Dingeling
Thamar
foto: Natasha Papadopoulou
Toen ik een jaar of twaalf was, zag ik voor het eerst een piemel. Zo’n echte. Mijn Ken had geen piemel. En ik had ook geen jongenspoppen waar zo’n klein leutertje aangebouwd zat. Ik had geen jonger broertje of neefje waarvan de luier in mijn bijzijn werd verschoond. En op de basisschool gaven ze geen seksuele voorlichting. Dat krijg je hè, met die christelijke basisscholen. Van piemels had ik geen kaas gegeten. Dat is maar goed ook, want op mijn twaalfde hoorde ik daar niet mee bezig te zijn. Was ik ook niet. De eigenaar van de piemel wel. Uiteraard.
De eigenaar van de piemel was een buurjongen. Hij zat bij mij op de basisschool en af en toe speelden we samen. Gewoon tikkertje of verstoppertje. Op een dag besloot hij zijn broek te laten zakken. Plotseling. Zonder een waarschuwing vooraf. Tadaa.. Piemel. Ik schrok me het apelazarus.
Maar ik rende niet weg, integendeel. Ik bleef kijken. Met mijn hoofd een beetje gekanteld. Ik bestudeerde het dingetje met oprechte interesse. Ik zag allerlei aanhangsels die mij totaal niets zeiden. Twee vreemde ovale zakjes onder het wormvormige aanhangsel en het bungelde maar. Hij wees er naar. Ik keek naar hem en haalde mijn schouders op. Ik stak mijn hand uit naar hem. “Tikkie, jij bent hem.” En ik rende weg. Het interesseerde me niet. Geen walging. Geen vragen. Niks.
Een paar jaartjes later had ik nog geen vragen en geen walging, maar wel een grotere fascinatie voor de piemel. Ik had ondertussen ontdekt wat de piemel allemaal wel niet kon doen. Of nou ja, wat de piemel en ik samen konden doen. Dat beviel mij wel. De piemel en ik waren een goed team. Soms. Ik heb natuurlijk mijn fair share van piemels gehad. Klein, groot, dik, dun, lelijk of zo mooi dat je het op je nachtkastje wilde zetten en er hele dagen naar wilde kijken. Van alles.
Het onderwerp ‘De Piemel’ was (is) ook een veelbesproken onderwerp in mijn vriendinnengroep. Alles komt voorbij. De meest keiharde opmerkingen tot de meest lieve uitlatingen over het dingelingetje van hun partner. De voorkeuren worden veelvuldig besproken. Ook worden de piemels regelmatig belachelijk gemaakt. Prachtige piemels waar wordt gezwijmeld worden niet zo gek vaak genoemd. Nee, de lachwekkende, kromme, stinkende (ja echt!) en gek uitziende piemels zijn het onderwerp van de dag. We kunnen er geen genoeg van krijgen. Zo zijn wij. Iedere vrouw heeft zo haar eigen voorkeur. Zo ook ik.
Een besneden piemel kan mij goed bekoren. Dat heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de eerste piemel die ik ooit mocht binnenlaten een besneden piemel was. De eerste die ik echt in mijn handen en mond mocht nemen was een besneden piemel. De besneden piemel is mijn eerste ervaringspiemel. Ik heb heel lang van die besneden piemel mogen genieten.
Maar er kwamen na verloop van tijd ook andere piemels op mijn pad. Stevige, parmantige, onbesneden piemels. Daar moest ik even aan wennen. Ik wist bij God niet hoe ik met zo’n ding moest werken. Gelukkig ben ik leergierig en heb ik dingen snel onder de knie. Zo kon ook een onbesneden piemel mij een glimlach geven van oor tot oor.
Besneden piemels, piemels met velletje, het is allemaal wat. Geef mij er maar een zonder velletje, maar mocht hij een velletje hebben dan zal ik daar niet echt moeilijk over doen. Zo ben ik dan ook wel weer.
Thamar is een vrouw alleen in Rotterdam, ‘die geniet van al het moois wat de straten, terrassen, clubs en cafés te bieden hebben’. Check zeker ook haar blog.
Penisspecial, Thamar, 01.10.2011 @ 08:55
13 Reacties
op 01 10 2011 at 09:14 schreef Helene:
Leuk stuk! Heb gelachen om de zin: “Van piemels had ik geen kaas gegeten”. Weet niet of je het zo droog en dubbelzinnig voor ogen had, maar ik vind ‘m in deze context geniaal!!
op 01 10 2011 at 09:47 schreef Yvonne:
Helemaal mee eens. Een besneden bruine piemelding is the thing. Vel eraf, heren, de leuter in de soleil, en you will see, you get much more fun erbij.
op 01 10 2011 at 11:22 schreef pierrot:
Ja, maar wat als hij het na besnijdenis niet meer (goed) doet?
op 01 10 2011 at 17:06 schreef Yvonne:
@Pierrot
Heb je daar ervaring mee dan?
op 01 10 2011 at 17:57 schreef pierrot:
@Yvonne
Nee, persoonlijk niet, maar ik heb daar griezelige verhalen over gelezen op Trouw online bij Gezondheid.
op 01 10 2011 at 18:14 schreef Yvonne:
@Pierrot
Nou lijkt me Trouw en besneden ook niet zo samen gaan, tenminste…..
op 01 10 2011 at 23:44 schreef Bertje:
Besneden piemels!!!!
Neen dank u doet u mij maar een ouderwetse onbesneden hollandsche plassert.
Zo vrolijke strakke Duitse helm, strak stram oprecht en eerlijk.
op 02 10 2011 at 00:06 schreef G!:
Ah. Bertje is ’n kenner!
op 02 10 2011 at 00:46 schreef Beukman:
Het lachen staat me nader dan het huilen na het lezen van dit verhaal. Voorhuiden! Waar je al niet mee kan tobben! Gelukkig is de schrijfster een warmhartig persoon: Geef mij er maar een zonder velletje, maar mocht hij een velletje hebben dan zal ik daar niet echt moeilijk over doen. Zo ben ik dan ook wel weer.
Dat zei mijn vader ook altijd over de warme custardvla die hem door zijn vrouw werd opgediend.
Onwillekeurig komt ook de tekst bovendrijven uit een anoniem toneelstuk halverwege de 18e eeuw, vermoedelijk opgevoerd in de achteraf-theatertjes in Amsterdam, waarin een viriele en door toeval onbesneden neger zich vlak voor hij gaat worden gepijpt door een blonde deerne, een lichtekooi naar later zal blijken, zich afvraagt:
Ben ik, een Moor, van erfschuld zwart, gebooren; Uw zuiv’re ontfangenis dekk’ myn geboortesmet! Heeft myn voorhuidig hart het levensregt verlooren; Besny my in myn bloed!
Voor de goede verstaander uit de 18e eeuw: bijt met je scherpe tandjes die voorhuid maar af als ie in de weg zit.
Zoals Vondel al zei in zijn katholieke periode, en ik parafraseer want ken hem niet uit mijn hoofd: Alleen de grootste lullen laten zich besnijden. En de slapste blijven er in hangen.
op 02 10 2011 at 00:49 schreef Peter:
Dat zei mijn vader ook altijd over de warme custardvla die hem door zijn vrouw werd opgediend.
Roflol!
op 02 10 2011 at 08:38 schreef Yvonne:
” Alleen de grootste lullen laten zich besnijden. En de slapste blijven er in hangen.”
Vind ik ook wel pikant. Janken maar.
op 03 10 2011 at 04:37 schreef Peter Dijkema:
Petje af van deze oudere heer, maar niet m´n jonge. Die houdt z´n hoed op.
op 03 10 2011 at 14:50 schreef Yvonne:
@Peter Dijkema
U houdt het droog in ieder geval.