Möring en de anderen
Peter Breedveld
Illustratie: Jacob Collins
Hoe groot zou het calvinistische gehalte van Marcel Möring zijn? Vermoedelijk heel erg groot. Mörings boekje Een lange weg, dat hij heeft geschreven ter afsluiting van zijn jaar aan de Vrij Universiteit als Schrijver op Locatie, bevat een onvervalste donderpreek van het soort waar streng gereformeerde dominees patent op hebben. Wij zijn zondaars! schreeuwt Möring zijn lezers van zowat elke bladzijde toe.
Wij spreken zo graag over de moslims’, alsof die geen individuele persoonlijkheden zijn’ (blz. 15); Wij hebben er blijkbaar behoefte aan om tot een groep te behoren’ (blz. 21); Wij bedrijven teleologie met onszelf’ (blz. 23); Wij hebben een schijnwerkelijkheid geschapen’ (blz. 27); Wij zijn weinig gedefinieerd en kleurloos’ (blz. 28); Wij betalen een afkoopsom ten behoeve van de lieve vrede’ (blz. 31); Wij voelen ons bedreigd door een andersheid waar wij ons nooit om bekommerden toen we er ook nog iets aardigs van konden denken’ (blz. 31); Eigenheid en andersheid zien wij liever niet in het publieke domein’ (blz. 39); Wij eisen de moeizaam verworven openbare ruimte op voor de Gay Parade, seks op openbare stranden en een kabouter met een buttplug in zijn hand’ (blz. 39); Wij mogen alles in het openbaar, maar zij mogen daar alleen wat wij wenselijk achten’ (blz. 40); Wij zagen elkaar in sociaal opzicht niet of nauwelijks staan’ (blz. 48); Zo raakten we verder van elkaar verwijderd, zij en wij‘ (blz. 49); Het vrijwel collectieve beroep dat we steeds doen op de Verlichting’ (blz. 53); enzovoort, enzovoort.
Het zal inmiddels duidelijk zijn: Een lange weg is Mörings bijdrage aan het nationale debat over de multiculturele samenleving en daarbij is hij heel streng voor zichzelf. Möring meent dat Nederland (dat zijn wij’ dus) door de mand valt als een intolerant land waar de vreemdelingenhaat welig tiert. Möring schuwt de hand in eigen boezem allerminst. Wat een zelfkastijding! Lijkt het.
Want steeds als Möring het woord wij’ bezigt, bedoelt hij helemaal niet wij. Hij bedoelt jullie’. Wij zijn het, waar hij zo wellustig de knoet overheen haalt. Möring spreekt niet over de moslims’, wij doen dat. Möring doet niet aan schijnwerkelijkheden, wij doen dat. En hij doet ook geen beroep op de Verlichting.
Welnee, Möring, belezen als hij is, weet uiteraard dat de Verlichting zoveel uiteenlopende theorieën en ideeën bevat – en dat Edmund Burke bovendien een vrouwenhater was, die vrouwen lager achtte dan sommige dieren (dus wat zeurt Wilders nou over de ondergeschikte positie van vrouwen over de islam) dat je daar natuurlijk niet zomaar mee kunt lopen zwaaien, alsof de Verlichting één vast stelsel van bepaalde normen en waarden is.
Möring heeft er ook geen behoefte aan tot een groep te behoren. Die had hij ooit, toen hij een puber was en zich tot de anarchistische zionisten rekende, te herkennen aan het zwarte gehaakte keppeltje op zijn hoofd. Maar Möring is volwassen en wijs geworden en dat keppeltje heeft hij allang afgezet, al laat hij de lezers van Een lange weg geen moment vergeten dat hij van joodse kunne is. Dat Möring niet tot die veelgebezigde wij’ behoort. Möring is de betreurde Ander. Möring stamt af van een geslacht dat werd onderdrukt door de christenen, ten prooi viel aan pogroms en ook Möring zelf is eens het slachtoffer geweest van antisemitisme, toen hij op de christelijke school voor journalistiek in Kampen werd ontslagen omdat hij joods was.
Het lijkt op het eerste gezicht dat Möring zich boos maakt over de manier waarop wij’ (hij en u en ik) de moslims behandelen, maar in werkelijkheid wentelt Möring zich hartstochtelijk in een slachtofferrol. Hij verwijst constant naar de Holocaust. Zelfs als het over de discriminatie van Molukkers gaat, waar hij zich als twaalfjarige jongen al zo kwaad om maakte, weet Möring een directe link naar de Holocaust te leggen. Overal waar hij kwam, moest hij weer tranen van verontwaardiging wegslikken vanwege die alomtegenwoordigheid van de vijandigheid jegens de Ander. Diezelfde vijandigheid die heeft geresulteerd in de deportatie en de moord op Anne Frank, die wij’ zo opzichtig als schaamlap voor onze eigen verderfelijkheid gebruiken.
Möring zelf is verpletterend in orde. Als een kennis’ hem vraagt wat het begrip halal’ eigenlijk betekent, valt hij woedend naar hem uit omdat die kennis dat had moeten weten. Dat je het niet weet en je daarvoor niet eens schaamt, betekent dat het je niet kan schelen wat die mensen denken, wat ze eten, wat ze drijft en wat ze zijn’, foetert hij. En ja hoor, opeens herinnert hij zich dat hij diezelfde kennis tijdens een eerder samenzijn al eens had betrapt op een antisemitisch vooroordeel. Uiteindelijk draait het altijd om Mörings eigen slachtofferschap. Die moslims vormen daar steeds een inleiding voor.
Möring is natuurlijk wel degelijk geïnteresseerd in de ander: Ik voel een sociale plicht om mij te verdiepen in hun leefwijze en hun cultuur, hun gevoeligheden en trots. Ik hoop op wederkerigheid, maar daarvan is mijn interesse niet afhankelijk. (…) Dat is beschaving.’
Zo beschaafd, die Marcel Möring. En nog onbaatzuchtig ook.
Möring is zo ontzettend vol van zichzelf, dat ik me tijdens het lezen van Een lange weg kapot heb geërgerd en ergens was dat ook wel lekker. Ik heb me anderhalf uur kostelijk vermaakt, puur vanwege die quasi-verontwaardigde zelfgenoegzaamheid, die bovendien in een vlot leesbare stijl is neergepend.
Eerder gepubliceerd in Ad Valvas, weekblad van de Vrije Universiteit.
Peter Breedveld, 09.02.2009 @ 15:00
6 Reacties
op 09 02 2009 at 15:24 schreef Hosseyn:
@Peter
Dat heb ik nu met
op 09 02 2009 at 15:25 schreef Hosseyn:
Oeps… Kader Abdollah. Een ezel, een schurkpaal.
op 09 02 2009 at 17:42 schreef leo:
Merkwaardig dat deze uitverkoren persoon zich zo met ‘ons’ vereenzelvigd.
op 09 02 2009 at 20:49 schreef Jimmy:
Toegegeven: ik schep er een ziekelijk genoegen in dat er mensen als Marcel Möring, Francisco van Jole, Geert Mak of de blijkbaar tegenwoordig op FN-meelurkende Elsbeth Etty bestaan. Zij motiveren me (i.e. zij voorzien me van veel irritatie-brandstof), om dikke pillen vol tegengif te lezen; bovendien helpen ze me er aan te herinneren dat de media vol zit met idealisten ipv journalisten.
op 09 02 2009 at 21:28 schreef Bert Brussen:
Wat Jimmy zegt. Met dit soort brabbelaars die het zo met zichzelf hebben getroffen, heb je verder geen vijanden meer nodig. Heerlijk gif dat om tegengif vraagt. Puur genot.
Maar het blijft jammer dat het weer een joodse schrijver is die zijn loodzware joodse identiteit door de drek haalt en de holocaust erbij haalt.
Waar blijft die joodse schrijver die daar eens mee afrekent en gewoon voor zichzelf praat, zonder holocaustverleden?
Grunberg?
op 10 02 2009 at 12:24 schreef Huub:
@BertBrussen: Die maken zich niet bekend als jood, omdat het ze niet boeit.
Ontopic: Tja, Möring. Het grote verlangen was een best boek. Dit lijkt geen briljante uitgave te zijn, uit de recensie komt een eenzijdigheid naar voren die slechts Anja Meulenbelt en Rene Damen nog huldigen.