Aso’s in de trein
Peter Breedveld
De trein, of preciezer: de NS symboliseert perfect de desintegratie van de Nederlandse samenleving. Het gaat immers om een openbare voorziening die is geprivatiseerd, waardoor de nadruk is komen te liggen op geld in plaats van dienstverlening, die daardoor steeds slechter wordt, waardoor gebruikers steeds meer op zichzelf zijn aangewezen, wat onvermijdelijk leidt tot verloedering en verhuftering.
Kort en goed: door uitvallende treinen zitten de treinen die wél rijden, en die steeds korter worden, stampvol chagrijnige passagiers op wie vrijwel geen toezicht is, waardoor de hufters vrij spel krijgen. Vervoersbewijzen worden nauwelijks gecontroleerd, asociaal gedrag wordt niet gecorrigeerd. De dappere conducteur die het wel waagt een zwartrijder of een aso aan te spreken, loopt kans op een pak slaag of erger. U hebt erover in de krant kunnen lezen. Dat de conducteur een vrouw is, maakt het tuig geen reet uit. Ze mag blij zijn het er levend af te hebben gebracht.
Wat doet de NS? Niets. Wat doet de overheid? Niets. We moeten er met elkaar maar uitkomen. De overheid kan zich niet overál mee bemoeien. Ze is geen kleuterjuf. Fatsoen moet je zelf doen.
Onvermijdelijke bedreigingen
Alleen durft niemand fatsoen te doen. Althans, bijna niemand. Ik ben meestal degene die aso’s aanspreekt op hun gedrag, met de onvermijdelijke bedreigingen als resultaat. In een volle coupé, maar wat doen mijn medepassagiers? Hun adem inhouden. Hopen dat het snel afgelopen is. Ik heb daarover al eens geschreven.
Ik heb een dalurenkaart. Ik reis dus buiten de spits, in minder volle treinen met minder kans op vertraging. Voor een paar tientjes per maand meer reis je eerste klas, dat heb ik er graag voor over. Omdat ik mijn reistijd benut om te studeren of te lezen, kies ik de stiltecoupé. Voor wie niet stil wil zijn, zijn er voldoende niet-stiltecoupés. Toch gaan er vrijwel altijd lawaaipapegaaien, kletsmajoors, telefoonschreeuwers en kutmuziekliefhebbers in de stiltecoupé zitten. Waarom? Ik heb geen idee, maar het valt me op dat heel erg veel mensen heel erg hun best doen om zo nadrukkelijk mogelijk in de openbare ruimte aanwezig te zijn.
Ik spreek ze steevast aan. Overdreven beleefd en vriendelijk, dat is mijn tactiek. Vaak verontschuldigt de aangesprokene zich en is hij verder stil. Vaker heeft ie schijt. Dan gaat het vrijwel altijd zoals het vorige week ging.
Hoe het vorige week ging:
Minachtende blik
Ik zat te studeren. Er zat een jong stel druk te praten. “Sorry”, zeg ik op mijn allerslijmerigst, waarbij ik mijn allerliefste glimlach toon, “maar dit is een stiltecoupé.” De vrouwelijke helft van het stel kijkt me aan met haar allerminachtendste blik, kennelijk in de hoop dat ik mijn ogen beschaamd zal neerslaan. Maar dat doe ik niet, ik blijf terugkijken. Ze keert zich weer tot haar gesprekspartner en gaat gewoon door met babbelen: “Anyway, wat ik dus tegen haar zeg, ik zeg…”
Ik onderbreek haar weer, nog steeds vriendelijk: “De stiltecoupé betekent dat je stil moet zijn. Praten kun je in de niet-stiltecoupé.” En dan komt wat er bijna altijd komt bij jonge vrouwen die schijt hebben, ze begint te ratelen “Als dit een stiltecoupé is, waarom praat jij dan?! Dit is toch een stiltecoupé? Dan moet je stil zijn toch? Hou je mond dan!” Ze vindt het vreselijk slim van zichzelf, maar het is natuurlijk dom en hondsbrutaal. Ze draait de rollen om, ík ben de overtreder, ík moet me nu verantwoorden. Ik antwoord wat ik altijd antwoord: “Ik praat omdat jij praat. Als jij niet praat, praat ik ook niet en is het stil.” De jonge vrouw gooit er nu een schepje bovenop. “Je kunt dat toch ook gewóón zeggen, doe een beetje rustig!”
Agressieve onruststoker
Niet alleen ben ik nu degene die de stilte verbrak, ik ben nu ook de agressieve onruststoker, ondanks mijn beleefde kruiperigheid. Dit is allemaal routine, dit manipulatieve gedrag van aso’s heb ik al tientallen keren meegemaakt. Ik weet ook wat er hierna gaat komen, want een bepaald type aso in de trein begint er al-tijd over. “Waarom reis jij eigenlijk met de trein? Waarom heb je geen rijbewijs?” Ze bedoelt: Wat een loser ben jij eigenlijk, dat je op jouw leeftijd niet eens een auto hebt en met het onrendabelenvervoer moet. Ze bedoelt ook: “Als je niet tegen aso’s kunt, moet je de publieke ruimte mijden. Wij zijn hier de baas.”
Ik ga haar natuurlijk niet uitleggen waarom ik geen auto heb en dat mijn werkgever (terecht) het pendelen met de trein stimuleert vanwege maatschappelijke verantwoordelijkheid en zo. Maar het is nu wel klaar. Ik leg mijn vriendelijke beleefdheid af en zeg: “Dit is een stiltecoupé en in een stiltecoupé hou je je bek.” Waarop haar gesprekspartner, tot nu toe onzichtbaar voor mij, vanachter zijn rugleuning tevoorschijn komt en begint mee te schreeuwen.
Lieve vrede
De coupé is helemaal vol, maar niemand heeft iets gezegd. Niemand voelde zich geroepen tegen het stel te zeggen dat het inderdaad netjes zou zijn om in een stiltecoupé stil te zijn en anders te verkassen naar een niet-stiltecoupé. Eigenlijk zou ik trouwens hier wel eens meer van willen weten: Waarom sta je erop in een stiltecoupé lawaai te gaan zitten maken? Welk genoegen put je daaruit?
Het wordt nu een oude mevrouw te gortig en zij spreekt mij aan. Mij! “Wat heb je hier nu aan?” zegt ze. “Hou asjeblieft op!” Ook al tientallen keren eerder meegemaakt. Iemand gedraagt zich asociaal, ik zeg er wat van, de aso wordt agressief en daardoor ben ik de boosdoener. Mensen bewaren graag de lieve vrede, en “lieve vrede” betekent in Nederland dat je de openbare ruimte helemaal laat verhufteren, je uit angst je mond houdt en bij de volgende verkiezingen extreemrechts stemt, omdat Links het land overlevert aan de barbaren.
Hufters vrij spel
Dat is min of meer wat ik tegen die mevrouw zeg, dat het mensen als zij zijn waardoor hufters vrij spel hebben. Allerlei salondominees preken altijd dat je elkaar moet aanspreken, maar als ik dat doe, loopt dat twee van de drie keer uit op agressie van de aangesprokene, en in plaats van dat mijn medepassagiers me bijstaan, krijg ik de schuld van het gedrag van de aso.
De asociale jonge vrouw bestijgt nu haar witte paard van morele superioriteit en krijst, ze krijst echt, dat ik niet tegen die mevrouw moet schreeuwen (wat nonsens is, ik schreeuw niet). “Die vrouw heeft er niks mee te maken!”
Morele verontwaardiging veinzen om de aandacht af te leiden van je eigen immorele gedrag. Het is een tactiek die veel aso’s gebruiken. Ik heb het betrapte winkeldieven ook zien doen. In plaats van dat ze zich zo besmuikt mogelijk door de beveiliging naar achter laten begeleiden, maken ze lawaai voor tien om iedereen in de winkel te laten zien welk een groot onrecht hen wordt aangedaan.
In elkaar slaan
Verschillende mensen in de coupé beginnen nu tegen mij te schreeuwen, maar ik ben niet onder de indruk. Eén stevige jongeman die iets tegen me roept, antwoord ik dat hij tegen de verkeerde boom blaf en hij bedreigt me nu, zegt dat ik met hem de verkeerde te pakken heb. “Wat ga je doen, dan?” vraag ik. “Je bent heel stoer”, zegt hij. “Inderdaad”, zeg ik. “Heel stoere jongen ben je.” – “Zo is dat.” “Je zal wel goed slapen, vannacht.” – “Als een baby.” Machteloze woede. Hij wil me in elkaar slaan, het is een troglodiet, maar niet woedend genoeg.
Het aso-stel besluit temidden van het gekrakeel naar een andere coupé te verkassen. De vrouw kijkt me aan alsof ze me vervloekt, ik zie nog net geen kleine bliksemschichtjes uit haar ogen komen. “Bye-bye”, zeg ik, pesterig wapperend met mijn vingers. Ik durf te wedden dat ze sowieso geen eersteklas vervoersbewijs hebben.
De rest van de reis is het stil in de coupé.
Boomlange kerel
Ik moet overstappen, wachtend op mijn aansluiting word ik ruw in mijn rug geduwd. Ik zie de troglodiet richting de uitgang stiefelen. Was hem vergeten, had beter moeten opletten.
In de volgende trein zit ik samen met de oude vrouw die mij de schuld gaf van de misdragingen van het aso-stel. Stiltecoupé. Naast me, aan de andere kant van het gangpad, zit een boomlange kerel. Voor hem zitten twee vrouwen druk te praten. Ik keer me naar die oude vrouw om haar sarcastisch om toestemming te vragen er iets van te zeggen. Maar de boomlange kerel, van wie ik het totaal niet had verwacht, wijst de vrouwen erop dat het een eersteklas stiltecoupé is. De vrouwen mopperen wat, en één van hen richt haar telefoon op hem, kennelijk met de bedoeling een foto te maken.
Kinderachtig
De Goliath staat op, hij heeft een jack aan waar met grote letters “SECURITY” op staat. Hij gaat voor de vrouwen staan. “Niet doen”, zegt hij kalm. “Niet zo kinderachtig zijn.” De vrouwen zwijgen. Ik kijk naar de oude vrouw. Ze glimlacht naar me.
Zo werd het toch nog een zeer bevredigende reis.
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
Peter Breedveld, 08.06.2024 @ 10:48