Bespiegelingen van een naaktmodel
Lydia Vermeer
Scène uit Hombre van Antonio Segura en José Ortiz
There are always two possibilities. Wonderlijk dat die woorden van Danny Kaye me zo helder voor de geest zijn blijven staan. Het was al een oude film, Me and the Colonel. Het bezette Frankrijk, vrijwel utzichtloze situaties, maar hij bleef dat zeggen. Natuurlijk liep het steeds goed voor hem af.
Prettig dat het hier weer lekker warm is. Vorige week was het te koud, het eerste uur. Jos doet zijn best het me zo goed mogelijk naar de zin te maken. Stelt me netjes voor als er nieuwe deelnemers zijn. Hun namen ken ik nog niet goed. Sommigen kijken in het begin alleen maar vluchtig naar me. Wie nieuw is denkt soms dat ik me over een soort schroom heen heb moeten zetten om naakt voor hen te poseren, maar dat is hun projectie. Ze bezien nu hun werk heel kritisch. Die nieuwe tekenaars denken in het begin wel eens dat de opdracht: “Teken een Griekse bosnimf” gemakkelijk tot een poëtisch resultaat leidt. Van te voren leek het hun misschien sprookjesachtig dat dat een meisje van vlees en bloed in haar pure naaktheid zo rustig voor de mensen in dit klasje poseert. Nu kunnen ze toch niet anders dan serieus aan het werk gaan. De meesten hebben weinig ervaring met werken naar naaktmodel. Er is een groot verschil tussen de voorstelling die je je van te voren maakt en de werkelijkheid. En achteraf mengen zich in de herinnering ook weer heel andere gevoelens dan je had voorzien.
Altijd twee mogelijkheden, is dat wel waar? Ook in extreme situaties? Wat heb je voor mogelijkheden als je zeker weet dat je snel dood gaat? Ja, je kunt zeggen dat je dat dan kunt aanvaarden of niet. Ik heb heel wat mogelijkheden om te kiezen, heel wat meer dan die trouwe tekenaars denken. Die zien alleen maar een jonge vrouw die er in hun ogen voor kan kiezen een naaktmodel te zijn of niet. Het is gewoon werk waardoor ik op een aardige wijze mijn inkomsten kan aanvullen. Gemakkelijk verdiend. Ik vind het best prettig als mensen bewonderend en geïntrigeerd naar me kijken. Ik wist als jong kind natuurlijk niet dat het toen als iets bijzonders gold om naar het naaktstrand te gaan. In die tijd vormde zich mijn overtuiging dat we de zonaanbidders op de textielstranden een stapje voor waren: de zonnestralen hebben een gigantisch lange weg afgelegd om ons te verwarmen, en is het dan niet dwaas en ondankbaar om ze op één millimeter voor hun einddoel tegen te houden en hun zending te frustreren? Die lichaamsdelen die op stranden veelal bedekt blijven en overgeslagen worden, wat hebben die eigenlijk misdaan?
In het Sportfondsenbad noemden ze het naturistisch zwemmen. Wanneer leek ik ook alweer een beetje preuts te worden? Veertien, vijftien? Ik vond toen dat ik te kleine borsten had. Het heeft gelukkig maar kort geduurd dat ik me daar druk over maakte.
De oudere man, Pierre, is ook ijverig aan het werk. Die ken ik al wat beter, maar dat hoeft niet iedereen te weten. Wanneer vroeg hij me ook alweer voor het eerst of ik privé voor hem wilde poseren? Hij verborg zijn verbazing toen ik me bij hem thuis net zo onbevangen gedroeg als in dit klasje. Hij is heel aardig. Meestal klopt de eerste indruk wel die je van iemand krijgt.
De eerste keer bij hem thuis had hij het ineens erg druk. En had allerlei gewichtig klinkende praatjes. Hij heeft een tijdje Latijn en Grieks gestudeerd en vindt het leuk dat ik op het gymnasium ben geweest. Ik weet dus dat het geen verzinsel van hem is dat het gymnasium oorspronkelijk de plaats was waar je naakt sport beoefende. Gymnos, naakt. Dat wisten de gymnasiastjes wel, maar hun fantasie werd beknot doordat ze er altijd bij leerden dat het om de mannelijke jeugd ging.
Fragment uit Terug naar Ariadne: bespiegelingen van een naaktmodel, uitgeverij Panta Menei, 1998.
Lydia Vermeer, 12.02.2020 @ 08:20