De seksuele ontluiking van Aude Mermilliod
Peter Breedveld
Een verkrachting kun je de ontmaagding van Aude Mermilliod misschien niet noemen, seks met wederzijdse instemming was het ook niet. Het zal waarschijnlijk vaak zo gaan: een meisje krijgt iets met een jongen, de jongen wil seks, het meisje nog niet. Twee keer zegt ze nee, wordt door hem dan bruusk naar huis gestuurd, de derde keer geeft ze toe. “Omdat ik wilde dat hij van me zou houden, dat een jongen van me zou houden” schrijft Mermilliod in haar openhartige autobiografische strip ‘Éclore’, ‘en als seks het betaalmiddel in de liefde is, wie was ik dan wel om die wet ter discussie te stellen?”
Het is een brute, liefdeloze daad, die ontmaagding door die jongen die zich daarna weer op zijn game stort en haar door een vriend naar huis laat brengen. Mermilliod is dan veertien. Het zal haar haar hele leven blijven achtervolgen. Ze heeft paniekaanvallen, gaat in therapie, zoekt naar erkenning dat ze tóch het slachtoffer is van een verkrachting, en heeft een groot aantal mannelijke bedpartners. “Ik had nog maar één wapen, die van de verleiding”, schrijft Mernilliod.
Ze wordt een “open buffet” voor wie maar wil en zegt nergens nee tegen. “Maar zo werd ik iemand die altijd ja zei, niet iemand waar je een relatie mee begint.” Volgens haar therapeut recrëert ze zo steeds opnieuw die eerste, vreselijke keer, om er alsnog aan te kunnen ontsnappen.”
Parenclubs
In Canada, waar ze samen met andere striptekenaars een atelier deelt, ontmoet ze een schrijver, een veel oudere man, bij wie ze intrekt en die haar introduceert in de wereld van de parenclubs. Daar leert ze voor het eerst de baas te worden over haar eigen seksualiteit. Ze leert nee te zeggen en de leiding te nemen, zelfs mannen te domineren.
Terug in Frankrijk ontmoet ze bij een therapeutisch dansgezelschap een jongeman die aan tantramassage doet en verpletterend in orde is. Zo’n type dat plechtig zijn excuses aanbiedt voor alle leed dat mannen vrouwen aanbiedt, zich nooit aan vrouwen opdringt, helemaal is gericht op het seksuele genot van zijn vrouwelijke bedpartner, maar op de één of andere manier wel altijd zijn zin krijgt.
Hij valt uiteindelijk toch een keer door de mand en dan begint de verwijdering tussen het stel. Dan begint zijn aanvankelijke imago van de perfecte man steeds meer scheuren te vertonen. Hij veroordeelt haar bijvoorbeeld om haar seksuele verleden, omdat ze daarin niet zo’n perfecte zelfbeheersing had als hijzelf. Uiteindelijk wordt ze door hem gedumpt. Door hem ingekleed met mooie praatjes, uiteraard, maar haar therapeut zegt nee, “die stomme smoesjes dienen alleen maar om de onacceptabele manier te rechtvaardigen waarop hij de relatie heeft beëindigd”.
Vrouwelijk verlangen
En dan krijgt ze voor het eerst iets met een vrouw, Claire. Ze ontdekt “de overweldigende kracht van het vrouwelijke verlangen, die alles overspoelt” en begrijpt nu waarom mannen “er alles aan doen om dat verlangen te temmen en die kracht het zwijgen op te leggen.” Het mannelijke verlangen lijkt zich volgens Mermilliod te concentreren in hun heupen en bekken, “maar dat van Claire overspoelt haar hele lijf en vloeit over naar het mijne.”
Nu gebeurt er iets interessants: Het is Claire die een serieuze relatie wil, en Mermilliod die de boot afhoudt. Wanneer Claire haar daarmee confronteert, realiseert Mermilliod zich dat ze zich net zo gedraagt als de mannen die haar hart hebben gebroken. Wacht even, zegt ze tegen zichzelf. “Ben ik nu zelf een lul geworden?!!”
“Ik, die het mannen altijd kwalijk had genomen hun hart voor mij te sluiten, kon nu tegenover deze integere vrouw zelf de hoffelijkheid niet opbrengen die ik altijd van mannen had geëist”, aldus Mernilliod. Haar therapeut legt haar uit dat ze, zelf constant afgewezen, niet in staat is geluk te herkennen en te accepteren als dat zich voordoet en daarom dat geluk afwijst. “Het is mijn angst om niet meer mijn behoefte te kunnen botvieren om seksueel te worden gebruikt”, realiseert Mermilliod zich.
Seksueel egoïsme
Ze zijn erg Frans, deze wollige uiteenzettingen en (zelf)analyses en het is een minder sterke eigenschap van ‘Éclore’ dat ze in grote tekstballonnen zijn gepropt en niet per se een eenheid vormen met de tekeningen waardoor ze worden begeleid. De sterkste passages zijn die waarin het beeld domineert en versterkt wordt door spaarzame tekst.
Maar het is een magnifiek boek, elegant getekend in sierlijke lijnen en ingetogen kleuren, warme en koudere, die de emotionele lading van de hoofdstukken accentueren. Haar tekeningen volgen elkaar op in vloeiende sequenties, als golven. Golven zijn een steeds terugkerend motief in ‘Éclore’.
Een urgent boek, dat de seksuele ontluiking van een gewonde jonge vrouw beschrijft (want dat is wat ‘Éclore’ betekent: ‘Ontluiking’) en dat vooral ook door mannen zou moeten worden gelezen, om inzicht te krijgen in de gevolgen van hun seksuele egoïsme en hun roof- en aasdierengedrag. Seks is een mooi ding, een heilig ding, maar het wordt al te vaak tot een afzichtelijk monster gemaakt.
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, Strips, 04.10.2024 @ 10:55