Selfhating Arab
Hanna Bouaicha
Plaatje van Jean-Léon Gérôme
Thuis in Nederland na een half jaar Jeruzalem. Tijd voor een terugblik. Hoewel het natuurlijk fijn is om mijn vertrouwde intieme contacten in Nederland weer dichterbij te hebben, kan ik het onbestemde gevoel niet kwijtraken. Een gevoel van: Wat doe ik hier, ik mis iets.’ Jeruzalem was ook een beetje thuis geworden. De laatste maand in Israël begon ik langzaam afscheid te nemen, en dat viel me zwaar. Iemand vroeg wat ik in hemelsnaam heb met Israël? Een goede vraag, die ik ook niet één-twee-drie kan beantwoorden, maar waar ik wel over nadenk.
Ik zal er niet omheen draaien. Mijn liefdesverhouding met Israël vraagt om een speciale reflectie vanwege mijn afkomst, specifiek mijn Marokkaans-islamitische afkomst. Want, zoals gesteld; Arabier en geïnteresseerd in Joden, bij voorbaat verdacht’. De potentiële verdenking kwam vooral van buitenaf en heeft me op verschillende momenten ook wel pijn en ongemak opgeleverd.
Het meest verschrikkelijke was misschien wel mijn persoonlijke ervaring van pure discriminatie. Toen ik afgewezen werd voor een woonruimte en mijn zesde zintuig me overtuigend zei dat dit was vanwege mijn Arabische afkomst (om dat te kunnen aannemen zonder opgevoerde directe bewijslast, moet je waarschijnlijk van het gediscrimineerde soort zijn).
Al was het een incident, dit is als concreet voorbeeld en ik zal verder niet uitwijden over impliciete signalen van enige afkeuring jegens mijn (Arabische) persoon die ik verder heb waargenomen. Maar mijn afkomst heeft vooral mezelf beziggehouden tijdens mijn identiteitscrisis, iets wat me als Marokkaan in Nederland uiteraard niet vreemd was. In Israël kreeg dit een nog veel gecompliceerdere dimensie. Inmiddels heb ik de identiteitscrisis geaccepteerd als een continue en voortdurend verschijnsel dat niet op een dag is opgelost. De vraag wie ik ben zal me nog lang bezighouden.
Dus ondanks een vernederende ervaring van discriminatie, impliciete vormen van uitsluiting, en vermoeiende innerlijke strijd rondom mijn identiteit in relatie tot mijn omgeving, toch heb ik een liefdesverhouding met Israël gekregen. Om te beginnen heb ik in een relatief korte tijd een soort loyaliteit ontwikkeld ten aanzien van de staat, dat zelfs zionistische vormen aanneemt. Het debat over het politieke conflict is niet iets waar ik me graag in meng, mede omdat ik daarover een pessimistisch perspectief heb en geen vertrouwen dat er vrede zal komen. Toch heb ik me ook enige politieke voorkeur laten ontvallen waarbij ik neig naar Israëlische kant. Maar het meest opvallend is mijn affiniteit met de Joodse cultuur. Waar komt dit alles vandaan?
Het eerste wat in je opkomt, is de primaire psychologische verklaring van rebellie’ en om toepasselijke woorden te gebruiken, zou je me ook een selfhating Arab‘ kunnen noemen. Als Israël, en zeker Jeruzalem iets met je doen dan is het wel de prikkeling tot soul searching‘. Je ontkomt bijna niet aan zelfreflectie, al is het maar in contrast met de intense en kleurrijke pluriformiteit in deze zowaar origineel-kosmopolitische hoofdstad. Uiteraard heb ik mezelf de vraag gesteld of ik niet slechts rebelleer tegen mijn afkomst? Het is waar. Maar het is ook te simpel gesteld, en slechts een gedeelte van mijn waarheid.
Het contrast van het Arabische’ met wat ik voor het gemak een vorm van Westerse beschaving’ noem, is nergens zo duidelijk zichtbaar als in Israël. Hoe Israël in staat is geweest om in deze korte zestig jaar, onder continue dreiging, met een wereldwijde verzameling ratatouille-Joden’ omgetoverd tot eensgezinde-en-eensgerichte Israëliërs’, zo’n land op te bouwen, is naar mijn mening echt een klein wonder. Eerder benoemde ik de Joodse solidariteit’ ter verklaring van dit succes, iets wat onder Arabieren ontbreekt. Als ik rondloop in Israël zie ik zoveel: infrastructuur, bedrijvigheid, kunst, persvrijheid, diversiteit, veiligheid, en meer waar je trots op kunt zijn. Mijn bewondering creëert affiniteit.
Als ik rondloop in een gemiddeld Arabisch land zie ik ook cultuur en kunst waar ik trots op kan zijn, maar dit gaat gepaard met destructieve krachten waar ik me juist voor schaam. Dit gevoel creëert afstand. Als ik dan twee volkeren dicht bij elkaar zie zoals in Israël en de Palestijnse gebieden, is het contrast heel helder. En dan gaat het in eerste instantie niet om de vergelijking op ontwikkelingsniveau maar voor mij om een mentaliteitsverschil.
Op een zeker moment ik liep ik door de straten van Jeruzalem en overviel me een gevoel van: Ik zou hier kunnen wonen.’ Dat heb ik niet vaak in het buitenland. Een tijdje heb ik gedacht dat het de ultieme combinatie was van een zekere moderniteit in een oosters jasje’. Toch is dat niet het enige, want dat is op zich niet uniek in de regio. Ik realiseer me dat het gaat om één belangrijk verschil. Het gevoel van vrijheid en veiligheid. Het klinkt tegenstrijdig, zeker in Israëlische context, maar deze dingen gaan samen.
De waardering voor het gevoel van zowel vrijheid als veiligheid is een verworvenheid die ik te danken heb aan het feit dat ik Nederland ben opgegroeid. Deze concepten waren eigenlijk altijd vanzelfsprekend, wat het nog krachtiger maakt. Als deze vanzelfsprekendheid in Nederland onder spanning komt te staan, zoals de laatste jaren met de dreiging rondom de vrijheid van meningsuiting en islamitisch fundamentalisme, worden we pas in een achteraf-reactie bewust en defensief ten aanzien van onze’ cultuur. Voor mij zijn deze waarden een intrinsiek deel van mijn systeem en ook een noodzakelijke behoefte geworden.
Als ik dan het avontuur opzoek op onbekend exotisch terrein, zoek ik naar herkenning. Het gevoel van vrijheid en veiligheid herken ik in Israël. Alleen de kwestie van veiligheid is daar niet hetzelfde. Het is er wel. Ik heb me nergens op de wereld zo veilig gevoeld als in Israël. Maar jammer genoeg is deze veiligheid enigszins geforceerd’. De veiligheid waar ik initieel naar refereer is niet ten opzichte van externe dreiging, maar de interne veiligheid om in vrijheid te kunnen zijn wie je bent.
Hoe essentieel ook, maar vrijheid en veiligheid zijn randvoorwaarden. De kern van wat me aantrekt in Israël maar vooral Jeruzalem, is de intensiteit. Het spanningsveld. Het gevoel dat je leeft! En het leven daar prikkelt je continue. Meestal kies je niet waar je verliefd op wordt. Je wordt het gewoon, zoals ik verliefd werd op Israël. Het is natuurlijk altijd spannend of je liefde wordt beantwoord. Maar ik weet dat individuen nooit losstaan van hun omgeving.
Het is dan ook een illusie om te verwachten dat ik door deze geliefde wordt beoordeeld op wie ik ben als individu. Mijn individu staat representatief voor een verhaal, en voor velen is dat in zeker opzicht altijd verbonden met de vijand uit een ander verhaal. Dat is de pijnlijke paradox die ik moet accepteren. Misschien speelt deze onbereikbaarheid een rol in de aantrekking tot deze liefde? Ondanks de mogelijke onbereikbaarheid is er nog genoeg om naar te blijven verlangen. Als ik hier in de regen fiets en mijmer over hoe het was, dan mis ik vooral de stenen van Jeruzalem. Ik sus mijn gevoel met de geleende woorden:
L’Shana Haba’ah b’Yerushalayim’.
Hanna Bouaicha (1974), bijna afgestudeerd socioloog, is Arabier en geïnteresseerd in Joden. Bij voorbaat verdacht! Voor Frontaal Naakt heeft ze de afgelopen maanden regelmatig bericht vanuit Jeruzalem, waar ze de secularisering van joden onderzocht.
Algemeen, 18.11.2007 @ 21:14
19 Reacties
op 19 11 2007 at 07:16 schreef roelf:
Sterk, want je hoort dit geluid zelden uit de islamitische hoek. Israel is inderdaad een wonder van democratie en rechtsstaat. En gasten zijn er welkom. Ik voel me daar ook altijd erg op mijn gemak.
op 19 11 2007 at 11:09 schreef babs:
Blijf ajb schrijven. Je hebt talent.
op 19 11 2007 at 12:31 schreef Huuskesgait:
Ik sluit me aan bij de mening van Babs.
Goodgoan: Huuskesgait
op 19 11 2007 at 12:47 schreef Philippine:
Om heel eerlijk te zijn: ik voel me ontroerd.
op 19 11 2007 at 13:31 schreef filantroop:
Hanna Bouaicha blijkt niet alleen bedreven in het verwoorden van haar gevoelens, maar waagt het ook een voor een Arabische zeer controversiële visie in te nemen over de staat Israël, wat door sommigen wellicht als een doodzonde ervaren wordt, maar waaruit grote moed spreekt.
Meer moed dan Abvakabo FNV, die met trommelgeroffel een Palestina-conferentie aankondigde met als doel een boycotactie van Israël, maar het uiteindelijk liet afweten omdat bleek dat te veel leden hun lidmaatschap voornemens waren op te zeggen bij doorgang van deze conferentie.
Rest nog de vraag of Hanna Bouaicha nu het risico loopt Anja Meulenbelt aan dr broek te krijgen. In dat geval zal ik volgaarne mijn Crème brûlée-brander even op Anjas togus uitproberen. Niet dat ik er een culinaire nouveauté van verwacht, maar ik dacht zo, waar rook is is vuur.
op 19 11 2007 at 15:25 schreef babs:
Ja, leuk dat je met die boycotoproep door Abvakabo FNV aan komt zetten, Filantroop. Hoe halen ze het in hun hoofd. Ik snap best dat bepaalde belangengroepen oproepen Israel te boycotten. Maar hoe de Abvakabo FNV een boycotoproep kan doen gaat mijn voorstellingsvermogen te boven.
In haar statuten staat:
De bond heeft ten doel:
a)het behartigen van de individuele en collectieve belangen van zijn leden, alsmede het opkomen voor het belang van arbeid en inkomen van zijn leden, alsmede voor hun positie in de samenleving en/of op de arbeidsmarkt.
Bijzondere aandacht gaat uit naar de zwakkeren in de samenleving;
b) het bevorderen en beschermen van de beroepsbelangen van zijn leden, zowel in ideële, materiële als sociale zin;
c) het beschermen en bevorderen van de maatschappelijke erkenning van het beroep en de werkzaamheden van zijn leden;
d) het ijveren voor de kwaliteit van de maatschappelijke dienstverlening en met name de rol van de overheid daarbij
e) het beschermen van het recht op een vrije beroepsuitoefening van haar
leden.
http://www.abvakabofnv.nl/docs/bijlagen/statuten_akf_2007.pdf
Hoe is een oproep tot de boycot van een bevriende natie in overeenstemming met deze verenigingsdoelstelling te brengen? Als ik lid zou zijn van deze vakbond en ontzettend tégen Israel, dan nog zou ik dit besluit aanvechten of mijn lidmaatschap opzeggen. Laat ze 10% meer salaris regelen voor hun leden ipv zich ongevraagd met wereldpolitiek te gaan bemoeien.
op 19 11 2007 at 16:07 schreef filantroop:
Babs, gezien het enorme aantal massa-executies in China, de bezetting en onderdrukking van Tibet, de lucratieve handel in organen van geëxecuteerden, zou je, als er dan toch geboycot moet worden toch eerder China hoog op het verlanglijstje van Abvakabo FNV mogen verwachten. Soedan zou ook kunnen, maar ja, die produceren alleen verkrachtingen en moordpartijen, en wat olie voor China, dus valt er weinig te boycotten.
Hoewel, misschien zou Agnes Jongerius (men weet wel, dat amechtige, roodgelipte serpent) een actie kunnen entameren tegen partijgenoot Koenders, die Khartoum onlangs een nog grote geldbuidel toezegde dan zijn voorgangster Agnes van Ardenne het regime al schonk.
op 19 11 2007 at 16:57 schreef babs:
Laat ze het gewoon bij hun eigen doelstellingen houden. Ook een boycot van Soedan zou absurd zijn. Of gaan ze straks ook besluiten voor Ajax te zijn of tegen stierenvechten. Misschien dat de Ajax-suppoertersvereniging en de dierenbescherming dan iets kunnen doen aan de ambtenarensalarissen.
op 20 11 2007 at 02:35 schreef Paardestaart:
De bonden hebben zich sinds de jaren zestig altijd deel gevoeld van ‘de beweging’..Op festivals en ‘manifestaties’- overal zag je een stand van de vakbond, of een spandoek met een bondsbezoldigde d’r onder. De beweging is niet meer, en daar worden de bonden weemoedig van..De beweging ook trouwens
Abvakabo vindt kennelijk dat hier wel van de grond moet komen wat in Engeland nog net is afgewendt: een ferme strafactie tegen Israel.
Dat vinden ze progessief, om ‘solidair’ te zijn met ‘de onderdrukten’
Disgusting en bespottelijk.
In Engeland wilde de onderwijsvakbond een boycot van Israelische geleerden uitroepen, nota bene – mede op instigatie van het echtpaar Rose; professoren van joodse huize, slachtoffers van het Oslo-syndrome vermoedelijk. Onbegrijpelijk fenomeen, zinloze actie en nodeloze bemoeizucht alsje het mij vraagt.
Net of de joden òns nodig hebben om hen op de moraal te wijzen.
op 20 11 2007 at 08:07 schreef Alvaro:
Allemaal afgunst. Israel steekt met kop en schouders boven zeer veel landen uit, ook westerse, zoweel economisch als intelect. Hetzelfde merk ik zeer vaak bij partijen als sp, gl en pvda, als je het beter hebt dan een uitvreter ben je een rijke stinkerd en dien je aangepakt te worden. Je bent in dit land gevaarlijkere dan een crimmineel.
op 20 11 2007 at 08:23 schreef Houriloper:
Paardestaart: wat is het Oslo-syndroom? Of bedoel je Stockholm?
op 20 11 2007 at 10:40 schreef filantroop:
Het kan echter ook te maken hebben met de traditioneel linkse scepcis voor alles wat maar enigszins joods is, of daarmee verband houdt. Een traditie waaraan de clerus zich lijkt te ontworstelen, maar die zich nog steeds staande weet te houden in het links vanaf D66 tot en met de NVU. Wil je ergens iets aan anti- israelisme tot je nemen, dan wordt je in de schrifturen daar op je wenken bediend.
Het FNV, toch altijd in de weer moreel de vuisten te ballen, is een samengaan van het NVV en NKV. Het socialistische deel, het NVV, liet zich na de Duitse inval zonder slag of stoot inpalmen tot de toenmalige nieuwe orde, net zoals de socialistische zusters, de VARA en Het Vrije Volk.
Een grote schoonmaak na de bevrijding heeft daar nooit plaatsgevonden, zodat enige reserve in het moraliseren geboden lijkt.
De industriebond FNV was in de jaren dat er vanuit Nederland een terughoudendheid in wapenleveranties aan bedenkelijke landen betracht werd, altijd ostentatief voor leveranties om de belangen van de werknemer te laten prevaleren boven het verlangen conflicten te beheersen.
Ten tijde van het vorige kabinet besloot het FNV ten strijde te trekken tegen de nieuwe inburgeringwet. Men hield een petitie onder de leden, wat net zoals de Israël-conferentie niet kon bogen op enige aanhang binnen eigen gelederen.
Maar even wonderlijk als ironisch besloot men bij het huidige kabinet erop aan te dringen de Polen tot inburgering te dwingen, vanwege de gevaren op de werkvloer door toedoen van de Babylonische spraakverwarring. Blijkbaar vindt men bij het FNV dat Nederlandse werknemers meer moeite hebben met Pools dan met Turks en Arabisch. Of zou er toch een andere reden zijn?
op 21 11 2007 at 20:29 schreef Paardestaart:
Oslo-syndroom is een woordspeling op ‘Stockholm syndroom’
Het is de titel van een boek van Kenneth Levin, een Amerikaanse psychiater die de joodse reactie beschrijft op de afkeer die de joden vroeg of laat ten deel viel in de landen waar ze zich vestigden als ze weer eens ergens weggeprogrommeerd waren.
Gek genoeg leidde die eeuwige vervolging bij hen nóoit tot het verzet of de gevaarlijke radicalisering die je volgens de multiculturele maffia uitlokt bij moslims als je ze niet omfloerd genoeg om hun oren slaat met hun akelige gewoonten en hun vernietigend geloof
Bij de joden namelijk slaat de kritiek naar binnen, ze passen elke stomme rotschoen en trekken hem aan, leggen zich in een onmogelijke kronkel om hem passend te krijgen, en nóoit besloten ze dat het godverdomme nou eens een keer afgelopen is als natuurlijk bleek dat óok dat niet hielp en dat het nou wéer niet goed was.
Toen ze dat dan uiteindelijk wèl deden en hun eigen landje stichtten kwam dat hen op wereldwijde censuur te staan, en werden ze ‘de grootste bedreiging van de wereldvrede’ in de ogen van de brave goys die hen eerst tweeduizend jaar over de kling gejaagd hadden en vervolgens geen poot uitstaken toen ze met z’n allen door de schoorsteen gejaagd werden.
Dàt is volgens mij nou de betekenis van chotspe
op 21 11 2007 at 20:42 schreef Houriloper:
Die weggeprogrommeerde joden stieten ook op afkeer in het beloofde land zelf. Daar zag ik eens een docu over. ‘Zeepjes’ werden ze genoemd.
op 22 11 2007 at 02:02 schreef Paardestaart:
Hm ja – schaamte over wat ze ghetto-passiviteit noemden; dat is de bekende afweer: geloven dat het slachtoffer anders had kunnen handelen opdat het hem anders was vergaan – liever dan onder ogen zien dat het je in andere dan je eigen omstandigheden ook zou kunnen overkomen.
Je ziet dat ook bij mishandelde kinderen en vrouwen; die gaan geloven dat ze het verdiend hebben – terwijl er toch heus hulp van huiten nodig is om aan een gewelddadige schooier te ontkomen.
Of een welgemikte tik met een hamer antuurlijk, maar dan moet je de gevangenis in.
Wat hadden de europese joden in godsnaam kunnen doen om aan hun vernietiging te ontkomen, in een wereld die hen vijandig gezind was, of op zijn best onverschillig stond tegenover hun lot!?
’t Is niet te geloven allemaal..
op 22 11 2007 at 07:59 schreef Houriloper:
Ja, de joden die op tijd duitsland of europa ontvluchtten waren paranoïde genoeg om het te voorzien, wat bewijst dat ’the fact that you’re paranoid doesn’t mean they’re not after you.’ Want paranoïde was het zoiets te denken van een beschaafd land. De holocaust heeft dan ook geen precedent.
Met mishandelde vrouwen kan het nog gekker, in Iran hebben ze het ook verdiend en krijgen ook nog eens 200 zweepslagen.
op 22 11 2007 at 08:37 schreef filantroop:
Zonder de verdenking op me te willen laden dat ik de nominatie voor de wereldberoemde Frontaal Naakt-trofee beïnvloeden wil, deze link
op 22 11 2007 at 19:27 schreef Naakte molrat:
Hanna Bouaicha, mijn oprechte dank voor deze column. Als joodse zonder joodse cultuur of voorouders of geloof (als gevolg van de holocoust) twijfel ik al ruim 20 jaar of ik wel of niet ooit zelf naar Israel en met name Jeruzalem wil gaan.
Mijn nieuwsgierigheid heeft het tot nog toe nooit kunnen winnen van mijn afkeer en plaatsvervangende schaamte voor het aanhoudende geweld en onrecht over en weer tussen joden en palestijnen.
Vrienden en familie die met mooie verhalen terug komen, vreemden met mooie stukken in boeken en kranten, niemand heeft me kunnen overhalen naar Jeruzalem te gaan.
Jij, notabene een Marokkaanse, nee juist omdat je Marokkaanse bent, laat het verlangen om te gaan, winnen van de twijfel. Nogmaals hartelijk dank.
op 23 11 2007 at 11:43 schreef eva.m.kellerman:
Beste Hanna,
Ook deze keer heb ik genoten van jouw verhaal!Je nam mij weer mee naar het land wat ook voor mij zoveel betekent. Voor u was het Jerusalem en voor mij Tel-Aviv.Zonder schaamte vertel ik u dat voor mij de fijnste weg was, van Jerusalem terug naar Tel-Aviv.Ik heb nooit willen wonen in Jerusalem een stad door de eeuwen heen met een bloedig verleden.Het gevoel van veiligheid die u zo goed beschrijft ken ik ook. Zelfs gedurende de zesdaagse oorlog en de Joum Kippoer oorlog heb ik mij nooit een ogenblik onveilig gevoeld.Het leger
gaf je een gevoel dat er niets met mij zou gebeuren. Zij zouden ons beschermen. In geen een oorlog is een journalist gedood of verwond. Ik heb eens een verhaal geschreven hoe de vrouwen en kinderen gedurende de oorlogen als hun mannen aan het front vochten de leiding thuis en buitenshuis over namen. De post werd bezorgd en er was meer dan voldoende eten in de winkels.
Hanna, als er vrede zou zijn tussen de Arabische staten en Israel dan is de mogelijkheid daar dat het midden-oosten een van de welvarenste werelddelen in het midden-oosten wordt.
Sjalom, Eva