Barron-ligatie
Theo Boon
Illustratie: John Gabriël Stedman
“Mijnheer Boon!” Klokslag half tien en exact volgens afspraak word ik binnengeroepen door de assistente van Dr. C. Ik geef de assistente een hand, ze is er de vorige keren ook bijgeweest. Binnen aan het bureau zitten de dokter en een jonge vrouw die ik nog niet ken. Ik geef eerst de voor mij onbekende vrouw een hand, ze blijkt haar co-schappen te lopen bij dr. C., haar naam dringt niet tot me door. Ook de dokter geef ik een hand.
De vrouw heeft een vriendelijke, haast lieve oogopslag en weet me altijd toch wat geruster te stellen met de nuchtere warmte die ze uitspreekt en ook uitstraalt. Ik vertel haar hoe het sinds de laatste ingreep is gegaan. Dat ik probeer om af te wachten tot ik echt ‘moet’ in plaats van te forceren, de zwaartekracht meer zijn werk laat doen, zeg maar, in plaats van onnodig persen. Dat ik minder koffie en in plaats daarvan liters thee zonder suiker drink en dat ik om de dag psyllium-vezels slik, die ook goed helpen. “Heel goed, heel goed, u kunt nog veel winst boeken met die verandering van levensstijl.”
Ik mag mezelf uitkleden.
Anus bestuderen
Met alleen mijn trui en mijn sokken nog aan ga ik in de ‘baarstoel’ zitten. Iedere keer is het weer erg ongemakkelijk en gênant om daar met je benen wijd, kwetsbaar als een pasgeboren puppy te moeten liggen terwijl er twee, nu dus drie, vrouwen je anus bestuderen. Nou, eigenlijk twee, want de assistente staat er als een soort cipier bij en geeft alleen gereedschap door aan de dokter. Mijn geslacht verschrompelt elke keer als ik daar lig, tot een uit de kluiten gewassen clitoris. Alsof ik zojuist uit een ijsbad gestapt ben.
“Nou komt ie, mijnheer Boon.” Met ‘ie’ bedoelt ze een aluminium kijkertje met een doorsnee van een centimeter of twee. “Klein stukje nog, ik ben bijna voorbij de sluitspier, u doet het erg goed. Ja, ik ben er, erger wordt het niet. Gaat het nog?” Met ingehouden adem bevestig ik dat het nog gaat. Het doet ook geen zeer, het is alleen een wat apart en naar gevoel. Het is en blijft een uitgang en geen ingang, vind ik.
“Ik trek ‘m nu langzaam terug en kijk of ik nog wat zie. Ja, daar op drie uur zit nog een kleintje. Zie je ‘m ook?”, vraagt ze aan de co-vrouw. Om beurten kijken ze nu in mijn hol en zij ziet het ook, blijkt uit het “mmm”-geluid dat ze maakt. Bij het terugtrekken ontstaat het vervelendste gevoel en ik druk het ding eruit.
Schijten als een grizzly
“Nou, dat ziet er al veel beter uit dan de laatste keer, zal ik om de ene dan nog maar een bandje schieten, mijnheer Boon?”, vraagt ze. “Nu u er toch ligt”, zegt ze er nog net niet achteraan. “Oké, doe maar. Ik lig hier nu toch”, zeg ik. “Komt ie weer dan hè, nog even volhouden”, en ze drukt het kijkertje er weer voorzichtig in. Ze pakt een schietapparaat en drie seconden later hoor ik een kort maar fel geluid, “ktstk”. Het bandje is geplaatst. Ik druk het ding er weer onmiddellijk uit en de valse aandrang, het gevoel dat ik moet schijten als een grizzly, steekt meteen de kop op. “Hoort erbij, niks aan de hand”, zegt het inmiddels ervaren stemmetje in mijn hoofd.
“U mag zich weer aankleden hoor”, zegt ze. “Godzijdank, dat zit er weer op”, denk ik en snel kleed ik me weer aan. We praten nog even na over de verwachten klachten, die ik inmiddels al ken en spreken af dat als er binnen het jaar zich weer klachten voordoen, ik direct naar het ziekenhuis kan bellen. Na een jaar moet ik weer eerst de huisarts consulteren. Ik wens de jonge vrouw succes met haar co-schappen, bedank de dokter, knik zo vriendelijk mogelijk en zeg gedag tegen de assistente.
Ik probeer er op de terugweg naar het station voor te zorgen dat mijn anus mijn racezadel niet raakt. Met een ietwat verkrampte zithouding gaat dat best goed. Op het station in Den Bosch zijn alle ov-fietsen uitgeleend en moet ik met de bus. Voor deze ene keer niet zo’n straf.
Theo Boon is werkzaam als leerkracht in het speciaal onderwijs, liefhebber van films, series, boeken, sport en oprechte, liefdevolle mensen.
Theo Boon, 30.11.2018 @ 12:07