De Nederlandse media verzaken hun journalistieke taak als het om Iran gaat
Mostafa SedMorteza
Scène uit Sex and Fury (Suzuki Norifumi, 1973)
De Nederlandse media hebben inmiddels een beschamende reputatie opgebouwd als het over Iran gaat. Het is de stank van de propaganda van het Iraanse regime over de zogenaamde geliefde generaal Qassem Soleimani, die vanuit alle Nederlandse media de huiskamers binnendringt. Dat de door de Amerikanen omgebrachte Soleimani een geliefde generaal en een held zou zijn bij de Iraniërs, is een volledig uit de lucht gegrepen bewering. Er is ook niemand die zich afvraagt waarom Soleimani zo geliefd zou zijn. Een militieleider die als terrorist te boek stond en officieel op de sanctielijst van de EU en de VS stond.
Vooral dat hij niet in Iran actief was, maar juist in het buitenland, waar hij het expansionistische beleid van het regime van een militaire dimensie voorzag, zou vraagtekens moeten opwekken. Met kennelijk oneindige financiële middelen uit Iran zette hij een breed netwerk op van proxies in de regio en daarbuiten.
Bemoeienissen met andere landen
Hoe kan iemand als hij geliefd zijn bij Iraniërs waarvan volgens het regime zelf tussen de veertig en tachtig procent onder de armoedegrens leeft? Hoe kunnen de Nederlandse media hun beweringen over de geliefde generaal met deze feiten rijmen? Te meer gezien de Iraniërs al ruim tien jaar, minstens sinds 2009, in demonstraties roepen: “Vergeet Syrië, Libanon en Gaza en denk aan ons”. Er bestaat geen twijfel dat het Iraanse volk de bemoeienissen van het regime met andere landen in de regio afkeurt.
We kunnen de ontwikkelingen in Iran als een ver-van-mijn-bed-show zien. Maar we kunnen niet doen alsof de gebeurtennissen zomaar uit de lucht komen vallen. Dat in Nederland een eenzijdig beeld tot stand is gebracht en dat in stand wordt gehouden is onder andere de publieke omroep te verwijten. In een bericht van de NOS wordt bijvoorbeeld beweerd: ‘elke Iraniër kende zijn naam, hij genoot ongekende populariteit in buurland Irak en was gevreesd onder zijn tegenstanders.’ De rest van het bericht is een orgie van framing. Als we het bijvoorbeeld over ISIS hebben wordt er gesproken over terrorisme, maar de door Iran opgezette en aangestuurde milities delen ‘speldenprikken’ uit.
De publieke omroep verwaarloost haar journalistieke taak ten opzichte van Iran. Ze fungeert steeds meer als een pr-bureau voor het Nederlandse regeringsbeleid ten aanzien van Iran. Daardoor krijgen we een eenzijdig beeld voorgeschoteld, waaraan het Iraanse regime geen aanstoot hoeft te nemen. De belangen van de Nederlandse regering en het Iraanse regime bepalen de lijn van de berichtgeving.
Witwassen van informatie
Zo zien we op tv en horen we op de radio een reeks aan zogenaamd “Iran-kenners” die min of meer allemaal hetzelfde zeggen en nooit kritisch worden bevraagd. De bronnen zijn bijna altijd de staatsmedia van het regime en IRGC (Islamitische Revolutionaire Gardisten Corps). Daarnaast zijn er ook media als VOA, Radio Farda, BBCpersian etc., waarbinnen de hervormers van het regime de overhand hebben. Aangezien daar vooral een factie van het regime de bovenhand heeft kunnen we spreken van witwassen van informatie door de Nederlandse en andere westerse media.
Wat de NOS, Nieuwsuur en diverse andere programma’s op Radio1 doen kan je ‘patriottisch’ en handels-bevorderend noemen, maar heeft weinig te maken met journalistiek. Het Nederlandse publiek heeft recht op een onpartijdige en kritische journalistiek over de ontwikkelingen in Iran.
Mostafa SedMorteza (een pseudoniem) komt uit Iran en heeft enkele jaren in de gevangenissen van Khomeini doorgebracht.
Gastschrijver, 14.01.2020 @ 08:25