De beste films van 2018
Peter Breedveld
2018 was een mooi filmjaar, ik heb meer meesterwerken en meesterwerkjes gezien dan ik in deze top 10 kan passen. Alfonso Cuaróns Roma staat er niet in, maar op een andere dag, in een andere stemming had ik deze verpletterende film er misschien wel in gezet. Zelfde geldt voor Hanagatami van Nobuhiko Obayashi en The Florida Project van Sean Baker. Burning vond ik prachtig, en Mandy en zoveel andere films.
Maar goed, dit is het geworden, mijn tien favoriete films van 2018:
10: Atsuko Hirayanagi: ‘Oh Lucy!‘
Bitterkomische juweel van een film over moedwil en misverstand, over wat mensen zichzelf en elkaar aandoen in hun hunkering om bemind te worden. Tragisch, maar zo onweerstaanbaar grappig. Hoofdrolspeler Shinobu Terajima is één van de beste filmacteurs van onze tijd. Ik geloof niet dat veel mensen haar hier kennen, maar dat zouden ze wel moeten doen. Van regisseur Atsuko Hirayanagi had ik nog nooit eerder iets gezien, maar ik hoop dat ze blijft, alleen al omdat Japan veel te weinig vrouwelijke filmregisseurs heeft. Deze film bewijst waarom dat een gemis is. Meer “female gaze“, graag!
9: Bo Burnham: ‘Eighth Grade‘
Deze film heb ik samen met mijn dochter gekeken. Ze vond ‘m geweldig, ik ook. Zo is het om adolescent te zijn, de schijn op te houden, te sterven van binnen, te hunkeren, gebullied te worden en zelf te bullyen. Vroeger, en nu nog steeds. Hoofdrolspeler Elsie Fisher acteert de sterren van de hemel.
8: Lynne Ramsay: ‘You Were Never Really Here‘
Ik weet niet zo goed wat ik over deze film moet zeggen. Ik zag ‘m en tot op de dag van vandaag zit-ie in mijn hoofd. Het is een hele vreemde, melancholische, lome, dromerige en behoorlijk gewelddadige film. Joaquin Phoenix is, zoals altijd, fenomenaal schlemielig-charismatisch.
7: Claire Denis: ‘Let the Sunshine In‘
Ik had me vroeger toch een hekel aan Juliette Binoche! Dat constante gejank van dat mens, ondraaglijk. Dat is helemaal anders nu ze ouder is. Onweerstaanbaar vind ik haar. In de film Ma Loute (2016) ontdekte ik ook nog dat ze een groot komisch talent heeft en ze speelt tegenwoordig… kut, ik heb een hekel aan de term ‘sterke vrouwen’. Het is haar zelfvertrouwen. Ze is volstrekt op haar gemak. In de film Clouds of Sils Maria (2014) zit een naaktscène, een hele terloopse, ik zou zeggen naturistische naaktscène, waarin je dat goed ziet.
Ze is geweldig in Let the Sunshine in, een film waarin de mannelijke personages waanzinnig herkenbaar zijn, gewoon levensecht. Dit is waarom we de “female gaze” nodig hebben. Eindelijk eens echte mannen die niet stoer en cool zijn, maar zelfingenomen, egocentristische verwende kinderen, mama’s prinsjes. Juliette Binoche zal het er mee moeten doen, als gescheiden vrouw van middelbare leeftijd. Tot ze besluit dat ze daar geen zin meer in heeft, natuurlijk.
Dit jaar speelt ze de hoofdrol in de nieuwe film van Hirokazu Kore-eda. Godverdomme, wat zie ik daarnaar uit!
6: Coralie Fargeat: ‘Revenge‘
Heerlijk foute exploitatiefilm vol extreem geweld en zeeën van bloed. Vrouw wordt verkracht en voor dood achtergelaten door haar eigen geliefde en zijn vrienden, overleeft en gaat dan op jacht. Heerlijke slotscène (SPOILER!) waarin eens niet een schaars geklede vrouw de prooi is van een man, maar waarin een poedelnaakte man de oud-testamentische toorn van een tot de tanden gewapende vrouw moet zien te overleven, wat natuurlijk vrij kansloos is.
Kijk, je kunt zeuren en drammen dat vrouwen worden geobjectificeerd, maar je kunt ook Coralie Fargeat zijn en zeggen “two can play that game.”
Oogstrelend gefilmd, dit. Prachtige terracotta kleuren
5: Paul Schrader: ‘First Reformed‘
Ik had Paul Schrader al een beetje opgegeven na zijn laatste paar zeperds, maar met First Reformed laat hij zien dat hij nog niets aan genialiteit heeft ingeboet. Zeer sfeervolle film over verdriet en machteloosheid en existentiële eenzaamheid. Schraders beste films gaan altijd over de onmogelijkheid van communicatie tussen mensen, hoe hartstochtelijk graag ze dat ook willen.
4: Paul Thomas Anderson: ‘Phantom Thread‘
Ik zag dat Phantom Thread, een film over een laten we zeggen turbulente relatie, door knijpaarzen op intersectionele zeursites het stempel “problematisch” toebedeeld heeft gekregen, want zo gaan we natuurlijk niet met elkaar om alleen gaan we wèl zo met elkaar om, het is niet anders.
Ik zou het moeten laten bij een zeer dringende aanbeveling. De film is goed; Daniel Day Lewis is fenomenaal, de andere twee hoofdrolspelers, Vicky Krieps en vooral ook Lesley Manville zijn subliem. De cinematografie is oogstrelend, de belichting is magisch.
De film zit vol verrassingen. Er zit een scène in die me meteen aan één van de routines van Laurel en Hardy deed denken, en er is een geniale ruziescène, die geïmproviseerd lijkt, omdat Lewis en Krieps elkaar niet verbaal met de grond gelijkmaken, zoals bijvoorbeeld Richard Burton en Elizabeth Taylor zouden doen, maar losse flodders op elkaar afvuren, verstrikt raken in hun eigen woorden en verzanden in machteloos gesputter dat plaatsvervangende schaamte oproept. Precies zoals een ruzie tussen geliefden echt gaat.
De muziek, door Johnny Greenwood, is perfect. Verkwikkende maar rustgevende pianomuziek in het begin, later donkerder cellotonen.
Het is gewoon een strakke film. Ga ‘m zien als u dat nog niet hebt gedaan.
Lees hier mijn complete bespreking.
3: Takeshi Kitano: ‘Outrage Coda‘
Takeshi Kitano, met wiens films ik mezelf getroost heb toen ik in een diepe afgrond zat in 2013, was immens populair onder filmkenners in Nederland in de jaren negentig, met meanderende misdaadfilms die zwiepten van loom-dromerige naar loeigewelddadige scenes. Maar de laatste vijftien jaar of zo lijkt de belangstelling voor zijn films niet groot. Zijn Amerikaanse uitstapje Brother (2000) werd zelfs door de critici versmaad. Er was even een opleving in 2003 met zijn Zatoichi-film, daarna verdween hij weer snel uit het zicht.
Ik vind zijn latere films zeer de moeite waard. Takeshis (2005) is zelfs geniaal en de Outrage-trilogie, waarvan Coda het slotstuk vormt, behoort tot zijn beste werk. Lean and mean zijn ze, geen grammetje overtollig vet. De films draaien steeds om bijna onbegrijpelijke machtsspelletjes van maffia-bazen die steevast uit de hand lopen, mede door toedoen van Kitano’s personage Otomo, een onverstoorbare en meedogenloze maffia-soldaat.
Elke Outrage-film heeft twee of drie scènes waarin iemand op afschuwelijke maar ontegenzeggelijk creatieve manier aan zijn einde komt en die, moet ik toegeven, bij mij altijd op de lachspieren werken.
Coda, met een glorieuze massamoord-scène, is het klapstuk van een trilogie die je gezien moet hebben. Waanzinnig strakke cinematografie ook van Katsumi Yanagishima, Kitano’s vaste cinematograaf.
2: Naomi Kawase: ‘Radiance‘
Regisseur Naomi Kawase vertelt haar verhalen met hypnotiserende beelden. Haar personages hebben zich maar neer te leggen bij wat hen overkomt, hun enige keuze is zich mee te laten voeren met de stroom. Dat is bij Kawase nooit deprimerend, maar ontroerend, er gaat altijd een grote troost uit van haar films.
De eerste film die ik van haar zag was Still the Water, ik werd verpletterd door die film, er compleet ingezogen.
Radiance zag ik op het Rotterdam Filmfestival. De zaal liep de zaal al na een halfuur halfleeg. Kawase is niet voor iedereen, zeker niet voor mensen die alles verklaard willen hebben, die overal een reden voor nodig hebben. Ik kan geen genoeg krijgen van de intuïtieve films van Kawase. Ze zijn op momenten net zo ongrijpbaar als het leven zelf, maar altijd warm en vol mededogen met mensen, hoe moeilijk en stekelig ze ook kunnen zijn.
Lees hier mijn bespreking van Radiance.
1: Hirokazu Kore-Eda: ‘Shoplifters‘
Drie van mijn favoriete acteurs (Kirin Kiki, die in september overleed, Sakura Ando en Lily Franky) in een film van mijn favoriete regisseur, dat is een film die voorbestemd is om op nummer één te eindigen op de Frontaal Naakte eindlijst.
Kore-eda, die ik een paar jaar geleden mocht interviewen, weet zoals altijd weer het grote menselijke gevoel te leggen in het kleine menselijke handelen. Shoplifters is een stuk robuuster dan zijn vorige films en hier en daar sluipt er wat zoetsappige sentimentaliteit in, maar het blijft een meesterwerk.
Met een zekere ironische afstandelijkheid die doet denken aan de documentaires van Frans Bromet, registreert Kore-eda de wederwaardigheden van een groep stelende, frauderende arme mensen die een verwaarloosd kind onder hun hoede nemen.
De film bulkt van de atmosfeer en Sakura Ando, die altijd een wat stoere lompheid uitdraagt, zwéét erotiek. Dit is trouwens de eerste film van Kore-eda met naakt- en seksscènes. Voor het overige gaat deze film, zoals bijna al zijn andere films, weer gewoon over eten.
Van de piepjonge, zeer getalenteerde acteur Jyo Kairi gaan we nog veel horen, is mijn voorspelling.
Film Reviews, Lists, Peter Breedveld, 01.01.2019 @ 14:41