Dreigen en intimideren voor Zwarte Piet
Hassnae Bouazza
Scène uit Pale Flower (Masahiro Shinoda, 1964)
Wat hebben mensen zich destijds verkneukeld, zeg, om die rare lui in Afghanistan en Pakistan, die boos de straat opgingen om Mohammed-cartoons in verre landen waar ze niks mee te maken hebben. Achterlijk werden ze genoemd, barbaars ook. Hier, gooi er nog meer cartoons tegenaan, hef de cartoonisten op een podium, doop hen om tot helden van de vrije meningsuiting. Wij in het vrije Westen en vrije Nederland snappen vrijheid, zo klonk het luid en overal.
Ik herinner me nog goed de tijd dat er nog wel eens ergens een verdwaalde baard een debat of zo verstoorde met wat geschreeuw en dat dan gans ‘intellectueel’ Nederland een open brief ging schrijven, die de Volkskrant dan natuurlijk plaatste, over het belang van de vrijheid van meningsuiting en het gevaar van de islam en zo.
Je hoort ze niet, die zelfgenoegzame types, nu er ramen worden ingegooid en geweld wordt gebruikt door witte daders die hardnekkig vasthouden aan hun heilige Zwarte Piet. Twintig jaar multiculti-debat laat zien dat wit gajes geen ene zak te verschilt van welke verre holbewoner ook. Al die hoogdravende, pedante lesjes die we over ons uitgestort kregen, al die vermanende vingers. ‘Wij in Nederland…’
Volgevreten ADO-aanhanger
Inmiddels weten we wat er na die introductie komt. ‘Wij in Nederland’ hebben een enorm grote mond over volkeren elders, maar vergeten de beschamende troep in de eigen achtertuin. Er is geen enkel verschil tussen de volgevreten ADO-aanhanger die ruiten ingooit bij een vreedzame bijeenkomst en een losgeslagen baard die een vlag in brand steekt. Of toch wel, voor wie leeft in onderdrukking is risicoloos rellen een uitlaatklep voor alle ellende die hij zich moet laten welgevallen. Wie in uiterste welvaart en in de context van recht en vrijheid de ander ontneemt wat hem rechtmatig toekomt, is zoveel meer laakbaar.
De discussie over Zwarte Piet is klaar. Alle argumenten over ‘kinderfeestje’ en de kleur van Piet zijn tot in den treure uitgewisseld. Het doet er allemaal niet toe. Waar het werkelijk om gaat, is wie er in dit land mee mag praten, wie gelijkwaardig is en wie recht op bescherming heeft.
Volgens de Piet-gelovigen is de scheidslijn heel duidelijk: als je niet wit bent en tegen Zwarte Piet, hoor je hier niet. En daarom is Zwarte Piet racisme.
Rode loper
Zwarte Piet is racisme, omdat een grote groep witte autochtonen denkt te bepalen wie mee mag praten en wie niet. Wie volwaardig is en wie niet. Voor wie het rechtssysteem wel geldt en voor wie niet.
Zwarte Piet is racisme, omdat de overheid zwarte demonstranten met geweld aanpakt en de rode loper uitrolt voor witte demonstranten met een geel hestje aan of op een tractor.
Zwarte Piet is racisme, omdat de grieven en bezwaren van niet-witte Nederlanders niet meetellen. Sterker, hoe luider het bezwaar, hoe zwarter de schmink, want witte Nederlanders bepalen toch zeker zelf wel wat ze doen en wat acceptabel is.
Zwarte Piet is racisme, omdat protest tegen een racistische karikatuur een beerput aan racisme heeft opengelegd. Zwarte Piet is slechts een excuus; wat hier werkelijk speelt, is dat een grote groep witte Nederlanders vindt dat je je bek houden als je een kleurtje hebt of een andere culturele achtergrond. Ze vinden dat je dankbaar moet zijn en je plek moet kennen. Die plek is altijd áchter de witte Nederlander, in een ondergeschikte positie waarin je netjes meepraat en ja en amen zegt. O, en braaf al je eten deelt, want dat eten is de enige traditie-verbrekende verandering die ze wél omarmen.
Witte man
Zwarte Piet is racisme, omdat de witte man het niet langer voor het zeggen heeft. Politiek gezien nog wel, de parlementen zitten vol witte mannen die allemaal op elkaar lijken en allemaal hetzelfde gekleed gaan, maar maatschappelijk gezien is de wereld blijvend aan het veranderen. Op straat, in de media, in de kust- en cultuur eisen vrouwen, mensen met een andere culturele achtergrond en ander geloof, minderheidsgroeperingen, mensen die op wat voor manier dan ook afwijken van de witte, masculiene vorm, hun plek op, hun ménselijkheid op.
Revoluties beginnen doorgaans niet in het parlement, maar op straat. En de straat is diverser, brutaler, gemengder dan ooit. Zwarte Piet is racisme, omdat het de zwarte mens veronachtzaamt. Niet alleen rond de intocht van de Sint en 5 december, maar al te lang. Veel te lang.
Dat racisme zal bevochten worden.
Hassnae Bouazza is schrijver, journalist en televisiemaker. Bekijk hier de documentaire ‘De Klas van 94’, die ze samen met historicus Nadia Bouras maakte. Komende donderdag wordt in het Frascati-theater Stadslab #3 opgevoerd, een co-productie met Fatima Elatik. Ze was ook eindredacteur van en regisseerde Femke Halsema’s serie Seks en de Zonde, schreef een boek over Arabieren, Arabieren Kijken. En ze heeft haar eigen hedonistische site, Aicha Qandisha.
Hassnae Bouazza, 16.11.2019 @ 10:41