Bij de mondhygiëniste
Johan de Vries
Eergisteren was het weer zover. Vol goede moed naar de tandarts om mijn tanden te laten inspecteren en, indien nodig, wat kalkresten weg te schrapen. Maar toen ik het gebouw binnentrad, voelde ik dat er iets aan de hand was. De secretaresse lachte vriendelijk, maar ze was ook bezorgd. Ik zag het en ik voelde het; er klopt iets niet. Ik ging zitten en wachtte wantrouwig op mijn beurt.
“Johannes?”, vroeg een dame met mondkapje en bijbehorende werkkleding. Ik stak mijn vinger voorzichtig op. Dit was niet de lieve bezorgde dame bij wie ik weg kon dromen naar betere oorden. “Kom,” zei ze met een kordaat gebaar.
Ze deed de deur van de behandelkamer dicht. “Zit,” zei ze op ijselijke toon. De stoel waarin ik zat zoemde harder dan gewoonlijk en ging verder en verder achterover. Ze keek me strak aan. En ze bleef kijken. Ik voelde me niet echt op mijn gemak. Het was alsof ik bij de slager was en geslacht zou worden.
Gekmakende stilte
Op haar gemak inspecteerde ze de instrumenten die het beulswerk voor haar moesten doen. “Mond open.” Ik deed mijn mond open en ze begon mijn gebit schoon te peuteren.
“Hoe vaak poets je”, vroeg ze op iets te harde toon. “Twee keer per dag,” zei ik hees. Ik wilde even slikken, maar dat ging niet met dat marteltuig in mijn mond. IJselijke stilte volgde. “Er zit kalk op op de achterkant van je ondertanden, je moet daar beter poetsen.” Weer die harde stem. En stilte. Ik wist niet of ik hardop mocht antwoorden en knikte zwijgend. “Je tandvlees is te zacht,” zei ze onverbiddelijk. Je moet die masseren met een zachte tandenborstel. Weer een stilte en van mij een zwijgende knik.
Toen ik dacht dat ze klaar was keek ze naar de monitor van de computer. Naar plaatjes van mijn tanden. En steeds die gekmakende stilte. Ze pakte een van haar apparaten om mijn tandvlees naar achteren te klappen om te kijken of en nog wat te schrapen viel op mijn gevoelige tandwortels. Ik kreeg het een beetje warm toen ze lachend een van haar schrapers omhoog hield. “Ja!”, riep ze, “je bent klaar. Zal ik je tanden nog polijsten?” Ik durfde geen nee te zeggen, maar ik was doodsbang dat ze ging polijsten met gootsteenonstopper.
Poetsen en flossen
Toen alles achter de rug was, probeerde ik nog “dag” tegen haar te zeggen, maar ze had zich al omgedraaid en kraste iets op een papiertje. En toen ik mijn jas aantrok, keek ze me zwijgend en strak aan omdat ik nog niet weg was. Ik vluchtte naar de balie om af te rekenen en een nieuwe afspraak te maken. Wat een nachtmerrie. Over een half jaar moet ik alweer. Nondejus.
Gisteren heb ik mijn tanden vijf keer gepoetst, vandaag inmiddels drie keer en de dag is nog lang niet om. Ik ga alles doen om de situatie van eergisteren te voorkomen. Poetsen en flossen alsof mijn leven er vanaf hangt. IJskoude mondhygiënisten zijn de hel voor mijn zielenheil maar een zegen voor mijn gebit.
Johan de Vries, beter bekend als De Frysk, pensionado op MAVO-niveau, komt uit Friesland, geboren in Rinsumageest, getogen in Wergea. Was ooit werkzaam in de zuivel en wist van melk yoghurt te maken, pap van gort en kent het recept van watergruwel. Woont nu in Barrie, Canada, waar hij geniet van zijn welverdiende rust.
Johan de Vries, 14.01.2023 @ 11:52