Op bezoek bij majoor Bosshardt
A.H.J. Dautzenberg
Ik ben al negentig hoor.’
Ze keek me vol trots aan. De hoer.
Ik heb laatst een hersenbloeding gehad. En ik heb het ook aan mijn hart. Maar ik ben niet kapot te krijgen.’
Ja, ja, tart het lot maar, afgeleefde trol!
Ik kan ook niet meer zo goed zien. Maar wat wil je, ik ben negentig jaar.’
Ik keek om me heen op zoek naar een geschikt kruis. Keuze genoeg. Naast de boekenkast hing een mooi exemplaar. Ik liep er heen en nam het van de spijker. Ik legde het op de stoel naast me.
Wat doe je?’ vroeg Bosshardt.
Ik wilde even een kijkje nemen in de boekenkast. Eens zien wat u zoal leest.’
De majoor draaide zich om, het gezicht naar haar boeken gewend. Ik boog me voorover en liet een klodder spuug in haar thee vallen.
Ik heb veel boeken over het geloof. Ik geloof in God, ik geloof in Gods liefde en genade en ik geloof in het eeuwige leven.’
Toe maar! Ik pakte mijn Zwitserse mes uit mijn broek en knipte het open. Ik nam het kruis en begon erin te snijden.
Snij je ergens in?’
Haar gehoor was blijkbaar nog niet aangetast door de ouderdom.
In een blokje hout. Ik ben ook kunstenaar. Ik wil proberen om tijdens het interview iets moois voor u te maken.’
Dat is aardig van je. Waar wilde je me ook al weer over spreken?’
Over de bijbel en over Herman Brood.’
Oh ja, ik was het weer vergeten. Ik word een beetje vergeetachtig. Maar ik ben ook al negentig jaar.’
Derde keer.
Bent u al negentig? Dat geloof ik niet?’
Met mijn mes sneed ik een flinke hoek van het kruis af. Shit! Ik moest me beter concentreren op mijn werk!
Jawel, ik ben al negentig! Bijna dood, ha ha. Ik ben niet bang om dood te gaan hoor. Maar ik heb geen haast om te sterven, ik geniet nog van het leven. En dat eeuwig leven dat duurt toch eeuwig, dus dat kan best nog even wachten.’
W’ll see De rechterarm’ van het kruis begon al ergens op te lijken. De majoor dronk van haar thee. Zo te zien met smaak.
Vond u het jammer dat Herman Brood zelfmoord pleegde?’
Zelfmoord vind ik niet goed. Ik neem het de mensen die het doen niet kwalijk, maar ik vind dat je het leven zijn beloop moet laten. Dat vond ik van Herman Brood ook heel jammer, dat hij het gedaan heeft. Maar hij was volgens mij niet meer toerekenbaar. En hij zat helemaal onder de drank en de drugs. Het was toch een soort kinderlijke, ziekelijke man. Niet alleen lichamelijk, maar ook in zijn denken. Hij heeft dat volgens zijn moeder altijd gehad. Hij was totaal onberekenbaar.’
Kinderlijk, ziekelijk, onberekenbaar. Een mooi rijtje. Had hij daardoor immers geen mooi leven gehad? Nee, voor zo’n droge muts als Bosshardt kon dat natuurlijk niet. We moesten god dienen en anders niks.
Ik keek naar het kruis. De ene hand was al bijna helemaal vrij. Nu nog de andere en het hoofd natuurlijk…
Ik heb vooral na zijn dood veel contact met haar gehad, een eenvoudige en gelovige vrouw. Zij wist dat Herman dood zou gaan, maar ze had niet verwacht dat hij zelfmoord zou plegen. Ze zei: Hij kon heel lief zijn, maar hij deed altijd wat waar je niet op rekenen kon. Dan stond hij bijvoorbeeld weer midden in de nacht op de stoep bij haar bejaardenhuis in Assen en maakte het hele huis wakker met zijn kabaal.’
Het viel me nu pas op dat Jezus een vuist maakte. Twee vuisten zelfs. Normaal gesproken had hij zijn handpalmen naar de wereld gekeerd: kijk mij nu toch eens lijden. Ja, beide handen waren gebald. Alsof hij zich los probeerde te trekken
Heeft u Herman vaak ontmoet?’
Heel vaak. Niet alleen in Villa Felderhof, maar ook hier in de stad – in de kroeg of op straat. Dan kreeg ik weer tekeningen van hem of een schilderij, maar daar vond ik niks an en die gaf ik meteen weer weg. Het was een grote vlerk van een kind, hij was helemaal gek. Soms kwam hij ook wel eens hier bij mij thuis, maar hij was altijd heel gauw weer weg. Een keer is hij blijven slapen. Hij was helemaal dronken, dus had ik een bed voor hem gemaakt op de bank. En wat denk je, midden in de nacht kruipt hij bij mij in bed. Majoor, mag ik u ontmaagden? vroeg hij me. Ik heb hem meteen uit bed gegooid. Hij kleedde zich aan en is direct vertrokken. De volgende dag kreeg ik een bloemetje met een kaartje waarop hij sorry, maar ook wel jammer’ had geschreven. Een groot kind, ja dat was hij…’
De linkerkant van het kruis ging wat makkelijker. Het hout was daar wat zachter. Bosshardt ging onverstoorbaar door met haar Brood-avonturen.
Maar normaal gesproken hoefde je nooit bang te zijn dat hij lang bleef; daarvoor was hij te onrustig, hij hield het nog geen tien minuten uit! Ik vind het knap dat hij die vijf dagen in die Villa Felderhof volhield. Hij had zijn eigen ticket in zijn zak, zodat hij elk moment kon gaan, maar hij is toch gebleven. Hij was wel vaak weg en dan zat hij weer in St. Tropez te drinken. Met Bernard van de NCRV, ging ik hem dan zoeken. We vonden hem altijd wel in een of ander café en dan ging hij ook mee. Herman luisterde goed naar mij; naar Rik Felderhof wilde hij nooit zo goed luisteren. Ik ging daarom altijd mee als er televisieopnames van Herman gemaakt moesten worden…’
Ik vond het toch vreemd, die gebalde vuisten. Hij had zich toch vrijwillig laten ophangen, de idioot. Misschien spijt gekregen. Helaas, niks meer aan te doen! Eigen schuld dikke bult! Maar die vuisten zouden me nog goed van pas kunnen komen. Jawel, uit praktisch oogpunt waren ze een waar geschenk uit de hemel…
Ik vond dat zo’n gek huis daar in St. Tropez. Allemaal zitkuilen en trappen. Nee, ik vond het helemaal niet leuk. Om in het zwembad te komen, moest ik eenenveertig trappen af en er was geen leuning! Herman hield mij dan altijd vast. Rik vroeg na afloop van het programma of ik nog wat langer wilde blijven. Dat heb ik niet gedaan, ik was blij dat ik weer naar mijn bejaardenwoning kon gaan. Ik ben samen met Herman vertrokken.’
Heeft u invloed op Hermans leven gehad?’ besloot ik die flauwekul over Felderhof te beëindigen.
In een boek van Bart Chabot staat dat ik zeker invloed op Herman heb gehad. Pak jij het even, het staat op de bovenste plank.’
Ik legde het kruis op tafel en haalde het boek. Het stond naast het complete oeuvre van Erwin Mortier.
Lukt het met je kunstwerk?’
Uitstekend! U zult versteld staan van het resultaat.’
Aardig van je om dat voor mij te doen. Wat wordt het?’
Laat u verrassen.’
Ik gaf haar het boek en ging verder met mijn werk.
Kijk, hier is die brief van Beatrix! Die was ik kwijt! Die zat dus in het boek van Chabot. Ja, ik schrijf weer veel met Beatrix sinds Claus dood is. Ze heeft namelijk veel verdriet. Ze hadden ook een goede relatie. Ook seksueel. Dat was wel wat anders met Juliana en Bernard. Met Juliana heb ik ook veel gecorrespondeerd, maar dat kan nu niet meer. Ja, Juliana wilde niet meer met Bernard naar bed nadat de kinderen waren geboren. Dat vond ik niet goed, want in het huwelijk heb je plichten. Dat heb ik haar ook geschreven. Ik begreep Bernard dan ook wel dat hij vreemd ging.’
Ik was niet geïnteresseerd in de Oranje-roddels.
Kunt u voorlezen uit het boek!’
Ja, dat is goed. Met een leesbril kan ik gelukkig van dichtbij nog wel iets zien. Hier staat het, ik heb het aangestreept. Herman zegt daarin: Vooralsnog, maar dit zijn alleen vermoedens, heeft majoor Boshardt iets bij mij op gang gebracht. Zij was de eerste die mij iets zinnigs kon zeggen over wat voor functie God zou kunnen hebben. De aanzet. En iets verderop: En in één keer gaf de majoor mij de weg aan. Kletsmajoor. Dat vond ik voor Herman Brood toch wel mooi. Ik heb het pas gelezen toen hij al dood was. Mijn naam is in dat boek trouwens verkeerd geschreven, Bosshardt is met twee s’en.’
Chabot had dus niet de moeite genomen om haar naam goed te schrijven. Hij durfde zijn kritiek op haar blijkbaar niet openlijk te uiten. Dan maar impliciet in mijn boek verwerken, moet hij hebben gedacht. De schele klootzak.
Heeft u met Herman ook over de dood gesproken?’
Een paar keer. Ik geloof niet dat hij bang was om te sterven. Hij wist ook dat hij dood zou gaan; hij had nog maar een paar maanden te leven. Hij was al incontinent en daar had hij een reuze hekel aan. Voor een man is dat ook vervelender dan voor een vrouw. Zeker voor een man als Herman Brood die altijd met vrouwen rotzooide. Maar om dan van een hotel te springen! Maar ja, hij was altijd op zoek naar sensatie. Ik weet niet of hij zich op dat moment eenzaam voelde. Hij had buien waarin hij heel eenzaam was, maar soms gaf hij ook nergens wat om.’
De linkerkant schoot op. De vuisten waren nu nagenoeg vrij. Het lukte vrij aardig. Ik zat blijkbaar vol met onontgonnen talenten.
Laatst belde iemand mij op met de vraag of ik bij de gemeente wilde pleiten voor een standbeeld van Herman. Ik zeg: iemand die zelfmoord heeft gepleegd, daar hoef ik geen standbeeld voor. Ik zal me nooit verzetten als de gemeente dat in haar hoofd haalt, maar ik zal me er niet sterk voor maken. Hij was een wonderlijke vogel die Herman Brood, maar ik geloof dat God ook hem heeft vergeven. Hij is nu ergens in een soort land van rust en vrede.’
Ik had genoeg gehoord over Brood. Tijd om tot actie over te gaan! Over dus naar onderwerp twee: de bijbel. Ik legde het kruis op tafel en pakte mijn zakbijbel uit de binnenzak van mijn jas.
*
Majoor, ik wil nu graag met u praten over de bijbel. Ik lees er regelmatig in, maar ik begrijp er niks van…’
Gods woord is niet altijd makkelijk te volgen jongen. Wat het oog niet heeft gezien, het oor niet heeft gehoord en een mens niet kan bedenken, dat heeft God ergens bereid, maar wat het precies is, dat weet ik niet.’
Ze probeerde zich er gemakkelijk vanaf te maken, de kuthoer. Maar niet bij mij! Verantwoordelijkheid zou ze nemen, godverdomme! Ik sloeg de bijbel open op een willekeurige plek…
Ik lees even iets voor. Dan kunt u het mij daarna even uitleggen.’
Het zout is wel goed, maar wanneer zelfs het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden?
Een culinaire passage. Ik was benieuwd of zij er chocola van kon maken.
Ja, jongen, Gods woorden zijn soms ondoorgrondelijk maar hij bedoelt het goed.’
Niet dus.
Wat bedoelt hij goed?’
God heeft het goed voor met de mensen.’
Heerlijk dat naïeve geloof. Jaloersmakend bijna. Not!
U begrijpt dus ook niet wat hier staat?’
Ik weet wat hij bedoelt.’
En dat is?’
Wat ik net al zei. God heeft het goed voor met de mensen.’
Ik raakte geïrriteerd.
Een volgende passage dan maar.’
Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden.
Een prachtige volzin. Zeven komma’s. Toe maar.
Majoor Bosshardt keek mij vragend aan. Ze begreep niet waar ik naartoe wilde.
Jongen, God heeft het goed voor met de mensen, ook met jou ’
God moet met zijn gore poten van mij afblijven! Er waren al genoeg mensen die hij had geïndoctrineerd met zijn helende handen en zijn kromme nietszeggende zinnen.
U weet niet wat al die onzin betekent, maar toch gelooft u het blindelings. Is dat niet een beetje raar?’
God heeft mij beloofd dat het goed zal komen. Dat is voor mij voldoende.’
Ja, ja.
Goed zal komen waarmee? Met deze achterlijke wereld? Met u, de barmhartige Samaritaan?’
Zij schoof nu ongemakkelijk op haar stoel.
Volgens mij bent u gewoon een beetje dom.’
Zullen we maar een eind aan dit interview maken?…’
Zeker niet! Mijn kunstwerk is nog niet af. En ik wil u nog een paar mooie passages voorlezen!’
Ze wilde opstaan, maar ik drukte haar terug in haar stoel.
Ik zei toch dat ik nog niet klaar was!’
De majoor gehoorzaamde gedwee en bleef stil zitten.
Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde, en gij hebt de vermaning vergeten, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heren niet gering, en verslap niet, als gij door Hem bestraft wordt, want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt.
Daar heb je niet van terug hè, vuile kuthoer. Nee, dat gaat je huishoudschoolniveau ver te boven!’
Ik werd steeds kwader. De majoor durfde niks meer te zeggen. Ze zat stil voor zich uit te kijken.
Hier, nog een pareltje.’
Geliefden, ik schrijf u geen nieuw gebod, maar een oud gebod, dat gij van den beginnen gehad hebt, dit oude gebod is het woord, dat gij gehoord hebt, toch schrijf ik u een nieuw gebod, want wat waarheid is in Hem en in u de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds.
De bijbel is gewoon een raadselboek voor de zwakken van geest! Nieuw? Oud? Nee, toch maar nieuw? Duidelijkheid is in mijn ogen toch wat anders! En hele volksstammen geloven godverdomme in die onzin! Ze begrijpen het weliswaar niet, maar ze gelóven het. Nee, het is niet zo moeilijk om de lijn door te trekken naar Hitler en consorten. Gooi er een mooi sausje overheen en de massa gaat door de knieën! Vooruit, nog een laatste, om het af te leren!’
Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek beschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.
Hoe zit het met uw geboomte des levens? Is het u al afgenomen?!’
De majoor gaf geen antwoord. Ze leek niet bang te zijn, huilen deed ze ook niet. God had haar immers onder zijn hoede. God had het goed met haar voor. Wat kon er dan gebeuren? Niks godverdomme!
Ik gaf haar een vuistslag tussen haar ogen. Ze schoof uit haar stoel, viel op de grond. Ik boog me over haar heen. Wat een ont-zet-tend dommige blik had ze in haar troebelige ogen. Mijn bijbel stak ik in haar mond. Die had ik niet meer nodig.
Ik ging weer zitten en maakte mijn kunstwerk rustig af. Totdat ook die arrogante kutkop van die jezus bevrijd was uit het hout. Daarna tilde ik haar tweedehands soepjurk op en trok haar onderbroek uit. Ze had godverdomme ook nog een luier om! Ook die verwijderde ik. Met tegenzin. Met grote tegenzin. Een zure lucht verspreidde zich door de kamer.
Ik spreidde haar benen, pakte het houten kruis en stak de treurende christuskop in haar verlebberde kut. Flink diep. Ze begon te bloeden. Ontmaagd op haar negentigste!
Ik zette vervolgens het kruis vast door de laffe armen van de messias door haar schaamlippen te steken. De goddelijke vuisten doorboorden triomfantelijk het droge vlees. Heil, heil de heer!
Ik stond op en bekeek het resultaat. Bevredigend! Ze lag er prachtig bij. Vooral de bebloede vuisten door de ontwaakte lippen kleedden het tafereel mooi af.
Daar lig je dan met die mooie beloftes van je god!’
Ik trapte hard tegen de onderkant van het kruis en verliet haar flat.
A.H.J. Dautzenberg (Heerlen, 1967) woont en werkt in Tilburg-Noord. Hij is dichter, schrijver en uitgever.
Dautzenberg, 03.05.2009 @ 11:45
54 Reacties
op 03 05 2009 at 13:01 schreef jan:
Ik vind dit eigenlijk wel erg.
op 03 05 2009 at 13:49 schreef vander F:
Schandelijk,
Herman zo portretteren.
op 03 05 2009 at 14:00 schreef Doortje:
Wat is ie lekker tekeer gegaan. Maar ja het is de majoor en die gelooft in iets waar je lekker tegenaan mag trappen.Dan moet je dat vooral niet laten, toch?
Het zij hem vergeven, de zak.
op 03 05 2009 at 14:09 schreef joke:
De vraag is: ziet Donner op deze dag des Heeren brood in Dautzenberg’s smalende godslastering?
op 03 05 2009 at 14:53 schreef vasti:
Ziekelijk en walgelijk product van een gestoorde geest.
Het kan en mag allemaal. Absoluut.
Maar met welk doel?
Wie het weet mag het zeggen.
op 03 05 2009 at 16:59 schreef Bert Brussen:
Geniale proza!
Die reactie van Doortje maakt het echt af.
Zijn er al bundels met deze teksten?
op 03 05 2009 at 17:06 schreef Bert Brussen:
WTF? 6 reacties en "dé" reactie staat er nog geeneens tussen! Zit HVV te pitten ofzo?
Nou dan maak ik hem maar: "Jaja Dautzenberg, makkelijk hoor christenen bashen! Dat moet je eens over de profeet doen maar daarvoor ben je te laf!!11!!111!! Christenen komen niet met een bomgordel aan je deur, dan durf je wel!!1111!!!!!!111"
*Rent giechelend weer weg*
op 03 05 2009 at 17:17 schreef EH:
Geniaal proza, maar het gaat wel net even een stukje verder dan een tulband met een bom erin ja. Dat je je daar maar al te goed van bewust bent blijkt wel uit je verkrampte reactie, Bert.
op 03 05 2009 at 17:22 schreef Loesje:
Goh, blij dat ik dit heb kunnen lezen.
Weer een stapje verder op de weg van m`n literaire ontwikkeling.
op 03 05 2009 at 17:54 schreef Ozymandias:
EHmmmhmhmh… er zullen wel ontzettend diepzinnige gedachten achter zitten die mij even ontgaan.
op 03 05 2009 at 18:03 schreef Huub:
Goed geschreven, maar inhoudelijk niet helemaal mijn ding. Al is de pointe nog best aardig. Maar waarom woont A.H.J. Dautzenberg in godesnaam in Tilburg-Noord, in de Bellinistraat nog wel? Ja, je moet ergens wonen, maar toch.
op 03 05 2009 at 18:06 schreef Bert Brussen:
@ E.H. Je bent zo’n grote jankbaal dat het gewoon grappig wordt. Ga door!
@Huub: Wees blij dat ie niet meer in Heerlen woont.
op 03 05 2009 at 18:10 schreef Saloukoning:
Ik krijg hier een ERECTIE van!!!11!!1111
op 03 05 2009 at 18:15 schreef Doortje:
En Bert B. is terug met een stijve van proza. Het was hier redelijk zonder je achterlijke geschreeuw. Ik ga maar even met vakantie denk ik. Bral maar lekker Bert B..
op 03 05 2009 at 18:56 schreef Bert Brussen:
@Doortje: ga je nu bidden?
op 03 05 2009 at 18:59 schreef Geert:
Wat een ongelooflijk puberaal gezwatel!!
op 03 05 2009 at 20:22 schreef Summer Glau:
Bertje, je moet niet doen alsof je hier bepaalde privileges geniet. De grote baas heeft het gezegd.
op 03 05 2009 at 20:43 schreef Peter:
Had ik jou aangesteld als hulpsheriff, Summer? Nee, hè? De wet handhaven kan ik zelf uitstekend af. Heb ik jouw hulp niet bij nodig.
op 03 05 2009 at 21:18 schreef Guus B.:
Wat een lul die Dautzenberg.
Dat had je moeten flikken toen ze nog leefde.
Persifleer je ook even op mevr. Elatik, held?
op 03 05 2009 at 21:23 schreef Saloukoning:
Wat een zieke, gespannen reaguurcultuur heerst hier zeg. Ik kom hier vaker. Mag dat, Peter? En mag ik dan ook trollen?
op 03 05 2009 at 21:25 schreef Huub:
Het moet gezegd worden: Bert had wel gelijk, zie de reactie van Guus B.
op 03 05 2009 at 21:39 schreef AHJ Dautzenberg:
Beste Naaktslakken,
Ik heb dit verhaal in 2005 gepubliceerd in het blad de Swasbeer. En jawel, de majoor leefde toen nog. Dapper he. Het aantal reacties bedroeg destijds: 0 (lees: nul). Dus ik dacht, laat ik het nog eens proberen.
op 03 05 2009 at 23:20 schreef kaaskop:
"Ik heb dit verhaal in 2005 gepubliceerd in het blad de Swasbeer. En jawel, de majoor leefde toen nog. Dapper he."
nee. je blijft een laffe hond.
op 03 05 2009 at 23:37 schreef Tjerk:
Ik weet niet, hoor, ik heb toch een beetje het gevoel dat mijn oma is aangerand nu.
Oké, het was niet zo’n wijze vrouw als ik altijd wel dacht. Misschien zelfs wel een beetje onnozel. Maar ze deed er niemand kwaad mee, en het was een lieve vrouw.
op 04 05 2009 at 01:53 schreef Guus B:
Lekker makkelijk Dautzenberg, alleen de Swasbeertjes vanaf november 2005 tot juni 2007 zijn terug te vinden, als onderdeel van Striphoek, waar even Bandirah en Argibald te vinden waren.
Bij mijn weten kwamen daar alleen cartoons en prentenreeksen in voor.
Overigens is art. 270.1 WvS van toepassing (in geval van smaad jegens een overledene als ware hij nog in leven) ware het niet dat 270.2 dit misdrijf niet vervolgt dan op klacht van bloedverwant in rechte of zijlinie tot in de 2e graad. Misschien heet de majoor nog wel een nichtje dat alsnog de smaad ziet.
Daar komt Dautz dan lekker mee weg, maar het blijft gewoon een schunnig artikel, dat geen ander doel heeft dan te kwetsen, toen en nu.
Scheer je weg naar waar je vandaan komt,
op 04 05 2009 at 02:05 schreef Guus B.:
Zij heeft nog een neef, dat wordt lachen.
En Dautzenberg, als je zo veel durft, zet je geschrift dan even als een vaste bijdrage van drs. Dautzenberg op de site kutbinnenlanders.
Daar zitten ze echt op te wachten, de oude striphoekers.
op 04 05 2009 at 02:37 schreef Huub:
Een – misschien discutabel- verhaaltje publiceren onder eigen naam is inderdaad LAF. Reageren op andermans creaties onder pseudoniem is daarentegen erg dapper.
op 04 05 2009 at 02:58 schreef Tjerk:
Hoe valt dit onder smaad, Guus?
"Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie." (Art. 261.1 WvS)
Als Dautzenberg nu had geschreven dat Bosshardt fraudeerde met een invalidenuitkering voor ouderen of in haar functie bij het Leger des Heils verantwoordelijk was voor de verwaarlozing en financiële exploitatie van daklozen en gevallen vrouwen, dan zou je hele boompje ergens op zijn gebaseerd. Maar nu?
Volgens mij maakt Dautzenberg gewoon gebruik van het recht zijn ergernis die majoor Bosshardt bij hem oproept creatief om te zetten in een literaire verwoording.
op 04 05 2009 at 03:57 schreef Guus B:
@ Huub: ik gebruik geen pseudoniem, maar ik wens niet elke keer mijn gegevens te publiceren. Voor je weet zit er weer een spammertje in je box.
@Tjerk: dan maken we er een 271 van: beledigende of voor een overledene smadelijke inhoud, waarbij de overige condities qua aanklacht gehandhaafd blijven.
Ik vraag mij in gemoede af hoe iemand dit creatief wil noemen; het zal maar over je moeder gaan.
Het is typisch dat wij hier over een goor stukje zitten te reageren, terwijl Dautz op zijn eigen stek de volle ruimte heeft en ons vrolijk uitlacht. En daar ging de discussie om, niet welk artikel Donner straks kan aangrijpen.
op 04 05 2009 at 04:11 schreef Guus B:
Huub: Dat is overigens een suggestieve toespeling; ik heb het woord laf niet gebruikt, wel het woord lef. En dat laatste heb je pas als je zo schrijft over een levende persoon.
op 04 05 2009 at 05:06 schreef Nederlander:
"Ik heb dit verhaal in 2005 gepubliceerd in het blad de Swasbeer. En jawel, de majoor leefde toen nog. Dapper he. "
Nee. Probeer ’t verhaaltje nog eens, maar dan met een bekende moslima. Groetjes aan Bert.
op 04 05 2009 at 06:33 schreef Tjerk:
Guus: als je wetsartikelen gaat citeren, zou je er goed aan doen je er wat grondiger in te verdiepen.
Art. 266.1 – " Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt, (…) wordt, als eenvoudige belediging, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie."
266.2 – "Niet als eenvoudige belediging strafbaar zijn gedragingen die ertoe strekken een oordeel te geven over de behartiging van openbare belangen, en die er niet op zijn gericht ook in ander opzicht of zwaarder te grieven dan uit die strekking voortvloeit."
Elke advocaat zal er op wijzen dat Dautzenberg met dit stuk schetst waarom de persoon van majoor Bosshardt niet de verering verdient die haar sinds jaar en dag wordt toegezwaaid, omdat zij niet de wijze, diepgelovige altruïste was die de media van haar gemaakt hebben, maar een aandachtsgeile onnozele relibabbelaar wier bijgelovige oppervlakkigheid met minachting en hoon bejegend zou moeten worden.
De praktijk leert dan ook dat als mensen zich door onsmakelijke columns in hun eer aangetast voelen, ze dergelijke zaken niet winnen.
De zaak die Gretta Duisenberg roemloos verloor tegen internetcolumnist Luuk Koelman is daar een goed voorbeeld van.
"De rechtbank stelde dat de column scherp van toon was, maar dat het fictieve karakter duidelijk genoeg naar voren kwam."
Ik denk dat Dautzenberg juridisch dus zelfs wel zou wegkomen met een vervolg waarin hij fantaseert over hoe hij het graf van majoor Bosshardt schendt om zich aan haar in verregaande staat van ontbinding verkerende lijk te kunnen vergrijpen.
Over de behoefte je te vergrijpen aan de nagedachtenis van lang overleden vrouwspersonen gesproken: ben ik nu de enige die zich te buiten gaat aan fantasieën over de deerne wier beeldtenis boven deze pagina prijkt? Wat een schitterend torso! Die borsten! De welgevormde ribbenkast! De armen, de delicate handen! Om over de fraaie compositie in de plooien van haar omslagdoek nog maar te zwijgen.
Alleen dat kinderlijke gezichtje vormt enigzins een turnoff. Niets dat een nummertje pedo-pop echter niet kan verdrijven:
op 04 05 2009 at 07:59 schreef Laila:
Heeft Dautzenberg Gilles de La Tourette?
Dan zou ik het namelijk wat beter kunnen bevatten.
op 04 05 2009 at 08:02 schreef Laila:
Tjerk ,necrofilie is een van de laatste taboes die de mensheid nog heeft…..laat het in hemelsnaam zo blijven.
Zelfs kannibalisme is alledaags.
op 04 05 2009 at 11:16 schreef vasti:
Tjerk schreef:
Volgens mij maakt Dautzenberg gewoon gebruik van zijn recht zijn ergenis die majoor Bosshardt bij hem oproept creatief om te zetten in een literaire verwoording.
Zijn recht,ja.
Creatief en literair?
WAAR DAN?
op 04 05 2009 at 11:18 schreef Peter:
O ja, Laila? Vertel eens?
op 04 05 2009 at 12:15 schreef de Haas:
Voor mij is het met dit schrijfsel als met abstracte kunst: ik begrijp de ballen van de intentie van de schrijver. Is dat shockeren? Of zit er een boodschap in, die ik niet zie? Of is het juist een eerbetoon, aan Bosshardt of Brood? Is het hip, om dit ‘geniaal’ te vinden, Bert? Ga je nu weer met hele korte zinnen, met grote letters, en ook lekker veel uitroeptekens, reageren. Zeg maar, op jouw ‘briljante’ manier? Of juist niet, omdat ik er zo expliciet om vraag? Staat je staart trouwens weer fier omhoog?
Jawel, het moge duidelijk zijn: ik vind het overduidelijk niks, dit stuk. Nou, toch wel wat: smakeloos. Ik had het liever niet gelezen. Ben ik nu uncool, of burgerlijk? Of dom, omdat de bedoeling mij ontgaat?
Of wordt hier de kachel aangemaakt met religiositeit, is dat het? Vind ik, door de band genomen, ook altijd nogal religieus: volkomen los gaan op iets, mensen daarbij voor dom uitmakend, onwetend, en allerlei andere diskwalificaties. Nee, de criticaster heeft de waarheid in pacht, en toont die met graagte en grofheid. En heeft daarin natuurlijk heel wat volgelingen, of is er zelf een…
Nee, ik ben niet religieus. En ja, ik vind dat dit soort schrijven moet mogen. Maar het helpt volgens mij niet om een constructieve discussie op gang te brengen, wat tenminste nog een doel of intentie zou kunnen zijn. Het komt zo’n 40 jaar te laat, toen had het wellicht nog wat kunnen betekenen. Maar, en daar ben ik mij ten volle van bewust, dit is slechts mijn mening. En misschien komt er iemand met argumenten (want die ontbreken nu nogal in de reacties), waarom dit stuk enige waarde heeft.
Gerhard
op 04 05 2009 at 13:38 schreef Geert:
Ik weet ook niet wat de bedoeling van dit stuk is, maar als entertainment voldoet het wat mij betreft prima. Ik zal wel volledig afgestompt zijn, maar ik vind het wel een humorvol beeld dat een oud mensje die het beste met iedereen voorheeft snoeihard wordt aangepakt op haar misplaatste idealen.
Ik snapte alleen de connectie met Herman Brood niet. Is dit onderdeel van een boek of staat het stuk op zichzelf?
op 04 05 2009 at 14:25 schreef Filip:
juridisch ook een een – twee – drietje, maar bovenal ben ik blij dat ik nog wel een morele standaard heb. Klaarblijkelijk hebben luyden alhier die compleet verloren.
op 04 05 2009 at 14:38 schreef René v D.:
Als oprichter en hoofdredacteur van kutbinnenlanders.nl vraag ik me een beetje af hoe de bijdragers op die site weggezet kunnen worden als ‘die oude striphoekers’. Ikzelf heb nooit iets met striphoek te maken gehad en vrijwel de totale samenstelling van de rest van de redactie bestaat uit bevriende striptekenaars, schrijvers en filmmakers. Striphoek – iets dat ik overigens niet eens kén – wordt er hier met de haren bijgehaald. Aangezien ik de maatschappelijke context van de opmerking mis zou ik bijna vermoeden dat er hier sprake is van smaad naar mijn eigen initiatief. Ik hoop dan ook op opheldering van Guusje B. over hoe ik dit mag opvatten.
Op een volledig ongerelateerde noot: de Swasbeer had haar primeur op ClickBurg 2005, een beurs die ik ook zelf organiseerde. Ik heb het nummer thuis nog in de boekenkast liggen en smulde destijds van de kritiek op het katholicisme waar Dautzenberg mee aan kwam zetten. Een thematiek die hij in vier jaar tijd onophoudelijk opvoert, of het nu om het christelijke geloof – toegegeven, in grote mate – of andere geloven aankomt. Of het smakeloos is, is een heel andere kwestie en daar geldt vooral het aloude opinions are like assholes, dunkt me. Het stuk is van harte welkom ter heropvoering op kutbinnenlanders.nl, misschien krijgen we daar dan ook zowaar eens reácties. Stel je voor.
op 04 05 2009 at 15:13 schreef Guus B.:
Dag René van D,
Striphoek ken je niet? Klik even op deze link naar Clickburg en de reacties in het forum door jezelf als betrokken bezoeker.
http://forum.clickburg.nl/viewtopic.php?pid=20991
Doet er verder niet toe, vrijheid van meningsuiting, smaak en belediging, het zij zo. Het besproken artikel is naar mijn mening smakeloos en niet doeltreffend, en dát was inderdaad de kwestie waar het om ging.
Op Clickburg valt weinig aan te merken overigens, dat dan weer wel.
op 04 05 2009 at 15:47 schreef René v D.:
Ach hee, was dát Striphoek, dat is echt ages ago. Ik volg al die peop al jaren niet meer joh. Wat dat betreft kan ik aardig met Peter door één deur wat betreft onze mening over ’s Neerlands stripwereldje. ’t Is niet voor niets dat ik al lange tijd niet meer teken, overigens.
Geinig detail is overigens dat ik ’s zaterdag nog bij de heer Dautzenberg thuis een lekker cognacje heb gedronken. En wat bier. Het is heus een aardige vent als je ‘m leert kennen maar in de traditie van Roothaert zit de religie en daaruitvloeiende dommakerij van het volk hem al heel lang dwars. Ik denk dat – nogmaals, ongeacht smaak – je het stuk vooral in die context mot zien. Overigens heb ik bovenstaand stuk smakelijk herlezen, ook dat was alweer ver achterin het geheugen weggezakt. Maar de zakjes van Venco verschillen gelukkig ook.
op 04 05 2009 at 15:51 schreef Tjerk:
Peter: "O ja, Laila? Vertel eens?"
Wist je dat niet? Bij de keurslager hebben ze tegenwoordig een heel assortiment liggen. Nu durf ik de schouderkarbonade nog wel aan, maar bij de worstjes vraag je je toch af wat ze daar allemaal in hebben verwerkt en wiens darm je dan aan het verorberen bent.
Vasti: "Creatief en literair? WAAR DAN?"
O, zo’n stukje vereist meer literaire creativiteit dan je bedenkt. De plot. De spanningsopbouw. Het uitwerken van de dialogen. Het verweven van je polemische punten. Ik zeg niet dat Dautzenberg een groot schrijver is – dit stuk is veel te lang, bijvoorbeeld – maar dat er enige creativiteit en literair inzicht nodig is om het te bedenken en uit te werken, dat staat buiten kijf.
op 04 05 2009 at 16:23 schreef sbs6:
Zinloos puberaal stukje.
op 04 05 2009 at 16:38 schreef AHJ Dautzenberg:
Oei, de terreuring slaat weer toe!
op 04 05 2009 at 17:19 schreef Fonzie:
Terreuring, wat een geniale vondst. Dautz, het verhaal is ronduit kut, maar je hebt zojuist een nieuw woord aan de Nederlandse taal toegevoegd. Of heeft iemand het al eerder ergens gelezen?
op 04 05 2009 at 20:30 schreef Henk:
Volgens Geert Geel is dit zelfs een pedofielen-site:
http://www.pim-fortuyn.nl/pfforum/topic.asp?TOPIC_ID=62069
Dit is nu Frontaal Naakt. Het weblog van de pedoplaatjes en pedoverhaaltjes publicerende Peter Breedveld. Die daar zijn schandknaapje Bert Brussen op laat masturberen.
op 04 05 2009 at 20:59 schreef Laila:
Volgens mij is Bert way past de schandknaapjesleeftijd.
Volgens mij verschaffen schandknaapjes juist anderen genot…..maar ik kan het mis hebben.
op 04 05 2009 at 21:00 schreef Peter:
Geert Geel is een pisvlek in de onderbroek van Edgar van Oostrum.
op 05 05 2009 at 18:48 schreef Fridjof:
Fijn voor deze zieke geest dat hij zich zo boeiend weet te uiten. Jammer dat ik met zijn abjecte hersenspinsels geconfronteerd wordt.
Ranzig en volkomen zinloos.
Ik vind persoonlijk dat je met plaatsing van deze tekst over een grens gaat.
op 08 05 2009 at 04:26 schreef Tjerk:
Over welke grens dan wel, Fridjof? En waarom is het over die grens?
Dat het weerzin-wekkend is, dat staat buiten kijf. Het wekt weerzin, daar is het ook expliciet toe bedoeld, met de intentie als spiegel te fungeren van de weerzin die Dautzenberg ervaart bij de verheerlijking van het mediageile oma-altruïsme en religieuze gezwatel dat majoor Bosshardt uitsloeg.
It’s a wake up call, het is een ruwe slag in het gezicht. PETS! ‘Wordt wakker mensen, deze vrouw verdient al die loftuitingen en bewondering niet. Zien jullie dat nou niet?’ KLATS!
En het is Dautzenbergs kleine persoonlijke wraakneming over die ergernis, natuurlijk. Dat pleziertje zij hem gegund, want net als Bosshardt met haar gelovige wijsheden en kijk-mij-nou-eens-lief-zijn-voor-die-junk-shtick doet hij er verder niemand kwaad mee.
Wil je het niet lezen? Scroll er dan over heen, sluit de pagina, zap weg. Je hóeft het niet te zien (het is zo lang voordat je bij de ontknoping komt, die je van mijlen ver aan voelt komen, dat je er echt zélf voor kiest deze via dolorosa tot het einde toe af te lopen om getuige te zijn van de bloederige kruisiging van de majoor.
"..One day I’ll get to you
and teach you how to get to purest hell:
You do it to yourself
you do
and that’s what really hurts
You do it to yourself
just you
You, and no-one else"
op 08 05 2009 at 16:03 schreef de Haas:
O, is dat het Tjerk. Eindelijk wordt het me duidelijk, het waarom. Wel een lichtgeraakt mannetje dan, zeg.
En de grens die overschreden wordt? Het zijn er meerdere, m.i. Fatsoen, redelijkheid, proportionaliteit zijn er een paar van.
op 09 05 2009 at 08:29 schreef Laila:
Tjerk ,ik ben toch benieuwd hoe jij tegen de hedendaagse Piraterij aankijkt.
Het heeft zich in relatief korte tijd tot een waar fenomeen ontwikkeld. Het siert dagelijks ons nieuws en lijkt niet meer weg te slaan.
Misschien is dit ook een nodige wake-up call en een ijskoude plens in het gezicht na Pirates of the Caribbean 304,want van het geromantiseerde beeld van de piraten klopt natuurlijk geen snars.
Ik ben dol op Pirates of the Caribbean en op de bezopen wijze waarop waarop Johny Depp de rol van Jack Spearow vertolkt-deed mij denken aan de manier waarop hij gestalte gaf aan El Zorro in Don Juan de Marco- maar ik vrees dat het succes van deze Piraten sequence menig Afrikaan heeft geinspireerd ; )
op 09 05 2009 at 09:19 schreef Tjerk:
Als dat zou was zou de Westerse wereld en de Cairiben moeten bulken van de piraten, want in de VS en Europa was de film populair. Hoeveel bioscopen Afrika telt en of ze daar überhaupt Sneeuwwitje en Bambi al hebben gezien: geen flauw idee.
Voormalige vissers houden zich bovendien al met piraterij bezig sinds het uitbreken van de burgeroorlog begin jaren ’90.