Documentaire over neonazi Constant Kusters maakt zijn belofte niet waar
Ruud Hendriks
Scène uit Kwaidan (Kobayashi Masaki, 1964)
“Nieuwkomers maken we zelf”, zegt rechtsextremist Constant Kusters net na de geboorte van zijn zoontje in de documentaire Ons Moederland. Nieuwkomers van buiten onze landsgrenzen, daar is hij tegen.
Documentairemaakster Shamira Raphaëla verdedigt haar documentaire fel, zoals is te horen in het VPRO-radioprogramma Onvoltooid Verleden Tijd, tegenover historicus Koen Vossen, die kritisch is over de gekozen vorm en de inhoud, die zijns inziens Kusters en zijn beweging, de Nederlandse Volksunie (NVU) groter maakt dan het in werkelijkheid is. Raphaëla stelt dat ze geen portret van Constant Kusters heeft gemaakt, maar een essay over de Nederlandse samenleving.
Vossen is in dat programma voorbeeld van aldoor relativeren en downplayen van het in Nederland allang salonfähige rechtsextremisme. Maar het is zwak dat Raphaëla haar documentaire een essay noemt, en tegenspreekt dat ze een portret van Constant Kusters heeft gemaakt, of dat de documentaire niet over Constant Kusters gaat. Want Ons Moederland is een portret van Constant Kusters. Dat portret is doorsneden met archiefmateriaal waarmee Raphaëla aantoont hoe het racistische en rechtsextremistische gedachtengoed is geworteld in de koloniale Nederlandse geschiedenis. En het is onherroepelijk en onweerlegbaar hoe racisme en fascisme steeds vanzelfsprekender worden, steeds meer genormaliseerd.
Radicaler geworden
Raphaëla wil met haar documentaire laten zien hoe rechtsextremisme is genormaliseerd in de Nederlandse mainstream media en politiek. Kusters zelf zegt in de documentaire dat hij en de NVU niet zijn opgeschoven, maar dat andere partijen en politici zijn kant op zijn gekomen, meer en meer zijn gedachtengoed overnamen: “Wij zijn niet radicaler geworden, maar de rest van de politiek is radicaler geworden. De politiek ziet dat wij gelijk aan het krijgen zijn.” Alle door Raphaëla gemonteerde fragmenten met Nederlandse politici – waaronder Hans Janmaat, Pim Fortuyn, Geert Wilders, Jan-Peter Balkenende, Jasper van Dijk (SP), Diederik Samsom (PvdA) en Mark Rutte – onderstrepen dat.
Nederlanders, zegt Raphaëla, hebben een blinde vlek voor racisme, extremisme en andere negatieve kritiek op Nederland. Dat ze een punt heeft wordt al duidelijk uit deze alinea op de website van OVT, waarin de NSB wordt overgeslagen, alsof het nooit heeft bestaan. Let op de eerste en tweede zin: “Extreem rechts is al vanaf begin de jaren ’90 actief in Nederland. De groeperingen zijn openlijk nazi-sympathisant en hebben een gewelddadig imago. De laatste tijd proberen ze een wat gematigder beeld van zichzelf neer te zetten, maar zijn de ideeën ook veranderd?”
De vijandigheid tegen migranten is in die geschiedenis ook binnen onze landsgrenzen herhaaldelijk zeer agressief geweest, zo toont Raphaëla met tal van fragmenten uit het archief. De verbanden die in de montage van Ons Moederland worden gelegd, benadrukken ook de Nederlandse hypocrisie. Raphaëla toont een fragment uit de beroemde troonrede van Koningin Juliana uit 1950, die haar onderdanen aanmoedigt te emigreren, omdat ons land “vol, vol, vol” is. Onze toenmalige majesteit zegent de Nederlanders die in Amerika, Canada, Australië of Nieuw-Zeeland een nieuw leven gaan opbouwen. Met onze christelijke normen en waarden kunnen Nederlanders de mensen ginds nog heel wat bijbrengen, zo suggereert de moeder des vaderlands.
Ware geloof
Mede daarom verwijst Raphaëla in het interview voor OVT naar het woord “moederland”, uit de titel van haar documentaire, en naar de definitie daarvan. Behalve “land van herkomst” luidt die definitie óók: “Een moederland is een staat die een ‘ouderlijke’ vorm van voogdij uitoefent over één of meer andere staten, die het heeft gesticht of onderworpen met een koloniaal statuut, vooral wanneer die geacht worden inferieur te zijn en dus ‘beschaafd’ en-of tot her ware geloof bekeerd moeten worden.” Raphaëla suggereert de actieve macht van dat woord, die bekeringsmissie, vaak gelardeerd met superioriteitsgevoelens, op talloze manieren via in de montage gerealiseerde verbanden.
Constant Kusters wordt in de documentaire nooit verbaal weersproken op alle racistische en fascistoïde uitspraken. Raphaëla zoekt dat weerwoord in haar montage, met tal van voornoemde verbanden. Het levert geen nieuwe inzichten op, en nergens verrast de documentaire. De spanningsboog blijft vlak, en het is alleen het tempo van de afwisselingen tussen de portrettering van Kusters enerzijds en het “commentaar” dat wordt geleverd via de associatieve montage anderzijds, dat toeneemt.
Ook wordt het gebruik van het geluid gaandeweg onheilspellender. Wat Raphaëla als maakster vindt van het gedachtengoed van Kusters, blijkt ook vaak uit het laten doorlopen van het geluid uit fragmenten, bijvoorbeeld die met een toespraak van Anton Mussert: het luide “Houzee!” van NSB’ers overlapt een volgend fragment met Kusters.
Syrische vluchteling
Soms gebruikt Raphaëla beeldrijm. Kusters’ zoontje wijst met een pvc-buis aan zijn mond, waarmee papieren pijltjes kunnen worden “geschoten”, een voorbij fietsende Syrische vluchteling na, en Raphaëla monteert er een oudere man achteraan uit het archief, zwart-wit beeldmateriaal, die op afstand is gefilmd en voorbij een hek loopt, de camera spot, zijn wandelstok vervolgens als geweer tegen zijn schouder zet en “richt”. De montage doet met die verbanden denken aan documentaires van Bert Haanstra, die zachtmoedige “spiegels van Holland” maakte. Raphaëla geeft haar montagestijl met beeldrijm tanden, die bij Haanstra ontbraken.
De scène die haar telkens doet huilen, zo vertelt Raphaëla in 2DocTalks aan Ersin Kiris, is die waarin is te zien hoe de politie anti-Zwarte-Piet-demonstranten in elkaar slaat. Direct daarna toont Raphaëla hoe blij Kusters en zijn companen zijn, wanneer ze die beelden zien: “De politie doet dus ook iets goeds”, zegt er eentje. Raphaëla uit zich in verschillende interviews met name kritisch over premier Rutte, wiens woorden “Pleur op”, gericht aan “allochtone Nederlanders” door haar persoonlijk worden opgevat.
“Wij zijn ook mensen”, zegt Kusters vrouw tegen haar jonge dochter, die huilend van school wordt gehaald, nadat ze door klasgenoten voor Nazi is uitgescholden. Haar moeder zegt haar dat dit niet de laatste keer zal zijn, en dat het haar zelf vaak is overkomen. “Word harder”, hoor je haar eigenlijk zeggen, in wat voor moederlijke troost moet doorgaan.
Voor Nazi uitgescholden
Raphaëla zegt dat Nederland een kind is dat nog nooit terecht is gewezen. Deze documentaire, zegt ze, stemt ongemakkelijk. Ze merkte dat al uit voorvertoningen. Reacties zijn vaak heel heftig. Ze houdt Nederland en de Nederlanders een spiegel voor. De identificatie die – hoe summier ook, “al is het één haartje” – nodig is om haar documentaires te kunnen maken, vond Raphaëla in de passie en gedrevenheid van haar onderwerp Kusters. “Ik ben net zo gedreven als hij, Nederland is niet alleen van Constant Kusters maar ook van mij, maar zijn Nederland is niet het mijne.”
Raphaëla stelt dat ze Constant Kusters geen podium heeft geboden voor diens racistische en fascistoïde gedachtengoed. Dat was zo geweest, zegt ze, wanneer ik hém de camera had gegeven en de montage had laten doen. Wanneer ze bij hem thuis is, en aan het werk, houdt ze een professionele afstand. Ze is er niet om hem van haar ideeën te overtuigen, maar om hem te portretteren. De montage, de moeilijkste kant van deze documentaire volgens Raphaëla, is de fase waarin zij als maakster haar stem “pakt”.
Niet moedig
Het is me iets te makkelijk. Hoe gedreven Raphaëla ook is, Ons Moederland is geen hoogvlieger. Het is juist door de troefkaart van de montage dat deze documentaire oppervlakkig is, voorspelbaar en in de toepassing van inhoud en vorm niet moedig, maar nogal gemakzuchtig. De confrontatie die de maakster beoogt is een indirecte. In feite is het een door de vormkeuzes een uitgesproken voorbeeld van framing. Dat is een zwaktebod.
In de interviews suggereert en pretendeert Raphaëla meer dan ze werkelijk met deze documentaire inzichtelijk maakt. Over de confrontatie hoeft televisiekijkend Nederland zich geen zorgen te maken: de netmanager van NPO2 heeft Ons Moederland typerend weggestopt in de late programmering: woensdag 4 december, om 22.55 uur. Pakjesavond zal er niet door worden bedorven.
Ruud Hendriks is regisseur en docent scenarioschrijven.
Ruud Hendriks, 05.12.2019 @ 08:30