Cultuur van het leven
Hassnae Bouazza
Het beeld laat me niet meer los. Een wanhopige vader in Gaza met naast hem op de grond zijn veertienjarige zoon en een witte vlag die hen had moeten beschermen. ‘Ik zei toch dat we thuis moesten blijven’, huilt hij, terwijl een vierjarig kind stil toekijkt.
Uit het korte filmpje wordt duidelijk dat de zoon bij zijn vader had aangedrongen om te vluchten, maar hij moest het bekopen met een kogel door zijn hoofd van een sluipschutter. Waren ze maar thuis gebleven, snikt de vader.
Als hij thuis was gebleven, zou zijn zoon nog leven. Maar de jongen wilde weg, de vader gaf hem zijn zin en moet nu met de spijt, de allesverterende, gekmakende spijt zien verder te leven. In een omgeving die naar de dood stinkt, waar de dood je in elke hoek opwacht, die de dood ademt.
Versteende harten
De beelden uit Gaza zijn mensonterend. Terwijl iedere dag onschuldige burgers afgeslacht worden, blijven de harten van politici in zogenaamd democratische bastions zoals Nederland en Duitsland versteend. Onaangedaan, onaangeroerd.
Het leed wordt geëtaleerd voor ons, we hoeven er geen moeite voor te doen, hoeven het niet op te zoeken, de beelden weten ons wel te vinden. En terwijl we zien hoe het Israëlische leger scholen van de Verenigde Naties en moskeeën live opblaast, ziekenhuizen bombardeert en ontruimt, de lijken zich opstapelen, het verdriet uitgeschreeuwd wordt, poseren Israëlische soldaten met Pride-vlaggen in Gaza: ‘In the name of love’.
Mensen afslachten in naam van de liefde. En dan wordt de Palestijnen verweten een ‘cultuur van de dood’ te hebben, aldus de grootste teleurstelling van dit jaar, Frans Timmermans. De man die door zogeheten progressief Nederland binnengehaald werd als verlosser, blijkt er een net zo bekrompen, benepen, racistische moraal op na te houden als radicaal rechts.
Niet-witte levens
Cultuur van de dood, dat is best lef, als je deel uitmaakt van de politieke elite van een land dat weigert op te roepen tot een staakt-het-vuren. Cultuur van de dood, gecreëerd en in stand gehouden door het Westen dan toch zeker. ‘Wij zijn een cultuur van het leven’, beweert Timmermans. Een cultuur van het westerse leven, waarin Palestijnse levens niets waard zijn. Niet-witte levens niets waard zijn, getuige de duizenden lijken in de Middellandse Zee en de enorme moeite die Europa doet om niet-westerse vluchtelingen weg te houden.
“Hamas riep ‘Allahu akbar’”, kraakt er ook nog uit de keel van Jessica Durlacher in datzelfde gesprek. Allahu akbar moet toch wel de minst begrepen uitspraak op aarde zijn. Allahu akbar betekent niet veel meer dan ‘God is groot’ in het Arabisch en wordt door christenen, moslims en atheïsten gebruikt op ieder denkbaar moment van de dag: als je iets zwaars moet tillen, als je het oneens bent met iemand, als je een mooie vrouw voorbij ziet komen, als je een discussie beëindigt, als je iets lekkers eet, als je klaarkomt.
Harteloze toekijker
Maar dat is allemaal afleiding. Dit gaat niet om verkeerd begrepen uitdrukkingen, maar om doelbewuste verdraaiingen van de feiten, om het verleggen van de aandacht. Want terwijl al die geweldsfetisjisten Israëls bloeddorst blijven verdedigen en de Palestijnen ontmenselijken, maken de beelden vanuit Israël duidelijk wie echt een cultuur van de dood aanhangt, wie het slachtoffer is en wie de brute dader.
En wie een harteloze toekijker vanuit de veiligheid vanuit zijn huis, duizenden kilometers verderop. Over cultuur van de dood gesproken.
Hassnae Bouazza is columnist (NRC, Linda, Harper’s Bazaar), journalist, culinair recensent, documentairemaker en schrijver (Arabieren Kijken, Een Koffer vol Citroenen).
Hassnae Bouazza, 19.11.2023 @ 21:33