Vriend August (1936-2007)
José Carmo da Rosa
Tweeënhalf jaar geleden woonde ik een lezing bij van vertaler/schrijver August Willemsen. Het was de eerste keer dat ik de man in levende lijve zag. Na de lezing liep ik naar hem toe om hem te vragen of ik zijn boek De Goddelijke Kanarie in het Portugees mocht vertalen. Hij, nog steeds zittend, stopte even met het opbergen van zijn paperassen, keek me aan en zei: O! ik ben zeer vereerd. Ik denk niet dat hij dit ironisch bedoelde. Nee nee, zei ik, ík ben degene die zeer vereerd is. Hij stelde voor om ergens iets te gaan drinken, dan zouden we het erover hebben.
Daar zaten we, in een kroeg, tussen Willemsens hartstochtelijke bewonderaars en de dames van de organisatie. Wij hebben meer dan iets’ gedronken. Wij hebben over van alles gesproken, maar geen woord over een mogelijke vertaling van De Goddelijke Kanarie, waar het mij om te doen was.
Op een gegeven moment, geen idee waarom (de alcohol misschien?), gleed de conversatie gevaarlijk af naar satirische en erotische poëzie. En ik, op dat moment, al zéér op mijn gemak in de nabijheid van de heer Willemsen, vroeg hem of hij het gedicht A Porra do Soriano (De snikkel van de Soriano’) van Guerra Junqueiro kende. Natuurlijk ken ik het, antwoordde hij enthousiast. Ik zag in zijn enthousiasme een vrijbrief om dit nogal liederlijke 19e-eeuwse gedicht voor te dragen:
Eu canto do Soriano o singular mangalho
Empresa colossal! Ciclópico trabalho.
Para o cantar inteiro e para o cantar bem
Precisava viver como Matusalém. Dez Séculos.
Mijn provisorische vertaling:
Ik bezing Soriano’s bijzondere lul.
Die kolossale onderneming! Dat cyclopische werk.
Om hem helemaal te kunnen bezingen, hem volkomen recht te doen,
Zou ik zolang als Methusalem moeten leven. Tien eeuwen.
Willemsen wilde in liederlijkheid natuurlijk niet achterblijven. Lachend en – zoals ik net daarvoor zonder enig respect voor het decorum, droeg hij het door hemzelf vertaalde en lang verboden gedicht Aan Manteigui van de 19e-eeuwse Portugese dichter Du Bocage voor:
De grote Manteigui, vermolmde hoer,
En haar beestachtige onstilbaarheid;
De neger en zijn bovenmaatse roer;
Van de gehoornde sul de lijdzaamheid:
Ziehier. En hoe na zoveel gepandoer
De moor, zonder zijn stijve manlijkheid,
De slet ontvlucht, die prompt in luid gesnik
Uitbarst, schreeuwend van honger naar de pik.
Ik zing de schoonheid, ik zing de flamoes
Van een lichaam zo lief als het profaan is;
Een lichaam dat, zo nodig, in zijn poes
De hamers zou doen glijden van Vulcanus:
Wat and’ren schieten in een jaar van roes
Verwerkt het op één dag in kut en anus,
En het ontvangt het spervuur en het spuiten
Van zwarte, blanke en koperen kornuiten.
Enzovoort.
Zoals een Portugese vriend van mij zei, in een andere taal, in een andere blog, de literatuur heeft een groot man verloren. Wij, Portugeessprekenden, hebben een vriend verloren.
José Carmo da Rosa is een in Marokko geboren Portugees die in 1972 vanwege de koloniale oorlog tegen Angola, Mozambique en Guinee-Bissau naar Nederland vluchtte. In zijn jeugd was hij Marxist, maar George Orwells Animal Farm en Jung Changs Wilde Zwanen hebben uiteindelijk geleid tot zijn ontnuchtering.
Algemeen, 05.12.2007 @ 11:39
7 Reacties
op 05 12 2007 at 14:24 schreef carmo da rosa:
Ter verduidelijking, deze tekst is eerder in het Portugees geschreven voor een Portugese literaire blog ter nagedachtenis aan A. Willemsen plotseling overlijden donderdag 29 november. Voor de eventuele geïnteresseerden, de begrafenis zal plaatsvinden op vrijdag 7 december om 14.00 uur op begraafplaats De Nieuwe Ooster, Kruislaan 126 te Amsterdam.
Peter,
Jouw, hier en daar, verbeteringen van de oorspronkelijke tekst, is een…..VERBETERING. Ook leuk dat je een foto heb kunnen vinden van Pedro Soriano naakt (de man rechts op de foto). Bij deze mijn dank.
op 05 12 2007 at 16:08 schreef Maurice:
Gecondoleerd, zegt hij met een glimlach rond de mond.
A. Willemsen moet haast wel een vrolijk mens zijn geweest. En die glimlach om mijn lippen komt omdat die 2 gedichten zo grappig zijn. De Goddelijke Kanarie verdient nu zeker een keer mijn aadacht.
Maurice
op 05 12 2007 at 21:31 schreef Wampie:
Mooi verhaal, José.
op 06 12 2007 at 20:09 schreef chris dekeye:
Leve August.Poorbugger, altijd medelijden mee gehad.
op 07 12 2007 at 10:27 schreef Hosseyn:
José: mooi stuk en mooie gedichten! Ik ben geïntrigeerd door de Soriano. Kennelijk een bekend man dat Peter een foto van hem vindt, maar ik vind hem zelfs niet op de Portugese Wikipedia.
op 07 12 2007 at 20:55 schreef Naakte molrat:
En nog scherp ook voor een foto uit de 19de eeuw …
op 07 12 2007 at 21:23 schreef Hosseyn:
Ha, gevonden! http://users.skynet.be/manel/pedrosoriano.htm