gestort. Rechtvaardigt dit nieuwe boek deze keuze? Of misbruikt hij het thema slechts om een punt te maken?
Overigens vind ik dat de grootmeester van praktische interpretatie van kalligrafie te vinden is op http://www.sinfest.net/archive_page.php?comicID=2757