Aidstest
Gin Mooy
Eigenlijk ben ik nooit onvoorzichtig met vrijen. Bijna nooit. Héél zelden. En bovendien heb ik al een behoorlijke tijd een vaste partner. Ik weet van mijn kant natuurlijk honderd procent zeker wat ik wel en niet uitvreet en dat ik niet zou hoeven vrezen voor een positieve uitslag bij een HIV-test. Mijn laatste test was in Augustus 2008, en de voorlaatste test in Februari 2008. Beiden negatief, en al sinds de eerste test heb ik niet meer buiten de deur gegeten.
Hoe dan ook, ik laat me ongeveer eens per half jaar testen. Lacherig zei een vriendinnetje ooit tegen me dat ik wel erg paranoïde ben, zeker omdat ik bij niet-vaste partners altijd in het condoom geloofd heb. Dus wat kan er dan eigenlijk helemaal misgaan? Een typisch kenmerk van mensen die aan paranoia lijden is natuurlijk dat ze zelf denken dat ze helemaal niet paranoïde zijn, dus wie weet wat er allemaal langs me heen gaat, maar ik denk dat ik in dit geval toch juist erg nuchter ben.
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Je kunt wel denken dat meneer of mevrouw vaste partner heel zuiver op de graat is, maar als het moet, is een slippertje in vijf minuten gemaakt. Je kan dus nooit honderd procent zekerheid hebben dat je geen enkel risico loopt. En bovendien doet testen net zoveel pijn als een speldeprikje. Aids krijgen omdat je HIV-besmetting genegeerd hebt, doet daarentegen weer heel veel pijn. Denk ik althans. Ik wil mezelf in ieder geval nooit voor mijn kop hoeven slaan, omdat ik niet een middagje per halfjaar vrij kan maken om een buisje met bloed af te laten nemen.
Vol zelfvertrouwen ging ik afgelopen week op het krukje van de prikzuster zitten. Dat de naald drie keer opnieuw ingestoken moest worden, mocht de pret niet drukken. Trots op mijn status als compleet schoon van SOA’s en HIV, vind ik de bevestiging op papier telkens toch weer net zoiets als een diploma behalen. Een clean bill of health is welbeschouwd toch heel wat belangrijker dan je rijbewijs, of een certificaat voor boekhouden, of een middelbare school diploma, of een universitaire bul.
Het buisje ging onderweg naar het lab, ik ging onderweg naar huis. Eenmaal thuis dacht ik er niet meer over na. De tijd dat ik zenuwachtig kon worden van een aidstest is echt al heel lang geleden. Sinds de eerste negatieve uitslag terugkwam, meer dan tien jaar geleden, heb ik heel erg goed voor mezelf gezorgd. Het is een routinekwestie geworden.
Na twee dagen kon ik de uitslag ophalen. Dichtgeplakt in een envelop voor mijn gynaecoloog. Vaste vriend was mee. Volgende week donderdag heb ik pas een afspraak bij de gynaecoloog, dus verdween de envelop in mijn tas. Op weg naar voedsel en koude cola. Aan het einde van de straat vroeg vriendje ineens: “ben je dan helemaal niet benieuwd naar de uitslag?” Ik haalde mijn schouders op. “Nee, ik weet dat het negatief is, dat kan niet anders.” Vast vriendje keek me met een speelse glimlach aan. “Tenzij jij bent vreemdgegaan met een HIV-geïnfecteerde natuurlijk,” zei ik koeltjes. Hij lachte zijn tanden bloot, terwijl hij met zijn hoofd ‘nee’ schudde.
Ik wilde mijn zelfverzekerde, stoere houding volhouden, maar er was iets aan me gaan knagen. Middenin het getto trok ik mijn tas open, waarbij de bankbiljetten de criminelen toelachten. Toen er een opgeschoten etter op me af kwam lopen, snauwde ik: “laat me met rust, ik heb iets belangrijks aan mijn hoofd.” De jongen droop af. Arrogant zei ik, nog voordat ik de uitslag had gelezen: “Kijk, zie je wel, negatief, zei ik toch…”
Vaste vriend nam het papiertje van me over, terwijl hij de uitslag las, keek ik stiekem over zijn schouder mee. Mijn hart begon hard te bonzen. Negatief. Een geweldige opluchting trok door mijn lichaam. Geen HIV, geen aids, ook geen andere SOA’s, zei het andere papier. Ook mijn cholesterol was goed, geen malaria in mijn bloed, ietwat veel proteïne, lage bloeddruk, maar helemaal gezond. Met een grote glimlach stopte ik de papieren weer terug in de envelop en probeerde het zo goed mogelijk weer dicht te plakken. Mijn hele dag was goed.
Antropologe Gin Mooy (voorheen Hageman) doet promotie-onderzoek naar ex-kindsoldaten in Sierra Leone. Ze zette het hulpproject Mind to Change op en schreef een boek. Meer Gin op The Vault.
Gin Mooy, 27.03.2009 @ 01:22
3 Reacties
op 27 03 2009 at 10:53 schreef Bert Brussen:
En bovendien heb ik al een behoorlijke tijd een vaste partner.
Vaste partners bestaan niet.
op 27 03 2009 at 12:15 schreef Pieter:
Het meegeven van medische gegevens gesloten is bij een onderzoek naar HIV een extra belasting voor de betrokkene en bovendien een manier van doen bij artsen die minstens 70 jaar oud zijn.
Pik het nooit,
Pieter
op 28 03 2009 at 12:47 schreef Michiel Mans:
Maar toch, ook iemand die paranoïde is kan achtervolgd worden. Gelukkig jij nu niet.