De snik van Serena Williams
Hassnae Bouazza
Het was aan het eind van een debatavond dat een vrouw boos op me af liep. Ze had aanstoot genomen aan een opmerking van mij en eiste excuses. Ze werd begeleid door de directeur van de organisatie die mij in die tijd regelmatig uitnodigde. Zij zette zo’n typisch ‘bezorgd, maar betrokken gezicht’ op.
De boze vrouw was net als ik van Marokkaanse afkomst en de directrice zag in haar de kans de goedbedoelende, begripvolle witte te spelen die de twee wilden wel even temt. ‘We hebben vandaag een heel intense dag gehad, vandaar dat ze zo emotioneel is’, legde ze uit. ‘Het is een heel emotioneel onderwerp’, en meer van die zijijge uitspraken die mij er kennelijk van moesten overtuigen excuses aan te bieden aan een vreemde die het recht dacht te hebben mij voor te schrijven wat ik wel en niet mag zeggen. Hoe bozer de vrouw werd, hoe lacherig ik.
Heel veel later had ik een aanbeveling nodig van de organisatie. Na ruim een maand kwam er pas een antwoord: de directrice greep haar kans om me te berispen voor mijn reactie op de boze vrouw. Ik had beter moeten reageren, vond ze. Begripvoller.
Glibberige wezel
‘Begripvol reageren’ is in de context van de machthebber niet veel meer dan de status quo accepteren, het betekent het pad volgen dat zij voor je hebben bedacht, in de pas lopen, ja en amen zeggen en dankbaar zijn. Heel dankbaar voor de restjes die je krijgt en de terloopse fluim hier en daar.
Een aantal jaren later zat ik in een programma tegenover een glibberige wezel die Marokkanen ‘genetisch racistischer’ vond. Na afloop stormde het ruim een week online en in mijn mailbox: mensen vonden het ongehoord dat ik daar tegenin was gegaan. Een bekende van me zat tegenover me en begon: ‘wat ik zo jammer vond, is dat je zo boos werd.’
Niet het racisme vond ze jammer, niet de bedreigingen die volgden, maar mijn hoge stem en verontwaardiging.
Emoties mogen, maar alleen als je voetbal kijkt met een blikje bier in je hand. Dan heet het opeens passie. Verder moet je normaal doen. Geen emoties tonen, niet kwaad worden, want je wordt meteen gestraft. Je wordt getergd, getreiterd, in je ziel getrapt, tegengewerkt, je identiteit geproblematiseerd, maar je mag niet boos worden.
Achterbakse streken
Je moet ‘er boven staan’, luidt het advies. Rustig blijven. Je de vernederingen laten welgevallen en slikken. Altijd maar weer slikken om geen aanstoot te geven aan de mensen die je het liefst nietig en onzichtbaar maken.
Dus toen ik de snik in Serena Williams’ stem hoorde terwijl ze voor zichzelf opkwam, realiseerde ik me dat niemand van de niet-witte vrouwen aan die vernedering ontsnapt. Natuurlijk, alle vrouwen hebben met seksisme te maken, maar bij gekleurde vrouwen komt daar de raciale minachting bij. Het ‘tut, tut, tut, wie denk je wel niet dat je bent’. De geniepige sneren, de achterbakse streken waar je niet veel meer tegen kunt doen dan af en toe ontploffen.
Want dat is wat de ervaring van Serena Williams ook duidelijk maakte: hoe succesvol, rijk en machtig je ook bent, er zijn altijd weer mensen die je neerhalen, die je terugschoppen in de hoek die ze voor jou ingericht hebben. En hoe zelfverzekerd je ook bent, het knaagt aan je en vreet je van binnen op. Je bent die ander en zult altijd de ander blijven.
Dat was die snik. Het gevoel van vernedering. Heel klein en machteloos zijn in een vijandige omgeving die elke kans benut om je eronder te krijgen.
Plaats kennen
Omar Munie kan er ook over meepraten. Een man, ja, maar ook een voormalig vluchteling en dan moet je ook je plaats kennen.
Of je nu onschuldige stukjes over eten schrijft, serieus genomen wilt worden in je werk of ambities hebt, alles is een gevecht. Iedere dag weer.
En dan krijg je van bevoorrechte mensen, wier uiterlijk en achtergrond nooit een obstakel of probleem zijn geweest, te horen dat je het maar moet negeren en je er maar niks van moet aantrekken. Alles om maar de ingebeelde harmonie in stand te houden. Of ze gaan schermen met holle termen als slachtofferschap, terwijl ze zelf al steigeren als ze wit genoemd worden.
Nou, nee dus. Dat het gros van de mensen comateus door het leven gaat, is geen reden om onrecht te accepteren en gevoelens op te kroppen. Ik ben voor meer emoties. Meer woede. We zijn geen robots.
Sussende betweter
Gevoelens worden sowieso onderschat. Ze zijn de motor van het bestaan. Er zou veel meer hartstocht moeten zijn. Hartstocht is eerlijk. Eerlijker in ieder geval dan de bedrieglijke kalmte van de sussende betweter die onrecht voort laat duren en legitimeert.
Er is genoeg om kwaad over te zijn en bovendien maakt woede de machthebbers ongemakkelijk. Je confronteert hen met je aanwezigheid op jouw manier als mens, niet als volgzame slaaf.
Eerder gepubliceerd op Aicha Qandisha. Hassnae Bouazza is schrijver en journalist, was eindredacteur van en regisseerde Femke Halsema’s serie Seks en de Zonde, schreef een boek over Arabieren, Arabieren Kijken. En ze heeft haar eigen hedonistische site, Aicha Qandisha.
Hassnae Bouazza, 18.09.2018 @ 07:18