Rechtbanktekenaar
Peter Breedveld
Illustratie: Phil Henderson
Wapen- en drugshandelaar Mink K. (we beperken ons hier tot de initiaal van de opgevoerde criminelen – niet uit respect voor hun privacy of welke achterhaalde journalistieke code ook, maar vanwege het lekkere misdaadverslaggevingssfeertje) liep na afloop van een rechtszitting op rechtbanktekenaar Aloys Oosterwijk af. Niet iedere verdachte is ervan gecharmeerd dat zijn getekende portret in de krant komt, en de heer K. is niet vies van intimidatie. Dus Oosterwijk was voorbereid. K. bleek echter de vriendelijkheid zelve en had geen enkele moeite met zijn rol als portretmodel. “Als je me er maar wel een beetje knap op zet”, verzocht hij de tekenaar.
White trash
Oosterwijk wordt wel eens geïntimideerd. Eén van de knechten van Heineken-ontvoerder en misdaad magnaat Willem H., een ‘hitman‘ met de bijnaam ‘Zuurkool’, herkende hem op straat eens van de rechtbank en volgde de rechtbanktekenaar op zijn scooter tot bij diens huis. “Waarschijnlijk om het signaal af te geven: ‘Ik weet nu waar je woont’. Maar ik lig daar niet wakker van”, zegt Oosterwijk laconiek. “Het hoort er een beetje bij.”
Het zijn dan ook niet de zittingen rond de topcriminelen die hem af en toe aangrijpen. “Met dat penosewereldje hebben wij op zich niks te maken. Dat hou je op afstand, ze bemoeien zich niet met jou, behalve als je heel rijk wordt; dan komen ze bij je langs. Maar wat me wel eens wat doet, zijn de zaken waarin kleine luiden de hoofdrol spelen. Iemand die in een vlaag van waanzin zijn familie in de fik steekt, of een kindermoordenaar. Dat soort rechtszittingen doe ik vaak, omdat de lezers van mijn opdrachtgever Panorama juist daarin zijn geïnteresseerd.”
Soms heeft Oosterwijk zin om een verdachte een schop onder zijn hol te geven, bekent hij. “Zo’n groep jongens dat oude vrouwtjes mishandelt en berooft. Ik moet dan aan mijn eigen oude moedertje denken.” Ook krijgt hij wel eens medelijden. “Het gaat vaak om mensen die helemaal niets hebben. Zo’n internetpedo, een enorm tragisch verhaal. Was zelf ook mis bruikt in zijn jeugd, had een klompvoet.” Huiveringwekkend is het verhaal van de familie Van der P., die een seksadvertentie in de krant had geplaatst en de man die in reactie daarop aan huis kwam, doodsloeg. “Er zit ontzettend veel white trash in de rechtszaal.”
Zedenschets
Oosterwijk tekent al jaren de strip Willems Wereld voor Panorama, een soort zedenschets in afleveringen van het Amsterdamse vrijgezellenbestaan. De strip wordt mijns inziens niet genoeg op waarde geschat; historici die over honderd jaar willen weten hoe het was om in de 20ste en 21 ste eeuw in Amsterdam te leven, hebben meer aan het verzamelde werk van Oosterwijk dan aan bijvoorbeeld de archieven van dagblad Het Parool. Hij tekent niet alleen maar mensen in bepaalde situaties. Hij brengt een gevoel over, vertelt hoe het is.
Zo ook met zijn rechtbanktekeningen, waarmee hij in 2005 voor Panorama begon. Zijn werk verschijnt nu tevens in het Algemeen Dagblad, en zo langzamerhand begint Oosterwijk de status te krijgen van Chris Roodbeen, al tientallen jaren dé rechtbanktekenaar van Nederland. “Ik bewonder Roodbeen enorm, zijn werk geeft een mooi tijdsbeeld van de jaren zeventig en tachtig”, aldus Oosterwijk.
Feesten en partijen
Hij komt hem vaak tegen tijdens rechtszittingen, waarbij Roodbeen zich wel eens heeft laten ontvallen dat hij Oosterwijks werk te karikaturaal vindt. Is die kritiek terecht? Oosterwijks tekeningen van Willem H. hebben inderdaad wel iets karikaturaals. “Vind je dat echt? Dit is toch echt zoals ik hem zie. Ik probeer bepaalde gezichtstrekken en vormen juist heel vaak wat af te zwakken, om mensen te sparen”, verdedigt Oosterwijk zich. Willem H. heeft gewoon een elastisch gezicht. “Hij is ook heel beweeglijk, wat het soms lastig maakt hem te tekenen”. Daarom staat op sommige schetsen niet meer dan een neus en een paar ogen. “Daar kan ik dan thuis, bij het uitwerken van de tekening, wel weer mee aan de slag. Want die neus en ogen zijn wel precies goed”, legt Oosterwijk uit.
Willem H., gezien door Aloys Oosterwijk
Als portrettekenaar heeft hij veel geoefend op feesten en partijen. “Dat zijn betaalde opdrachten waarbij je in een hoek voor een meier de gasten zit te tekenen”, vertelt Oosterwijk. “Ik heb daar veel van geleerd. Omdat niemand stil blijft zitten, heb ik op zeker moment de vaardigheid onder de knie gekregen om me te richten op bepaalde punten in een gezicht en die vast te houden. In een tekenklas leer je bijvoorbeeld hoofden tekenen volgens een vast schema, waarbij de oren op de hoogte tussen ogen en mond zitten, de mondhoeken elk onder het midden van de ogen, enzovoort. Ik Iet vooral op de eigenschappen die van dat schema afwijken. En ik vermijd mijn eigen zwakheden. Zo ben ik slecht in de onderkaak. Die teken ik soms helemaal niet, maar suggereer ik slechts met de aanzet van een lijn. En ik heb de neiging het hoofd te groot in te schatten.”
Parmantig haantje
Oosterwijk heeft de meeste geruchtmakende rechtszaken van de afgelopen jaren bijgewoond. Mink K., Willem H., de Hofstadgroep. “Het is belangrijk om de mensen van de parketdienst goed te Ieren kennen; dan krijg je een goed plekje in de rechtszaal zelf en hoef je niet op de publieke tribune te zitten. In de zaal kruip ik steeds dichterbij, zodat ik een optimaal zicht heb.” Zo heeft hij de Nederlandse onderwereld aardig Ieren kennen. Over Willem H.: “Die had een manier van staan die ik veelzeggend vond. Armen over elkaar, steunend op een been, een parmantig haantje, gewend om te heersen.” Mohammed B., die Theo van Gogh vermoordde: “Een heel koude kerel. Absoluut humorloos. Zag er ook uit alsof het hem geen reet kon schelen hoe hij overkwam. Dat trekje had Theo van Gogh zelf ook, maar dat is dan meteen de enige overeenkomst tussen B. en zijn slachtoffer. Marcel T, de moordenaar van de linkse activist Louis Sévèke: “lekker koppie om te tekenen, zat heel erg goed stil. Had geen zin om te praten, vond dat alles over de zaak wel was gezegd. Hij wilde vooral niet voor gek worden versleten.”
Peter R. de Vries
Misdaadverslaggever Peter R. de Vries was er natuurlijk ook vaak bij. “Toen in de nacht vóór de eerste dag van het Holleeder-proces een aanslag op de rechtbank was gepleegd met een granaatwerper en er zich in de Bunker nog een tweede granaat bleek te bevinden, was De Vries de enige die doodstil bleef zitten toen rond het middaguur het luchtalarm afging. ‘Eerste maandag van de maand’, luidde zijn commentaar.” Vaak wordt een groot deel van het verhaal verteld door de lichaamstaal van verdachten en hun familie en vrienden. “Zoals de verdachte die de hele rechtszitting lang zijn wijsvinger op de rechter gericht hield. Of de manier waarop de vrouwelijke helft van een echtpaar keek dat zich voor de rechter moest verantwoorden voor een wietplantage. Ze vond het duidelijk belachelijk dat ze dáárvoor terechtstond.”
“In de rechtszaal voel ik een bepaalde gretigheid in me”, zegt Oosterwijk, “als op een vooruitgeschoven post. Dit is helemaal mijn terrein; noem het een late passie.”
Dit is de inleidende tekst van Oosterwijks verzamelde rechtbankschetsen Op de huid, te bestellen bij uitgeverij Xtra.
Algemeen, 14.06.2008 @ 17:54
5 Reacties
op 16 06 2008 at 08:59 schreef Loor:
Peter, ik heb het bovenstaande zojuist met veel plezier gelezen. Geweldige anekdotes. En een zeer kundig tekenaar, die Oosterwijk.
op 16 06 2008 at 13:49 schreef Peter:
Ah! Dat is er dan toch tenminste één, die ik een plezier heb gedaan!
op 16 06 2008 at 20:26 schreef René van Densen:
Twee, alvast, Peter. Aloys, verder naar eigen ervaring ook trouwens een schat van een man, heeft een fascinerende bezigheid gevonden, zo getuige bovenstaand stukje.
op 16 06 2008 at 22:54 schreef Aloys Oosterwijk:
Ik merk dat het boek zich verspreid. Vandaag uitgenodigd voor tentoonstelling werk in rechtbank Den Haag (jan/ feb 2009)en benaderd door een van de Holleederrechters om een prent te kopen.
Tot nu toe heeft de penose nog geen bod gedaan.
op 17 06 2008 at 14:48 schreef Geertjan:
Bijzonder gave portretten, dat bod komt nog wel daar zijn ze ijdel genoeg voor.