Home » Archief » De Che-trail


[09.10.2007]

De Che-trail

Pamela Hemelrijk

ram005aa (187k image)
Patriotic Women door Amir Normandi

Zoals bekend winden journalisten zich altijd enorm op over de manier waarop de boeren in de Derde Wereld worden uitgebuit door winstbeluste westerse ondernemers. Zo peperen de media ons bijvoorbeeld onophoudelijk in dat arme Colombiaanse koffieboeren aan de bedelstaf worden gebracht, omdat zij van Douwe Egberts en consorten ‘geen eerlijke prijs’ krijgen voor hun producten. En Shell werd aan de lopende band verketterd omdat het zijn arbeiders in Zuid Afrika afscheepte met lage lonen.

Hoe anders reageert de journalistiek nu de stichting CARE in Bolivia bedevaartreisjes organiseert voor bewonderaars van Che Guevara! De Che-Trail heet dat project, en het stelt, zo meldt de reporter van het Algemeen Dagblad geestdriftig, ‘straatarme Boliviaanse boeren in staat een centje bij te verdienen door transport ter beschikking te stellen, toeristen te laten overnachten, of snacks en souvenirs te verkopen’. De route voert langs het kamp van Che, de school waar hij werd terechtgesteld, en zijn graf. ‘Onderweg logeren de toeristen in eenvoudige onderkomens van de plaatselijke bevolking en eten zij in simpele restaurantjes die door de boeren zelf worden uitgebaat.’

Voor het geld hoef je het niet te laten, jubelt de wervende advertorial van het AD: ‘Een nachtje slapen bij de boer kost slechts drie dollar, de luxere hotels komen op vijf tot vijftien dollar. Een gids kost vier dollar per dag.” De lage prijzen, het thema en de soberheid trekt vooral jonge mensen aan, volgens de plaatselijke touroperator: toeristen willen graag La Higuera zien, waar Che om het leven kwam. Vroeger had je daar niets. Nu wordt er geld uitgegeven in La Higuera.’

Tot slot wordt Che nog eens flink bewierookt, als een heiland die zelfs postuum nog kans ziet om de wereld te verbeteren: ‘Che Guevara klaagde in zijn dagboek dat hij de Boliviaanse boer maar niet warm kon krijgen voor de revolutie. En nu trekt hij diezelfde boer dan toch uit de diepste armoede.’

Let me get this straight: als Shell en Douwe Egberts hun werknemers in de Derde Wereld marktconforme lonen betalen, dan zijn het uitbuiters, imperialisten en geldwolven, die met harde acties, en desnoods zelfs met aanslagen, tot de orde geroepen moeten worden. Maar als westerse toeristen in Che Guevara-shirts arme Boliviaanse bed-and-breakfast-boeren afschepen met een fooi van drie luizige dollars per nacht, dan is dat geen uitbuiting maar een lichtend voorbeeld van structurele, effectieve en kleinschalige armoedebestrijding. Beseffen die journalisten zelf nou nooit wat voor zwakzinnige nonsens ze ons voorschotelen? Of zijn ze allemaal gehersenspoeld met de mantra: over onze linkse vrienden niets dan goeds? Het lijkt potdorie wel of ze hun opleiding aan een communistische kaderschool hebben genoten, in plaats van de School voor de Journalistiek!

PS. Het verbaast me trouwen niks dat Che en Fidel de boeren en arbeiders maar niet warm konden krijgen voor hun revolutie: het gemiddelde loon voor een achturige werkdag was op Cuba in 1957 hoger dan in België, Denemarken, Frankrijk en Duitsland. Het inkomen per hoofd van de bevolking was er hoger dan in Oostenrijk en Japan. De Cubaanse havenarbeiders verdienden in de jaren vijftig meer dan hun collega’s in New Orleans en San Francisco, ze hadden recht op vier weken betaalde vakantie per jaar, en de achturige werkdag was in 1933 al ingevoerd, vijf jaar eerder dan in de VS. De rassenscheiding was op Cuba al volledig afgeschaft dertig jaar voordat Rosa Parks in de VS haar legendarische protestactie uitvoerde. (Deze gegevens zijn ontleend aan een Unesco rapport van 1957.)

De opstand tegen Battista was niet het werk van boeren en arbeiders, maar van welgestelde intellectuelen. Het eerste kabinet van de ‘boerenrevolutie’ bestond uit zeven advocaten, twee hoogleraren, drie studenten, een arts, een ingenieur, een architect en een uit het leger van Battista gedeserteerde kolonel. Een uitgesproken ‘bourgeois’ gezelschap, om met Che te spreken.

Boeren en arbeiders vormden wel de overgrote meerderheid van de anti-Castro rebellen die na 1961 vanuit het Escambray-gebergte een guerrillastrijd tegen hun ‘weldoeners’ voerden. Het Castro-bewind heeft overigens in de eerste drie maanden na de machtsovername meer landgenoten opgesloten en geëxecuteerd dan Hitler in zijn eerste drie jaar. ’t Is maar dat u het weet.

Voordat columniste Pamela Hemelrijk doorbrak op Frontaal Naakt, schreef zij onder andere voor Metro, het Algemeen Dagblad en De Gezonde Roker.

Algemeen, 09.10.2007 @ 16:08

[Home]
 

80 Reacties

op 09 10 2007 at 16:29 schreef hosseyn:

En voor de coke hoef je het ook al niet te doen, die is beter in Peru.

op 09 10 2007 at 16:36 schreef Wichard:

Leuke column, zet aan tot gedachte.

op 09 10 2007 at 17:14 schreef dewanand:

cuba is het enige Afro land met bijna 1000 scientific research instituten, maar wordt door hele blanke westerse wereld gediscrimineerd en buitengesloten. Houding blanke wereld is dus hypocriet tegenover Afro mensen.

Tijd voor een Afro revolutie op aarde, naar cubaans model.

dewanand

lees ook

Negers terug naar Afrika
in rubriek zeepkist van Kritisch Podium Dewanand
http://www.dewanand.com

op 09 10 2007 at 17:24 schreef Peter Breedveld:

Zeg Waldo, hoe rijm je dat, negers terug naar Afrika maar wel een Afro-revolutie op aarde?

op 09 10 2007 at 17:40 schreef hosseyn:

@Peter
Rijmen is een westerse uitvinding, daar hoeft een überneger zich niet aan te houden.

op 09 10 2007 at 19:33 schreef dewanand:

onlogica en chaos zijn mijn grote kracht en hoofdstrategie.
de hele schepping van Altecrea werkt zo en is ternair, met een duale kern.

Dewanand
hindoe fundamentalist

op 09 10 2007 at 20:21 schreef Joris Steenstra:

Vandaag stond er in het Eindhovens Dagblad een heel ‘informatief’ stuk over Che. Wel wat anders dan ik hier nu lees. Extra reclame?

op 09 10 2007 at 20:53 schreef filantroop:

Vandaag ving ik via mijn beeldscherm een glimp op van een schaars behaarde Ossenaar die een goed woordje deed over z’n vrind Che. Precies op dat moment viel mijn roodgespikkelde blauwsnavelkarekiet dood neer op de bodem van zijn volière. Dat deed die nooit als Daphne Bunskoek in beeld was. We zijn dus gewaarschuwd.

op 09 10 2007 at 20:58 schreef Peter Breedveld:

Daphne Bunskoek! Wat is daar eigenlijk van geworden? Ik moet zeggen, ik mis die onnozele praatjes in dat Almelose accent op de vroege morgen.

Ik zag haar eens in het echt, toen ik met Jona bij de persvoorstelling van die relipornofilm over Jezus was.

op 09 10 2007 at 21:12 schreef hosseyn:

reliporno over jezus? welke was dat? Ik ken alleen die strip waar judas hem pijpt.
Of bedoel je die van Mel Gibson? Die klopte niet, jezus sprak eerder grieks dan latijn.

op 09 10 2007 at 21:16 schreef Peter Breedveld:

Die van Mel Gibson, inderdaad. Damned als ik me kan herinneren wat de titel was.

Die klopte inderdaad niet, want Jona wees me er toen op dat er een dromedaris te zien was, en die had je helemaal niet in het Palestina van die tijd!

op 09 10 2007 at 21:20 schreef Peter Breedveld:

Ik drink nu een witte wijn van dertien jaar oud, die ik vanmiddag kreeg van mijn goede vriend Rob. Niet. Te. Zuipen.

op 09 10 2007 at 21:34 schreef Lagonda:

"The Passion Of The Sjesus". Kutfilm, en aan Mel Gibson zit een beste steek los.

Ik heb hier een Macallan Fine Oak — die is 21 jaar oud, maar nog prima te drinken.

op 09 10 2007 at 21:38 schreef Lagonda:

Zeg, is die radio-stream trouwens al ergens opgedoken?

op 09 10 2007 at 22:06 schreef Peter Breedveld:

Ja, dat vraag ik me ook af. Maar ik heb een CD van de uitzending gekregen, die zal ik maar eens gaan downloaden.

op 09 10 2007 at 22:21 schreef hosseyn:

Zeg Peter, was het niet andersom: dromedaris wel, kameel niet in de oudheid?

op 09 10 2007 at 22:29 schreef Peter Breedveld:

Dat zou goed kunnen, Hos!

op 10 10 2007 at 02:00 schreef DvR:

reliporno over jezus? welke was dat?

"Jezus was een Paalestijn"

De kameel, lieve vrienden, is slechts een dromedaris met een bult. Die zullen ze in zo’n conflictueuze regio dan toch ook wel gehad hebben?

op 10 10 2007 at 07:21 schreef Peter Breedveld:

Zullen ze die gehad hebben vanwege die bult of omdat het een conflictueuze regio betreft of omdat dromedarissen met bulten nou eenmaal onvermijdelijk voorkomen in conflictueuze regio’s?

Hoe dan ook, volgens Jona kon één van beide niet.

Theo Ichtus, als ik het goed begrijp bestaat jouw kritiek op Pamela eruit dat je het niet gelooft omdat het niet waar kan zijn. En interessant vind ik ook dat je lijkt te stellen dat Pamela geen bronnen mag gebruiken die niet zijn na te googelen.

op 10 10 2007 at 08:05 schreef Theo Ichtus:

als ik het goed begrijp bestaat jouw kritiek op Pamela eruit dat je het niet gelooft omdat het niet waar kan zijn

Dat zou in het algemeen wel een geldige reden zijn om een bewering niet te geloven, vind ik. Doe het regelmatig als journalist, dingen beweren die niet waar kunnen zijn ("bloeiende illegale handel in doorgezaagde hoofden / W. Frequin") en het is afgelopen met de geloofwaardigheid.

Ikzelf begin meestal te hikken wanneer ik dingen onwaarschijlijk vind. Soms is dat omdat ik overduidelijk de echo van de persvoorlichter meen te horen, soms hik ik omdat de beweringen wat al te erg in strijd lijken met andere feiten die ik zeker meen te weten / zeker weet.

interessant vind ik ook dat je lijkt te stellen dat Pamela geen bronnen mag gebruiken die niet zijn na te googelen.

Da’s wel wat erg kort door de bocht Peter – zo ver zijn wikipedia en het gutenbergproject nog niet gevorderd denk ik. Maar in dit tijdsgewricht is het toch zeker wel zo dat ‘nagoogelbaar’ beweringen geloofwaardiger maakt?

op 10 10 2007 at 08:32 schreef hosseyn:

De bedrieglijkheid van dit stukje rechtse prietpraat zit ‘m natuurlijk ik het woordje ‘gemiddelde’. Ik vroeg mij af of Pamela de Cosa Nostrafamilies meerekende die de hele amusementsindustrie inclusief casino’s in handen hadden.

Toch knap van Castro, dat hij met vijfentachtig slecht bewapende luizenbossen het prachtige welvarende en menslievende Cuba van Batista veroverde.

op 10 10 2007 at 08:35 schreef pamela hemelrijk:

Niet nagoogelbaar? Als je "cuba unesco report 1957" intikt krijg je 130.000 hits! Eat your heart out, Theo!

op 10 10 2007 at 09:00 schreef hosseyn:

@Pamela

Dit zijn quotes die duizendvoudig rondzingen in rechtse kringen. Vaak zijn dit soort dingen geprepareerde propagandistische qletsqoeq. Het rapport zelf, is dat nog te raadplegen?

op 10 10 2007 at 09:06 schreef hosseyn:

FF op de website van Unesco gezocht. Wél dit gevonden. Van John Daniel – Assistant Director-General for Education in 2001

I am also delighted that we are in Cuba because this country stands out, not only in your region but also across the whole world, for its commitment to education and its delivery on that commitment. For UNESCO, which has been charged with co-ordinating the global movement of Education for All, the example of Cuba is particularly encouraging because Cuba is not a rich country. Cuba has shown that if a country believes in education, has the political will to turn that belief into a programme of action, and the managerial strength to implement that programme of action, then extraordinary things can happen. Cuba is the only country in the world that has achieved universal Early Childhood Care and Education, which research has shown to be a most valuable foundation for good performance at all other levels of education. Perhaps our Cuban colleagues will tell us how they did it.

op 10 10 2007 at 09:22 schreef pamela hemelrijk:

Speciaal voor Theo en Hosseyn:

Door: Álvaro Vargas Llosa

Tot op heden heeft het romantische beeld van ‘Che’ Guevara, icoon van de Cubaanse en andere revoluties, en wapenbroeder van Fidel Castro, standgehouden. Zelfs in recente films figureert hij nog als idealistische jongeling die strijdt tegen onrecht en armoede. Maar de werkelijkheid was heel wat minder rooskleurig, schrijft Alvaro Vargas Llosa: Che was een brute man met een meedogenloze en totalitaire geest. En hij heeft méér gedaan om de Cubanen in armoede te storten dan wie dan ook.

Ernesto ‘Che’ Guevara, die zo veel – of was het weinig – deed om het kapitalisme te vernietigen, is tegenwoordig een typisch kapitalistisch merk. Zijn beeltenis versiert bierkroezen, capuchons, aanstekers, baseballpetjes, tankdoppen, modieuze handtassen, ribfluwelen broeken, kruidentheeverpakkingen, en natuurlijk T-shirts. De alom bekende foto van Guevara, genomen door Alberto Korda in het begin van de Cubaanse revolutie, vereeuwigde de socialistische hartenbreker op een manier die hem bijna veertig jaar na zijn dood nog steeds een revolutionaire – of is het kapitalistische – icoon-status verleent. Talloze bedrijven verkopen Che-producten, waaronder een internetwinkel die ‘in al uw revolutionaire behoeften voorziet’. De metamorfose van Che Guevara tot een kapitalistisch marketinginstrument is geen recent verschijnsel, maar het merk heeft onlangs wel een wederopleving gekend, die des te opmerkelijker is omdat alles waar Guevara ooit voor heeft gestaan, al jaren geleden is ingestort. De Che-revival begon tien jaar geleden, in 1997, dertig jaar na zijn dood, toen vijf biografieën uitkwamen, maar ze is ook grotendeels toe te schrijven aan de film The Motorcycle Diaries, geproduceerd door Robert Redford en geregisseerd door Walter Salles. (Het is een van de drie grote films die de afgelopen vier jaar over Che gemaakt zijn; de andere twee waren van de hand van Josh Evans en Steven Soderbergh.) Fraai in beeld gebracht tegen een achtergrond van landschappen die kennelijk aan de kapitalistische vervuiling ontsnapt zijn, toont de film de persoonlijke ontwikkeling van een jongeman op reis; tijdens die reis wordt zijn ontluikende geweten geconfronteerd met de sociale en economische uitbuiting van het Zuid-Amerika van de jaren vijftig. Hiermee werd de basis gelegd voor een heruitvinding, in Nouvelle Vague-stijl, van de man die Sartre ooit ‘de meest complete mens van onze tijd’ heeft genoemd.
De discipelen van een cultus zijn meestal niet op de hoogte van het werkelijke levensverhaal van hun held. (Vele Rastafari’s zouden ook niets van Haile Selassie moeten hebben als ze enig idee hadden wie hij werkelijk was.) Het is dus niet verrassend dat Guevara’s tegenwoordige post-communistische bewonderaars zichzelf voor de gek houden door zich aan een mythe vast te klampen. Velen hebben Guevara’s beeltenis gebruikt als een baken van gerechtigheid en rebellie tegen machtsmisbruik: in Libanon werd Che’s portret meegedragen door anti-Syrische demonstranten bij de begrafenis van voormalig premier Rafiq Hariri; de voetballers Thierry Henry en Diego Maradonna verschenen met respectievelijk een rood-zwart Che-shirt en een Che-tatoeage in het openbaar; en bij de Oscar-uitreiking van 2005 droeg gitarist Carlos Santana zowel een Che-shirt als een kruisbeeld; José Luis Montoya, een Mexicaanse politieofficier die de drugsmisdaad bestrijdt, draagt een Che-zweetband omdat hij meent daaraan kracht te ontlenen; in het vluchtelingenkamp Deisheh op de Westelijke Jordaanoever is een muur waarop de Intifada in ere wordt gehouden, behangen met Che-posters. Uitingen van de nieuwe Che-cultus zijn overal. Opnieuw moet deze mythe mensen enthou-
siasmeren die in werkelijkheid het tegenovergestelde van Che Guevara representeren. Nu is niemand volledig zonder goede eigenschappen. Dankzij zijn openhartigheid heeft Che een uitvoerig geschreven verslag nagelaten van zijn wreedheden, maar het was een halfslachtige openhartigheid, want de allerakeligste incidenten heeft hij weggelaten. Dankzij zijn moed – door Castro beschreven als ‘zijn manier om de moeilijkste en gevaarlijkste dingen te doen op de moeilijkste en gevaarlijkste momenten’ – ontsnapte hij door zijn vroege dood aan de volle verantwoordelijkheid voor de Cubaanse hel. Mythes kunnen evenveel zeggen over een tijdperk als de waarheid. Dankzij Che’s getuigenissen van zijn gedachten en daden, en ook door zijn voortijdige dood, kunnen we nu vrij goed weten hoezeer zo veel van zijn tijdgenoten voor de gek zijn gehouden.

Guevara mag dan misschien graag met zijn eigen dood hebben geflirt, hij deed dat nog liever met de dood van anderen. In april 1967 vatte hij zijn uit ervaring gevormde ideeën over gerechtigheid samen als: “Haat als element van de strijd; onwankelbare haat voor de vijand, die een mens zijn natuurlijke grenzen doet verleggen, waardoor hij een effectieve, gewelddadige, doelgerichte en koelbloedige moordmachine wordt.” Ook zijn eerdere geschriften zijn doorspekt met dit soort retorische en ideologische geweld. Hoewel zijn voormalige vriendin Chichina Ferreyra betwijfelt of de oorspronkelijke versie van het dagboek van zijn motorfietsreis inderdaad de opmerking bevat dat hij ‘zijn neusvleugels voelt verwijden door de bijtende geur van kruit en het bloed van de vijand’, riep Guevara in elk geval op zeer jonge leeftijd zijn vriend Alberto Granada het volgende toe: “Revolutie zonder een schot te lossen? Je bent gek!” De jonge bohemien kon geen onderscheid maken tussen de luchtigheid van de dood als schouwspel en de tragedie van de slachtoffers van een revolutie. In 1954 was hij getuige van de val van de revolutionaire regering van Jacobo Arbenz in Guatemala, die hij geprobeerd had te verdedigen tegen een door de VS gesteunde staatsgreep. In een brief aan zijn moeder schreef hij: “Het was allemaal heel grappig, dat met die bommen, toespraken en al het andere vertier, dat de eentonigheid van mijn leven doorbrak.” Hij was van mening dat Arbenz ten val was gekomen omdat hij had nagelaten zijn vijanden terecht te stellen. In een eerdere brief aan zijn ex-vriendin Tita Infante schreef hij: “Als er een paar executies waren geweest, was de regering in staat geweest terug te slaan.” Het is dan ook niet verrassend dat Guevara tijdens de gewapende strijd tegen
Batista op Cuba, en ook na de triomfantelijke intocht van de revolutionairen in Havana, honderden mensen heeft vermoord of de leiding heeft gehad bij standrechtelijke executies – zowel van echte en vermeende vijanden als van degenen die zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevonden.

In januari 1957, zo blijkt uit zijn dagboek over zijn clandestiene rebellenverblijf in het Sierra Maestra-
gebergte in Zuidoost-Cuba, schoot Guevara Eutimio Guerra dood, omdat hij hem verdacht van het doorspelen van informatie aan de vijand: “Ik maakte een einde aan het probleem met een .32-kaliber pistool tegen de rechterkant van zijn hoofd (…). Zijn bezittingen waren toen van mij.” Later schoot hij Aristidio neer, een boer die weigerde met de doorreizende rebellen mee te gaan. Hij vroeg zich nog wel af of dit specifieke slachtoffer ‘wel schuldig genoeg was om de dood te verdienen’, maar hij had geen problemen met de executie van Echevarría, de broer van een kameraad, vanwege niet nader aangeduide misdrijven: “Hij moest boeten.” Bij andere gelegenheden organiseerde hij schijnexecuties, bij wijze van psychologische marteling.
Maar de ‘koelbloedige moordmachine’ toonde pas werkelijk waartoe hij in staat was toen Castro hem, direct na de val van het Batista-regime, de leiding gaf over de gevangenis La Cabaña. (Castro had een klinisch trefzeker oog voor het selecteren van de juiste persoon voor het beschermen van de revolutie tegen ‘infecties’.) San Carlos de la Cabaña was ooit een stenen fort dat Havana in de achttiende eeuw moest beschermen tegen Engelse piraten; later werd het een militaire kazerne. In een stijl die veel doet denken aan die van Stalins KGB-chef Lavrenti Beria, speelde Guevara in de eerste helft van 1959 de hoofdrol in een van de meest duistere periodes van de revolutie. José Villasuso, jurist en hoogleraar aan de Universidad Interamericana de Bayamón in Puerto Rico, behoorde tot de organisatie die belast was met de processen in La Cabaña. Hij vertelde mij: “Che had de leiding over de ‘Comisión Depuradora’, de ‘zuiveringscommissie’. Che’s richtlijn was dat we met overtuiging moesten handelen, wat betekende dat het allemaal moordenaars waren en dat de revolutionaire manier om met hen af te rekenen onverbiddelijk was. Executies vonden plaats van maandag tot en met vrijdag, in het holst van de nacht, direct nadat het vonnis automatisch was bevestigd door het hof van beroep.”
Javier Arzuaga, een Baskische kapelaan die geestelijke bijstand verleende aan tientallen ter dood veroordeelden en die persoonlijk getuige is geweest van tientallen executies, sprak onlangs met mij vanuit zijn woning in Puerto Rico. De nu 76-jarige voormalige katholieke priester herinnert zich dat ‘er ongeveer achthonderd gevangenen waren opgesloten in een ruimte die geschikt was voor niet meer dan driehonderd: voormalige soldaten en politiemannen van het Batista-regime, enkele journalisten, een paar zakenlieden en kooplieden. Het revolutionaire tribunaal was gerekruteerd uit de militie. Che Guevara zat het hof van beroep voor. Hij heeft nooit een vonnis vernietigd. Ik heb vele malen bij Che voor gevangenen gepleit. Ik herinner me speciaal het geval van Ariel Lima, een heel jonge vent. Che was onvermurwbaar, evenals Fidel, die ik bezocht.” Che’s machtshonger uitte zich niet alleen in moord. Gepaard met zijn reislust – een soort protest tegen de beperkingen van de natiestaat – had Che een grote drang om anderen tot slavernij te dwingen. In elk stadium van zijn volwassen leven kwam zijn grootheidswaan tot uiting in een roofzuchtige drang zich van het leven en de bezittingen van anderen meester te maken.
In 1958, nadat hij de stad Sancti Spiritus in centraal Cuba had ingenomen, probeerde Guevara tevergeefs een soort sharia in te voeren, waarin het contact tussen mannen en vrouwen geregeld werd, alsmede het gebruik van alcohol en het informele gokcircuit. Dit puritanisme had weinig van doen met zijn eigen levensstijl. Hij beval zijn manschappen ook banken te overvallen, een besluit dat hij rechtvaardigde in een brief in november van dat jaar aan Enrique Oltuski, een ondergeschikte: “De strijdende massa’s stemmen in met het beroven van banken omdat daar geen cent van henzelf op staat.” Deze opvatting van de revolutie als een vergunning tot het naar eigen goeddunken herverdelen van bezittingen, leidde ertoe dat deze marxistische puritein na de revolutie het landhuis van een emigrant overnam.
De drang om anderen van hun bezit en hun land te ontdoen was een centraal element van Guevara’s machtspolitiek. In zijn memoires meldt de Egyptische leider Gamal abdel Nasser dat Guevara hem vroeg hoe veel mensen Egypte hadden verlaten ten gevolge van de landhervorming. Toen Nasser antwoordde dat niemand het land had verlaten, reageerde Guevara boos: hij stelde dat de maatstaf voor de grondigheid van een omwenteling het aantal mensen is ‘die voelen dat er voor hen geen plaats is in de nieuwe samenleving’. Deze roofzucht bereikte in 1965 een hoogtepunt toen hij begon te praten over de ‘Nieuwe Mens’, die hij en zijn revolutie zouden scheppen.
Che’s obsessie met collectivistische controle bracht hem ertoe mee te werken aan de formatie van een veiligheidsapparaat dat bedoeld was om zeseneenhalf miljoen Cubanen onder de duim te houden. Begin 1959 vond een reeks geheime bijeenkomsten in Tarará plaats, in de buurt van Havana, waar Che zich tijdelijk had teruggetrokken om te herstellen van een ziekte. Daar werd door de hoogste leiders, onder wie Castro, de Cubaanse politiestaat ontworpen. Ramiro Valdés, Che’s ondergeschikte tijdens de guerrillaoorlog, werd belast met de leiding van ‘G-2’, een organisatie die op dezelfde leest werd geschoeid als de bolsjewistische terreurpolitie Tsjeka. Guevara nam zelf de leiding op zich van G-6, dat de ideologische indoctrinatie van de strijdkrachten als taak had. De door de Amerikanen gesteunde invasie in de Varkensbaai op Cuba, in april 1961, werd een perfecte gelegenheid om de politiestaat te consolideren. Tienduizenden Cubanen werden opgepakt, gevolgd door een nieuwe reeks executies. Zoals Che Guevara zei tegen sovjetambassadeur Sergei Kudriavtsev: “De contrarevolutionairen zullen nooit meer de kop opsteken.”

‘Contrarevolutionair’ was de term voor eenieder die van de dogmatische lijn afweek, het communistische synoniem voor ‘ketter’. Een van de middelen om ideologische macht uit te oefenen en dissidenten te onderdrukken was het concentratiekamp. De Spaanse generaal Valeranio Weyler, de kapitein-generaal van Cuba aan het einde van de negentiende eeuw, is waarschijnlijk de eerste in de geschiedenis die de term ‘concentratie’ gebruikte voor het achter prikkeldraad en hekken opsluiten van grote aantallen potentiële tegenstanders – in dat geval aanhangers van de Cubaanse onafhankelijkheidsbeweging. Hoe passend was het dat Cuba’s revolutionairen van meer dan een halve eeuw later deze traditie van eigen bodem weer oppakten! Het eerste dwangarbeiderskamp, Guanahacabibes, werd eind 1960 opgezet in West-Cuba. Che legde uit wat het nut is van deze methode van opsluiting: “[We] sturen alleen twijfelgevallen naar Guanahacabibes, wanneer we niet zeker weten of ze de gevangenis in moeten (…), lieden die ernstige of minder ernstige misdaden tegen de revolutionaire moraal hebben begaan (…). Het is dwangarbeid, geen inhumane arbeid; alleen de arbeidsomstandigheden zijn zwaar.”
Dit kamp was de voorloper van wat uiteindelijk, vanaf 1965 in de provincie Camagüey, zou uitlopen op systematische opsluiting van dissidenten, homoseksuelen, aidsslachtoffers, katholieken, Jehovah’s getuigen, Afro-Cubaanse priesters en ander ‘tuig’, onder de vlag van de ‘Militaire Eenheden voor Productiehulp’. Met het pistool op de borst in bussen en vrachtwagens bijeengedreven, werden de ‘onaangepasten’ afgevoerd naar concentratiekampen volgens het model van Guanahacabibes. Sommigen zouden nooit terugkeren; anderen werden verkracht, geslagen of verminkt.

Het tijdschrift Time was dus niet helemaal nauwkeurig toen het in augustus 1960 de revolutionaire arbeidsdeling beschreef, met Che Guevara als het ‘brein’, Fidel Castro als het ‘hart’ en Raúl Castro als de ‘vuist’. Maar deze perceptie weerspiegelde wel Guevara’s cruciale rol in het ombouwen van Cuba tot een bolwerk van totalitarisme.
Door zijn fanatisme was Che de steunpilaar van de ‘sovjetisering’ van de revolutie, die zich herhaaldelijk had laten voorstaan op haar onafhankelijke karakter. Al spoedig nadat de de barbudos, de ‘bebaarden’, aan de macht waren gekomen, nam Guevara deel aan de onderhandelingen met Anastas Mikoyan, de vice-premier van de Sovjet-Unie, bij diens bezoek aan Cuba. En aan Che werd eind 1960 de missie naar Moskou toevertrouwd, om de Sovjet-Cubaanse onderhandelingen voort te zetten. (Het was een onderdeel van een lange reis, waarbij het Noord-Korea van Kim Il Sung ‘de meeste’ indruk op hem maakte.) Guevara’s tweede reis naar Rusland, in augustus 1962, was nog belangrijker, omdat hierbij een overeenkomst werd bezegeld die Cuba tot een nucleair bruggenhoofd van de Sovjet-Unie maakte. In Jalta ontmoette hij Chroesjtsjov, om er de details vast te leggen van een operatie die al aan de gang was, en die inhield dat op het eiland 42 sovjetraketten en lanceerinrichtingen zouden worden geplaatst, waarvan de helft met kernkoppen, alsmede zo’n 42.000 militairen. Nadat Che zijn sovjetbondgenoten had gewezen op het gevaar dat de VS achter dit plan zouden kunnen komen, kreeg hij de verzekering dat de sovjetmarine dan zou interveniëren – met andere woorden: dat Moskou tot oorlog bereid was. Volgens Philippe Gavi’s biografie van Guevara pochte de revolutionair dat ‘dit land bereid is alles te riskeren in een atoomoorlog met onvoorstelbare verwoestingen, om een principe te verdedigen’. Na afloop van de Cubaanse rakettencrisis vertelde Guevara aan een Brits communistisch dagblad: “Als die raketten daar waren gebleven, zouden we ze allemaal gebruikt hebben en ze op het hart van de VS hebben gericht, New York inbegrepen, in onze verdediging tegen agressie.”
Tijdens de laatste jaren van zijn leven distantieerde Guevara zich van de Sovjet-Unie, omdat hij vond dat Moskou op ideologisch en diplomatiek vlak te veel concessies deed – anders dan het maoïstische China, dat hij ging zien als een paradijs van orthodoxie. Zijn laatste aanval op Moskou lanceerde hij in februari 1965, op een internationale conferentie in Algiers, waar hij de sovjets beschuldigde van het respecteren van de ‘wet van de waarde’, oftewel het kapitalisme. Zijn breuk met de sovjets was dus geen schreeuw om onafhankelijkheid. Veeleer was hij, zoals ook de Albanese politieke leider Enver Hoxha, louter uit op totale onderwerping van de werkelijkheid aan een blinde ideologische orthodoxie.

De grote revolutionair kreeg de kans om zijn economische visie als idee van sociale gerechtigheid in praktijk te brengen toen hij eind 1959 hoofd werd van de Nationale Bank van Cuba en van de Afdeling Industrie van het Nationale Instituut van Landbouwhervorming en, vanaf begin 1961, als minister van Industrie. Tijdens zijn bewind kreeg de Cubaanse economie de vrijwel totale ineenstorting van de suikerproductie te verwerken, mislukte de industrialisatie en werden voor het eerst rantsoenen geïntroduceerd – in wat ooit een van de vier succesvolste Latijns-Amerikaanse economieën was. Dit succes dateerde al van vóór de dictatuur van Batista. Zijn ambtsperiode aan het hoofd van de Nationale Bank, waar hij gebruik maakte van rekeningen met de voorgedrukte ondertekening ‘Che’, werd door zijn plaatsvervanger, Ernesto Betancourt, als volgt samengevat: “Hij was onbekend met de meest elementaire economische principes.” Guevara’s visie op de wereldeconomie kwamen op de meest roemruchte wijze tot uitdrukking op een conferentie 1961 in Uruguay, waar hij ‘zonder de minste vrees’ een groei van tien procent per jaar voor Cuba voorspelde, en tevens verkondigde dat het ‘Cubaanse inkomen per hoofd van de bevolking in 1980 groter [zou] zijn dan dat van de VS’. In werkelijkheid moesten de Cubanen het in 1997, dus dertig jaar na zijn dood, doen met een rantsoen van vijf pond rijst en één pond bonen per maand, tweemaal per jaar 120 gram vlees, 120 gram sojapasta per week en vier eieren per maand.
Bij de landhervormingen in Cuba werd wel land van de rijken afgenomen, maar dat land kwam vervolgens in handen van bureaucraten, niet van de boeren. (Het decreet werd bij Che thuis geschreven.) Onder het motto van ‘diversificatie’ werd het landbouwareaal gereduceerd en werd mankracht ingezet voor andere activiteiten. Het gevolg was dat de oogstopbrengst tussen 1961 en 1963 werd gehalveerd. Was dit offer nodig voor de ontwikkeling van de Cubaanse industrie? Helaas had Cuba zelf geen grondstoffen voor zware industrie, en, als gevolg van een revolutionaire herverdeling, ook geen geld voor de aanschaf daarvan – of zelfs maar van de basisbenodigdheden ervoor. In 1961 moest Guevara een pijnlijke verklaring aan de werkers in zijn kantoor geven: “Onze technische kameraden in de bedrijven hebben een tandpasta geproduceerd (…) die even goed is als vroeger; hij reinigt even goed, maar na een tijdje versteent hij.” Tegen 1963 werd alle hoop op industrialisatie op Cuba opgegeven, en men accepteerde de rol van koloniale suikerleverancier aan het sovjetblok, in ruil voor olie voor eigen gebruik en voor de doorverkoop aan andere landen. In de dertig jaar daarna kon Cuba overleven dankzij sovjet-subsidies van in totaal tussen de 65 en de 100 miljard dollar.
Al heeft hij dan gefaald als held van de sociale gerechtigheid, verdient Guevara dan misschien een plaats in de geschiedenis als een genie van de guerrillaoorlog? Onmiddellijk na de overwinning van de revolutie organiseerde Guevara guerrillalegers in Nicaragua, de Dominicaanse Republiek, Panama en Haïti – alle werden vernietigend verslagen. In 1964 stuurde hij de Argentijnse revolutionair Jorge Ricardo Masetti de dood in door hem te overreden om vanuit Bolivia een aanval op zijn geboorteland te lanceren, kort nadat de representatieve democratie in Argentinië weer in ere was hersteld.
Bijzonder rampzalig was zijn Congo-expeditie in 1965. Guevara koos de zijde van twee rebellen – Pierre Mulele in het westen en Laurent Kabila in het oosten – tegen het miserabele Congolese bewind, dat ondersteund werd door de VS en door Zuidafrikaanse en verbannen Cubaanse huurlingen. Mulele werd verdreven uit Stanleyville, dat hij eerder had ingenomen. Tijdens zijn terreurbewind heeft Mulele, zoals beschreven door V.S. Naipaul, iedereen vermoord die kon lezen en een stropdas droeg. Guevara’s andere bondgenoot, Laurent Kabila, was toen alleen maar lui en corrupt. Maar in de jaren negentig zou de wereld ondervinden dat ook Kabila een moordmachine was. In elk geval besteedde Guevara het grootste deel van het jaar 1965 aan het ondersteunen van de rebellen in het oosten, voordat hij roemloos de aftocht moest blazen. Spoedig daarna kwam Mobutu aan de macht en vestigde een tirannie die het tientallen jaren zou uithouden. Ook in Latijns-Amerika, van Argentinië tot Peru, hadden door Che geïnspireerde opstanden als enig praktisch resultaat een jarenlange verharding van gewelddadig militarisme.

In Bolivia werd Che wederom, en voor de laatste maal, verslagen. Hij beoordeelde de plaatselijke situatie verkeerd. Een aantal jaren ervoor had er een landbouwhervorming plaatsgevonden; de regering respecteerde vele van de door de boeren opgerichte organisaties; de militairen hadden, ondanks hun nationalisme, goede banden met de Verenigde Staten. “De boerenmassa’s helpen ons helemaal niet,” was Guevara’s treurige conclusie in zijn Boliviaanse dagboek. Erger nog, Mario Monche, de plaatselijke communistische leider, durfde een guerrillaoorlog niet aan, na een vernederende nederlaag in de verkiezingen. Hij leidde Guevara naar een positie in het zuidoosten van het land, waar hij moeilijk kon ontsnappen. Zijn gevangenname bij het Yuro-ravijn, kort na een ontmoeting met de Franse intellectueel Régis Debray en de Argentijnse schilder Ciro Bustos – die beiden werden gearresteerd toen zij Che’s kamp verlieten – was net als de hele Boliviaanse expeditie een amateuristische aangelegenheid. Op 9 oktober 1967 werd Guevara door een Boliviaanse soldaat geëxecuteerd. In 1997 werd zijn stoffelijk overschot ontdekt bij een startbaan van het Boliviaanse vliegveld Vallegrande, na een perfect getimede onthulling van een gepensioneerde Boliviaanse generaal. Dit gedenkjaar vestigde de aandacht nog eens op Freddy Alborta’s beroemde foto van Che’s lijk, dat in verkort perspectief en uitgestrekt op een tafel, romantisch dood ligt te zijn, als een Christus op een schilderij van Mantegna.

op 10 10 2007 at 09:33 schreef Theo Ichtus:

Tja Pamela, het is inderdaad niet zo erg moeilijk de link te vinden waar op een ander blog datgene in het Engels staat wat jij zo letterlijk vertaald hebt:

http://fabianshammer.blogspot.com/2006_05_01_archive.html

Maar het oorspronkelijke rapport uit 1957 heb IK met google nog niet gevonden hoor…

op 10 10 2007 at 09:50 schreef daniel:

Che Guevara…

Is dat niet de man die tijdens de Cuba crisis erop aandrong om kernwapens in te zetten tegen de VS?

http://revo.redapollo.org/che.html

During the Cuban Missile Crisis, Che advocates nuclear confrontation.

Alhoewel dit wel wat verklaard is alleen het feit dat ie een kernoorlog wilde beginnen opzichzelf genomen niet voldoende om een links icoon te worden. Nee, om daarvoor in aanmerking te komen moet je een massamoordenaar zijn.

http://archive.newsmax.com/archives/articles/2004/2/23/171252.shtml

One defector claims that Che signed 500 death warrants, another says over 600. Cuban journalist Luis Ortega, who knew Che as early as 1954, writes in his book "Yo Soy El Che!" that Guevara sent 1,897 men to the firing squad. In his book "Che Guevara: A Biography," Daniel James writes that Che himself admitted to ordering "several thousand" executions during the first few years of the Castro regime.

op 10 10 2007 at 09:52 schreef Peter Breedveld:

Theo Ichthus, wat een rare ideeën bestaan er toch over de journalistiek. Uiteraard twijfelt een goede journalist (een kritisch mens) overal aan, maar het volstaat niet om te zeggen dat je twijfelt. ‘Nou, dit klinkt zo ongeloofwaardig, dat zal wel niet kloppen’. Die twijfel mag alleen maar dienen als motivatie om dingen uit te zoeken en dan te weerleggen of te bevestigen.

Dat hele verhaal met die hoofdenhandel van Frequin bleek geen hoax omdat het niet waar kon zijn, maar omdat werd aangetoond dat het niet waar was

Ik zie tot nog toe niks in het verhaal van Pamela weerlegd. Het zal allemaal best moeilijk te geloven zijn, en het zal ook wel dat rechtse mensen deze soort dingen altijd roepen, maar dat maakt het nog niet onwaar. Het ‘prietpraat’ noemen maakt het nog niet onwaar.

Maar in dit tijdsgewricht is het toch zeker wel zo dat ‘nagoogelbaar’ beweringen geloofwaardiger maakt?

Nee, feiten maken dingen meer of minder ongeloofwaardig. Als feiten niet op het Internet zijn te vinden, wil dat niet zeggen dat die feiten er niet zijn. Er is nog een hele wereld buiten Internet.

op 10 10 2007 at 09:52 schreef Theo Ichtus:

Maar voor het overige geen misverstand – dat Che een slecht mens en een klungelige revolutionair was die in Bolivia nota bene rondtrok tussen die ‘campesinos’ en geen moment in z’n tactische overwegingen betrok dat op dat moment elk dorp al een telefoon had zodat de tegenpartij het niet zo moeilijk had met het vinden van de bevlogen revolutionairen da’s mij ook wel duidelijk hoor…

op 10 10 2007 at 09:55 schreef hosseyn:

@Pamela
Ik heb wat boeken van Che gelezen, én van Regis Debray, zo tussen ’75 en ’80 en weet wel het een en ander van die tijd. Ik maak mij over het democratisch gehalte van de heren geen illusies. Alleen is het wel weer een erg ongenuanceerd beeld dat je ophangt: de hel van Cuba? Kom op zeg. In vergelijk met wat dan?

In de jaren waarover wij het hebben, was heel Zuidamerika een hel, er was nauwelijks een land te noemen zonder militair moordenaarsregime, dat met of zonder CIA-steun, de grote VS bedrijven de vrije hand gaf – uiteraard goed betaald.
Cuba, zonder een ideaal land te zijn, stak daarbij gunstig af. Dáár kwam een grote algemene scholingscampagne op gang en op het gebied van gezondheidzorg stonden ze al snel vooraan. Ondertussen was de armoede op het vasteland verpletterend. En vertel mij niets over communisten of postcommunisten, ik ben er geweest, destijds al. Die kinderen die aan de overkant van de straat wachten om het bord af te kunnen likken van restaurantbezoekers, zodra die hun hielen hebben gelicht, die zal het worst wezen of de communisten of militairen ze te vreten geven, iedere kant die zich over hen ontfermd kan zijn ideologie in hun hersens planten.

Vrije meningsuiting, waar kwam dát voor in ZA?
1957 was trouwens ook het jaar waarin de grote held van het Amerikaanse vrije woord aan de kanker stierf, Joseph McCarthy. Wel eens van gehoord?

op 10 10 2007 at 10:47 schreef pamela hemelrijk:

Hoe weet Hosseyn zo zeker dat de scholing en de gezondheidszorg op Cuba zo fantastisch zijn? Uit de boeken van Che en Regis Debray blijkbaar. Artsen op Cuba verdienen zo weinig, kan ik je mededelen, dat ze vrijwel nooit in hun spreekkamer te vinden zijn, omdat ze als taxichauffeur moeten werken om het hoofd boven water te houden. En wat die "scholing" betreft: ik heb op heel Cuba nergens zelfs maar een simpel bloknootje of een schriftje of een velletje papier kunnen kopen. Het was er domweg niet. Als ze iets moesten opschrijven gebruikten ze bij de hotelbalie de achterkant van gebruikte enveloppen. Dus hoe die kindertjes geschoold worden is me een raadsel. Veel meer dan het uit het hoofd leren van de speeches van Castro zal het niet zijn. Maar jij neemt voetstoots aan dat het onderwijs op Cuba een lichtend voorbeeld is voor de rest van de wereld. Op grond waarvan eigenlijk? Wel twijfelen aan mijn woorden, maar niet aan de staatspropaganda van een schrikbewind. Je bent me d’r eentje.

op 10 10 2007 at 11:12 schreef maria van empel:

Hosseyn mocht in 1998 mee met de onnozelaars Claus en Friso. Dat zal het zijn.

op 10 10 2007 at 11:29 schreef hosseyn:

Pamela: van Unesco. (zie eerdere citaat) Jij unesco, ik ook unesco. Nee, de door de VS gesteunde regimes in Zuid-Amerika waren een feest in de 50’s en 60’s, 70s. Ik heb die hele propagandashit al decennialang zien langskomen, en iedere keer ligt er weer een andere kant boven, het ene paradigma wordt vervangen door het andere – het hele spectrum, van pertinente leugens tot selectieve verontwaardiging, tendentieuze en suggestieve berichtgeving etc. Want zonder het te zeggen, suggereren mensen zoals jij voortdurend dat de kapitalistische kant van ZA zo’n paradijs was. Iemand zoals jij had het er geen uur uitgehouden.

op 10 10 2007 at 11:30 schreef hosseyn:

Want ik veronderstel dat jij overal tegen de draad in zou gaan. Of vergis ik me en had je ook daar de lof van het kapitalisme gezongen, bijvoorbeels als ciawoordvoerder of propagandachef van pakweg een Stroessner?

op 10 10 2007 at 12:29 schreef hosseyn:

Merkwaardig toch altijd die verontwaardiging over een operettestaatje met nog geen tien miljoen inwoners. Je kunt hier beter van een ziende vlek spreken dan van een blinde vlek, want de hele rest van het gezichtsveld wordt in beslag genomen door de moloch VS met zijn tientallen, honderden militaire interventies wereldwijd, zijn militaire bases in 170 landen.

Natuurlijk zijn er concentratiekampen op Cuba, het bekendste heet trouwens Guantanamo bay.

In VS zitten miljoenen mensen in de gevangenis, voor het grootste deel zwarten. Om hun mening? Nee, omdat het penitentiair/justitieel apparaat een jonge dynamische, maar bovenal geprivatiseerde groei-industrie is. En die moet worden gevoed; daarvoor worden voortdurend de grenzen van de wet opgerekt.

op 10 10 2007 at 12:58 schreef Theo Ichtus:

Ik kijk op van Pamela’s gegevens, net als de stelligheid waarmee ze ze als kloppend te berde brengt. Een Unesco rapport uit 1957 – dat heb ik hier zo snel niet bij de hand en het aantal google-hits zal vermoedelijk ook wat tegenvallen.
In de havensector betere primaire en secundaire voorwaarden op Cuba onder Batista dan tezelfdertijd in de VS? Moeilijk voorstelbaar.
Ernesto Che tot feilbaar mens terugbrengen is dan misschien wel nodig maar of Pamela dat hier nu overtuigend deed?

op 10 10 2007 at 13:57 schreef Theo Ichtus:

Nou hosseyn – wat mij betreft mogen die ‘amerikaanse imperialisten’ de rest van de planeet veroveren en onderwerpen. Hebben we allemaal een ‘green card’ zogezegd, niet alleen Hirshi Ali.

En als ik streng ben tegen pamela over unesco rapporten uit 1957 dan vraag ik me natuurlijk ook af of – met 192 lidstaten bij de verenigde naties – jou bewering over ‘amerikaanse militaire bases in 170 landen’ waar is….

op 10 10 2007 at 14:05 schreef pamela hemelrijk:

Hosseyn probeert Cuba te verdedigen met het argument dat er nog veel meer politiestaten op de wereld zijn, zoals bijvoorbeeld de VS. Inderdaad Hosseyn, de regering van de VS is ook zo totalitair als de pest, ik kan dat alleen maar volmondig beamen. Wat heet: zelfs Nederland is hard op weg een dictatuur te worden, om van de EU maar te zwijgen. Moet ik om die reden de dictatuur op Cuba maar goedpraten, net als jij doet? Wie heeft er hier nou een blinde vlek?

op 10 10 2007 at 14:48 schreef pamela hemelrijk:

Nou, speciaal voor Hosseyn nog een linkje over de beroemde Cubaanse gratis gezondheidszorg. Verlucht met fraaie foto’s: http://www.therealcuba.com/Page10.htm
Klik ook even op het kadertje "free education".

op 10 10 2007 at 15:11 schreef carmo da rosa:

Beste Hosseyn,

Ik ook heb precies dezelfde boeken gelezen, van Che én van Regis Debray, en verdomd, ook zo tussen ’75 en ’80…
En ik heb ze nog hier in mijn boekenkast! Maar voor hoelang nog? Ik denk tot de volgende grote opruiming.

Maar nu over de vrouwen.

ALS Pamela voortdurend zou suggereren dat de kapitalistische kant van Zuid-Amerika een paradijs zou zijn, is dit natuurlijk zeer discutabel. Al wil ik gelijk uitsluiten dat de stelling eventueel niet zou kunnen kloppen! Het hangt af met wie zij Z.A. mee wil vergelijken. Nogmaals, ALS…

Maar ondertussen suggereer jij op je gemakie dat ‘ondertussen was de armoede op het vasteland [In Zuid-Amerika] verpletterend’…

Het is ook waar, maar het is een kwestie van accenten leggen. Want een simpel kijkje op Wikipédia leert mij iets dat ik al lang vermoede! Vermoedens die namelijk gevoed worden door mijn inmiddels aangeleerd argwaan voor linkse prietpraat van het soort Regis Debray. En dat is ‘dat tussen 1880 en 1920 Argentinië was een van de rijkste landen ter wereld’. Dat ‘de Chileense economie is internationaal bekend als één van meest solide van Zuid- en Centraal-Amerika’. En hier zou ik aan wil toevoegen dat Chili, economisch veel beter doet dan veel andere landen, ook buiten Zuid-Amerika. Nogmaals volgens Wiki: ‘Het BBP bereikte een nominale waarde van US$ 145.845 miljoen en het BBP per hoofd van de bevolking was 8.875 dollar. Volgens het IMF, was dit BBP het hoogste van Latijns-Amerika’.

En ook zeer interessant om te melden, voor de FN’s die geld hebben om te investeren, is dat Chili (nog niet zolang geleden van Pinochet!), met een 20ste plaats op de ‘anti-corruption index’ van de organisatie Transparency International, (de beste leerling van Zuid-Amerika), zeer goed scoort.

Natuurlijk, je moet niet een jong land, die net uit een verschrikkelijke dictatuur is uitgekomen, gaan vergelijken met Nederland (9)… Maar Chili, wat corruptie betreft, doet het beter dan de VS (21), Spanje (23), Portugal (26), United Arab Emirates (31), Israël (34), Zuid-Korea (42), Italië (45), Tunesië (51), Griekenland (54), Turkije (60), zelfs beter dan jou geliefde Cuba (66), China (70) en (….) Myanmar (160).

En wij hebben tenslotte Brazilië, die met een 70st plaats slecht scoort op de anti-corruption index – aan ons ligt het niet hoor, wij hebben onze best gedaan om ze met mes en vork te leren eten -, maar volgens Wiki ‘staat ongeveer op de negende plek van de grootste economieën van de wereld’!!!

En nu, door de uitstekende stuk van Pamela ga ik de poster van de Che scheuren die boven mijn bed sinds de jaren 70 hangt. Maar dit is godverdomme mijn laatste concessie aan rechts…

op 10 10 2007 at 17:16 schreef hosseyn:

Pamela: ik praat Cuba niet goed, ik laat zien hoe gemakkelijk er een positief stukje valt te googlen, en dat nog wel van de website van UNESCO zelf. Ik ben het eens met jouw punt – alleen niet helemaal met argumentatie en google-rapportjes. Want jij hebt vast dat rondzingende UNESCO document niet in handen gehad. Ik ken wel meer zaken die miljoenvoudig verkeerd worden geciteerd, terwijl het juiste citaat ongeveer 34 maal wordt genoemd.

Verder verbaast mij gewoon het eindeloze gepraat over een piepklein en volstrekt irrelevant landje, terwijl er zoveel groter en gevaarlijker landen zijn – maar je was het dus eens dat de VS totalitair zijn.

Carmo: ik heb het wel over de jaren 50, 60. Zei ik ergens dat ik gek ben op Cuba?

En Pamela, verder strijk ik graag babyboomervrouwtjes tegen de haren in.

op 10 10 2007 at 19:31 schreef pamela hemelrijik:

En Hosseyn? Foto’s gezien, van die ziekenhuisbedden vol kakkerlakken? Nog steeds van mening dat Cuba vooraan staat op het gebied van gezondheidszorg?

op 10 10 2007 at 19:33 schreef EH:

Ik wil me hier verder niet teveel mee bemoeien, maar een paar kanttekeningen:

Historisch gezien valt aan de niet-socialistische zuid amerikaanse staten, muv chili, weinig kapitalistisch te ontdekken.

De gegevens over gezondheidszorg en educatie in UNESCO rapporten worden simpelweg overgenomen van nationale overheden: dat zegt dus evenveel als het woord van castro zelf. Gegevens over GDP ed zijn daarentegen vrij makkelijk van uit het buitenland te beoordelen aan de hand van handelsbalansen.

op 10 10 2007 at 20:08 schreef pamela hemelrijk:

Wel wel, heeft Hosseyn nu ineens geen zin meer in de discussie die hij zelf is begonnen? Is het sop nu ineens de kool niet meer waard, omdat het gaat om een "piepklein en irrelevant landje"? Dat "eindeloze gepraat" is een bittere noodzaak, zolang er hier nog volksstammen mensen rondlopen die moordenaars als Castro, Guevara, Chavez en Mao bewieroken en alle kritiek op dat "piepkleine en irrelevante landje" afdoen als rechtse prietpraat. Die mensen zijn een regelrechte bedreiging voor onze burgerlijke vrijheden,want als er morgen hier zo’n Marxistische halsafsnijder opstaat, dan gaan ze massaal op hem stemmen. Voor zover ze dat al niet hebben gedaan, door Marijnissen, de grote vriend en bondgenoot van Chavez, aan 20 zetels te helpen.

op 10 10 2007 at 20:41 schreef hosseyn:

Pamela, altijd zin in discussie. Maar met unesco-citaten smijten kan ik ook, en voor iedere rechtse cubanensite is ongetwijfeld een linkse te vinden. Ik bewierook Cuba niet, nogmaals: Halsafsnijders waren destijds overal in ZA, en heel wat erger dan in Cuba. Wat betreft de voorzieningen in Cuba: zou een veertigjarig embargo en een cordon sanitaire van ’s werelds grootste militaire macht rond dit heel kleine arme landje ook geen nadelige gevolgen kunnen hebben?

Marijnissen aan de macht! Nou, dan gaan er koppen rollen hoor! Ja, Cuba is een grote bedreiging voor onze vrijheden. Die boze Castro! Over een week is hij dood en dan nemen gewoon de Tattaglia’s de Genovesi’s en hoe ze ook tegenwoordig mogen heten hun plaatsen weer in. Hoe hebben die 85 luizige guerillero’s destijds ooit die combinatie leger en mafiagorilla’s getrotseerd, denk je?

Burgerlijke vrijheden staan meer onder druk door de Amerikaanse ‘war on drugs & terrorism’, twee onzinnige oorlogen met als enige doel vrijheden terug te schroeven. Een paar jaar geleden hoefden wij ons niet te legitimeren, nu wel. En dat is nog maar het begin.

EH: je mag ze ook feodalistisch noemen, dat is zelfs nog beter; de kapitalistische markt van de VS had en heeft gewoon een stevige feodalische en imperialistische basis in de derde wereld. Belangrijker is dat de plaatselijke militaire regimes met steun van de Amerikaanse megabedrijven als SO en United Fruit het volk in veel landen van hun grond joegen en dwongen tot wat in de praktijk neerkwam op slavenarbeid.

op 10 10 2007 at 21:06 schreef pamela hemelrijk:

Je bewierookt Cuba wel! Je beweert dat Cuba zeer gunstig afsteekt bij de rest van Latijns Amerika, en dat het op het gebied van gezondheidszorg vooraan staat. Heb je die link naar de foto’s van die gratis ziekenhuizen eigenlijk wel bekeken? En nou niet lullen dat het aan de blokkade ligt dat Cubanen niet eens aspirientjes kunnen kopen. Want Castro heeft ook luxe goed geoutilleerde ziekenhuizen gebouwd. Maar die zijn slegs vir toeristen, en verre van gratis.

op 10 10 2007 at 21:10 schreef hosseyn:

Pamela, volgens mij had ik het uitdrukkelijk over het decennium van de revolutie en dat daarna. De dictaturen van toen zijn een voor een gevallen.
Maar hoe rijm je die foto’s dan met mijn citaat van UNESCO? Dat komt toch werkelijk uit een recent rapport. Is mijn Unesco een andere dan jouw Unesco?

op 11 10 2007 at 02:09 schreef pamela hemelrijk:

Dus Hosseyn gelooft niet wat hij op die foto’s ziet, omdat één gozer van de Unesco een gratuite hielenlikkerige speech heeft gehouden toen hij bij Castro te gast was. Klamp je maar vast aan die Daniel, en vertrouw vooral niet op je eigen ogen, zoals het een gelovige Marxist betaamt.

op 11 10 2007 at 09:25 schreef pamela hemelrijk:

Hierbij, speciaal voor Hosseyn, nog wat feiten en cijfers over onze idealistische mensenvriend Che:

http://www.meervrijheid.nl/index.php?pagina=1663

op 11 10 2007 at 10:03 schreef hosseyn:

Nogmaals: het gaat mij om dit rapport: citeert Pamela een rondzingend internetcitaat of is dit een werkelijk rapport. We hadden het eerder over bronnen, weet je nog? Dus, Pamela, heb je dit rapport in handen gehad?

Als ik een kanttekening heb bij jouw argumentatie en bronnen, dan begin jij meteen over bewierroking, mensenvriend etc. Nogal flauwe techniek hoor. (ik geef toe, daar maak ik me ook schuldig aan) Ik ben niet in Cuba geweest, ik heb alleen vele jaren vele soorten voor- en tegenpropaganda over me heen gehad en neem alles met een korreltje zout. Maar iemand die oproept tot twee, drie, vele vietnams – dat kan alleen maar aantrekkelijk klinken in de oren van hen die destijds al voorstanders waren van de Vietnam-oorlog.

op 11 10 2007 at 10:21 schreef hosseyn:

NB: (iemand die oproept tot ’twee, drie, vele vietnams’) Dat was Che Guevara dus.

Ik ben geen fan van Guevara of Debray – wél van Fallaci – iemand die zich niet door een aanvankelijk linkse oriëntatie laat weerhouden om iedere keer weer haar eigen standpunten te herijken, in plaats van als een teefje pavlova mee te huilen met de meute.

@Pamela – Dus graag de naam van het rapport? UNESCO publiceert heel veel… Overigens, het volgende werk: UNESCO collection of representative works Latin American series – heeft in de KB de status: locatie onbekend, wendt u tot de balie.

Zeg eens eerlijk, is dat het? Heb jij het soms gejat? Om critici van jouw slordige bronvermelding de mond te snoeren? Foei!

op 11 10 2007 at 10:37 schreef hosseyn:

O ja, Carmo, ik heb mijn boeken van Regis en Che al meteen na het lezen weggedaan. En ik doe zelden boeken weg.

op 11 10 2007 at 12:12 schreef Tjerk:

Hosseyn; Pamela noemt in haar P.S. van haar stuk hierboven een aantal feiten, waaruit blijkt dat het de Cubaanse arbeidersbevolking vóór Castro en onder kapitalistisch bewind, behoorlijk voor de wind ging.

"Het verbaast me trouwen niks dat Che en Fidel de boeren en arbeiders maar niet warm konden krijgen voor hun revolutie: het gemiddelde loon voor een achturige werkdag was op Cuba in 1957 hoger dan in België, Denemarken, Frankrijk en Duitsland. Het inkomen per hoofd van de bevolking was er hoger dan in Oostenrijk en Japan. De Cubaanse havenarbeiders verdienden in de jaren vijftig meer dan hun collega’s in New Orleans en San Francisco, ze hadden recht op vier weken betaalde vakantie per jaar, en de achturige werkdag was in 1933 al ingevoerd, vijf jaar eerder dan in de VS. De rassenscheiding was op Cuba al volledig afgeschaft dertig jaar voordat Rosa Parks in de VS haar legendarische protestactie uitvoerde. (Deze gegevens zijn ontleend aan een Unesco rapport van 1957.)"

Het is dan een uitweg om Cuba ná de revolutie te gaan vergelijken met andere Zuid-Amerikaanse landen waar halsafsnijders, dictators en beulen links en rechts de zaak bestierden.

Iedereen die iets weet van de communistische dictaturen in het Oostblok, weet dat de publieke voorzieningen daar erbarmelijk zijn. Da’s nogal wiedes: om publieke voorzieningen te creëeren, is er geld nodig, en dat wordt gecreëerd door handel. Communisme draait handel de nek om, omdat het alle incentives weghaalt om risico’s te lopen met ondernemen.

Jouw citaat van UNESCO is niet afkomstig uit een rapport, maar uit een toespraak van John Daniel. Maar wie zegt dat die zich geen rad voor ogen heeft laten draaien door de overheidspropaganda?

Wat dat door Pamela even verder op vertaalde stuk betreft: dat verdient een eigen pagina op Frontaal Naakt.

op 11 10 2007 at 13:36 schreef pamela hemelrijk:

Misschien heeft je vriend Daniel het wel gejat, om critici van zijn held Castro de mond te snoeren. Wie zal het zeggen? Maar waarom moet ik alles doen? Jij vertrouwt het zaakje niet. Ga jij dan maar eens op onderzoek uit.

op 11 10 2007 at 13:40 schreef hosseyn:

Ja ho effe, jij citeert. Ik ben geen journalist hoor! Maar even serieus, ik vind wel dat je zo’n rapport even zelf moet hebben gezien, zodat je de bron kunt vermelden. Als het echt is, is het een heel sterk argument.

op 11 10 2007 at 13:57 schreef carmo da rosa:

@hosseyn
"Carmo, ik heb mijn boeken van Regis en Che al meteen na het lezen weggedaan."

Goed zo jongen!

Ik had inmiddels 9 zinnen van jou teksten hierover onderstreept,
met het idee om later jou enige weerwoord te geven. Toen zag ik op het laatste dat jij een fan van Fallaci bent en dacht voor mezelf, nee, niet doen, wij zijn allebei fan’s van Fallaci, wij moeten tenslotte de boel bij elkaar houden.
En een ding is zeker, ‘De Woede en de Trots’ ben ik niet van plan weg te doen.

Toch een klein opmerking, ik kan het niet laten:
“Verder verbaast mij gewoon het eindeloze gepraat over een piepklein en volstrekt irrelevant landje”

Piepklein misschien, irrelevante, no way!

Volgens mij onderschat je het immens mythologisch voorbeeld van verzet tegen de grote VS die Cuba in de hele wereld vertegenwoordigd.
Zie de actuele revisited mythevorming van de Che. Zelfs in het Midden-Oosten zingen ze nu:

La entrañable transparencia
De tu querida presencia,
Comandante Ché Guevara.

Als het maar tegen de gringos is, is meziane!

Hasta la vitoria siempre.

op 11 10 2007 at 14:05 schreef hosseyn:

Carmo; nee, ik onderschat dat niet. Sterker nog, ik ben ook niet ongevoelig voor Castro, die met duivels genoegen de grote boze vs al een halve eeuw voor de gek houdt. Maar ik laat mij tegelijkertijd niet door die mythe zand in de ogen gooien. Khadaffi heeft diezelfde charme, die vind ik ook erg grappig met zijn schelmenstreken en zijn bewering dat de hele wereld jaloers is op het Lybische zand, omdat dat de beste kwaliteit heeft. Natuurlijk is de onderliggende werkelijkheid helemaal niet grappig.

op 11 10 2007 at 14:52 schreef carmo da rosa:

hosseyn,

Jou gevoeligheid voor Castro doet me plotseling denken aan een Spaanse vriend (absoluut geen marxist) die, pratende over het verzet van Cuba tegen de VS, opeens een aanvaardbare (voor beide) compromis vond tussen mijn (toen) marxistische exaltaties en zijn Iberische machismo, en zei tegen mij op serieuze toon: ‘het kan niet anders of die Castro echte Spaanse kloten heeft!’

op 11 10 2007 at 17:37 schreef hosseyn:

Bij de naam castro denk ik eerder aan iets zonder kloten – of iets dat anderen castreert.

op 12 10 2007 at 09:21 schreef hosseyn:

Weet ik, ik ben opgegroeid in Zuid Amerika, in de sixties weliswaar, maar sindsdien toch wel veel spaans en italiaans e.d. gelezen en gesproken. Je vindt het woord castro, castello ook in veel nieuw(er)grieks plaatsnamen.

Maar zeg je dan niet: castro el toro? Ik kastreer de stier? Het zijn van die zinnetjes die je niet zo vaak gebruikt, ik geef het toe.

op 12 10 2007 at 12:00 schreef carmo da rosa:

Bijna! Goed taal gevoel!

Maar Castro heeft niets met het werkwoord ‘castrar’ (castreren of ontmannen); ‘castrador’ (diegene die castreert); castrado (castraat of eunuch).

CASTRO, betekent in het Portugese en in het Spaans vesting (pre-Romeinse). Afgeleid hiervan zijn ‘castelo’ (Port. voor kasteel, slot); ‘castillo’ (idem Sp); ‘chateau’ (Fr); ‘castle’ (Eng.); en misschien ook het Arabisch Ksar of Qsar, maar dat weet ik niet zeker…

op 12 10 2007 at 15:47 schreef carmo da rosa:

Ja,

Maar in dit geval is het de derde persoon van de werkwoord ‘castrar’ in de tegenwoordige tijd: el castro el toro!
Pero no creo que tu castres toros, entre dos postes de Frontaal Naakt, y yo tampoco…

op 12 10 2007 at 16:28 schreef hosseyn:

Nee, dat doe ik inderdaad niet, ik heb wel eens in Ronda cojones de toro besteld, maar ze vertelden mij spijtig dat ze het niet hadden. Daarvoor moest ik in een stad zijn…. ik ben vergeten welke.

op 13 10 2007 at 11:37 schreef hosseyn:

Jammer dat Pamela niet antwoordt, ik had graag geweten welk document het was!

Peter zegt:
Nee, feiten maken dingen meer of minder ongeloofwaardig. Als feiten niet op het Internet zijn te vinden, wil dat niet zeggen dat die feiten er niet zijn. Er is nog een hele wereld buiten Internet.

Maar kennelijk vinden journalisten als Peter en Pamela het papegaaiencircuit van internet betrouwbaar genoeg. Dat zegt voldoende over hun opinies.

Ondertussen is kennelijk deze discussie gesloten. Ik heb veel verdachtmakingen en beschuldigingen gehoord als zou ik een Castrofan zijn. Terwijl ik alleen een tegenmening laat zien die OOK VAN GOOGLE komt.
Ik ben eerder en Pamela Hemelrijkfan, als ik dan toch iemands fan moet zijn. Des te meer reden om haar bij de les te houden. Tevergeefs blijkbaar. Een knak in mijn waardering. Wat heb je aan het vrije woord als het uit oncontroleerbare onzin bestaat?

op 13 10 2007 at 11:53 schreef Peter Breedveld:

kennelijk vinden journalisten als Peter en Pamela het papegaaiencircuit

Kom nou, Hos, over verdachtmakingen gesproken. Als je het door jouzelf aangehaalde citaat goed leest, zie je wel dat ik er nogal anders over denk.

Intussen stel jij aan Pamela hogere eisen dan aan Myrthe Hilkens en Al Gore. Die laatste twee mogen van jou totaal ongefundeerde onzin verkondigen. Je vond dat ik maar moeilijk deed, toen ik stelde dat Hilkens nul bewijs heeft voor haar boude stellingen.

op 13 10 2007 at 12:43 schreef hosseyn:

Laten we vooropstellen dat iedereen onzin mag verkondigen. Ik zie ook de zwakke punten in het betoog van Gore; het is dan ook een heel schematische en gepopulariseerde film. Ik begrijp ook waarom hij dat doet.

Ook bij Gore en Hylkens zal ik graag proberen tegenargumenten te vinden – ik ben wat betreft Hylkens geen voorstander van verboden; overigens probeer ik mij tevens af te vragen: stel dat mijn dochter zo onder druk komt te staan, als ze straks dertien is… Het zijn altijd de kwetsbare onzekere meisjes die slachtoffers worden van de jonge pooiers. (gelukkig heb ik geen dochter, ha!) Evengoed ben ik dan weer zo dat ik mijn zonen vele pijpfeesten toewens, dat geef ik ruiterlijk toe. Ik baal wel van de wanstaltige platvloersheid die ik overal zie – dan bedoel ik niet naakten, daar heb ik niets tegen – ik vind dat tegen de wansmaak mag worden geprotesteerd. Dat is uiteraard geen taak voor de politiek. Ik ben ook in principe tegen druggebruik; tegelijk ben ik zeer voor vrijgeven, van alles!

Ik stel graag vragen en probeer zelfs de meest aanvaarde zaken steeds om te keren en van een ander kant te bezien. Ik lees voortdurend boeken waarvan ik juist denk: zoiets zou ik nooit lezen. Ik ben tegen feminisme, maar ik kan je wel vertellen dat ik tientallen feministische boeken heb gelezen (en honderden over milieu) Ik probeer steeds de duivels advocaat te spelen, juist om de luie standaardmeningen uit te dagen.
Hoeveel boeken heb jij over milieu gelezen?

Gewoon de naam noemen van een rapport, wat ik Pamela vraag, dat vind ik geen hoge eis, gesteld aan een journalist! Zij heeft het over een specifiek document. Dat is iets heel anders dan het bewijzen van complexe trendmatige fenomenen die met immens krachtige computers worden gesignaleerd – en dan nog alleen waarschijnlijkheden kunnen geven.

OVerigens vraag ik mij af hoeveel bewijs jij nodig hebt om over iets als de klimaatsverandering van gedachten te veranderen? Het is zoals je weet niet alleen Al Gore, dat is de disney-interface van een grote internationale groep wetenschappers.

Dit soort zaken zijn niet eenduidig te bewijzen, dat is net zoiets als objectieve geschiedschrijving, het is onmogelijk. Er is geen groter rem op de voortuitgang dan onwrikbare zekerheden. Grote doorbraken komen vaak pas als wetenschappers bereid zijn een paar passen terug te doen en de onaantastbare vooronderstellingen van hun eigen discipline ter discussie te stellen.

op 13 10 2007 at 12:54 schreef hosseyn:

Ik zie nog even jouw ’totaal ongefundeerde onzin verkondigen’ – Dat soort opmerkingen bedoel ik. Totaal, dus 100 % ongefundeerd. Dat is dus borrelpraat. Dit is een zaak waar vele duizenden wetenschappers al tientallen jaren aan werken, het worden er steeds meer. Er zijn duizenden of miljoene variabelen in het spel – de consensus is zeer breed… en jij noemt het ’totaal’ ongefundeerd? Dit is geen mening, Pietje, dit is een geloof.

Dat is nu het probleem met atheïsten, het zijn theïsten met een nieuw maskertje. Dualistische zeloten. Jij en Pamela – jullie zien alleen maar goden en demonen, Amerika’s en Cuba’s;. Jullie lijken op datgene wat je bestrijdt, zoals het negatief lijkt op de foto.

op 13 10 2007 at 13:10 schreef hosseyn:

Ik had jou trouwens eerder al hetzelfde argument voor de voeten willen gooien: iedereen moet zijn stellingen bewijzen, maar Pamela mag wegkomen met urban legends van het web – maar je was me voor.

op 13 10 2007 at 13:33 schreef hosseyn:

De linkse kerk vs. de rechtse dominees, dat is op zich al een essay waard.

op 13 10 2007 at 13:47 schreef Peter Breedveld:

Pamela mag van mij helemaal nergens mee wegkomen, maar ik laat die kwestie graag over aan jou en Pamela. Ik hou me liever bezig met dubbele maten.

Dit is een zaak waar vele duizenden wetenschappers al tientallen jaren aan werken, het worden er steeds meer.

Dat is dus een argument van het kaliber One billion Elvis fans can’t be wrong

Ik zeg altijd, Not only CAN they be wrong, they ARE wrong. Dead wrong.

Ik bedoel: Elvis, godverdegodver.

Met onmgefundeerd bedoel ik: gebaseerd op vooroordelen en geloofsartikelen, want dat is wat die hele klimaathype behelst.

Ik ben een ongelovige, jij een gelovige, Hos. Dat we dat goed uitelkaar houden.

op 13 10 2007 at 14:02 schreef Hosseyn:

Die vergelijking gaat helemaal mank, Peter. Wetenschappers versus fans van een vadsige crooner… En ik geloof maar in één ding, dat dingen (on)mogelijk zijn, of (on)waarschijnlijk.
De maybe-logic van Robert Anton Wilson – dit jaar overleden anarcho-libertair filosoof en schrijver.

Een atheïst gelooft, namelijk dat God niet bestaat.

Een agnosticus gelooft niet, namelijk dat God bestaat.

Wie gelooft er nu?

op 13 10 2007 at 14:06 schreef hosseyn:

Sorry, dat (on) moet in het eerste geval weg.

op 13 10 2007 at 14:28 schreef Peter Breedveld:

Word ik nou uitgescholden voor atheïst?

op 13 10 2007 at 14:28 schreef hosseyn:

Vuile Atheïst!

op 13 10 2007 at 14:34 schreef hosseyn:

Volgens mij moet je gewoon eens aan de lsd, zoals ieder normaal mens.

op 13 10 2007 at 14:36 schreef hosseyn:

Volgens mij moet je gewoon eens aan de lsd, zoals ieder normaal mens.

op 13 10 2007 at 14:38 schreef Peter Breedveld:

Durf ik niet. Echt niet. Op mijn twintigste eens vreselijk aan het trippen geweest vanwege een hashcake, en toen heb ik mijn lesje geleerd.

op 13 10 2007 at 14:41 schreef Peter Breedveld:

Neehee, durf ik niet. Dat zeg ik toch?

op 13 10 2007 at 14:55 schreef Hosseyn:

Ik ook niet meer. Ik heb trouwens bewondering voor PH – al zit ze er vaak naast. Ze laat zich teveel leiden door woede – dat kan mooie stukken opleveren, maar niet altijd even overtuigend. Soms denk ik wel eens dat ze destijds maagdenhuisbezetster was, maar belast met het smeren van broodjes en zetten van koffie; vandaar haar allesverterende haat voor links.

Ik ben wel teleurgesteld dat ze zich kennelijk teruggetrokken heeft uit deze discussie. Want is er nu wel of niet een UNESCO rapport? Ik vind het namelijk heel interessant en wil graag mijn kennis over Cuba vergroten.

Ik wil al jaren naar dat land toe, niet vanwege politiek, maar omdat het een gestolde momentopname is van een voorbije periode, een levende ruïne van een ander tijdperk, waar nog de auto’s rijden en de gebouwen staan van vijftig jaar geleden, alleen ernstig vervallen. Helaas, de pecunia…
Over een paar jaar is het waarschijnlijk niet meer te onderscheiden van ieder ander vakantieoord.

op 13 10 2007 at 14:55 schreef Hosseyn:

Ik ook niet meer. Ik heb trouwens bewondering voor PH – al zit ze er vaak naast. Ze laat zich teveel leiden door woede – dat kan mooie stukken opleveren, maar niet altijd even overtuigend. Soms denk ik wel eens dat ze destijds maagdenhuisbezetster was, maar belast met het smeren van broodjes en zetten van koffie; vandaar haar allesverterende haat voor links.

Ik ben wel teleurgesteld dat ze zich kennelijk teruggetrokken heeft uit deze discussie. Want is er nu wel of niet een UNESCO rapport? Ik vind het namelijk heel interessant en wil graag mijn kennis over Cuba vergroten.

Ik wil al jaren naar dat land toe, niet vanwege politiek, maar omdat het een gestolde momentopname is van een voorbije periode, een levende ruïne van een ander tijdperk, waar nog de auto’s rijden en de gebouwen staan van vijftig jaar geleden, alleen ernstig vervallen. Helaas, de pecunia…
Over een paar jaar is het waarschijnlijk niet meer te onderscheiden van ieder ander vakantieoord.

Nieuwe reactie
Naam:
E-mail:
Homepage:
  Afbeelding invoegen
 

 


Home

Archief

 

STEUN FRONTAAL NAAKT MET EEN TIKKIE!

 

 

OF VIA PATREON!

 

 

CONTACT
Stuur uw loftuitingen en steunbetuigingen naar Frontaal Naakt.

NIEUWSBRIEF
Ontvang gratis de Frontaal Naakt nieuwsbrief.

 

pbgif (88k image)
 

Let op: Toelating van reacties en publicatie van opiniestukken van anderen dan de hoofdredacteur zelf betekenen geenszins dat hij het met de inhoud ervan eens is.

 

pbgif (88k image)
 

MEEST GELEZEN IN NOVEMBER

O De lange arm van Tel Aviv

O Mjoenik

O Wierd Duk stuurt een vriendje om bij mijn baas te klagen

O Jij, racist, jíj bent het integratieprobleem

O Nederland gaat op moslimjacht

O Op de bres voor de domme lul

O De onwaardige discipelen van Theo van Gogh

O Maarten Wolterink

O Mag geen nazi zeggen

O Poepen doen we allemaal

 

MEEST GELEZEN EVER

O Caroline van der Plas, dwangmatige leugenmachine

O Caroline van der Plas is de Nederlandse Donald Trump

O YouPorn

O Iedereen haat Sander Schimmelpenninck omdat hij écht onafhankelijk is

O Wierd Duk de pro-Russische complotdenker

O Domme Lul

O Frans Timmermans kan het einde van de domrechtse ijstijd zijn

O Wierd Duk en Jan Dijkgraaf, hoeders van het fatsoen

O De koning van het uittrekken van de damesslip

O Haatoma

 

pbgif (88k image)
 

BLURBS
“How does it feel to be famous, Peter?” (David Bowie)

“Tegenover de enorme hoeveelheid onnozelaars in de Nederlandse journalistiek, die zelfs overduidelijke schertsfiguren als Sywert, Baudet en Duk pas ver in blessuretijd op waarde wisten te schatten, staat een klein groepje van ondergewaardeerde woestijnroepers. Met Peter op 1.” (Sander Schimmelpenninck)

“Frontaal Naakt dient een publiek belang” (mr. P.L.C.M. Ficq, politierechter)

“Peter schrijft hartstochtelijk, natuurlijk beargumenteerd, maar zijn stijl volgt het ritme van zijn hart.” (Hafid Bouazza).

“Ik vind dat je beter schrijft dan Hitler” (Ionica Smeets)

“Peter is soms een beetje intens en zo maar hij kan wél echt goed schrijven.” (Özcan Akyol)

“Jij levert toch wel het bewijs dat prachtige columns ook op weblogs (en niet alleen in de oude media) verschijnen.” (Femke Halsema)

“Literaire Spartacus” (André Holterman)

“Wie verlost me van die vieze vuile tiefuslul?” (Lodewijk Asscher cs)

“Pijnlijk treffend” (Sylvana Simons)

네덜란드 매체 프론탈 나크트(Frontaal Naakt)에 따르면, 네덜란드 라 (MT News)

“Echt intelligente mensen zoals Peter Breedveld.” (Candy Dulfer)

“De Kanye West van de Nederlandse journalistiek.” (Aicha Qandisha)

“Vieze gore domme shit” (Tofik Dibi)

“Ik denk dat de geschiedenis zal uitmaken dat Peter Breedveld de Multatuli van deze tijd is.” (Esther Gasseling)

“Nu weet ik het zeker. Jij bent de antichrist.” (Sylvia Witteman)

“Ik ben dol op Peter. Peter moet blijven.” (Sheila Sitalsing)

“Ik vind hem vaak te heftig” (Hans Laroes)

“Schrijver bij wie iedereen verbleekt, weergaloos, dodelijk eerlijk. Om in je broek te piesen, zo grappig. Perfecte billen.” (Hassnae Bouazza)

“Scherpe confrontatie, zelfs als die soms over grenzen van smaak heen gaat, is een essentieel onderdeel van een gezonde democratie.” (Lousewies van der Laan)

“Ik moet enorm lachen om alles wat Peter Breedveld roept.” (Naeeda Aurangzeb)

“We kunnen niet zonder jouw geluid in dit land” (Petra Stienen)

“De scherpste online columnist van Nederland” (Francisco van Jole)

“Elk woord van jou is gemeen, dat hoort bij de provocateur en de polemist, nietsontziendheid is een vak” (Nausicaa Marbe)

“Als Peter Breedveld zich kwaad maakt, dan wordt het internet weer een stukje mooier. Wat kan die gast schrijven.” (Hollandse Hufters)

“De kritische en vlijmscherpe blogger Peter Breedveld” (Joop.nl)

“Frontaal Naakt, waar het verzet tegen moslimhaat bijna altijd in libertijnse vorm wordt gegoten.” (Hans Beerekamp – NRC Handelsblad)

“De grootste lul van Nederland” (GeenStijl)

“Verder vermaak ik mij prima bij Peter Breedveld. Een groot schrijver.” (Bert Brussen)

“Landverrader” (Ehsan Jami)

“You are an icon!” (Dunya Henya)

“De mooie stukken van Peter Breedveld, die op Frontaal Naakt tegen de maatschappelijke stroom in zwemt.” (Sargasso)

‘De website Frontaal Naakt is een toonbeeld van smaak en intellect.’ (Elsevier weekblad)

“Frontaal Gestoord ben je!” (Frits ‘bonnetje’ Huffnagel)

“Jouw blogs maken hongerig Peter. Leeshonger, eethonger, sekshonger, geweldhonger, ik heb het allemaal gekregen na het lezen van Frontaal Naakt.” (Joyce Brekelmans)

‘Fucking goed geschreven en met de vinger op de zere plek van het multicultidebat.’ (jury Dutch Bloggies 2009)

Frontaal Naakt is een buitengewoon intelligent en kunstig geschreven, even confronterend als origineel weblog waar ook de reacties en discussies er vaak toe doen.’ (jury Dutch Bloggies 2008)

‘Intellectuele stukken die mooi zijn geschreven; confronterend, fel en scherp.’ (Revu)

‘Extreem-rechtse website’ (NRC Handelsblad)

‘De meeste Nederlanders zijn van buitengewoon beschaafde huize, uitzonderingen als Peter Breedveld daargelaten.’ (Anil Ramdas)

‘Peter Breedveld verrast!’ (Nederlandse Moslim Omroep)

‘Breedveld is voor de duvel nog niet bang’ (Jeroen Mirck)

‘Nog een geluk dat er iemand bestaat als Peter Breedveld.’ (Max J. Molovich)

‘Godskolere, ik heb me toch over je gedróómd! Schandalig gewoon.’ (Laurence Blik)

 

pbgif (88k image)
 

LINKS

 

 


 

(Advertentie)
 

 

 

RSS RSS