Hoezo, christelijke politiek?
Jona Lendering
Illustratie: Phil Henderson
1.
Adam Smiths Wealth of Nations (1776) eindigt met een batterij argumenten tegen vrijhandel, maar geldt als een van de fundamentele teksten van het liberalisme, dat toch pleit vóór vrijhandel. Toch zou het onjuist zijn de liberalen om deze reden van hypocrisie te beschuldigen. Ze hoeven Smith niet letterlijk te nemen; het gaat minder om één concrete analyse dan om de verzameling ideeën waarvoor zijn boek de aanleiding is geweest.
Het is te gemakkelijk een politicus van hypocrisie te beschuldigen als hij zich laat inspireren door een oude tekst die iets anders zegt dan hij uitdraagt. Je zult van mij dan ook geen verwijten horen aan de SGP, de CU en het CDA omdat ze menen hedendaagse politiek te kunnen bedrijven aan de hand van een tweeduizend jaar oud boek. Ik vind het flauw te zeggen dat er niet zoiets kan bestaan als een christelijke visie op, pakweg, het fileprobleem, omdat de Bijbel niets over auto’s zegt. Maar de vrijheid die je een politieke partij moet gunnen in haar omgang met fundamentele teksten, is nog geen excuus om zomaar elk standpunt in te nemen. Wat momenteel als christelijk wordt verkocht, heeft daar heel weinig mee te maken.
Laat ik één ding meteen toegeven: er bestaat nauwelijks een standpunt dat niet met een schriftvers valt te beargumenteren. De oudste delen van de Bijbel ontstonden in een herderssamenleving, de jongste delen elf eeuwen later in miljoenensteden als Alexandrië en Rome. Het boek (of beter: de bibliotheek) bevat allerlei uiteenlopende, elkaar vaak tegensprekende opvattingen – kortom, de inconsistenties waarop atheïsten zo graag wijzen om het Jodendom of Christendom pootje te lichten. Door dit gebrek aan samenhang is voor elk standpunt wel een bijbels argument aan te dragen.
Toch zijn er wel degelijk enkele zwaartepunten aan te wijzen in de ontwikkeling van het Jodendom en Christendom. Om dat uit te leggen ben ik – de trouwe lezers van Frontaal Naakt kennen me langer dan vandaag – weer eens lang van stof.
2.
Het eerste wat gezegd moet worden, is dat de Bijbel een proces van voortdurende religieuze vernieuwing documenteert. Afgezien van brokken oeroude poëzie en de donderpreken van vroege profeten als Amos, is het oudste deel van de Bijbel het zogenaamde Deuteronomistische Geschiedwerk uit de late zevende eeuw voor Christus: de boeken Richteren, Samuël en Koningen. De auteur eist dat er maar één tempel is voor de ene God, en meent dat, zolang de Joden zich aan deze regel houden, alles hun voor de wind zal gaan. Dit is radicaal monotheïstisch: JHWH kan bijvoorbeeld David opdragen een volkstelling te houden en hem vervolgens straffen als hij die opdracht uitvoert. Dit is een God die zich onttrekt aan het menselijke verlangen naar consistentie en Die ons bevattingsvermogen te boven gaat.
In de tweede fase komen de joden terug van dit monotheïsme. De duivel doet zijn intrede. Als in het boek Kronieken, geschreven omstreeks 300 voor Christus, het verhaal van de volkstelling opnieuw wordt verteld, wordt de opdracht gegeven door Satan. Men noemt deze theologie wel dualistisch’. Zowel het Deuteronomistische Geschiedwerk als Kronieken zijn door latere religieuze autoriteiten aanvaard als bijbels – hoewel ze onderling inconsistent zijn en hoewel het oudste verhaal ook intern inconsistent is.
Na het monotheïsme en het dualisme doet in de tweede eeuw een derde theologie zijn intrede: apocalyptiek. De stelling hierbij is dat de aarde wordt beheerst door de duivel en dat God weldra zal ingrijpen. Dit weerspreekt het oorspronkelijke monotheïsme niet alleen doordat het naast God een duivel aanneemt, maar vooral doordat het postuleert dat het hier op aarde een puinhoop is – oorspronkelijk meende men dat, zolang de joden zich beperkten tot één God en tempel, alles koek en ei was.
Tot zover de joodse Bijbel in een notendop. Het moge duidelijk zijn dat het geen consistent werk is. (Vandaar dat zo weinig gelovigen zich laten beïnvloeden door de genoemde atheïsten: hun verwijt van inconsistentie is niet terzake.) Belangrijker is dat de latere theologieën delen van de oudere overbodig maken. Het gebod dat er maar één heiligdom mocht zijn, werd in de tweede fase overbodig, en werd in de derde zelfs genegeerd toen er tempels werden gebouwd in Babylonië en Egypte.
De vierde fase, de periode tussen 100 voor Christus en 70 na Christus, kenmerkt zich door verscheidenheid: er zijn essenen, farizeeën en sadduceeën, en daar komen in de eerste eeuw de zeloten nog bij, alsmede de stroming die ik gemakshalve aanduid als Jezusbeweging. Het vijftal verschilt niet alleen van mening over welke geboden belangrijk zijn, maar ook over de omvang van de Bijbel en de wijze van interpretatie. De sadduceeën en farizeeën zijn het bijvoorbeeld oneens over de status van de mondelinge traditie van Bijbeluitleg, terwijl de essenen boeken erkenden die de anderen negeerden.
In 70 verwoestten de Romeinen Jeruzalem. De essenen, sadduceeën en zeloten kwamen die klap nooit meer te boven. De Jezusbeweging, die het heil niet uitsluitend zocht in de tempel, maar tevens verwerkelijkt zag door de kruisdood van haar messias, overleefde de catastrofe, en ook de farizeeën, die naast de tempel een netwerk van wijsheidsleraren hadden, konden verder. Hieruit ontstonden het Christendom en het rabbijnse Jodendom.
Over het Jodendom kan ik, zolang er geen Joods Democratisch Appel, Joodse Unie en Staatkundig Sefardische Partij in de Tweede Kamer zitten, kort zijn. In de vijfde fase lieten de rabbijnen grote delen van de voorgaande religie, zoals de cultus in de tempel, wat ze waren. Opnieuw werden delen van de Bijbel om zo te zeggen buiten werking gezet.
Ook het Christendom van de vijfde fase gooide grote delen van alle voorgaande bepalingen overboord. Immers, er waren heidenen toegetreden tot de nieuwe religie, en het was beter dat zo’n Bataaf zich aan de Bataafse wetten hield dan dat hij de Joodse Wet aannam. Christenen die etnisch Joods waren, konden de spijswetten en de reinheidswetten vanzelfsprekend blijven onderhouden, maar deze groep, die dichter bij de historische Jezus zal hebben gestaan dan de latere kerken, werd in 135 uitgemoord.
Zo kenmerkt ook het Christendom zich door het afschaffen van ‘oudtestamentische’ bepalingen. De breuk was echter niet totaal – integendeel. In de tweede eeuw ontstond binnen het Christendom een nieuwe beweging: de Gnosis. De aanhangers meenden dat de betekenis van Jezus niet was dat hij de juiste uitleg van de Wet had voorgeleefd en meenden evenmin dat geloof in hem een noodzakelijke voorwaarde was voor verlossing. De gelovige moest zichzelf verlossen en kon dan zelf een Christus worden. Voor gnostici waren de joden bij uitstek verdorven, aangezien zij geloofden in de Schepper-God, die de onsterfelijke zielen had opgesloten in de materie. Verlossing werd bereikt door te komen tot het inzicht dat er een tweede, goede God was, die de zielen had geschapen.
Het gnostische idee van zelfverwerkelijking klinkt sympathiek, maar als we teksten lezen als het Geheime Boek van Johannes, schrikken we van de anti-joodse toon. De kerk zag die ook, en distantieerde zich van de Gnosis. Ze distantieerde zich tevens van de gnostische geloofspraktijk, die neerkwam op een verachting van alle materie. Seks werd de gnostici afgeraden omdat daarmee alleen maar weer zielen werden opgesloten in de materie. (Men vraagt zich af of de gnostici zijn verdwenen doordat de kerk hun het leven onmogelijk maakte, of door tekortschietende geboortecijfers.)
Waar het steeds op neerkomt – de lezer zal dat inmiddels hebben begrepen – is dat de boodschap van de Bijbel in de periode vanaf de zevende eeuw voor Christus voortdurend werd aangepast, en dat steeds opnieuw delen ‘buiten werking’ werden gezet. Ik verklap geen geloofsgeheim als ik opmerk dat dit proces in de volgende eeuwen verder ging. Eén zo’n wijziging licht ik eruit: de scholastiek. Onder leiding van Thomas van Aquino werd de hele christelijke theologie herijkt en geformuleerd in het termenapparaat van Aristoteles. Op de details kom ik terug, maar één aspect noem ik alvast: de ‘doeloorzaak’ deed zijn intrede. De Griekse filosoof had gemeend dat alle zaken een doel hadden waar ze van nature naar streefden (bijvoorbeeld: uit een eikel groeit een eik). Thomas vatte deze constatering op als voorschrift: gedrag dat verhinderde dat iets zijn doel kon bereiken, was zondig. Ware deze innovatie beperkt gebleven tot ‘een ziel verlangt naar God, en alles wat dat doorkruist, is verkeerd’, er was niets aan de hand. Maar dat was niet het geval.
3.
Het moge duidelijk zijn dat het monotheïsme een ontwikkeling heeft doorgemaakt waarin allerlei standpunten zijn ingenomen, en waarin steeds een andere boodschap in de Bijbel werd gelezen. Een christelijke politicus kan daardoor altijd wel iets vinden in de Bijbel. Toch zijn sommige standpunten wel degelijk minder bijbels dan andere, en laten dat nou precies de standpunten zijn die de laatste tijd als christelijk naar voren worden gebracht.
Kort en goed: wie de kranten er een beetje bij houdt, blijft achter met het idee dat het Christendom momenteel vooral staat voor een verbod op alles wat riekt naar seksualiteit. Maar de Bijbel heeft het daar nauwelijks over. Neem homoseksualiteit. Dat wordt in de Joodse Bijbel uitsluitend behandeld in Leviticus 18.22 en 20.13, in het kader van de reinheidswetten, waarvan we al zagen dat die door de christelijke kerk niet zijn meegenomen uit de boedel van het Jodendom van vóór 70. (Een bekende canard is daarnaast dat God Sodom zou hebben gestraft omdat er homoseksualiteit zou zijn bedreven, maar de zonde van de Sodomieten lijkt algemener van aard, en is pas in de Middeleeuwen uitgelegd als homoseksualiteit.)
Of neem abortus. Het is vanzelfsprekend triest als zoiets noodzakelijk wordt – laat dat voorop staan – maar het aantal nieuwtestamentische opmerkingen over abortus bedraagt precies nul. Het kerkelijke argument tegen abortus berust dan ook op een heel ander fundament, namelijk ‘de heiligheid van het leven’. Dit is echter geen christelijk, maar een thomistisch leerstuk: alles heeft een doeloorzaak, en het afbreken van een zwangerschap verhindert dat de foetus mens wordt. Om soortgelijke redenen – het zaad mag niet worden belet te versmelten met een eicel – werd in de Middeleeuwen masturbatie taboe verklaard. Anticonceptie valt in dezelfde thomistische hoek.
Van de rooms-katholieke kerk mag je verwachten dat ze thomistische opvattingen heeft, maar niet van protestanten. De Reformatie beoogde immers het Christendom te ontdoen van middeleeuwse aanslibsels. Het gekke is dat pro-life-groepen vooral protestants zijn. Van gereformeerde politici als Rouvoet en Van der Vlies had ik niet verwacht dat ze de standpunten zouden uitdragen van de katholieke kerk, standpunten nog wel die voortkomen uit een methode waarvan de afwijzing de kern van de Reformatie vormt.
4.
Niet alleen heeft de Bijbel niet zoveel over seks te vertellen, de hedendaagse afwijzing komt dicht in de buurt van Gnosis. Daarbij moet er wel op worden gewezen dat het Christendom weliswaar seksualiteit niet veroordeelt, maar óók stelt dat seks alleen mag plaatsvinden in een met wederzijds instemming aangegane relatie. (Ik gebruik hier met opzet het woord ‘huwelijk’ niet, omdat dat een formalisering is uit het Romeins Recht, dat andere verbintenissen kent. Als de Bijbel het heeft over bruiloften en dergelijke, is het cruciale punt veelal dat de bruid ook nog iets te zeggen heeft.) Van de andere kant lijkt een aanzienlijk deel van de huidige christelijke polemiek niet tegen buitenechtelijke seks te zijn, maar tegen seks tout court. Het verzet tegen een afbeelding van een in bikini gehulde dame op een groot affiche in Utrecht was ronduit gnostisch.
Het zou niet voor het eerst zijn dat mensen die zich christenen noemen, onchristelijke standpunten innemen. Een incident dat komisch zou zijn geweest als er geen gewonden bij waren gevallen, was het protest, nu alweer twintig jaar geleden, tegen de speelfilm The Last Temptation of Christ, waarin Jezus vecht tegen maar al te menselijke fantasieën over Maria Magdalena. Laat dat nou net een van de kernstellingen zijn van het Christendom: dat God in de persoon van Jezus van Nazareth volledig mens is geworden. Hij zal dus ook wel seksuele verlangens hebben gehad. Wie loochent dat Jezus een man van vlees en bloed was, is geen christen. (Deze ketterij staat bekend als docetisme.)
Het springende punt is dat het Jodendom en later het Christendom voortdurend delen van de Wet van Mozes hebben opgeschort, aangepast en afgestoten. Je kunt als christelijke partij dus niet zomaar zeggen “het staat in de Bijbel”. Wat je moet bewijzen, is dat een bepaald voorschrift in elk van de fasen waarin de Bijbel is ontstaan van toepassing is geweest: in de tijd van het radicale monotheïsme, in de periode van het dualisme, ten tijde van de apocalyptiek, toen het Jodendom vijf hoofdstromingen kende, en in de tijd waarin Christendom en rabbijns Jodendom uit elkaar groeiden.
Zulke voorschriften kunnen worden beschouwd als de werkelijke kern van het Christendom. Ze zijn niet moeilijk te vinden: vanaf de profeet Amos, die leefde vóór het monotheïsme doorbrak, tot en met de auteurs die schreven na de afsluiting van het corpus van bijbelse teksten, is er consistent sprake van een veroordeling van excessieve rijkdom en zorg voor de armen. Terwijl er misschien zo’n twintig schriftverzen in de Bijbel betrekking hebben op seksualiteit, gaan er honderden over de wijze waarop moet worden opgekomen voor de misdeelden en ontrechten.
Daarmee zeg ik in feite niets nieuws. Iedereen die geschiedenis of theologie heeft gestudeerd kan je uitleggen dat er oude en jonge delen in de Bijbel zijn en dat spreken over de bijbelse boodschap niet kan neerkomen op het herhalen van een kleine, niet-representatieve groep citaten of het ventileren van middeleeuwse ideeën. Tenzij het anti-intellectalisme van onze politici nog groter is dan ik wel eens vrees, weten de mensen van het CDA, de CU en de SGP dat natuurlijk óók, al is het maar omdat er incidenteel politici als Jacques de Milliano opduiken die de Bijbel wél nemen voor wat ze is: een oproep tot sociale gerechtigheid. De partijen weten verdraaid goed dat ze geen christelijke boodschap uitdragen. Ze misbruiken, om het eens bijbels uit te drukken, Gods naam door voor christelijk te laten doorgaan wat in veel gevallen simpelweg gnostisch is.
Jona Lendering is historicus en werkt momenteel aan een boek over de islamitische invloed op de Europese cultuur en een boek over het ontstaan van het Christendom en rabbijns Jodendom.
Jona Lendering, 12.06.2008 @ 18:29
13 Reacties
op 12 06 2008 at 19:33 schreef Hansje Castorp:
Meesterlijk stuk.
Ik vermoed dat je geen christelijk politicus zult vinden die zelfs maar op matig detail weet, wat zijn/haar (soms) geloofsovertuiging daadwerkelijk van hem verlangt. Tenzij ze een pastoorsopleiding hebben gevolgd (die ten minste in Duitsland best diepgaand is, met uitstapjes naar andere religies). Maar ik ben bang dat iemand, die eenmaal door zo’n studie heen is gerold, zich liever ontfermt over het zieleheil van een gemeente, dan zich te wagen in het vuige coalitiecaroussel. En dat is jammer, want nu worden boerenbelangen, familiebeleid en defensiezaken beheerd door mensen die hun werk met redenen onderbouwen, die ze zelf niet begrijpen.
op 12 06 2008 at 20:23 schreef philippine:
Prima de Luxe.
op 12 06 2008 at 21:02 schreef Ernst:
Genesis 21/22: als een zwangere vrouw in een gevecht tussenbeide komt en als gevolg daarvan haar vrucht verliest, dan is er gen sprake van moord. De bijbel lijkt me heel duidelijk voor wat betreft de status van de ongeborene. Idem de 2e eeuwse kerkvader Lytillius (oid), die meende/verordoneerde dat de ziel pas na 3 manden zwangerschap wordt ingeplant.
Ik heb niets met mensen die menen dat zij de huidige mogelijkheden in het licht van vroegere achterlijkheden moeten beschouwen. Tegen mensen die zelfs die eigen teksten vervalsen, althans doen of die er niet staan, daar heb ik wel iets tegen, vooral als dit ten koste van levens van anderen dan zichzelf gaat.
op 12 06 2008 at 21:53 schreef Bert Brussen:
Briljant stuk!
op 12 06 2008 at 22:27 schreef Theo Ichtus:
Dus eh, met de wijsheid van achteraf blijk ik al die tijd gewoon een christen te zijn geweest? Tssss…
op 12 06 2008 at 23:25 schreef Lagonda:
Het verzet tegen een afbeelding van een in bikini gehulde dame op een groot affiche in Utrecht was ronduit gnostisch.
Goed stuk, maar ik weet niet of ik het hiermee eens ben. Christenen worden in de regel spastisch van blote vrouwen, maar dit vindt toch zeker niet zijn oorsprong in de gnostiek? Het is inderdaad waar dat gnostiek de materie afwijst, maar niet per se seksualiteit — er zijn gnostische sekten die inderdaad seksualiteit over de gehele linie afzworen, maar de Catharen waren uitgekookt genoeg om dit verbod te beperken tot seks omwille van de voortplanting, want alleen dán werd een ziel in materie gevangen. Andere seks kon dan weer wel — het waren wel Fransen, natuurlijk.
De Islam reageert al even afwijzend op blote dames — en daar ligt toch geen gnostische sekte aan de basis. In de pentateuch is toch al een duidelijke veroordeling van seksueel promiscu gedrag te lezen, en wordt met name de vrouw al neergezet als een onbetrouwbaar wezen dat wat seksualiteit aangaat al scherp in de gaten gehouden moet worden? Sterker nog: wordt in Genesis de verleidende macht van de vrouw al niet de mensheid fataal?
op 13 06 2008 at 02:01 schreef Ernst:
De mens is mens omdat die kennis heeft van goed en kwaad, vandaar dat god (die daar kennelijk al alles van wist) zo kwaad werd en de mens de onsterfelijkheid ontnam. Dat alleen een psychopaat iemand straft voor een kwade streek, terwijl die er eerst voor heeft gezorgd dat de dader goed en kwaad niet kan onderscheiden, lijkt me duidelijk. Als god bestond, zou ik het eerder over zijn zondeval hebben, dan over die van de mens, die immers pas mens werden na het eten van de appel.
op 13 06 2008 at 08:30 schreef Lagonda:
@Marjan: Ik dacht eigenlijk meer aan Eva die Adam verleidt óók te eten van de appel. Ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat de idee dat de vrouw "het werktuig van de duivel" zou zijn haar oorsprong vindt in deze bijbeltekst.
Gnostici draaien dit verhaal trouwens binnenstebuiten — die stellen dat de onvolmaakte God (de Demiurg) juist uit jaloezie De Hof van Eden heeft geschapen om de ziel van de werkelijke God te vangen in aarde. Adam en Eva worden bedwelmd met materie; zij bevinden zich letterlijk in het ‘Aards Paradijs’, en hebben daarom niet de aandrang om op zoek te gaan naar de werkelijke God. Daarom dringt God het paradijs binnen, vermomd als slang, en biedt de mens een uitweg aan in de vorm een onoplosbaar raadsel, waarmee de illusie van de materiele wereld wordt verstoord — de kennis van het verschil tussen Goed en Kwaad. Een raadsel waar de mensheid overigens nog steeds geen oplossing voor heeft.
op 13 06 2008 at 09:03 schreef Peter:
Dat is grappig, ik heb dat uit een stripverhaal, Cerebus van Dave Sim. Ik dacht dat-ie dat allemaal zelf had verzonnen, gewoon op basis van close reading van de bijbel. Daaruit valt die gnostische versie inderdaad onmiskenbaar te destilleren.
Blijkt-ie het dus gewoon allemaal te hebben overgeschreven.
op 13 06 2008 at 09:19 schreef Hosseyn:
Het eten van de boom van kennis is een metafoor voor de doorbraak van het menselijk bewustzijn dat zich in fasen heeft voltrokken. Door het eten van de appel verliest de mens zijn onbevangenheid en zijn eenheid met de buitenwereld. Er ontstaat een dualisme tussen individuele ‘binnenwereld’ en buitenwereld. De plotselinge zelfbewustheid leidt tot schaamte die moet worden afgedekt. De slang met zijn getwijnde tong is een zinnebeeld voor deze gespletenheid. En er is geen weg terug.
Met seks heeft het allemaal weinig te maken, die paradijsmythe; volgens mij betekent de naaktheid niets anders dan het plotselinge pijnlijke zelfbewustzijn. Epiphany’s terror.
op 13 06 2008 at 09:21 schreef Hosseyn:
The matrix, die film, is ook gebaseerd op de gnostiek, met name op de ‘hypostasis van de archonten’ – uit de Nag Hammadi teksten.
op 13 06 2008 at 12:22 schreef marjan:
citaat lagonda:Sterker nog: wordt in Genesis de verleidende macht van de vrouw al niet de mensheid fataal?
Nee,het was de verleidende macht van de slang.
Eva was namelijk ook een mens.
Toen zij door de slang verleid werd om van de boom der kennis te eten(het was dus de vrouw die als eerste op zoek ging naar kennis),was de zondeval van de mens een feit.
Overigens pas, nadat Adam de schuld afschoof op Eva en Eva op haar beurt op de slang.Dus misschien was het wel dat afschuiven van de verantwoordelijkheid op een ander, dat de mens de das omdeed.
op 13 06 2008 at 12:57 schreef roelf:
Ik ga meteen kijken of ik ergens een boek van Jona Lendering kan kopen.