Corona bewijst het ongelijk van Rousseau – en van Marx
Jasper Mekkes
Illustratie: Harukawa Namio (overleden op 24 april)
Ik begrijp wel dat er mensen zijn die de kunst van het creëren buiten zichzelf, bij de muzen leggen. Eerst zit je immers rustig in je tuin in de zon en dan ineens, als donderslag bij heldere hemel, rijzen ergens onder je hersenpan de contouren op van een nog nooit geschreven verhaal.
Van schrik de muzen de schuld geven van de onrust van die creatieve drang is niet meer dan logisch – voor geesten met een sterk ontwikkelde temporale kwab; het deel van de geest dat nog gevoelig is voor het subjectieve.
Belangrijk kenmerk van de inspiratie die je zoal kunt opdoen als je vrij door je natuur zou wandelen, is toch een soort geestverruiming zonder verdovende middelen.
Old Shatterhand en Winnetou
Zo schreef ik toen ik 11 jaar oud was eens mijn eerste lange verhaal, in meerdere delen die steeds weer een vervolg waren op het vorige verhaal. Ik bedacht het in een saai dorpsschooltje en schreef het op in een schoolschrift dat eigenlijk bedoeld was voor korte opstellen en dictees.
De inspiratie voor dat verhaal ontstond op weg naar diep in Zuid-Europa gelegen vakantie-bestemmingen.
Tijdens de eindeloze autoritten naar het zo geliefde zuiden van Europa las ik, zittend op de achterbank van een auto zonder airconditioning, urenlang in Karl Mays Old Shatterhand en Winnetou.
Het avontuur, de culturen, de vrijheid en de wilde natuur van Noord Amerika hadden een zekere aantrekkingskracht op mij. Het beleven van de verhalen van May werkte geestverruimend voor een geest die lang voordat hij zelf – enigszins teleurgesteld in de overheersende friet-van-piet-cultuur – door de VS zou reizen, zijn eerste schrijfavonturen zou beleven met een verhaal dat een aaneenschakeling was van spannende gebeurtenissen in het zo van een afstandje prachtige Noord-Amerika.
Er is, zeker voor de mens die houdt van het wat wildere avontuur, weinig beter dan de boeken van Karl May, een schrijver die nog nooit in Noord Amerika was geweest toen hij de verhalen schreef die zich daar afspeelden.
Tuin van Eden
De nadelen van echte wilde avonturen en het daarbij horende stof dat je zo nu en dan moet happen, wegen niet op tegen de voordelen van een virtuele reis naar een door schrijvers als Karl May met veel fantasie en gevoel voor feiten geschilderd verhaal – dat zich afspeelt in een nog onbekend land.
Ik kan het schoolschrift met mijn eerste verhaal tegenwoordig helaas nergens meer vinden. Mogelijk dat iemand het heeft verstopt bij de muzen. Een beetje vanwege dezelfde reden als iemand mij ooit niet het gevraagde boek van Nietzsche cadeau deed, maar een ander boek omdat dat die persoon ‘wat minder gevaarlijk’ leek.
De angst voor de muze van de tuin van Eden werkt soms ook nu nog een beetje door, zelfs bij mensen die openlijk belijden die tuin of de bijbehorende religie te hebben afgezworen.
Atheïsme is ook niet voor bange denkers. Het verwordt bij hen al snel tot een nieuw geloof; in het dogma van de exclusieve vrijheid – van de meerderheid van dienst. Een gevaarlijk Verlichtingsdenken, dat heel wat doden op zijn geweten heeft.
Franse revolutie
Iedere revolutie ontstaat door onderdrukking, maar een revolutie wordt pas gewelddadig door conservatieve fanatici, die revoluties altijd proberen te kapen om er persoonlijk voordeel uit te halen met behulp van het dogma van dienst.
Dit doen conservatieve fanatici door een andere verschijningsvorm van de door de revolutie verdreven gevestigde orde te installeren die, leunend op een nieuwe machtsbasis, weer op dezelfde fanatiek conservatieve wijze minderheden gaat onderdrukken.
Zo heeft Robespierre, een groot bewonderaar van Rousseau, geïnspireerd door Rousseaus idee van de ‘gedwongen vrijheid’, tijdens de Franse revolutie minderheden onder het mom van vrijheid (maar in werkelijkheid vanwege de kuddemoraal van de gelijkheid), genadeloos laten vermoorden onder de guillotine.
De eersten van zijn 40.000 slachtoffers behoorden tot de adel en de geestelijkheid. Daarna volgden andere minderheden die de inktzwarte verlichting van Robespierre niet onderschreven.
Moordpartijen
De derde stand, die van burgerlijke liberalen, kocht na 1789 de bezittingen van adel en geestelijkheid op van de nieuwe Franse staat, waarna – net als in het Nederland van na 1848 – fanatiek conservatieve parvenu’s de nieuwe onderdrukkers werden onder het mom van vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Een broederschap van conservatieve fanatici die in 1830, 1848 en 1871 meer socialisten vermoordde dan tijdens en na de Bartolomeusnacht (1572) protestanten werden vermoord in Parijs – en daarbuiten.
Revoluties hebben een lange geschiedenis van de revoluties die haar voorgingen. De eveneens gewelddadige revolutie uit naam van het autoritair socialisme van Marx en Lenin, met haar goelags en vele miljoenen doodden, komt voort uit die geschiedenis.
Robespierre werd voor de moordpartijen, waartoe hij besloot, geïnspireerd door Rousseaus idee om minderheden te dwingen ‘vrij’ te zijn. Het geestelijke avontuur van Rousseau zelf was een stuk minder gewelddadig, hoewel op punten niet goed doordacht. Rousseau was dan ook niet bepaald een filosoof die nadacht over de realiteit.
Zo romantiseerde Rousseau bijvoorbeeld de natuur in zijn Dagdromen van de Eenzame Wandelaar.
Coronavirus
Het coronavirus, een recent product van die natuur dat ook genadeloos minderheden doodt, wijst ons weer eens op het ongelijk van Rousseau – en van Marx.
De natuur is behalve mooi ook gevaarlijk rationeel – en meedogenloos. Ze doodt, heel fascistisch, de zwakkeren.
Het geschreven woord daarentegen kan – als het tenminste eerst even heeft stilgestaan bij de realiteit – de sterken van geest troost, hoop en vertrouwen geven. Vertrouwen in de kracht van beschaving – en het vermogen van de mens om, geïnspireerd door de virtuele reizen van anderen, helemaal zelf een positieve vorm van cultuur te creëren.
Jasper Mekkes is ingenieur en vooruitgangsfilosoof.
Jasper Mekkes, 12.05.2020 @ 07:59