De overlevingsdrift van Sinterklaas
Peter Breedveld
Sinterklaas is bezig met een ijzersterke comeback. Een paar jaar geleden leek het er op dat dit oer-Hollandse volksfeest het veld moest ruimen ten gunste van de Amerikaanse kerstman, maar inmiddels viert iedereen weer gewoon Sinterklaas.
Dat zou wel eens een paradoxaal gevolg van de globalisering kunnen zijn. “Je ziet vaak een opleving van folkloristische, lokale tradities in een tijd van schaalvergroting”, zegt professor André Droogers, cultureel antroploog aan de Amsterdamse Vrije Universiteit. “Nu ons land de gulden moet opgeven voor de euro grijpen Nederlanders terug naar dingen die hun eigenheid benadrukken.”
“Sinterklaas is een mooi voorbeeld van hoe mensen steeds hun oude rituelen aanpassen aan veranderende omstandigheden”, aldus Droogers, “en desondanks toch zichzelf weten te blijven”. Het sinterklaasfeest heeft zo eeuwenlang stand kunnen houden, juist doordat de betekenis ervan steeds weer werd veranderd. “De sinterklaastraditie heeft een rijke geologie van betekenissen. Iedere keer als je een laag wegkrabt; komt er weer een nieuwe betekenis te voorschijn.”
Het begon allemaal in de vóór-christelijke tijd. De Germanen kenden al een man met een witte baard die samen met zijn zwarte knecht, op een wit paard door de lucht reed. Dat was de god Wodan. “Wodan was onder andere de god van de wind”, legt Droogers uit. “In deze tijd van het jaar vierden de Germanen de zonnewende en begon het nieuwe landbouwjaar. Door over de akkers te draven maakte Wodan de grond weer vruchtbaar en de wind die hij veroorzaakte, voerde de zaden mee, die nieuwe gewassen deden groeien. Hij had zijn zoon bij zich, die altijd door de rookgaten bij huizen naar binnen gluurde. Daarom had die zo’n zwart gezicht. Hij maakte nieuw leven mogelijk met zijn zaaigoed. Daar komen uiteindelijk de pepernoten vandaan.”
Met de komst van het christendom verdween het heidense feest niet. “De kerk nam Wodan gewoon van de heidenen over en fuseerde de god met een katholieke aartsbisschop uit de vierde eeuw: Nicolaas van Myra, in Zuidwest-Turkije.
“Over die Nicolaas deden veél wonderlijke verhalen de ronde. Zo zou hij drie kinderen, die in mootjes waren gehakt en in een pekelvat gestopt, weer tot leven hebben gewekt: Nicolaas als kindervriend. Ook hielp hij drie arme zusters aan een bruidsschat door stiekem klompjes goud naar binnen te gooien: de appeltjes van oranje!”
“Nicolaas redde die dochters van de prostitutie door het hun mogelijk te maken om te trouwen; daar zie je het verdedigen van de eerbaarheid. Ook het heimelijk geven van geschenken, typerend voor het sinterklaasfeest, vindt hier zijn oorsprong.”
Een man als Sint Nicolaas liet zich bijna naadloos inpassen in het Germaanse vruchtbaarheidsritueel. “Het offeren van dieren aan Wodan was door de Germanen geleidelijk aan vervangen door het offeren van broodfiguren”, aldus Droogers. “Daar komen de suikerbeesten en de marsepeinen varkens uit voort. Bij een ritueel hoort verder het ingewijd worden in een geheim. Dat zie je bij het sinterklaasfeest heel duidelijk, want wat is hier het geheim: dat Sinterklaas niet bestaat! Het is trouwens heel interessant om te zien hoe kinderen nog lang in Sinterklaas blijven geloven, ook al weten ze dat hij niet bestaat. Daar kunnen ze blijkbaar zonder moeite een perfect evenwicht in vinden.”
Ook Wodans zoon werd moeiteloos opgenomen in de christelijke versie van de Germaanse vruchtbaarheidsrite. Als Pietje Pek (Vlaanderen) of Zwarte Piet, een duivel die door Sinterklaas was onderworpen. “Maar ook Sinterklaas is in sommige tradities wel als de verpersoonlijking van de duivel gezien”, tekent Droogers aan. “Waarschijnlijk wegens het woeden en razen van Wodan die met zijn dodenleger bij nacht en ontij rondvloog. Er zijn verhalen over ‘Niklaai den Duvele’, en in de Angelsaksische traditie wordt de duivel wel ‘Old Nick‘ genoemd.”
Wonderlijk eigenlijk, dat een katholieke heilige met aantoonbare heidense wortels zo populair is gebleven in het protestante Nederland. Droogers: “Dat zou best te maken kunnen hebben met het motief van zonde, straf en beloning dat bij Sinterklaas zo’n grote rol speelt.”
Eerder (30 november 2000) gepubliceerd in Ad Valvas, weekblad van de Vrije Universiteit. Lees ook Jona Lenderings Sint Nikolaas en de vrouwen.
Jona Lendering, 03.12.2007 @ 21:03
12 Reacties
op 04 12 2007 at 01:27 schreef Paardestaart:
Hm – ik heb zo’n idee dat sinterklaas, net als de vlag en het crucifix manieren zijn om nadrukkelijk onze identiteit uit te dragen, nu men ons van alle kanten probeert te verzekeren dat die er niet toe doet..
op 04 12 2007 at 03:09 schreef Duns:
Ik heb altijd gehoord dat ‘Old Nick’ een verwijzing is naar Niccolo Machiavelli …
op 04 12 2007 at 07:35 schreef Alvaro:
Die Droogers zit maar wat te raaskalen. Hij snapt niet dat de grote bevolkingsgroep vergrijzers kinderen en kleinkinderen hebben en juist mede daarom dit vieren. Traditie, meer niet en helemaal niets te maken heeft om nog iets uit het verleden vast te houden.
op 04 12 2007 at 09:10 schreef daniel:
Kan Sinterklaas nog in deze tijd? Ik bedoel, hier hebben we een wijze blanke man die zich omringt heeft met domme identiteitsloze negertjes die bovendien allemaal Piet heten.
Ik ben er zeker van dat het mogelijk is mensen met een kleurtje er van te overtuigen dat ze door dit feest eigenlijk diep beledigd zouden moeten zijn. Wie weet en lukt het dan ook om dit afschuwlijke voorbeeld van racisme en kapitalisme eindelijk ook eens te verbieden.
op 04 12 2007 at 10:04 schreef Peter Breedveld:
Volgens mij zit je zelf maar wat te raaskallen, Alvaro. De vergrijzing was ook al in volle gang toen de kerstman het hier dreigde over te nemen. Die is er immers ook voor kinderen en kleinkinderen.
Er was dus een keuze tussen twee kindervrienden: de kerstman en Sinterklaas. Waarom heeft uiteindelijk toch Sinterklaas gewonnen? Zo gek vind ik de verklaring van Drogers niet.
op 04 12 2007 at 13:55 schreef daniel:
Raaskallen deed ik toch?
Anyway, in de VS heb je Hannuka én Santa, in Nederland Sinterklaas én Kerst. De kerstman staat weliswaar op de 2e plaats, maar hij staat er toch.
Waarom?
Misschien omdat december zo koud en donker is dat je aan een zo’n feest niet genoeg hebt. Vroegah was dat anders, toen waren de mensen zo arm dat je elkaar al blij kon maken met een rotte appel of een stukje afgekloven speculaas. In die dagen hadden ze aan een zo’n feest genoeg. Maar probeer nu maar eens op pakjes avond je kind gelukkig te maken met een sinasappel, not acceptable. We leven in luxe, en kunnen ons twee keer hetzelfde feest permiteren (gelukkig maar).
op 04 12 2007 at 14:28 schreef Kornak:
Wat ik gehoord heb is dit; In de middeleeuwen werd er (soms) geloofd in onzichtbare wezens die bij de verschillende elementen behoorden. Zo had je nicken of nixen uit het moeras, de overgang tussen water en aarde. Toegepast op de mens; diep uit het onderbuikgebied. Dat was/is het gebied van stout, ondeugend en van passie. Het moest gecontroleerd (gekerstend en beschaafd)worden door een baas, het betere geweten. In "die zauberflöte" zie je dat zelfde element bij (ik geloof) sarastro, een baas van de natuurlijke aandriften. Sinterklaas is een gekerstende en gecastreerde wodan (net als zijn witte schimmel) en de kerstman is misschien niet zo gecastreerd maar toch wel wat geslachtsloos. Hij heette in de meer noordelijke landen Odin en werd aan de overkant van de plas de kerstman.
Domme en primitieve mensen noemden negers misschien nicken, nixen of niggers. En lieten er hun projecties op los. Domme primitieve mensen in africa en z. america zagen witte mensen aan voor goede geesten…en lieten er hun projecties op los. Nu komen we allemaal van een koude kermis thuis, maar de projecties blijven taai, het wil maar niet slijten.
op 04 12 2007 at 14:40 schreef Peter Breedveld:
En daar komt dan weer de taaitaai vandaan.
Nu wordt het interessant. Maar die ‘nicken’ staan die nou aan de basis van zowel ‘Nick’, de Duivel, als van ‘nikkers’?
Ik weet nog een ander verband: de Heilige Nicolaas, wiens beeltenis in de Russisch-orthodoxe kerk een belangrijke rol schijnt te spelen, lijkt een incarnatie te zijn van de hindoegod Ganesh met het olifantenhoofd. Ganesh is een kindervriend en een zoetekauw.
Gelovigen strelen in het voorbijgaan het voorhoofd van Ganesh, en Russisch orthodoxen strelen of kussen dat van de Heilige Nicolaas.
Ziehier de hindoe-wortels van Sinterklaas.
op 04 12 2007 at 15:26 schreef jaap:
Kan Sinterklaas nog in deze tijd? Ik bedoel, hier hebben we een wijze blanke man die zich omringt heeft met domme identiteitsloze negertjes die bovendien allemaal Piet heten
Ik zie het elk jaar weer gebeuren
hele volksstammen zeuren
Over wie ik ben en wat ik was
hoe dat voelt voort zwarte ras
Anno nu, en kan dat nog
eiglijk niet en weet je toch
Maar zwijg nu even lieve schare
ik ben niet echt, ik ben een mare
Ik ben historie
fait accompli
Ik ben uw zonde noch uw schuld
khoef niet beleden, slechts geduld
Tot eens de dag zal gloren
voor witten, gelen en ook moren
dan voelen allen zich gelijk
en kunt u stoppen met dit gezeik
op 04 12 2007 at 23:56 schreef daniel:
Er zijn ook mensen die zeggen dat Sinterklaas helemaal niet bestaat!
op 05 12 2007 at 08:23 schreef BigPete:
Die gaan meteen in de zak!
op 05 12 2007 at 18:58 schreef filantroop:
Zojuist een in scharlaken gehulde bejaarde, die zich onaangekondigd aan mijn deur vervoegde, een been afgeklemd. Allereerst dacht ik aan een jehova, maar alras zag ik dat het een prelaat betrof die een ziekelijk belangstelling voor de inhoud van mijn schoeisel aan de dag legde.
Of ik wellicht een winterpeen voor zijn hongerige schimmel in mijn schoenen wilde deponeren.
Ooit heb ik door zon verzoek een paar van Bommel-brogues verspeeld aan een sujet, dus mijn wantrouwen was geboren.
Over zijn schouder glurend zag ik twee zwartgeverfde jongedames negerzoenen smullen.
De smeuïge inhoud van deze lekkernijen detoneerde scherp tegen het pikzwart van hun volle wangen. De fraai gevormde enkels die in glissando overgingen in hun welgevormde kuiten en dijen losten appetijtelijk op in hun goudgestreepte pofbroekjes. Mijn belangstelling was aldus gewekt.
Ik beduidde de grijsaard dat ik wel genegen was de jongedames te laven en spijzen, en ze zonodig onderdak te verlenen voor de nacht, maar dat ik met zijn schimmel niets te schaften had.
Hierop ontstond het handgemeen waarbij ik uit zelfverdediging zijn been afklemde.
Het residu ervan heb ik over mijn uitgemergelde ligusterhaag geworpen zodat Ella, de valse rottweiler van de buren, ook een gezellige sinterklaasavond heeft.
Mocht vanavond iemand een geestelijke in een rolstoel zien, dan weet men hoe het gekomen is.