Ecstacy of alcohol?
Paul Verhoeff
In de eeuwige discussie over drugs blijft het, voor voorstanders van legalisering, altijd aantrekkelijk om de drug in kwestie met die eeuwige andere drug –alcohol- te vergelijken. De gedachte hierbij is dat, zolang drug X of Y mens en samenleving minder schade toebrengt dan alcohol dat doet, er geen reden is om drug X of Y te verbieden; alcohol verbieden we immers ook niet.
Voorstanders van legalisering van ecstacy gebruiken bijvoorbeeld regelmatig als argument, dat het gebruik van alcohol jaarlijks voor heel wat meer leed en geweld zorgt dan het gebruik van ecstacy, zelfs als we de criminaliteit meenemen in de vergelijking. Maar hoe betekenisvol is de vergelijking met zo’n sociaal geaccepteerde en massaal geconsumeerde drug als alcohol eigenlijk?
Om tot een bruikbaar vergelijk te komen zullen we de zaken enigszins af moeten bakenen. Je kunt de gemiddelde alcoholgebruiker niet zomaar vergelijken met de gemiddelde ecstacygebruiker. Alcohol geeft inderdaad veel meer slachtoffers dan ecstacy, maar er wordt dan ook veel meer alcohol dan ecstacy gebruikt, en ook verschilt doorgaans de manier waaróp er wordt gebruikt.
Verslavende werking
Een wijntje bij het eten of twee pilsjes op de verjaardag van de buurvrouw, kent bijvoorbeeld geen ecstacy-equivalent. Een pilletje neem je om een avond in een fundamenteel andere toestand te verkeren. In tegenstelling tot bij alcohol bestaat er bij ecstacy eigenlijk ook geen middenweg; er moet een zekere drempelwaarde overschreden worden voordat er überhaupt betekenisvol effect ontstaat. Dit in tegenstelling tot alcohol, waarbij het drinken van slechts één biertje al heel bevredigend kan zijn.
Tevens wijst men graag op het grote aantal zieken en doden als gevolg van langdurig en overmatig alcoholgebruik, en op de wissel die dit trekt op onze gezondheidszorg. Maar ook deze vorm van gebruik kent geen ecstacy-equivalent; niemand slikt jarenlang meerdere malen per week een pil, laat staan tientallen jaren achtereen. Daarvoor is de ervaring te intens. Maar bovenal heeft ecstasy niet dezelfde verslavende werking als alcohol.
Dronkenschap
Om een vertekend beeld te voorkomen dienen we dus niet alleen de gematigde gezelligheidsdrinkers buiten beschouwing te laten, maar ook de pathologische drinkers; we zullen op zoek moeten gaan naar de kenmerken die overeenkomen. Welke vorm van alcoholgebruik is dan wel zinvol om te vergelijken met de manier waarop ecstacy gebruikt wordt? Simpel: het gebruik met als doel om in een fundamenteel andere toestand dan de nuchtere te geraken, oftewel de toestand die we als dronkenschap typeren.
De motieven van ecstacy-gebruikers en zij die dronkenschap nastreven komen namelijk op heel veel punten overeen. Beide groepen willen zich lekker voelen, gezellig onder de mensen zijn en de zorgen van alledag vergeten; lol maken, dansen, opgaan in de muziek, flirten en vrij zijn, en dit alles zonder al te veel geremd te worden door onzekerheid of sociale conventies. Anders gezegd: beide groepen streven een toestand na die, of we dat nu leuk vinden of niet, voor de meesten van ons nu eenmaal lastig te bereiken is zonder gebruik van stimuli.
In Nederland telt de categorie dronkenschap wekelijks enige honderdduizenden vertegenwoordigers, en naar schatting gebruiken er elk weekend zo’n honderdzestigduizend mensen ecstacy; nu hebben we de beschikking over vergelijkbare groepen.
Ontwrichting van de samenleving
Ondanks alle gezelligheid vinden er, als gevolg van dronkenschap, in Nederland wekelijks duizenden incidenten plaats. Denk hierbij aan zaken als vechtpartijen, verkeersongelukken, aanrandingen, molestaties, bedreigingen, vernielingen en coma-zuipen, niet zelden met dodelijke slachtoffers tot gevolg. De zaterdagnacht is doorgaans de drukste nacht van de week voor zowel politie als hulpverlenend personeel. Anders gezegd: we hebben hier te maken met een maatschappelijk geaccepteerde, maar niet minder hevige en wekelijks terugkerende ontwrichting van de samenleving.
Nu de impact van ecstacy. Hiertoe dienen we een gedachtenexperiment uit te voeren, daar betrouwbare data ontbreken; van strafbare feiten waarbij drugs een rol spelen wordt zelden bijgehouden om welke drug het gaat. Stelt u zich dus simpelweg voor dat al die honderdduizenden die zich op zaterdagavond normaliter een stuk in de kraag zuipen, in plaats daarvan een normaal gedoseerde ecstacy-pil van goede kwaliteit zouden slikken.
Vooropgesteld: er komen in Nederland wel degelijk sterfgevallen voor waarbij ecstacy in het spel is. De cijfers zijn echter vaag: in de meeste gevallen is het niet duidelijk wat nu de precieze doodsoorzaak was, tenzij er een strafrechtelijk onderzoek wordt gedaan. In deze gevallen blijkt het vrijwel altijd om vervuilde pillen te gaan, of om een veel te hoge dosering, al dan niet in combinatie met uitdroging, watervergiftiging of het gebruik van alcohol. Oftewel, vrijwel alle ongelukken lijken het gevolg van slechte productie of onverstandig gebruik. Goede voorlichting en gecontroleerde productie hadden deze doden wellicht kunnen voorkomen.
Interculturele orgie
Terug naar het gedachtenexperiment. Bewijzen kan ik het niet, maar ik vermoed dat de ordediensten een relatief rustig avondje zouden hebben. De eerste hulpposten zouden grotendeels leegblijven, op een enkeling na die zich ongerust maakt over een verhoogde hartslag van vriend of vriendin, of om een kwetsuur te laten verhelpen na een roekeloze poging om een kat uit een boom te redden.
Omdat onder invloed van ecstacy de empathie zo ongeveer uit ieders oren druipt, zullen ruzies en vechtpartijen grotendeels uitblijven, in tegenstelling tot bij ego-vergrotende en agressieverhogende drugs als alcohol of cocaïne. Sterker nog, de normaal zo gevreesde zaterdagnacht zou ontaarden in een gelukzalige en interculturele orgie van verbroedering; vooroordelen worden naar de achtergrond gedrukt waardoor de medemenselijkheid vrij spel krijgt. Dit alles op chemische wijze weliswaar, maar het geeft te denken.
Homo-meppers zouden ontroerd gadeslaan hoe een mannelijk stel hand in hand passeert. Op de Amsterdamse Wallen zouden de dames in kwestie met compassie en respect bejegend worden, met als enige nadeel dat er die avond significant minder omzet gedraaid zal worden. In de uitgaansgelegenheden neemt het lichaamscontact toe, maar het aantal ongewenste intimiteiten zal afnemen; botte lust maakt plaats voor zachte sensualiteit..
Flinke uitglijders
En als een hulpdienst desondanks toch uit zou moeten rukken, zou voor hen, in plaats van dat ze uitgescholden, bespuwd en met stenen bekogeld zouden worden, voor hen de rode loper worden uitgerold. Het personeel zou met schouderklopjes worden overladen. Hetzelfde geldt voor vuilnismannen, straatvegers en toiletjuffrouwen die sowieso een rustig ochtendje zouden hebben, daar er aanzienlijk minder vuil en kots naast de afvalbakken zou liggen; niet alleen omdat men er zich op dat moment zeer van bewust is dat het ronduit asociaal is om rommel op straat te gooien, maar ook omdat de zin in vlees- en vetconsumptie na gebruik van ecstacy zo ongeveer nihil is.
Natuurlijk stel ik het nu een beetje rooskleurig voor. Zelfs bij gebruik volgens de voorschriften zal er altijd iemand tussen zitten bij wie het pilletje niet lekker valt of die last krijgt van stemmingswisselingen, bij wie een bepaalde karaktereigenschap zich op onprettige wijze manifesteert of die in een baldadige bui iets doms roept of doet. Zodra een groep groot genoeg is, zijn incidenten helaas onvermijdelijk: als je 160.000 mensen tegelijkertijd uit een douchecabine laat stappen zitten er waarschijnlijk ook een aantal flinke uitglijders bij.
Normalisering van ecstacygebruik
En ondanks dat ik vroeger zelf met veel plezier de nodige pilletjes geslikt heb, sta ik erg kritisch tegenover de normalisering van ecstacygebruik zoals die momenteel plaatsvindt in de jeugdcultuur. Moeiteloos zingen onze tienjarigen liedjes van Lil’ Kleine of Ronnie Flex over het slikken van vier pillen mee. Normalisering leidt tot navolging, en het zou dan ook geen verbazing moeten wekken dat de meeste slachtoffers van ecstacy onvoorbereide tieners zijn, aangewezen op jonge straathandelaartjes die geen idee hebben waar hun spul eigenlijk vandaan komt. Ik bid dat mijn kinderen, mochten ze per se aan de ecstacy en MDMA willen, dit pas op volwassen leeftijd zullen doen. Hetzelfde geldt uiteraard voor het gebruik van alcohol.
Desalniettemin, om terug te keren naar de openingsvraag: als je alcohol- met ecstacygebruik wilt vergelijken, neem dan niet de gematigde gezelligheidsdrinker of je oma met haar glaasje advocaat als ijkpunt; leg liever de stomdronken toerist in Amsterdam naast de festivalganger die een pilletje slikt op Lowlands.
Dat de huidige handel in ecstacy, of liever gezegd het verbod erop, de samenleving ontwricht valt niet te ontkennen, maar of dat ook voor het gebruik ervan geldt durf ik te betwijfelen. Integendeel, zou ik bijna zeggen. Geen drugs gebruiken is natuurlijk altijd aan te bevelen, maar als het dan toch moet zie ik mijn medemens liever onder invloed van een pilletje dan onder invloed van vijftien bier. De samenleving is hij of zij doorgaans een stuk minder tot last.
Paul Verhoeff is een vrije filosoof, tekstschrijver, brave huisvader en ondergrondse dj.
Gastschrijver, 19.07.2019 @ 06:46