Anatomie van een karaktermoord
Ruud Hendriks
Illustratie: Yuji Moriguchi
De meest walgelijke oversteek van elke vorm van menselijk fatsoen en ethiek, was wat mij betreft toen ratten namens PowNed Peter Breedveld op zijn werk kwamen lastig vallen. Een misselijk makende overval en hufterige penetratie die met geen pen is te beschrijven. Gericht op het soort van effect dat alleen ratten die nooit daglicht zien, omdat ze het niet verdragen, het soort van ‘gelijke munt’ noemen. Van een ongekende vileine terreur: dat was het.
Soms helpt mij een film. Goed, mijn passie. In de klassieker Anatomy of A Murder (Otto Preminger, 1959) zit een voor mij zeer gedenkwaardig kort fragment dat wat mij betreft zeer kenmerkend is voor aanwending van de valse verdachtmaking.
Valse insinuatie
James Stewart speelt de rol van advocaat. Hij neemt de verdediging op zich van een man die van moord wordt verdacht; een man die deze moord meteen bekent, en stelt dat het slachtoffer zijn vrouw zou hebben verkracht. Tijdens de rechtzaak protesteert Stewart (hij reageert als door een wesp gestoken) wanneer zijn tegenstander, een beruchte aanklager en advocaat namens het slachtoffer, een onjuiste en valse insinuatie oppert. De rechter geeft Stewart zonder veel aarzeling gelijk, en richt zich geheel volgens de procedure tot de jury: hij draagt ze op de opmerkingen van Stewart’s tegenstander te ‘schrappen’ en hij maakt helder dat het de jury wordt verboden die opmerkingen – die valse insinuatie dus – mee te wegen in hun oordeelsvorming. Hij zegt nog net niet “Vergeet het.”
De verdachte richt zich ietwat beduusd naar Stewart en vraagt hem hoe je als jurylid zulke valse insinuaties kunt ‘schrappen’ en negeren. Stewart antwoordt gelijk: “Dat kan niet. En dat is precies de bedoeling van de aanklager. Hij weet dat.” Als kijker weet je nu waarom Stewart als door een wesp gestoken uit zijn stoel opveerde.
Gesloten vraag
Zo werken dus valse beschuldigingen. Ze hoeven niet eens gedragen te worden door feiten. Bewijzen zijn niet nodig om toch schade aan te richten. En hier maakt het wel wat uit, zacht gezegd, welke statuur en verantwoordelijkheid je hebt. Zo’n Hans Laroes bijvoorbeeld kan Jeroen Wollaars heel eenvoudig en kordaat vragen: “Heb jij bewijs van je beschuldiging?” Gesloten vraag. Maakt hij het Jeroen gemakkelijk: of een ‘ja’, of een ‘nee’, of een ontwijking. Zulke repliek verheldert. Laroes kan ook vragen: “Geef je bewijs. Lijkt mij urgent.”
Kijk, het is allemaal niet zo ingewikkeld. Behalve voor lui die zich in hun eigen leugens vastdraaien. Maar de aard en hoeveelheid van valse insinuaties, door mensen met een statuur en verantwoordelijkheid, zoals die van een minister van Sociale Zaken, of de valsheid en hypocrisie van zich journalist noemende wentelteefjes à la Duk en Wollaars; dat is niet anders dan ernstig te noemen.
Smerige rotstreek
En zoals die aanklager het in Anatomy of A Murder flikt, zo flikte PowNed het dus met Breedveld: de overtreffende trap daarvan. Een extreem smerige rotstreek, doelbewust. Maar wel vermomd als ‘verslaggevers’ namens een omroep, met camera en microfoon als zoutzuur. Heel veel smeriger EN laffer bestaat niet.
Even vilein verstond Wierd Duk die valse kunst. Met nu ook Flip van Dyke als doelwit. Wie tot zich laat doordringen welke thema’s hiermee zijn gemoeid, welke (k)ringen in de samenleving ermee worden bewogen en beschadigd, kan niet anders dan woest worden.
Ruud Hendriks’ filmkennis is fenomenaal. Je kunt vrienden met hem worden op Facebook.
Ruud Hendriks, 11.03.2016 @ 10:46