Een beter milieu begint bij de overheid
Jasper Mekkes
Scène uit Jigoku (‘De Hel’, Nakagawa Nobuo, 1960)
Het milieu is gebaat bij optimaal geformuleerde doelen. Dat wil zeggen: politieke doelen die door ambtenaren en kritische burgers zijn uitgewerkt tot dat wat nodig is voor de ecologie van verschillende regio’s met ieder hun eigen geografie.
Een interessante theorie om ervoor te zorgen dat overheidsbeleid ook positief is voor de biodiversiteit, is met een goed Nederlands woord ‘biophilic design’ oftewel ecologisch verantwoord ontwerpen, bouwen en beheren.
Deze manier van ontwerpen kenmerkt zich door liefde voor het leven (van bio-fiel). En dus door de vraag in hoeverre dat, wat er wordt ontworpen, gebouwd en beheerd, eigenlijk bijdraagt aan kwaliteitsverbetering voor alle leven.
Zo kunnen we door het klimaatakkoord van Parijs bijvoorbeeld zorgen dat de biodiversiteit vooruit gaat, omdat politici zich, door doelstellingen voor CO2-reductie af te spreken, waarschijnlijk ongemerkt ook gecommitteerd hebben aan ecologisch verantwoorder beleid.
Horizonvervuiling
Iedereen die de horizonvervuiling van het Noordzeestrand door windmolens-voor-de-energiereuzen heeft gezien, weet namelijk dat weten meer is dan meten. En dat de voor het herstellen van de natuur benodigde energietransitie een veel complexer en dringender vraagstuk is dan het meten van CO2-reductie alleen.
Een geluk bij een ongeluk is dat het gebruiken van CO2 als manier om duurzame vooruitgang te meten grote kansen biedt voor de natuur.
Alles stoot namelijk CO2 uit gedurende zijn bestaan. Als die CO2 ook weer geabsorbeerd wordt door de regionale geografie en als er geen andere nadelige effecten zijn aan het ding dat CO2 uitstoot, is dat geen probleem voor de natuur.
Maar dankzij afspraken over CO2-reductie kunnen we er als samenleving voor zorgen dat overheden niet alleen een transitie inzetten naar het uitstoten van minder CO2, en dus in de gebruikelijke vertaling, naar minder energieverbruik, ‘groene’ energiebronnen en een andere aandrijfmotor (de elektromotor), maar ook naar ecologisch verantwoord materiaalgebruik. En dat is winst voor de natuur en haar biodiversiteit.
Want hoe minder CO2 een product uitstoot tijdens zijn productie-, gebruiks-, sloop- en hergebruiksfase, hoe natuurlijker en dus gezonder en prettiger het materiaal is, voor alle leven.
Een keuze voor ecologisch verantwoord materiaal zorgt er bijvoorbeeld voor dat groene energie ook ecologisch verantwoord geproduceerde en hernieuwbare energie betekent. Maar het kan er bijvoorbeeld ook voor zorgen dat overheden nu dan eindelijk eens belasting gaan heffen op de hoeveelheid aardolie-gebaseerde materialen die bedrijven gebruiken en verkopen.
Ecologisch verantwoord materiaalgebruik
Zo kan het gevolg van Parijs, afspraken over CO2-reductie, nuttig blijken te zijn om vooruit te komen doordat kritische burgers en organisaties overheden gaan helpen om te gaan sturen op CO2-reductie door ecologisch verantwoord materiaalgebruik en met vergroting van de biodiversiteit als doel.
Zodat overheden de energietransitie nu eindelijk vorm gaan geven op een manier die de mens in staat stelt met ecologisch verantwoorde materialen zijn kwaliteit van leven en van al het andere leven aanzienlijk te verbeteren.
Hiervoor moeten de CO2-reductie doelen van overheden natuurlijk nog wel even beter worden uitgewerkt. De focus zal vooral gericht moeten worden op gebruik van minder en natuurlijk materiaal. Daarna moeten die overheden ecologisch verantwoorde energietransitie gaan omarmen in plaats van boven alles de status quo te bewaren, en gelaten te wachten op de volgende crisis die de raderen van de economie weer doet vastlopen, zoals nu met stikstof.
Want de ironie van de stikstof-paniek van vandaag is dat als een bouwproject of transport uitsluitend door voertuigen met elektromotoren zou zijn uitgevoerd er wettelijk gezien overal in Nederland gewoon gebouwd en vervoerd had mogen worden. Maar dan had je dus op tijd suboptimale doelen moeten bijstellen en voor de status quo en de gevestigde orde ongemakkelijke besluiten moeten nemen.
Houten wolkenkrabbers
Het goede nieuws is dat voer-, vaar- en vliegtuigen met elektromotoren al een tijdje gewoon te koop zijn, voor alle denkbare werkzaamheden. Net zoals ecologisch verantwoorde onderdelen van de infrastructuur en de openbare ruimte al een tijdje verkrijgbaar zijn.
Van houten bruggen, speelobjecten en meubilair voor de openbare ruimte, tot houten verkeersobjecten zoals stoplichten, lantaarnpalen en vangrails. En houten wolkenkrabbers schijnen het ook helemaal te gaan worden in 2020.
Een beter milieu begint dus bij de juiste bestuurders en ambtenaren, geholpen door kritische burgers en organisaties om politieke besluiten zo uit te werken dat de energietransitie een succes wordt voor alle leven in plaats van alleen voor de gevestigde orde, de superrijken en enkele greenwash-goeroes.
Want een beter milieu begint niet bij jezelf, maar bij de overheid. Omdat die overheid de enige partij is die het besluit kan nemen om nu eindelijk eens op grote schaal door te pakken met het verbeteren van het milieu.
Jasper Mekkes is ingenieur en vooruitgangsfilosoof.
Jasper Mekkes, 26.10.2019 @ 08:26