De beste strips van 2023
Peter Breedveld
Wat doe ik mezelf aan. Uren besteden aan het zoeken van plaatjes, doorbladeren van boeken want fuck me als ik nog weet waar ze ook alweer over gaan. Het gevoel dat ik bij een bepaald boek had staat me altijd sterk bij, de sfeer ook, en de thema’s. Maar het verhaal ben ik soms na een week alweer vergeten. Een boek had ik op de achtste plek gezet, toen las ik de pagina die ik had uitgekozen ter illustratie en kwam het hele ontroerende verhaal weer terug, nu staat ie veel hoger op de lijst.
Hier zijn de tien beste stripboeken van 2023 die ik heb gelezen. Ik heb er veel gelezen maar lang niet alles. Er staat nog een hele stapel naast mijn bed. Of een berg, eigenlijk. Ik kan nooit iets netjes ergens neerzetten.
10: Tohar Sherman-Friedman: ‘Good Girls Go To Hell‘
Dit gaat over een orthodox-joodse jonge vrouw in Israël, kind van een rabbijn, die van haar geloof afraakt. Ze pakt dat meteen goed aan: ze liegt tegen haar ouders dat ze de Sjabbat bij een vriendin doorbrengt maar gaat in plaats daarvan feesten met vrienden, krijgt verkering met een seculiere jongen, raakt zwanger, ondergaat een abortus, neemt een tatoeage, het houdt niet op.
Het is het autobiografische verhaal van de auteur, die voor in het boek een liefdevolle ode aan haar ouders brengt, dus het is allemaal goed gekomen. Het boek geeft een leerzaam inkijkje in de beslommeringen van een jongere in Israël. Hoe haar omgeving reageert op haar afvalligheid, hoe ze twijfelt, hoe ze worstelt met haar gewicht en haar uiterlijk, haar seksualiteit, haar identiteit.
Het boek is niet onproblematisch. Het speelt zich allemaal voornamelijk af in een nederzetting op de Westelijke Jordaanoever, maar er komt geen Palestijn in voor. Sherman-Friedman heeft het alleen over “terroristen” waar ze voor beducht is. In één scène luistert ze naar de muezzin en betreurt ze dat ze die niet kan verstaan. In twee andere is ze alleen in huis als het terroristenalarm afgaat en in een andere ontsnapt ze aan een aanval door een onzichtbare stenengooier.
Maar zoveel als ze bezig is met haar (on)geloof, zo weinig boeit haar kennelijk het feit dat ze de bezetter van andermans land is, dat de “terroristen” net zo bang voor haar zijn als zij voor hen.
Maar goed, in wezen zijn we allemaal zo. We parasiteren allemaal op het leed van arme drommels die we met hekken en vuurwapens buiten de deur houden. We weten niet anders, en de meesten van ons denken er nooit over na. De meesten van ons zijn ook alleen maar bezig met onze eigen sores.
10: Susan Schade en John Buller: ‘Nudism Comes to Connecticut‘
Gebaseerd op het ware verhaal van Frank Mallett, een Amerikaanse diplomaat die in Europa kennismaakte met het naturisme, en in de jaren dertig een landgoed, dat hij niet ver van New York bezat, omtoverde tot een naturistenterrein waar mensen in hun blootje konden zonnen, zwemmen en volleyballen. Blijkbaar onvermijdelijk gaat het bij de meeste stripboeken over naturisme om platte onderbroekenlol, maar Nudism comes to Connecticut neemt het onderwerp serieus, al is het boek licht van toon. Vaardig geschreven en getekend, aangenaam en vriendelijk, niks provocatiefs of shockerends, gewoon een fascinerende geschiedenis van een wat ongewone club mensen.
Lees mijn complete bespreking hier.
8: Miguel Vila: ‘Milky Way‘
Arme student die zich laat onderhouden door zijn vermogende vriendin raakt geobsedeerd door een alleenstaande moeder, een hygiënisch beperkt type met een slecht gebit en enorme lacterende hangtieten. Deze door de Amerikaanse uitgeverij Fantagraphics vertaalde Italiaanse strip is niet voor mensen met smetvrees. Ik las ergens dat dit een komedie was, maar gelachen heb ik niet. Het is een inktzwart verhaal over inktzwarte mensen en deprimerende seks. Alle personages zijn klootzakken, met uitzondering van de vriendin van die student, en haar ouders. Mooi getekend, met pagina-indelingen en beeldritmes die hevig geïnspireerd lijken door het werk van Chris Ware en qua sfeer het midden houdt tussen De Avonden en Turks Fruit.
7: Camille Benyamina: ‘Blauwbaard‘
Ik wist niet dat Standaard Uitgeverij, bekend van Suske en Wiske en De Rode Ridder en zo, tegenwoordig goede literaire strips uitbracht. Deze verstripping van de feministische variatie op het Blauwbaard-sprookje door Amélie Nothomb (met wie ik niet bekend was) is een zeer fraai getekende, zinnelijke, charmante, lichtvoetige strip met een stevige bite.
6: Alfred: ‘Senso‘
Ik moet iets bekennen: ik heb afgelopen zomer het Franse origineel gelezen, dat al in 2019 uitkwam. Ik vond het jammer dat het om die reden niet in deze top-10 kon, maar toen ik zag dat juist dit jaar de Nederlandse vertaling is verschenen, dacht ik fuck it, ik zet ‘m erop.
Daar moet dus deze waarschuwing bij: ik weet niet of de Nederlandse vertaling goed is, maar ik denk het wel, want ik heb een paar Nederlandstalige pagina’s gelezen. Maar eigenlijk is dit sjoemelen.
Ik lees liever geen Nederlandse vertalingen, want dat dit grandioos fout kan gaan, bewijst de vertaling van de Amerikaanse graphic novel Monica van Daniel Clowes, waar ik vorige maand de vloer mee heb aangeveegd, onder andere vanwege de erbarmelijke vertaling.
Senseo is een heerlijke zomerse strip, zo één waarbij je de zon op je huid voelt en de bomen kunt ruiken en de cicades kunt horen. In het boek arriveert een man in een Zuid-Frans dorp om de vernissage van zijn dochter bij te wonen. Tot zijn ontsteltenis is hij een week te laat en blijkt het hotel waar hij had gereserveerd zijn kamer te hebben weggegeven. Hij mag in de lobby op een bank slapen maar er is een bruiloft gaande, waar hij een vrouw ontmoet waarmee het klikt. De baas van het hotel blijkt een patserige jeugdkennis te zijn en hij krijgt het ook aan de stok met een dronken troglodiet. Het wordt een broeierige nacht waarin ook duidelijk wordt dat de man het één en ander heeft goed te maken.
Prachtig getekend, zwierig verteld, grappig, zinnelijk en zeer onderhoudend.
5: Junjo Ito: ‘Tombs‘
De verhalen in Tombs zijn grotesk en absurd, maar zeggen toch heel wezenlijke dingen over mensen. Dit alles is fantastisch getekend, in een zekere klare lijn maar met zeer realistische gezichtsuitdrukkingen en decors, gestileerd en expressief tegelijk. Junjo Ito is geniaal! Lees mijn bespreking eerder dit jaar.
4: Ed Brubaker en Sean Philips: ‘Nightfever‘
Minstens één keer per jaar heb ik een Brubaker/Philips-fix nodig, en gelukkig werkt het duo al jaren in hoog tempo en levert het ’t ene na het andere spannende misdaadverhaal af. En ze worden steeds beter! Het zijn altijd page-turners (Wat is een goede Nederlandse vertaling? Doorlezers? Kluisterboeken?) in klassieke pulpy noir-stijl, maar met een twist. Nightfever gaat over een keurige burger, een pilaar der samenleving, die aan slapeloosheid lijdt en nachtelijke wandelingen maakt. Tijdens één van die wandelingen raakt hij als een Cary Grant in een Hitchcock-film in een duister zaakje verzeild en ontdekt hij een donkere kant die hij bij zichzelf niet had ontmoet. De vraag is alleen: hoe vertelt ie het zijn vrouw?
Harde actie, sfeervol tekenwerk, onverwachte wendingen, Nightfever is een heerlijke thriller.
3: Saito Nazuna: ‘Offshore Lightning‘
Saito Nazuna begon pas op haar 40e strips te tekenen, In de jaren 90 verschenen van haar korte verhalen in verschillende bladen. Het zijn slice-of-life-achtige schetsen van mensen, opgesloten in hun eigen ontevredenheid, eenzaamheid of melancholie. Middelbare mannen die mijmeren over wat ooit was of had kunnen zijn, een stel dat bezeten raakt door parkieten die de leegte tussen hen vullen, een jonge journalist die zich verwondert over het gebrek aan diepgang van zijn veel ervarener collega. Na een stilte van enkele jaren maakte ze in 2012 en 2015 weer twee verhalen, nu over oude mensen en de naderende dood.
Offshore Lightning is een bundeling van die verhalen. Ze zijn meditatief en poëtisch en getuigen van grote mensenkennis en scherp observatievermogen. De krasserige tekeningen barsten van leven en sfeer.
2: Susumu Higa: ‘Okinawa‘
Okinawa is een bundeling van veertien stripverhalen van Susumu Higa over de beproevingen van de bevolking van het eiland Okinawa tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Higa’s tekenstijl is verzorgd, maar naïef en af en toe primitief en onbeholpen. Hij is echter een begenadigde verhalenverteller die met een paar simpele streken overtuigende en zelfs charismatische personages schept. Hij neemt de tijd voor zijn weergave van de gebeurtenissen, waardoor zijn strips een filmische kwaliteit krijgen. Het boek is een kennismaking met een bijzonder volk in bijzndere omstandigheden en blijft je lang bij.
Lees hier mijn uitgebreide bespreking.
1: Deena Mohamed: ‘Your Wish Is My Command‘
Stel dat je wensen kon bewaren in een fles, een pot of een blikje en kon verkopen, hoe zou de wereld er dan uitzien? Deena Mohamed laat dat overtuigend zien in deze meer dan 500 pagina’s dikke Egyptische graphic novel, tevens een snoeiharde kritiek op de Egyptische overheid de huidige wereldorde in zijn algemeen.
Wensen waren in Egypte gratis voor wie zo gelukkig was er eentje te mogen doen, totdat een westerling een manier vond ze te bottelen en dus te verkopen. Dat had natuurlijk verstrekkende gevolgen, want stel dat bijvoorbeeld een gekoloniseerd volk zijn onderdrukker wegwenst, dus moest dat worden gereguleerd.
Mohamed heeft aan werkelijk alle consequenties gedacht van een wereld waarin wensen worden verhandeld. De gekke dingen die mensen gaan doen, de rampen en ongelukken die het gevolg zijn, de machtsverhoudingen die erdoor worden verstoord, de VN die ingrijpt, de religieuze gezagshebbers die zich ermee gaan bemoeien, de kloof tussen arm en rijk die erdoor wordt vergroot.
In haar boek volgt ze de levens van vier hoofdpersonen: een streng gelovige kioskhouder die drie zeldzame, gecertificeerde wensen te koop heeft, de arme weduwe die, na jaren sparen, een van die wensen koopt en daardoor onmiddellijk in aanvaring met de corrupte overheid komt, een rijke, geprivilegieerde student die er één koopt en in zware gewetensnood raakt en een oude vrouw die aan kanker lijdt en hardnekkig weigert de derde wens van de kioskhouder als geschenk te accepteren.
Your Wish Is My Command is een weergaloos epos, een intelligent en diepzinnig boek. Subversief, filosofisch, politiek, groots en meeslepend. Ik ben er doorheen gevlogen, want Mohamed weet de vaart er goed in te houden en ook hoe je met plaatjes een verhaal vertelt. Ze kan erg lekker tekenen (ik moest me wel even over mijn weerzin tegen haar tekenfilmstijl zetten). Haar straatscènes zijn weergaloos, je waant jezelf in Caïro, echt waar. Dit spettert en knettert en zindert en is onweerstaanbaar. Zonder meer de beste strip die ik dit jaar heb gelezen.
boeken, Peter Breedveld, Strips, 03.01.2024 @ 09:02