Bevrijdingsdag
Suna Floret
De buren van mijn ouders hebben de vlag uitgehangen. Een mooie grote vlag, dansend met de wind. Bij mij, of mijn ouders, komt het niet op om de vlag uit te hangen. Mijn vader zei een keer ‘Eigenlijk moeten wij toch ook de vlag uithangen op Bevrijdingsdag. Iedereen die hier in vrijheid leeft, zou dat eigenlijk moeten doen’.
Maar een gedeelde geschiedenis, pijn van de voorouders, al heb ik er niet over gelezen op school, zit nou eenmaal dichter bij het hart. Net zoals mijn buurvrouw zich misschien minder zorgen maakt over de erkenning van de Armeense genocide. Anders hadden we iedere dag de vlag halfstok kunnen hangen.
Dronken kop
Misschien dat de volgende generatie wel trots de vlaggen ophangt. Of Rotterdam vergeet zelf ook zijn geschiedenis. De oorlog is aangenaam voor wie hem niet kent, schreef Erasmus. De vrijheid is ieder geval van ons allemaal, in alle vormen. De vrijheid van gedachte, van schrift en van gedrag.
Met zoveel verschillende vaderlanden in één stad staat Rotterdam rechtop, met de kin omhoog. Het hart kloppend, zelfs zonder hart. Met de vrijheid om een boek te lezen zonder gestraft te worden, de vrijheid om je kind een naam te geven die je mooi vindt, de vrijheid om te zeggen dat je de minister-president een watje vindt, om met een zelfgekozen partner samen te wonen, om te scheiden, om een gitaar te pakken en bij de metrohalte een liedje te zingen, om te studeren, om ’s ochtends vijf uur met je dronken kop naar huis te fietsen, om afstand te nemen van je religie omdat je die niet zelf gekozen hebt.
Om als vrouw met je wiegende heupen, met je mooie haar en sensueel ruikende huid, op straat te lopen zonder lastig gevallen te worden. Om op de Erasmusbrug te lopen en uit volle borst te schreeuwen dat ook de Palestijnen vrijheid verdienen.
Grote liefde
De vrijheid om op te komen voor je eigen vrijheid. In alle vormen. Vrijheid zorgt voor vreugde. En zonder vreugde verdient het leven de naam van leven niet, schreef Erasmus. Heel de wereld is mijn vaderland, schreef hij.
Maar Rotterdam is toch mijn thuis. De muren van de stad komen soms op me af waardoor ik heimwee heb naar verre oorden die ik niet ken. Maar hier kun je jezelf zijn, zonder onderdrukking.
Rotterdam blijft mijn vrijheid, mijn grote liefde. En liefde kun je evenmin verbergen als hoest.
Suna Floret heeft een wekelijkse column in het Algemeen Dagblad. ze staan op haar Facebookpagina. Volg haar ook op Twitter.
Suna Floret, 08.05.2015 @ 11:44
3 Reacties
op 08 05 2015 at 15:58 schreef WARZAZAT:
Het lijkt er op dat hoe verder we van de oorlog af zijn hoe fanatieker we het herdenken/vieren.
op 08 05 2015 at 18:28 schreef Thomas E:
“Om als vrouw met je wiegende heupen, met je mooie haar en sensueel ruikende huid, op straat te lopen zonder lastig gevallen te worden.”
Een mooie Servische vriendin van ons was wat teleurgesteld in de Nederlandse mannen. Zij was tijdens de Balkanoorlog hier naartoe gevlucht en het viel haar op dat ze op straat nooit nagefloten of aangesproken werd. ‘Ben ik soms jullie type niet, of zijn jullie domweg saai’ vroeg zij zich gepikeerd af.
op 09 05 2015 at 21:38 schreef Leo Schmit:
Hallo Th E, dit gaat over vrijheid. En Rotterdam is havenstad, niet de minste. Havensteden hebben alijd iets meer met vrijheid dan achterlanden.