Bali (5)
Peter Breedveld
Gisteren hebben we een wandeling gemaakt van Tenganan – een soort Balinees Staphorst, maar dan leuk – naar Tirtagangga, in Oost-Bali. Over Tenganan wordt gezegd dat het een erg gesloten gemeenschap is, met een eigen, dualistische religie, en dat als een Tengananees met iemand van buiten het dorp trouwt, hij of zij wordt verstoten.
Ik heb mijn twijfels, want het dorp is zo klein dat het dan allemaal wel erg incestueus zou worden. Bovendien werden we hier door de dorpelingen, die een speciaal soort textiel verkopen en op bamboebladeren gemaakte pentekeningen, in het Nederlands aangesproken. Eén van hen vertelde ons zelfs dat zijn oma een restaurant heeft – Bali genaamd – aan de Amsterdamse Leidsestraat. Bij een gesloten gemeenschap stel ik me iets heel anders voor.
Van een jong en erg sympathiek stel kochten we een paar mooie shawls en sarongs en van de kleinzoon van de Amsterdamse restaurateur een voorstelling uit het Ramayana-verhaal. Daarna verlieten we het dorp aan de achterkant om aan onze wandeltocht te beginnen. Hassnae wilde een stel achterna dat met een gids rechtsaf sloeg, maar ik keek in mijn reisgids en wilde rechtdoor – en dat deden we dus.
En toen verdwaalden we in de jungle.
Daar kwamen we pas achter toen het pad zo onbegaanbaar werd dat het alleen geschikt kon zijn voor doorgewinterde bosbewoners en dan nog. Het werd op zeker moment echt gevaarlijk. Hassnae was boos op me! We zijn weer teruggelopen naar een waterplaats, waar een meneer ons een bergopwaarts pad wees naar het volgende dorp op onze route – Gumung Kaja. Dat pad was iets beter dan het vorige, maar veel scheelde het niet. Nu kwamen we bij een huis – een hut, eigenlijk, waar een honderdjarige met blote borsten (hallo, Marjan) ons nog verder de berg opstuurde.
Af en toe zagen we een mens in de verte, tussen de bomen door, en dan schreeuwde ik: “Gumung Kaja?” waarop de mens iets onverstaanbaars riep en met gebaren nog verder de berg opstuurde. We zagen weer een huis door de bomen, vroegen of we op de goede weg waren en toen kwam er een meisje naar boven rennen, dat aanbood met ons mee te lopen naar Gumung Kaja. Ze leek me een jaar of veertien te zijn, maar ze bleek al negentien en bovendien moeder van twee baby’s. Ze had een rank lijfje en en een lief gezichtje en ze liep over de modderige, glibberige bergbospaadjes alsof het geasfalteerde trottoirs waren. “Is dat je vrouw? Ze is erg knap, zei ze tegen me. En tegen Hassnae: “You are beautiful!” Ze had een beetje Engels geleerd op school, zei ze. Daarmee was ze nu klaar.
Krtawa was haar naam en ze leidde ons naar Gumung Kaja – een mandenmakersdorp – waar we een gevlochten soort van pot kochten, een warme Coca-Cola dronken en snoep uitdeelden aan de kinderen, en toen verder de rijstvelden over, spectaculair gelegen in een vallei, met op de achtergrond de bergen Lempuyang en Seraya en daartussen de zee. We zagen een kikker – waar Krtawa nogal bang voor leek te zijn – en een slang, vlinders in duizenden kleuren, vleesetende planten die hun bladeren dichtsloegen als je ze aanraakte, watervallen, we werden vrolijk begroet door landarbeiders en mooie meisjes die daar een beetje lagen te liggen, door mensen in warungs die er blijkbaar brood in zagen warme frisdranken en zakjes chips te verkopen aan de vijf toeristen die daar dagelijks langskwamen, via een geïmproviseerde brug van bamboe staken we een wilde rivier over totdat we in het dorp Babandem aankwamen.
Toen hadden we wel genoeg gewandeld. We waren vuil en bezweet, desondanks bracht een dorpeling in een oud barrel ons naar Tirtagangga, onze eindbestemming. Daar hebben we een ‘waterpaleis’ bezocht – een complex van vijvers en baden rond een heilige bron en toen zijn we met de taxi naar huis gegaan – een helse rit van twee uur over een wegens werkzaamheden nauwelijks begaanbare maar poepdrukke autoweg.
Dat was onze laatste dag op Bali. Als u dit leest, zijn we in Kuala Lumpur.
Peter Breedveld, Reizen, 02.08.2010 @ 18:33
3 Reacties
op 02 08 2010 at 19:23 schreef Rob:
Prachtig, dat is het betere reiswerk.
op 02 08 2010 at 20:45 schreef Leo schmit:
Nou maar hopen dat Hassnae niet meer boos is.
Als jullie tijd hebben, ga dan nog even in Penang kijken.
op 03 08 2010 at 15:05 schreef Judith:
Mooi! Alles! Het reizen, het (be)schrijven, de foto’s en het lezen!