Boy
Makbouli
Illustratie: Egon Schiele
Ondanks het allesverwoestende drugsgebruik, en blind voor de zichtbaar erbarmelijke staat van hun lichaam en woning, probeerden Monique en Eddie hun zoon Boy de illusie van een gezinsleven niet te onthouden. De relatie tussen hen duurde al tien jaar waarvan het koppel minstens drie kwart van die tijd gescheiden was. De redenen van die scheidingen waren altijd gelijk: de minder succesvolle carrière van vader als inbreker.
Zuchtend begaven we ons keer op keer naar de woning van het echtpaar als hij zijn modus operandi weer eens als duidelijk signaal van zijn werk had achtergelaten op de plaats delict van een woninginbraak. De voordeur was al zo vaak geforceerd voor een aanhouding of huiszoeking dat de huisbaas het al had opgegeven deze te repareren. Dit maakte ons werk een stuk eenvoudiger. We stapten simpelweg de woning binnen en deden ons ding.
De negenjarige Boy kende ik van mijn werk als schooladoptieagent voor een ZMOK-school. De jongen was net getest en bleek bovengemiddeld intelligent te zijn. De reden dat hij van de reguliere basisschool op deze school terecht was gekomen was domweg het drugsgebruik en het daarmee gepaard gaande onregelmatige leven van zijn ouders. Hierom was Boy door de rechter onder toezicht gesteld. Iedere maand kwam er een gezinsvoogd kwam op bezoek. Vóór zijn bezoek werd de woning enigszins schoongemaakt. In ieder geval werd er voor gezorgd dat eventuele sporen, die zouden wijzen op drugsgebruik, niet waren terug te vinden.
Op een dag waren we weer eens op weg naar de woning van Monique en Eddie. Eddie zat langdurig vast voor wederom diverse inbraken. En deze keer kwamen we voor Monique. Nadat we de woning binnenkwamen, troffen we een paar gram heroïne aan op de tafel. Dus moest nu ook zij mee naar het bureau. In de woning was verder niemand. De aanhouding was verder niet spannend, ik boeide haar en samen liepen we naar beneden. De buurt was het junkenpand en de daarmee gepaard gaande overlast zat. Buurtbewoners schreeuwden en joelden naar haar en ons.
Nadat Monique was ingesloten in de cel van het bureau, groeide mijn zorg om Boy. In de woning hadden wij hem niet aangetroffen. Niemand zou hem opvangen als hij thuiskwam. Ik vroeg Monique naar Boy. Ze antwoordde me niet. Nogmaals vroeg ik naar Boy en waar hij heen moest als hij thuiskwam. Weer kwam er geen antwoord.
Ik merkte dat ik mijn irritatie niet meer kon onderdrukken. “Monique, godverdomme, vertel waar Boy is. Die jongen is veel te jong om God weet waar uit te hangen.” Nog steeds zweeg ze. Ik nam een dreigende houding aan, boog me over haar heen en schreeuwde in een machteloze woedende poging haar stilzwijgen te doorbreken: “Geef je dan helemaal niks om dat kind, waardeloze kutmoeder die je bent! Waar is Boy?” Apathisch keek ze naar de celmuur waar eerdere ‘passanten’ fraaie proza in hadden gekerfd. Kwaad smeet ik de dikke metalen deur van haar cel dicht.
Geheel tegen de normale gebruiken in ging ik alleen – en nog steeds kwaad – naar de woning van Monique. Ik opende de voordeur van het vieze appartement. Vanuit de deuropening keek ik onmiddellijk de kamer van Boy in. Daar lag hij in zijn bed, met naast hem een volwassen junk. Beiden waren ontkleed, op hun onderbroek na. De junk schrok zichtbaar van mijn plotselinge aanwezigheid. Boy keek mij met zijn grote bruine ogen schuldbewust aan. In de woonkamer zaten mij bekende junks te gebruiken. De chemische geur van de harddrugs tintelde in mijn neus.
Ik voelde dat ik draaierig werd en dreigde te vallen. Ik greep me vast aan de deurpost en kon nog steeds niet bevatten wat ik echt zag. Dit lag, ondanks al mijn ervaringen als politieagente in Amsterdam, zo ver af van echte dingen die ik wel had meegemaakt.
Een soort van oerkracht maakte zich meester van mij en mijn ogen spraken waarschijnlijk boekdelen. Ik probeerde kalm naar het bed te lopen en zei tegen Boy: “Kleed je aan, je gaat met mij mee.” Op het bed zag ik een aangebroken verpakking van een condoom liggen. De junk in het bed deinsde terug toen ik op het bed afliep. “Ik heb niks gedaan” stamelde hij. Ik pakte Boy bij zijn arm en sleepte hem mee naar buiten, naar de frisse lucht. Onderweg naar het bureau spraken we geen van beiden.
Ik besefte dat mijn actie om Boy uit zijn woning te slepen geen enkele juridische rechtvaardiging had en belde onmiddellijk de gezinsvoogd van bureau Jeugdzorg. De man was druk en zou me later terugbellen. Toen ik na een half uur nog niets gehoord had, belde ik zelf weer. “Dit is het telefonische antwoordapparaat van BJAA. Wij zijn bereikbaar van maandag tot vrijdag van 09.00 uur tot 17.00 uur” meldde de stem aan de andere kant van de lijn.
De moed zonk me in de schoenen en in een ultieme poging toch nog enige juridische dekking te krijgen deed ik iets ongebruikelijks en belde de kinderrechter. Die hield zich gelukkig niet aan kantoortijden. Ik was open en eerlijk tegen hem en begon mijn verhaal met: “Waarschijnlijk heb ik iets gedaan wat niet mocht…” Ik legde de kinderrechter de situatie uit. De man schrok hoorbaar van mijn verhaal. Tot mijn verbazing verwees hij niet naar wetgeving en instanties maar zei: “Hierbij plaats ik de jongen uit huis. Tik nog wel even een verbaal van bevindingen, maar op grond hiervan weet ik genoeg.”
Hoe het Boy is vergaan weet ik wel. Hij ging bij zijn oma wonen. Ook ging hij weer naar school. Eén keer per jaar belde ik haar op om te vragen hoe het ging. Het ging dan altijd goed. Na enige jaren ben ik gestopt met bellen. De gezinsvoogd heb ik op een later tijdstip uit volledige frustratie verrot gescholden, zonder enig wezenlijk resultaat natuurlijk. Het luchtte ook niet op. Hij beriep zich op zijn te grote case-load.
Het laatste wat ik van Boy hoorde, was dat hij als dertienjarige gepakt was voor diverse straatroven.
Als Makbouli later groot is, wil ze Minister van Veiligheid worden óf baas van de Dierenpolitie. Tot die tijd adviseert ze de bestuurders op het gebied van openbare orde en veiligheid en schrijft ze (soms) over klein en groot leed. Daarbij put ze uit haar ervaringen als politieagent in Amsterdam. Meer op haar weblog.
Makbouli, 20.03.2011 @ 10:56
17 Reacties
op 20 03 2011 at 11:48 schreef thomas erdtsieck:
Dienders met een hart. Goddank zijn ze er nog.
Echte aandacht komt bij kinderen binnen. En al is het maar een sprankje, het is een psychische aai over de bol.
op 20 03 2011 at 12:38 schreef MNb:
Bij veel wel, TE, maar niet bij allemaal. Zie ook de laatste regel van dit stukje. En reken maar dat ik dit herken als leraar in voormalig oorlogsgebied, zij het niet in zulke extreme mate.
op 20 03 2011 at 13:42 schreef Max:
Wat een verschrikkelijk verhaal….dat je een jong kind al zo overlaat aan alles wat verkeerd voor hem is.
De rechter deed de goede handeling maar in het traject daarna en daarvoor had veel beter toezicht en begeleiding moeten zijn.
Een kind mag je niet in de steek laten,elk kind wat je niet helpt is er één teveel
op 20 03 2011 at 14:22 schreef sjap:
De knagende vraag wat ik aankomende week voor mijn dochter dr 2de verjaardag ga kopen is nogal irrelevant geworden na het lezen van dit stukje, dank daarvoor.
op 20 03 2011 at 14:26 schreef thomas erdtsieck:
Mijn complimenten overigens voor Peter, die Nederlanders van andere origine aan het woord laat. Zo kunnen we hun werk en gedachten meebeleven. We lezen hoe medelands ze zijn. Misschien helpt het om al die xenofoben en paranoïden wat te kalmeren.
op 20 03 2011 at 15:15 schreef Bigpete:
Wederom een herkenbaar stuk. Ik heb vroeger ook dit soort schrijnende situaties meegemaakt.
Zolang we als maatschappij toestaan dat volstrekt onverantwoordelijke dopeheads en randdebielen kinderen krijgen zal dit blijven voorkomen helaas.
op 20 03 2011 at 15:53 schreef vetklep:
op 20 03 2011 at 15:15 schreef Bigpete
“Zolang we als maatschappij toestaan dat volstrekt onverantwoordelijke dopeheads en randdebielen kinderen krijgen zal dit blijven voorkomen helaas.”
Hoe zou je het willen voorkomen, dan?
op 20 03 2011 at 16:27 schreef Max:
@vetklep
Goed onderwijs,mensen zeker maken van zichzelf,dat ze trots zijn op wat ze kunnen,dat ze nodig zijn.
Maar ja,velen in onze maatschappij worden al afgeschreven voordat ze volwassen zijn…Boy is daar één voorbeeld van
op 20 03 2011 at 17:45 schreef Bigpete:
Ik heb de oplossing niet vetklep, maar triest is het wel.
op 20 03 2011 at 17:59 schreef brink:
Anti conceptie in het leiding water
op 20 03 2011 at 19:45 schreef Eva:
…zodat alleen mensen die spa kunnen betalen kinderen krijgen?
Of mensen die alleen bier en cola drinken.
op 20 03 2011 at 20:17 schreef Eva:
Maar goed, Makbouli, je bent een heldin. Vandaag werd ik gewezen op een achteloos opiniestuk waarin wordt betoogd dat alle zieke autochtonen gewoon ziekenpremie verdienen en allochtonen niet.
Het contrast kon even niet scherper.
En compliment aan Peter dat hij al die excellente auteurs uit alle hoeken en gaten weet te toveren.
op 20 03 2011 at 21:16 schreef Makbouli:
@thomaserdtsick Alle dienders maken dit mee en de meeste voelen ook zo als ik het hier boven beschrijf. Het is echt niet zo dat ik een uitzondering ben of was. Misschien dat ik het wat treffender kan opschrijven.
@ iedereen: Juist door het schrijven van deze verhalen heb ik de hoop het negatieve beeld dat er bestaat over politieagenten iets te nuanceren. Mogelijk heb ik het al eerder gezegd: de politie is 24/7 open en benaderbaar en, niet geheel onbelangrijk, gratis. Dat weet de zorg in Nederland ook.
Door de taakstelling van de politie (oa): “hulpverlening aan hen die deze behoeven” wordt hier op grote schaal misbruik van gemaakt door hulpverlenende instanties die om 17.00 uur de computer uitzetten en de deur sluiten. De politie lost het wel weer op. Er zit iets heel erg fout in diezelfde hulpverlening.
Dank, dank, dank Eva!
op 20 03 2011 at 22:47 schreef rena:
Het zijn niet alleen randdebielen en dopehead die kinderen krijgen, die ze vervolgens niet adequaat kunnen begeleiden.
Wat van zgn hoogopgeleiden die hun kind emotioneel te kort doen of kleineren.
Kindermishandeling en verwaarlozing komt overal voor. Niet alleen aan de onderkant van de samenleving.
op 21 03 2011 at 08:29 schreef Sandro:
Daar heb je gelijk in rena maar dat is geen reden om niet ergens te beginnen dit rotte stuk van de maatschappij aan te pakken.
Ik kan, als vader van 2 gezonde jongens, alleen maar janken over dergelijke misstanden.
Ik voel me dan kwaad, kwaad omdat ik het niet kan oplossen, kwaad omdat een jong leven zo naar de kloten geholpen wordt.
op 21 03 2011 at 10:56 schreef @JoycePants:
Prachtig stuk, verschrikkelijk verhaal. Ik zou zo graag met een oplossing komen die hulpverleners er aan de haren bijsleept. Die het weer aantrekkelijk maakt voor goede mensen om in deze sector dit belangrijke werk te gaan doen. Ik vind het hemeltergend dat dergelijke problematiek na elk schrijnend incident weer zo snel in het onderste laatje van bestuurders verdwijnt.
Dankjewel dat je niet als een bureaucraat hebt gereageerd, maar als mens.
op 21 03 2011 at 19:23 schreef Sabian:
“Juist door het schrijven van deze verhalen heb ik de hoop het negatieve beeld dat er bestaat over politieagenten iets te nuanceren.”
….dat is bij mij i.i.g. voor 200% gelukt. Ook een verademing om te lezen hoe de rechter hier op reageerde. Ik bevroor echt even bij dat beeld wat je schetste van die slaapkamer scene. Fucking hell. Echt heel pro zoals je dat aanpakte.