Actus Tragicus
Peter Breedveld
Asami Kanno
Een goede strip voldoet aan een aantal regels. Zo’n regel is bijvoorbeeld dat er sprake is van een aantal plaatjes die een sequentie verbeelden. Er is alleen aktie en dialoog, zonder kadertjes vol beschrijvende tekst, philactères genaamd, want die vormen een hinderlijke onderbreking van het leesritme.
Het door stripkenners zo bejubelde album Het Gele Teken, uit de reeks Blake en Mortimer van Edgar Jacobs, is bijvoorbeeld een slecht stripboek, omdat alles wat op de plaatjes te zien is, ook nog eens uitvoerig wordt beschreven in begeleidende philactères. Jacobs had blijkbaar niet zoveel vertrouwen in zijn eigen tekentalenten.
Maar zoals in elke kunstvorm moet op stripgebied vooruitgang worden geboekt en daaraan komt onvermijdelijk het breken van regels te pas. De regels voor het maken van een goed stripverhaal aan je laars lappen en dan tóch een goed stripverhaal maken, daaraan herkent men de ware kunstenaar.
De vijf stripmakers van het Israëlische collectief Actus Tragicus zijn zulke kunstenaars. Hun strips bestaan bijvoorbeeld uit pagina-grote illustraties met een regeltje begeleidende tekst eronder, die niet veel meer doen dan suggereren, associaties oproepen, waardoor het verhaal zich voornamelijk afspeelt in het hoofd van de lezer in plaats van op de bladzijden die hij voor zich heeft. Elders vormt een reeks vignet-achtige beelden een soort visueel gedicht, waarbij al helemaal geen sprake is van een verhaal.
En toch, ondanks het veronachtzamen van allerlei conventies, werkt het op een bepaalde manier en is het allemaal nog onvervalste strip’ ook. Geen strip in de zin van het pretentieuze beeldverhaal’ of grafische roman’ of welke noemer tegenwoordig dan ook wordt gebruikt om niet-stripliefhebbers ervan te overtuigen dat strips toch vooral een serieus te nemen medium zijn.
De strips van Actus zijn een voortzetting van de ongeëvenaarde krantenstrips uit de eerste helft van de vorige eeuw: Little Nemo in Slumberland en Gasoline Alley, commercieel én artistiek enorm succesvolle strips die qua vorm vooruitstrevender en interessanter waren dan het leeuwendeel van de strips die tegenwoordig worden gemaakt. Actus heeft eigenlijk de draad weer opgepakt die de meeste Westerse stripmakers ergens in de jaren zestig hebben laten liggen en is verder aan het evolueren geslagen, zou je kunnen zeggen.
Batia Kolton
In Israël hebben strips nooit veel gedaan, heb ik me laten vertellen door de leden van Actus, toen ik ze een paar jaar geleden sprak tijdens het Haarlemse stripfestival. Zelfs voor een een internationaal megasucces als Kuifje bestond nauwelijks belangstelling. Het grote succes van de strips van Actus is ironisch te noemen, gezien het feit dat de leden van dit collectief zich uitdrukkelijk hebben voorgenomen zich niets gelegen te laten liggen aan commerciële overwegingen. In Israël, maar ook daarbuiten, zijn de boeken van Actus commercieel en artistiek een succes. Sinds Actus van zich deed spreken in het midden van de jaren negentig, wagen ook in Israël grote uitgevers zich aan het uitbrengen van goede stripverhalen en houden serieuze critici zich bezig met de bespreking ervan. De leden van Actus zijn dan ook bepaald geen randfiguren in Israël. Allen zijn ze gerespecteerde kunstenaars die hun strepen hebben verdiend in verschillende disciplines van de kunst.
Rutu Modan
Israëlische strips, dat zal wel over de actuele politiek gaan, denkt u misschien. Er komt echter geen Palestijnse zelfmoordterrorist voor in de verhalen van Actus. Pijn en verdriet zijn wel nadrukkelijk aanwezig in de verhalen, evenals de uiterst wrange humor die, zoals je vaak hoort zeggen, zo kenmerkend is voor de joodse cultuur. De naam Actus Tragicus is dan ook de naam van een cantate van Johan Sebastian Bach, die in de achttiende eeuw popular was als begrafenismuziek.
De verhalen van Actus gaan niet specifiek over Israël of het Joodse volk. Ze zijn veel universeler. Ze gaan over de dingen die mensen elkaar aandoen en de redenen die ze daar voor hebben. Het zijn morele vertellingen, absurdistische sprookjes, die veel verwantschap hebben met de sprookjes van Grimm. In de verhalenbundel met de titel Happy End, staat bijvoorbeeld een verhaal van Batia Kolton, Desk Toy‘, over een secretaresse die wraak neemt op haar onsympathieke baas door zichzelf te vergroten tot reusachtige proporties met de kopieermachine op het kantoor. The Panty Killer‘ van Rutu Modan, te vinden in de Actus Box die vijf getekende novelles bevat, is een als absurdistisch detectiveverhaal vermomde vertelling over vernedering en wraak en de platte boertigheid van de moderne vermaakindustrie. Entertaining Gerda van Yirmi Pinkus gaat over een jong stel dat zijn leven vooral heeft ingericht om het de overbuurvrouw, die het stel voortdurend met een telescoop bespiedt, naar de zin te maken.
Yirmi Pinkus
Menselijk tragiek die op zo’n sublieme wijze wordt gepresenteerd. Waarom bent u eigenlijk niet al aan het rennen naar de dichtstbijzijnde stripwinkel, om alles wat daar van Actus ligt, onmiddelijk aan te schaffen?
Eerder gepubliceerd in De Haagsche Courant.
Algemeen, 01.04.2008 @ 23:05
9 Reacties
op 02 04 2008 at 09:34 schreef filantroop:
De ochtend aanvangen met de cantate "Actus Tragicus" is voor een Bach-fanaticus als de zure filantroop een zegerijk begin.
Met dank aan de hoofdredacteur.
Van stripverhalen heb ik echter weinig kennis sedert mijn hysterische schooljuffrouw met knoet in dr coiffure, mijn enorme stapel Illustrated Classic, meedogenloos en met schuimende kaken, op de grond wierp. Nog zie ik helder voor ogen hoe de prachtige cover van David Balfour van de Schotse schrijver Robert Louis Stevenson, totaal ten gronde ging met een onherstelbare scheur.
Deze misdadige schooljuffrouw was er namelijk van overtuigd dat geïllustreerde vertellingen de kanker voor de kinderziel waren.
Toch, als ze zich toen wat meer in de letteren verdiept had, zou ze hebben geweten dat vertellingen in de rijke historie van de schrijvende mens zeer vaak geïllustreerd werden. Van de handschriftminiaturen van de gebroeders van Limburg tot en met George Cruickshank, die Dickens verluchtigde, is niet eens zon grote stap. Maar ja, dat kon dat serpent toen niet weten.
Nu is ze dood en vergeten, al zeurt die gebeurtenis nog voort als een onvergetelijke kindertrauma.
op 02 04 2008 at 10:40 schreef Peter:
Filantroop, die onderwijzeres van jou was opgenaaid door de minister van Onderwijs van toen, zijn naam ontschiet me even. Hij werd weer geïnspireerd door de hoorzittingen in de VS, waarin onder andere de psychiater Fredric Wertham paniekzaaide over de corrumperende invloed van comics.
Nederlandse bibliotheken en scholen kregen in de jaren vijftig een waarschuwing tegen ‘beeldromans’ van het ministerie van onderwijs: ‘Een ontstellend ziekteverschijnsel van een tijd, die in wanhoop aan zelfmoord van de geest toe is’. Een Amsterdamse officier van justitie vreesde dat kinderen zo verslaafd konden raken aan de boekjes, ‘dat ze vaak links en rechts gaan gappen om toch maar alsjeblieft geld te hebben voor beeldromannetjes en, niet te vergeten, voor dwaze, opwindende films’.
Het kon altijd erger: toen in Enkhuizen een 15-jarige jongen zijn 16-jarige vriendinnetje om het leven bracht, gaf het blad Vrij Nederland de schuld aan de beeldromans.
Moet je nu ook aan computergames, het CDA, Jeroen Dijsselbloem en Myrthe Hilkens denken? Ik in elk geval wel!
op 02 04 2008 at 11:20 schreef filantroop:
Daar herinnert het me inderdaad aan. In mijn jeugd was de kwade genius echter Jozef Maria Laurens Cals, als minister van onderwijs, die later de mammoetwet door de kamer loodste.
De goede man was blijkbaar vergeten dat in eigen achterban ook nogal wijds omgesprongen werd met geïllustreerd materiaal, verwijzend naar de door het religieuze mecenaat verordonneerde schilderen van bijbelse taferelen en de bidprentjes voor de gewone mens.
In alle tijden was men actief tegen de aanstichters van het vermeende kwaad. Boze bloggers en muziekclips zijn het nu, Bill Haley en stripverhalen toen.
Laten we het maar de heksenjacht van alle tijden noemen.
Maar ja, toen mijn leeftijdgenoten nog aan de Piggelmee zaten, was ik al op de hoogte met Balzac, Dickens, Shakespeare, Homerus en Schiller. En dat stak de obscurantisten van toen erg.
op 02 04 2008 at 12:10 schreef Peter:
Ha! Precies. Ook ik was dankzij die vermaledijde, leesluiheid bevorderende strips als op de hoogte van de vroegste beschavingen in Zuid-Amerika, de politieke verhoudingen in het Caribisch gebied en het bestaan van allerlei grijstinten in het morele landschap toen mijn klasgenootjes zich nog door, wat was het, Wipneus en Pim en zo heenworstelden. Mijn eerste koran-lessen kreeg ik met Corto Maltese in Ethiopië. Dezelfde onderwijzer die ons vertelde dat de eersten de laatsten zullen zijn in het Koninkrijk Gods, zei geërgerd dat Roodbaard nooit echt had bestaan.
Roodbaard misschien niet, maar mensen als Roodbaard wel degelijk, en de wereld waarin Roodbaard leefde, die bestond ook echt. En in die wereld liet niemand zich in slaap sussen met de geruststelling dat-ie dan nu wel aan het kortste eind trok, maar dat dat straks in de Hemel zou worden goedgemaakt.
En daar zat ‘m natuurlijk de kneep. Mede door Roodbaard ging er aan mij een gehoorzame CDA-stemmer verloren.
op 03 04 2008 at 07:27 schreef Hosseyn:
Het door onderwijzers afpakken van strips in vroeger tijden had ook een groot voordeel, heren. Als onderwijzerskind plukte ik de zoete vruchten van het strenge afpakbeleid. En mijn vader las ze zelf ook natuurlijk.
op 03 04 2008 at 11:56 schreef filantroop:
@Hosseyn
In afpakken is de nijdas nooit geslaagd. Zie het als geslaagde poging tot het vernielen van eigendom. Ik was toen al behoorlijk recalcitrant, en zou voor de klas haar oren eraf geknipt hebben. De letteren, in welke vorm dan ook, waren mij toen al heilig.
Jaren later, ik was begin twintig, ontmoette ik haar weer. Haar wangen hingen aan flarden, haar oogleden hingen erbij als het horloge van Dali. Een monster tot klagelijk en meelijwekend dier verworden. Ik bracht haar mijn eerste culturele trofee, en zag in dat dat wraak genoeg was.
op 04 04 2008 at 16:02 schreef Hosseyn:
Ik heb wel een grote stapel Illustrated Classics en weet niet meer hoe ik eraan kom (ik heb ze al sinds pakweg ’69). Misschien uit het afpakcircuit. Maar jij hebt die van jou dus ook nog – of moet ik gaan kijken of er voorin ‘filantroop’ staat? Dan krijg je ze eerlijk terug.
op 05 04 2008 at 12:17 schreef Robert:
Peter, geweldig!
Eerst een goede tip op stripgebied en een welkome aanvulling op de gemiddelde content, en daarna ontboezemingen uit de oude stripliefhebberdoos. Bij ons thuis werd gelukkig gewoon de PEP gelezen, al was mijn vader onderwijzer. Opgegroeid in de jaren zeventig, zullen we maar zeggen dan.
En dreigen met een griezelalarm is leuk, maar uitvoeren ho maar! Kom op! Ben vreemd genoeg niet zo bang voor cartoons. Dat krijg je van je hele leven in Nederland wonen.
Gr. R.
op 05 04 2008 at 12:29 schreef Robert:
Ah shit, had context voor griezelalarm niet begrepen, zag alleen wat ik wilde zien, namelijk; griezel/cartoons. Excuus, Out ch