Home » Archief » De omgevallen man


[01.12.2007]

De omgevallen man

Hafid Bouazza

09 (374k image)

Geconfronteerd met de beschrijving van de pijn die gepaard gaat met ontwenning, in dit geval ontwenning van alcohol, moet ik zoeken naar een passende stijlfiguur en dit zal wel de metafoor worden, aangezien elke kunst voor mij een metafoor is. Nu heb ik nooit de behoefte gevoeld mijn ervaringen voor mijzelf aan inkt en papier toe te vertrouwen (laat staan aan een publiek) – inkt en papier ja, omdat bij een dergelijke therapeutische bezigheid het contact met pen en de druk van pen op papier en de snelheid waarmee pen gehanteerd en de mate waarin papier mishandeld dan wel gestreeld wordt van groot belang zijn: de uitslag laat zich uiteindelijk niet lezen uit de inhoud, maar uit het handschrift, de doorhalingen, omissies, vlekken en marginale droedels. Weliswaar is het bijhouden van een dagboek onderdeel van de ontwenningskuur, maar dat is voor praktisch gebruik. Dat u nu dit stuk onder ogen krijgt is omdat het in opdracht is geschreven, waarmee ik niet een eventueel falen wil verontschuldigen, maar slechts een feit vermelden. Daarbij ben ik nog niet eens zo lang geleden begonnen met ruien, dus ik schrijf de profundis, niet geheel vanuit de bodem, een paar treden hoger, maar vanuit een diepte desalniettemin.

Waarom heb ik de opdracht aanvaard? Omdat hij de kern raakt van in elk geval mijn schrijverschap: mij verschuilen achter een muur van exhibitionistische woorden. Zoals Geerten Gossaert het in een van zijn ‘Gestalt-gedichten’ uitdrukt:

De dichter, met een wijle uit woorden saamgeweven
En rond zich als een waas van weemoed uitgespreid,
Verbergt, voor het gemeen, de waarheid van zijn leven…
Het smartelijk gelaat van eige’ ellendigheid.

Want, zoals Gerrit Komrij het verwoordt: ‘Een ouwe zeur heeft nooit gebrek aan stof. Niets zal tot hem doordringen van de ellende die kleeft aan het blijvende, het leed dat zich verschuilt in het massieve en de pijn die samenvalt met ons wezen.’

Niet zeuren, maar ons laten doordringen door de pijn die samenvalt met ons wezen: dat is een goede definitie van zelfdestructie. Misschien dat het creatieve proces een manier is om de pijn bezweren, ik weet het niet; woede kan ook een drijvende kracht zijn, maar wat is woede uiteindelijk anders dan kwetsbaarheid die van zich afblaft en afslaat? Voor mij had de ontdekking de wereld te kunnen stofferen met woorden, of sterker nog werelden te creëren uit woorden en de extase waarmee dit gepaard gaat, iets in mij geopend, een hongerige, gulzige wellust van de geest, van het bewustzijn; en om dat bewustzijn constant te prikkelen greep ik tevens naar de alcohol en drugs: alleen door de geest te ontregelen, kan men leren hoe de geest ‘gewoonlijk’ werkt. Het was een ontdekking van de mogelijkheden van de geest. Ik weet niet of de roes opgewekt door middelen een substituut was voor werkeloze tijden of dat middelengebruik een voortzetting was van het creatieve proces. Anthony Burgess schreef dat schrijvers een kroeg nodig hebben, omdat het schrijven een eenzaam proces is en dat de schrijver via de kroeg contact met de buitenwereld zoekt. En dat is wat mij aantrekt in kroegen, hun oorspronkelijke functie als pleisterplaats, waar mensen op doorreis even samenkomen, het stof van het verlaten land nog in de kleerplooien – in moderne tijden: de slaap en de ergernis van het huiselijk leven nog in de blik.

Het is een manische hartstocht, een geestelijke vraatzucht, maar weldaad put uiteindelijk uit en de energie om te werken raakt uitgeput. En wanneer werk wordt gefnuikt door alcohol of enig ander middel, dan rest er niets anders over dan te pijn te lijden die je niet meer tot verbale extase om kunt zetten. Dan word je een sjabloon van jezelf. Of je moet de extase die je niet meer kunt uitdrukken gaan leven: zie Jim Morrison, die ontegenzeggelijk poëtisch talent had. Kunst is, naar mijn idee, de beleving van genot, niet het lijden aan genot.

Ik zeg dit niet uit berouw – integendeel, want ik ben geen renegaat – ik denk juist dat zo’n toestand het diepste inzicht in jezelf kan verschaffen. En zelfinzicht daar heeft de omgeving niets aan,; zij zal het zien als een vorm van egoïsme (soit), maar voor mij was het de hoogst haalbare vorm van onafhankelijkheid, van een soort eenzaamheid, in een cocon van hersenspinsels, geweven door mijn hoogst persoonlijke kleurige demonen: ik heb ze gezien. De externalisatie van innerlijke schimmen, is iets wat bewonderenswaardig is aan ons brein, die zelfs tijdens de slaap niet rust (dromen). En ik kijk er met weemoed op terug: zo naakt als men zich de eerste tijd zonder alcohol voelt, zo heb ik mij nog nooit gevoeld. De mensenschuwe die in sloten van alcohol werd ondergedompeld komt naar buiten; de roes harnast je in veiligheid, maar verblindt voor het aanzicht dat je toont; ik schrok toen een mij onbekende vrouw mij aansprak met de woorden dat ze blij was dat ik er beter uitzag: ze had mij daarvoor door de ruiten van een winkel gadegeslagen en had zich zorgen gemaakt. Ik had mij niet slecht gevoeld.

Ook aanvaardde ik de opdracht om mij weer in een hoek te laten drukken, waaruit ik daarna weer ontsnappen kan. Ik ben van allochtoon, die de Tachtigers bewondert en de Abele Spelen leest, van afvallige islam-criticus naar drugsgebruiker en toen absintdrinker geworden – nu ben ik daar van af en zal ik wel de ex-alcoholist worden. Om mij dan weer te ontkluisteren. Is dit vluchtgedrag? Veel zullen zeggen dat overmatig middelengebruik een vorm is van de werkelijkheid ontvluchten, maar dat is niet waar: overmatig gebruik is zelf een vorm van werkelijkheid. Het is de straatrover en de nomade naast de huisbewoner en kraker – alleen heeft de dipsomaan slechts zijn eigen organen om te beroven en zijn eigen gemoedswoestijn om in te verdwalen. In deze nuchtere dagen huist mijn geest, een octopus, in een lichaam dat zich als een hagedis beweegt: er is geen alcohol om mij in de traagheid van een vloeibare diepte te doen deinen.

Een serieuze poging om als schrijver en niet als lijder mijn eigen toestand bij te houden, zou onvermijdelijk resulteren in het intellectualiseren of retoriseren van wat niet retorisch noch intellectueel is. Het is niet ‘hoezee ik ben van de drank af!’, noch is het ‘o wee ik ben van de drank af’- het is geen van beide of iets van allebei: ‘o wee wat een hoezee’, of vice versa.

De oxymoron is onvermijdelijk; als verslaving en zelfdestructie ook een oxymoron zijn, zoals het woord ‘roofbouw’ al aangeeft, dan moet ontwenning dat ook zijn – een ‘herstelafbraak’ misschien? Of men lijdt door wat men krijgt of men lijdt door wat men niet krijgt. En de stijlfiguur oxymoron overheerst dan ook in het boek Opium van Jean Cocteau dat hij tussen 1929 en 1930 toen hij van opium aan het afkicken was. Het is nu pas, bij derde lezing, dat ik het boek iets meer waardeer dan aanvankelijk – in literaire zin wel te verstaan. Het is dan ook kenmerkend dat niet de kalme toon van zijn woorden en wat voor diepgaande overpeinzingen moet doorgaan zijn pijn uitdrukken, maar de tekeningen die hij daarbij maakte. Die zijn gewelddadig mooi.

Opmerkelijk vond ik deze zin van hem: ‘Een boom zal stellig lijden van de groei maar het afvallen van de bladeren niet voelen.’ Omdat ik – in een geheel andere context – ooit dit schreef: ‘We kunnen het niet horen, maar wie weet met welke kreet een blad onwillig loslaat en neerdwarrelt. Ik huiver bij de gedachte en dank mijn doofheid.’ Is ontwenning een groei met pijn of een verlies zonder pijn? Zijn eigen aantekeningen lijken zijn metafoor te ontkrachten.

Een rake observatie van hem is de volgende: ‘Zomin als men een ontwenning mag verwarren met een herstel van tyfus of een onderdrukking door middel van lichamelijke oefeningen…., mag men de vergiftiging verwarren met een gewoonte. Sommige mensen schuiven alleen ’s zondags. Zondags kunnen ze niet zonder opium: dat is de gewoonte. De vergiftiging verwoest de lever, tast de zenuwcellen aan, constipeert, droogt de slapen uit, vernauwt de iris van het oog. De gewoonte is een ritme, een eigenaardige honger die de schuiver kan hinderen maar hem geen enkel nadeel berokkent.’

Het is dat ‘nadeel’ dat de verslaafde zoekt, wat ik heb gezocht in alle middelen. Wanneer het gevoel van genot overging in overmoed en overmoed in een besef van zelfbeschikking en de zelfbeschikking in zelfdestructie is moeilijk aan te geven (ik heb wel een vermoeden), maar praktisch gezien begon dat toen drank en kroegbezoek niet meer synoniemen waren, maar de drank in huis werd verwelkomd: de werkelijke dipsomaan is de thuisdrinker; kroegbezoek is een ritueel.

Zoals Cocteau treffend zegt: ‘Wat het individualisme ook zij, de eenzame, gereserveerde, aristocratische, weelderige, monsterachtige kant van het meesterwerk, het blijft er niet minder sociaal om, in staat anderen te bereiken, te ontroeren… Maar de behoefte zich uit te drukken, in verbinding te staan met de buitenwereld, verdwijnt bij de genotzoeker.’

Dan is men, in mijn beleving, echter het genot voorbij. Ik ben niet gestopt uit gezondheidsoverwegingen, maar omdat ik daar was, waar ik onbewust wezen wilde: verslagen worden. Zoals Martin Scorsese (zelf bijna gestorven aan een overdosis cocaïne) zei; ‘It was a matter of pushing the envelope, of being bad, seeing how much you can do…I wanted to push all the way to the very end, and see if I could die.

Sterven wilde ik niet, maar hoe dichtbij kon ik komen? En dan is er die ironie, of de oxymoron, van zelfdestructie als een vorm van creativiteit, zoals blijkt uit de scène in Raging Bull waarin De Niro zijn broer vraagt of hij naar bed is geweest met zijn vrouw (de bekende one-liner). Scorsese zegt hierover: ‘What I took from myself was the tenacity of a man who is so paranoid and so self-destructive that even though he knows nothing, he will conduct an investigation of the person closest to him as if he knows exactly what happened, and he will not accept no for an answer, which means he sets up everything to destroy himself.’

Hoe verwrongen het ook moge klinken, dit is creatief, zoals paranoia, hallucinaties, gedichten en verhalen en films en tekenfilms en opera’s en muziek creaties zijn van het brein. Dit is waanzin en dat waanzin en creativiteit dicht bij elkaar liggen is al lang voer voor onderzoek en contemplatie.

Opvallend en grappig genoeg is het boek dat ik voltooide (over een periode van drie jaar) tijdens een periode van geheelonthouding van zowel drugs als alcohol, mijn roman Salomon, waarvan sommigen meenden dat ik het onder invloed had geschreven. Mijn lucide toestand gaf mij de mogelijkheid om te putten uit mijn trips en hallucinaties en andere bewustzijntoestanden uit mijn verleden en in die zin klopt het dan ook dat drugs deuren kunnen openen in de geest die voor sommigen anders gesloten zouden blijven en de creativiteit kunnen aanwakkeren. Paul Schrader (regisseur en co-scriptschrijver van Raging Bull) zei hierover; ‘When you’re very, very stoned you have access to fantasies that are harder to get when you’re straight, particularly for somebody like me that didn’t have access to that inner life. The prose gets sometimes a little excessive, and the syntax gets a little whacked. But it’s basically what you want to say, and often, very, very, alive.’

Dit laatste kan ik niet bevestigen, want ik heb nooit onder invloed geschreven, om de simpele reden dat de roes het creatieve proces verving; het luchtkasteel voor het solide bouwwerk. Ervaringen, sensaties onder invloed werden weggestopt voor later gebruik. De weg van overvloed leidt zeker tot het Paleis van Wijsheid, zoals Blake zegt, als men onder wijsheid zelfinzicht begrijpt – de intrinsieke eenzaamheid van de mens, een geest afgesloten door vlees. Eén is voor de wijze niet genoeg, anders dan het spreekwoord wil: een kus vertelt ons niet wat erotiek is, noch een teug waartoe alcohol in staat is. Middelmatigheid is een wiegelied; verslaving een opera. (Cocteau schrijft dat Stravinsky’s Le Sacre du Printemps de ontwenning het beste verklankt.) En dat een afdaling in de hel of de goot in jezelf daarbij hoort, is niets anders dan een voortvloeisel van de dualiteit of dialectiek van het menszijn.

Na de eerste euforische visioenen van de opium en LSD, goud en groen, kwamen altijd de angstige taferelen, goud en zwart. Maar de laatste hebben mij nooit afgehouden van verder gebruik – integendeel. En toen kwam de absint en na de euforie en de vriendschap (‘…since, through life’s varied round / In the goblet alone no deception is found‘ Byron) , bleek ik allengs in zijn greep en de greep beviel mij, omdat het de onbesliste worsteling was of omhelzing met de engel, of groene fee:

… Een kreupele keert.
‘Hebt gij zijn aangezicht gezocht?’
‘Ik zag. Maar heb den Engel
Níet overmocht.’

Gossaert weer.

Dit moet ik benadrukken: ik bewonder de koppigheid waarmee en de mate waarin de mens tot zelfdestructie in staat is. En ik haast mij erbij te vermelden dat dit geen zelfverheerlijking is: ik ben niet de gehele weg gegaan. En ik bewonder de drank absint: een vloeistof die zulke dingen met je hersenen kan doen, is mijn bewondering waard.

In een Marokkaans lied komen de volgende humoristische regels voor: ‘Kon ik maar een fles zijn: ik zou dronken worden zonder om te vallen.’

Ik ben omgevallen; ik ben niet wijzer, noch droeviger – de pijn was er altijd en zal altijd blijven, alcohol heeft hem niet weggehaald noch veroorzaakt, nuchterheid polijst hem niet weg –ik ben alleen geen fles, want niet van glas, maar kan breken, want ik ben van been. Ik weet alleen een ding zeker: de alcohol zal voor mij nooit meer hetzelfde zijn. Geen hoezee en ook geen owee, maar de beginnende, schuinse herfstbladerval van een man die erkent dat hij nog verder groeien moet. En groei houdt altijd verlies in.

Hafid Bouazza (1970) schildert, componeert, kookt, goochelt, bedwelmt, prikkelt de zinnen en verruimt de geest met zijn woorden. Onderga zijn boeken. Dit essay verscheen twee weken geleden in NRC Handelsblad en eerder deze week in dagblad De Morgen.

Algemeen, 01.12.2007 @ 12:59

[Home]
 

18 Reacties

op 01 12 2007 at 13:12 schreef Max J. Molovich:

Had het al gelezen in NRC. Waarom, zo vroeg ik me toen al af, zo vaak uw toevlucht zoeken in citaten? Wilt u op deze manier (voor uzelf en wellicht ook naar de lezer toe) bevestigen in een traditie te staan? Dat u niet de enige schrijver bent die verslaafd is geraakt aan genotsmiddelen, en dat u ook niet de enige bent die geprobeerd heeft daarvan af te komen? Of heeft u andere schrijvers nodig gehad om dit specifieke onderdeel van uzelf beter te begrijpen?

op 01 12 2007 at 14:00 schreef Hafid:

Beste Max,

De opdracht was om een literaire invalshoek te vinden. En andere schrijvers hebben bepaalde sensaties beter uitgedrukt dan ik zou kunnen, maar mij in hun traditie plaatsen, zou van hybris getuigen.

op 01 12 2007 at 14:11 schreef Hansje Castorp:

Ontwenning lijkt mij voor een verslaafde een bijzonder moeilijk woord. De mens moet door met zijn leven en zich aanpassen aan de huidige werkelijkheid. Daarentegen lijkt ‘ontwenning’ een stap terug te betekenen, als een wederkering naar een oorspronkelijke staat van zijn. ‘gewenning’ behelst dan een veel progressiever vindingsproces dan ‘ontwenning.’ Ik vraag me af in hoeverre dit soort taalfouten mensen gevangen kunnen houden in onconstructieve gedachtegangen.

Hansje Castorp zweeft bij piano concerten.

op 01 12 2007 at 14:12 schreef Peter Breedveld:

Hafid doet zichzelf tekort als hij suggereert dat die citaten daar slechts staan om aan die opdracht van een literaire invalshoek te voldoen en omdat andere schrijvers zich beter zouden hebben uitgedrukt dan hij zou kunnen.

Zelf ben ik gefascineerd (en dat is zacht uitgedrukt) door die laatste dichtregels van Gossaert in zijn stuk, over Jacobs gevecht met de engel, dat hem kreupel maakt. Dat is een motief dat voorkomt in tal van verhalen, de held die een wond in zijn zij krijgt toegediend (klinkt een beetje raar, ‘een wond toedienen’ maar ik laat het maar even zo), kreupel wordt, een been wordt afgehakt, waarna hij is ‘herboren’.

In dit verhaal zie ik Hafid, de omgevallen man, als de held, die zijn gevecht verliest en daar herboren uit tevoorschijn komt.

op 01 12 2007 at 15:01 schreef Hafid:

Hansje,

Ik zweef ook bij muziek – klassiek, het liefst symfonisch, en bij sommige popmuziek.

op 01 12 2007 at 16:47 schreef Hansje Castorp:

welke dan, Hafid?

Een live concert in een mooi gebouw geeft het beste resultaat. De ene keer gaat het in je oren meezingen, een ander maal is het meer een gevoel dat alles in orde is. T’is te delicaat om je te overweldigen maar wel merkbaar aanwezig. Helaas zijn concertkaartjes vrij prijzig.

Nog andere tips?

op 01 12 2007 at 16:54 schreef Hansje Castorp:

Wat een bevreemdende foto trouwens. De lichaamshouding van die mannen past helegaar niet bij die hand op het been. Heel gespannen allemaal, van elkaar geweken en die hand ligt niet eens op het been maar hangt er krampachtig heel licht boven. Volgens mij hebben die heren helemaal geen zin in deze pose. Meneer Breedveld, waar komt dit beeldmateriaal vandaan en wat moet het voorstellen?

op 01 12 2007 at 17:56 schreef Max J. Molovich:

Het mannentafereel doet mij denken aan Frank Rijkaard die zijn hand op het been legt van Clarence Seedorf, nadat zij met Ajax de Champions League hebben gewonnen. Geweldig fotomateriaal, trouwens.

Overigens vond ik het een zeer boeiend artikel, ik werd alleen beetje duizelig van de hoeveelheid citaten. Je wordt als lezer alle kanten opgeslingerd wanneer je om de alinea met een citaat om de oren wordt geslagen. U zegt zich te verschuilen achter een muur van exhibitionistische woorden, maar het lijkt er meer op dat u zich beschermd weet door een muur aan andermans exhibitionistische woorden. Als NRC aan u de opdracht gaf om het fenomeen ontwenning literair te behandelen, dan vraag ik mij af waarom ze dat gedaan hebben aan u, die net zelf is afgekickt en bovendien ook nog eens literatuur bedrijft. Hadden ze niet gewoon kunnen zeggen: zeg, Hafid, vertelt u ons eens in duizend woorden wat er door u heen ging tijdens het afkicken van uw alcoholverslaving?

op 01 12 2007 at 20:15 schreef Naakte molrat:

Voor mij had de ontdekking de wereld te kunnen stofferen met woorden…..etc…….
Prachtig onder woorden gebracht. Zoals u kunt schrijven daar word ik stil van, jaloers ook. Ik erger me net als Max M. hierboven een beetje aan de overdaad aan citaten. Ook kan het hier en daar wel een tandje minder, meer authentiek, meer via het ruggenmerg. Hoe dan ook krijg ik een bijna verliefd gevoel als ik bepaalde regels lees, en dat gebeurt niet vaak.
Mijnheer Hafid, ik ken uw boeken (nog)niet, maar die paar teksten die ik in het NRC en op deze site heb gelezen, hebben me geraakt.
Ik ben overigens blij dat ik van mezelf mag drinken, hoewel nooit genoeg en nooit teveel.

op 01 12 2007 at 21:50 schreef Tjerk:

Ik weet het niet hoor; ik heb de indruk dat er in bovenstaand stuk teveel omheen wordt geluld.

Er wordt gesproken over pijn, maar de lezer treft een etalage volgestald met eruditie.

"Nu heb ik nooit de behoefte gevoeld mijn ervaringen voor mijzelf aan inkt en papier toe te vertrouwen"

En dat blijkt. Er is niets exhibitionistisch aan de woorden, want er wordt veel verscholen en tot de naakte huid geraakt het stuk maar niet. Jammer, een gemiste kans en een onvervulde belofte – al was het falen vooraangekondigd.

op 02 12 2007 at 01:28 schreef heteb:

@ Hansje Castrop: "Wat een bevreemdende foto trouwens. De lichaamshouding van die mannen past helegaar niet bij die hand op het been. Heel gespannen allemaal, van elkaar geweken en die hand ligt niet eens op het been maar hangt er krampachtig heel licht boven. Volgens mij hebben die heren helemaal geen zin in deze pose."

Krampachtig is het zeker. Die hand op dat been is zogoed als een doodvonnis en de heren weten dat. Je kan er verschillende kanten mee op, maar ik hou het op deze:
De rechter man denkt "oh schat doe dat nou niet, je weet dat nu de hel losbreekt"
en de linker man denkt "ja, ik weet het, maar ik ben het zat. De eerste die er wat van zegt sla ik recht op z’n smoel".

(Sorry Hafid, ik ga later op je stuk in, maar ’t was nu even ‘first things first’.)

op 02 12 2007 at 19:28 schreef filantroop:

Wedergekeerd van een wildschouw moet ik de bekentenis afleggen dat ik mijn visoenen nooit geput heb uit verslavende middelen, doch liet ruggensteunen door hetgeen mijn eigen geest mij uit vrijgevigheid schonk. Zo raakte ik vaak beneveld door het landschap, wanneer ik me door het geurige gebladerte van het voorjaar spoedde. Of bedwelmde ik in het fluïdum van de bloeiende meidoorn in de duinen, onder de wulpse crescendo’s van de nachtegaal, als de ochtend door de stijgende zon oploste.
En vorige week nog mocht ik dronken worden van de etherische geur van fermenterend gebladerte dat een bruin tapijt vormde waarover ik me koninklijk mocht voorbewegen. Tot ik een bleek vogeltje dat de klapekster heet, vanaf een dun takje naar levend voedsel zag happen. Ach ja, dat vriendelijke vogeltje dat prooien spietst aan doornen en prikkeldraad, en mij teut maakt van opwinding zodra ik het aanschouw. De natuur is opium en lichte sm, en net zo verslavend.

op 02 12 2007 at 19:37 schreef John:

Goeie wijn en whiskey hoef je niet van af te kicken, daar is gewoon geen reden toe.
Als ik per ongeluk wel eens meer dan 8? consumpties in het cafe heb genoten ben ik 4 dagen later pas weer de ouwe.

op 02 12 2007 at 21:43 schreef John:

Een tijd geleden rode wijn gedronken die door een of andere oom uit albanie was gemaakt. Het kwam uit een colafles maar ik heb nog nooit zon lekker sapje gehad. Na een paar glaasjes lag ik als verdoofd op de bank en ik ben nog nooit zo lekker wakker geworden.

op 02 12 2007 at 22:35 schreef heteb:

Belofte maakt schuld..
Wederom prachtig geschreven stuk, maar over een probleem dat ik niet ken en dus niet goed na kan voelen. Zelf een pittig drinker, maar een die er vooralsnog ook buiten lijkt te kunnen. Dat probeer ik tenminste van tijd tot tijd uit, een paar dagen niks. Soms wel wat meer moeite om de slaap te vatten, maar een glas warme melk doet dan wonderen –goed heet te drinken, voor de prikkeling van de keel.

op 04 12 2007 at 01:25 schreef Hansje Castorp:

op 04 12 2007 at 10:59 schreef Hafid:

Hansje,

Geweldige cartoon. En die groene kots komt mij bekend voor. O goeie ouwe tijd!

op 04 12 2007 at 16:15 schreef Hansje Castorp:

zie ook http://www.wulffmorgenthaler.com
dagelijks vers.

Nieuwe reactie
Naam:
E-mail:
Homepage:
  Afbeelding invoegen
 

 


Home

Archief

 

STEUN FRONTAAL NAAKT MET EEN TIKKIE!

 

 

OF VIA PATREON!

 

 

CONTACT
Stuur uw loftuitingen en steunbetuigingen naar Frontaal Naakt.

NIEUWSBRIEF
Ontvang gratis de Frontaal Naakt nieuwsbrief.

 

pbgif (88k image)
 

Let op: Toelating van reacties en publicatie van opiniestukken van anderen dan de hoofdredacteur zelf betekenen geenszins dat hij het met de inhoud ervan eens is.

 

pbgif (88k image)
 

MEEST GELEZEN IN NOVEMBER

O De lange arm van Tel Aviv

O Mjoenik

O Wierd Duk stuurt een vriendje om bij mijn baas te klagen

O Jij, racist, jíj bent het integratieprobleem

O Nederland gaat op moslimjacht

O Op de bres voor de domme lul

O De onwaardige discipelen van Theo van Gogh

O Maarten Wolterink

O Mag geen nazi zeggen

O Poepen doen we allemaal

 

MEEST GELEZEN EVER

O Caroline van der Plas, dwangmatige leugenmachine

O Caroline van der Plas is de Nederlandse Donald Trump

O YouPorn

O Iedereen haat Sander Schimmelpenninck omdat hij écht onafhankelijk is

O Wierd Duk de pro-Russische complotdenker

O Domme Lul

O Frans Timmermans kan het einde van de domrechtse ijstijd zijn

O Wierd Duk en Jan Dijkgraaf, hoeders van het fatsoen

O De koning van het uittrekken van de damesslip

O Haatoma

 

pbgif (88k image)
 

BLURBS
“How does it feel to be famous, Peter?” (David Bowie)

“Tegenover de enorme hoeveelheid onnozelaars in de Nederlandse journalistiek, die zelfs overduidelijke schertsfiguren als Sywert, Baudet en Duk pas ver in blessuretijd op waarde wisten te schatten, staat een klein groepje van ondergewaardeerde woestijnroepers. Met Peter op 1.” (Sander Schimmelpenninck)

“Frontaal Naakt dient een publiek belang” (mr. P.L.C.M. Ficq, politierechter)

“Peter schrijft hartstochtelijk, natuurlijk beargumenteerd, maar zijn stijl volgt het ritme van zijn hart.” (Hafid Bouazza).

“Ik vind dat je beter schrijft dan Hitler” (Ionica Smeets)

“Peter is soms een beetje intens en zo maar hij kan wél echt goed schrijven.” (Özcan Akyol)

“Jij levert toch wel het bewijs dat prachtige columns ook op weblogs (en niet alleen in de oude media) verschijnen.” (Femke Halsema)

“Literaire Spartacus” (André Holterman)

“Wie verlost me van die vieze vuile tiefuslul?” (Lodewijk Asscher cs)

“Pijnlijk treffend” (Sylvana Simons)

네덜란드 매체 프론탈 나크트(Frontaal Naakt)에 따르면, 네덜란드 라 (MT News)

“Echt intelligente mensen zoals Peter Breedveld.” (Candy Dulfer)

“De Kanye West van de Nederlandse journalistiek.” (Aicha Qandisha)

“Vieze gore domme shit” (Tofik Dibi)

“Ik denk dat de geschiedenis zal uitmaken dat Peter Breedveld de Multatuli van deze tijd is.” (Esther Gasseling)

“Nu weet ik het zeker. Jij bent de antichrist.” (Sylvia Witteman)

“Ik ben dol op Peter. Peter moet blijven.” (Sheila Sitalsing)

“Ik vind hem vaak te heftig” (Hans Laroes)

“Schrijver bij wie iedereen verbleekt, weergaloos, dodelijk eerlijk. Om in je broek te piesen, zo grappig. Perfecte billen.” (Hassnae Bouazza)

“Scherpe confrontatie, zelfs als die soms over grenzen van smaak heen gaat, is een essentieel onderdeel van een gezonde democratie.” (Lousewies van der Laan)

“Ik moet enorm lachen om alles wat Peter Breedveld roept.” (Naeeda Aurangzeb)

“We kunnen niet zonder jouw geluid in dit land” (Petra Stienen)

“De scherpste online columnist van Nederland” (Francisco van Jole)

“Elk woord van jou is gemeen, dat hoort bij de provocateur en de polemist, nietsontziendheid is een vak” (Nausicaa Marbe)

“Als Peter Breedveld zich kwaad maakt, dan wordt het internet weer een stukje mooier. Wat kan die gast schrijven.” (Hollandse Hufters)

“De kritische en vlijmscherpe blogger Peter Breedveld” (Joop.nl)

“Frontaal Naakt, waar het verzet tegen moslimhaat bijna altijd in libertijnse vorm wordt gegoten.” (Hans Beerekamp – NRC Handelsblad)

“De grootste lul van Nederland” (GeenStijl)

“Verder vermaak ik mij prima bij Peter Breedveld. Een groot schrijver.” (Bert Brussen)

“Landverrader” (Ehsan Jami)

“You are an icon!” (Dunya Henya)

“De mooie stukken van Peter Breedveld, die op Frontaal Naakt tegen de maatschappelijke stroom in zwemt.” (Sargasso)

‘De website Frontaal Naakt is een toonbeeld van smaak en intellect.’ (Elsevier weekblad)

“Frontaal Gestoord ben je!” (Frits ‘bonnetje’ Huffnagel)

“Jouw blogs maken hongerig Peter. Leeshonger, eethonger, sekshonger, geweldhonger, ik heb het allemaal gekregen na het lezen van Frontaal Naakt.” (Joyce Brekelmans)

‘Fucking goed geschreven en met de vinger op de zere plek van het multicultidebat.’ (jury Dutch Bloggies 2009)

Frontaal Naakt is een buitengewoon intelligent en kunstig geschreven, even confronterend als origineel weblog waar ook de reacties en discussies er vaak toe doen.’ (jury Dutch Bloggies 2008)

‘Intellectuele stukken die mooi zijn geschreven; confronterend, fel en scherp.’ (Revu)

‘Extreem-rechtse website’ (NRC Handelsblad)

‘De meeste Nederlanders zijn van buitengewoon beschaafde huize, uitzonderingen als Peter Breedveld daargelaten.’ (Anil Ramdas)

‘Peter Breedveld verrast!’ (Nederlandse Moslim Omroep)

‘Breedveld is voor de duvel nog niet bang’ (Jeroen Mirck)

‘Nog een geluk dat er iemand bestaat als Peter Breedveld.’ (Max J. Molovich)

‘Godskolere, ik heb me toch over je gedróómd! Schandalig gewoon.’ (Laurence Blik)

 

pbgif (88k image)
 

LINKS

 

 


 

(Advertentie)
 

 

 

RSS RSS