Appelmensen
Loor
Illustratie: Miriam Pertegato
Onverdraagzaamheid ten opzichte van de medemens is een lastige eigenschap waar met name de onverdraagzame zelf stevig onder gebukt kan gaan. Daar ik tot de überonverdraagzamen op deze aardkloot behoor, kan ik dit als geen ander beamen. De lijst van zaken die ik niet of nauwelijks verdraag, is lang – heel erg lang. Vandaar dat ik besloten heb een ’top drie’ samen te stellen van zaken en omstandigheden die mijn tenen steevast doen krommen. Of het in de toekomst bij deze shortlist blijft, kan ik u echter niet beloven.
Op nummer drie staat met stip de Appel. En dan bedoel ik eigenlijk: de Appeletende Mens. Om de Appeletende Mens, en dan vooral de fanatieke soort, ga ik, als het even kan, met een grote boog heen. Een dagtaak, want hij is werkelijk overal.
Heeft u wel eens gelet op het zelfingenomen smoelwerk van degene die op tergend langzame wijze grote happen van een appel neemt? Alsof hij of zij al appeletend immuun raakt voor welke terminale ziekte, terroristische aanslag of natuurramp dan ook. Appeleters zijn gewoon heel goed bezig en dat laten ze graag zien door de manier waarop ze hun ongeschilde en vaak ongewassen Granny’s en Jona’s naar binnen werken. Eerst poetsen ze hun appeltje stevig op aan hun smoezelige mouw, om er vervolgens met een superieure blik in de ogen een eerste, ultra langzame, hap van te nemen. Het is namelijk zo lekker nonchalant en kek om je appeltje vooral niet te wassen. ,,Krijg je niks van!”.
Nee, behalve dan dat je tenzij je een onbespoten versie eet een shitload aan landbouwgif binnen krijgt, waarmee de boeren hun appeloogst bespuiten. Slechts met warm tot heet water en goed schrobben krijg je deze giflaag van de schil, hoewel gezondheidsfreaks beweren dat het schillen van fruit nog verstandiger is. Landbouwgif is het soort gif dat zich langzaam opslaat in verschillende organen en het lichaam niet meer verlaat. Het is maar dat u het weet. Ongewassen en bespoten appels eten is dus hetzelfde als heel langzaam Hara Kiri plegen. Mooi. Good riddance. Wie het laatst lacht, lacht het best.
De Appeletende Mens is dus overal. Zo zat ik laatst aan de balie van een plaatselijke bankinstelling, alwaar ik nietsvermoedend mijn doorlopend krediet trachtte te verhogen. U begrijpt: ik bevond mij in een afhankelijke positie, die veel tact en verdraagzaamheid vereiste. De vriendelijke bankmedewerkster grabbelde wat in haar bureaula en toverde een – o gruwel – knots van een appel tevoorschijn. Terwijl ze heen en weer liep om mijn meegebrachte documenten te kopiëren, nam ze grote happen en smakte en maalde dat het een lieve lust was. Ik zat als een rat in de val en moest het hele van-appel-tot-klokhuis proces doorstaan.
Appeleters laten ook graag zien dat ze interessant kunnen praten en appels eten tegelijk. Het gemalen appelprakje dat tussen hun lippen goed zichtbaar is, terwijl er met veel bijbehorende consumptie en zure appelwalm wordt georeerd, maakt dat ik in gedachten dingen met mijn appeletende slachtoffers wil doen, waarvoor ik in real life heel lang TBS met dwangverpleging zou krijgen.
Waar komt mijn onverdraagzaamheid jegens de appeleter toch vandaan? Na diepgravend zelfonderzoek ontdek ik dat ik als kind al onpasselijk werd van de geur van afgekloven klokhuizen in de prullenbak van het klaslokaal, waarin ik verplicht 6 uur per dag moest verblijven. De combinatie van een typisch weeïge schoollucht, gecombineerd met de zoetzure stank van ontbindende appelkadavers, was stap één naar mijn onverdraagzaamheid ten opzichte van de immer blij knagende appeleter. Later, tijdens mijn middelbare schooltijd, stond ik in de streekbus ochtend aan ochtend opeen gepakt tussen appeletende medescholieren, die mij met hun malende kaken martelden in mijn nog half aanwezige remslaap. En weer die geur, deze keer gecombineerd met de penetrante en zurige stank van natgeregende en doorrookte windjacks.
Wat zeker een bijdrage heeft geleverd aan de verdere ontwikkeling van deze specifieke onverdraagzaamheid, is dat ik jaren in één ruimte heb gewerkt met een harkerige collega, die iedere dag op hetzelfde tijdstip zijn glimmende ‘an apple a day keeps the doctor away‘ uit zijn attachékoffertje opdiepte, om deze dan in de doodstille ruimte met mi-nu-scu-le hapjes te verorberen. Iedere dag. Op hetzelfde tijdstip. Vijf dagen per week. Dat hij standaard weigerde tot de lunch iets te drinken, maakte dat hij met een plakkerige mond(holte) de rest van de ochtend zijn telefonische verkoopgesprekken voerde. In mijn wildste fantasieën liet ik deze collega, met zijn voeten in het beton gegoten, heel langzaam in de gracht zakken, waaraan het kantoorpand gelegen was. En ja, weer lag daar dat meurende klokhuis mij uit te lachen, vanuit een lullige kantoorprullenmand.
Lang heb ik gedacht dat ik de enige was die deze afwijking bezat, maar ik heb inmiddels een gelijkgestemde medestander gevonden. Godzijdank. Mijn zwager Roderick vertelde mij dat hij onmiddellijk het hazenpad kiest, wanneer iemand in zijn buurt zijn of haar tanden in een appel dreigt te zetten. Een rood waas trekt voor zijn ogen bij het verplicht moeten aanhoren en aanschouwen van welke appeletende mens dan ook. Dat vervolgens ook hij dingen met ze wil doen die het daglicht niet verdragen, is voor mij een feest van herkenning. Uiteraard ben ik benieuwd of wij twee roependen in de woestijn zijn, of dat er nog anderen zijn die onze ergernis betreffende de niet te vermijden appeleter delen.
Tot zover nummer drie van mijn shortlist van meest onverdraaglijke zaken en omstandigheden. Je zult er maar last van hebben. En eet ik zelf wel eens een appel? Jazeker. Maar slechts in totale afzondering. Ik houd mij aan de Gulden Regel: ,,Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet”.
Loor (1967) verwondert zich in toenemende mate over het gebrek aan zelfspot en zelfbewustzijn bij haar medemens.
Algemeen, 14.07.2007 @ 10:45
15 Reacties
op 14 07 2007 at 12:13 schreef Betaman:
Snoep verstandig. Ik trakteer mezelf rond vier uur ’s middags, als de suikerspiegel dalende en de avondmaaltijd nog ver is, altijd op een geelkromme tropenvriend, netjes verpakt in de speciale Banabox:
Notabene van een van mijn vrouwelijke collega’s kado gekregen, die niet langer kon aanzien hoe de banaan meestal enigszins gebutst en geplet uit de schoudertas tevoorschijn kwam. ‘Toedeledoki’ zeggen als je de schil weggooit is hier trouwens wel strikt verboden. Er zijn grenzen aan kantoorlulligheden.
op 14 07 2007 at 14:36 schreef Loor:
Betaman, een mooie gadget, die Bana(na?)box. Bananeneters die het wagen met volle (en dus plakkerige) mond te spreken, riskeren overigens ook een nekschot van yours truly.
Loor
op 14 07 2007 at 14:47 schreef Hannah:
De appel is gewoon jouw madeleine-ervaring, Loor, die je meeneemt naar het verborgen kinderleed dat je op de lagere school moet hebben doorstaan: daar je als kind ongetwijfeld een extra gevoelig reukorgaan moet hebben gehad toen je destijds ook al wee werd van de geur van verrotting uit de afvalbak.
op 14 07 2007 at 15:55 schreef DvR:
Als dit nr. 3 op je irritatielijstje was, kan ik 1 en 2 wel raden: Druiven en sinaasappels, die bijna altijd gepaard gaan met binnensmonds geklots en gespritsj, moeizame aanzuiging van lucht en een tergend gesmak. Gruwelijk!
Het gelebber en geslurp dat de consumptie van wee perzikvlees typeert is zo mogelijk nog erger, vooral met die penetrante meur erbij, maar dat kom je gelukkig steeds minder tegen, omdat het ontvellen van die dingen, en het na afloop reinigen van met rap indikkend plaksap bevuilde handen, de moderne mens godzijdank teveel werk is.
op 14 07 2007 at 15:58 schreef DvR:
PS: Peren! Meloen!! Hoe kon ik ze vergeten!
op 15 07 2007 at 18:35 schreef Jan van Dijk:
Knarrrp, krab, krab, krab.
Maar Loor, wat is heerlijker dan een hap in een harde, gezonde appel, die zo vaak bespoten is, dat het risico dat je in de bruine drab van een wurmsteek bijt nihil is. ff glimmend poetsen en …knnarrrrp! Och geniet er toch van, zo lang het nog kan en erger je er niet zo aan.
Straks gaat het niet meer. Dan is het kunst- en vliegwerk, waarmee de tandarts je staketsels nog probeert overeind te houden niet meer tegen een dergelijke consistentie bestand.
Dan wordt het slurpen en zuigen! Is dat leuker?
op 15 07 2007 at 23:17 schreef Loor:
Jan van Dijk, jij bent de eerste die dit weerzinwekkende geluid zeer treffend heeft weten te vatten in ‘knnarrrp, krab, krab, krab’…alleen al bij het lézen hiervan krijg ik een rood waas voor mijn ogen.
op 16 07 2007 at 20:08 schreef Geertjan:
Ware Loor Eva geweest, leefden wij nu nog in het paradijs.
op 17 07 2007 at 08:57 schreef daniel:
Ja en?
De hele dag naakt rondlopen zonder in de gaten te hebben dat je naakt bent, leuk hoor. Het paradijs was een soort naaktstrand voor blinden, maar dan zonder strand.
Geef die appel ‘es hier.
op 17 07 2007 at 13:58 schreef Peter Breedveld:
Naakt rondlopen zonder je daarvan bewust te zijn, dus zonder seksuele connotaties, zonder je begluurd te weten, zonder je kwetsbaar en overgeleverd te voelen aan de genade van (seksuele) roofdieren, is zeer bevrijdend, Daniël. Het naaktstrand is geen conventie van voyeurs en exhibitionisten, zoals jij lijkt te denken.
Hoe dan ook, het ging helemaal niet om een appel in het scheppingsverhaal, althans, er zijn geen aanzwijzingen dat het om een appel ging, voorzover ik weet. De bijbel spreekt van een vrucht.
Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechtten vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. (…) En toen zeide de Heere God: En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad.
op 17 07 2007 at 15:58 schreef daniel:
Pri ha-ets. Vrucht van de boom, inderdaad.
Je zou je op een naaktstrand niet bevrijd voelen als je niet bewust zou zijn van je seksualiteit.
Maar ik vind het onzin om Eva te vertellen dat ze iets fout heeft gedaan. De boom van kennis van goed en kwaad en de boom van het leven werden geschapen in Genesis hoofdstuk 2 vers 9. In vers 17 van datzelfde hoofdstuk krijgt Adam te horen dat ie niet van de boom van kennis van goed en kwaad mag eten (dus wel van de boom van het leven) en pas in vers 22 wordt Eva geschapen.
Hoe kon zij nou weten wat wel of niet mocht? Toen het verbod werd afgekondigd bestond ze nog niet eens.
Trouwens als je het scheel leest mogen we volgens de Bijbel Eva eeuwig dankbaar zijn, want zij heeft ons de erotiek en wijsheid geschonken. Haar naam is niet voor niets Chawa, leven.
Bovendien zou ik wel willen weten waarom God paradijsen bouwt met valstrikken erin.
op 17 07 2007 at 16:09 schreef Peter Breedveld:
Om ons de mogelijkheid tot kiezen te geven, natuurlijk. De mooiste gift die Hij ons ooit gaf.
Ik neem aan, dat Adam, nadat Eva Gods levensadem kreeg ingeblazen, haar even heeft gebriefd. "Dit is de Boom van Kennis van Goed en Kwaad, daar mag je van eten maar van deze, de Boom des Levens, mag je niet eten. Of hoe was het nou? Nee, het was precies andersom, de boom van kennis…"
Op het naaktstrand schakel je je seksualiteit niet uit, net zomin als je dat doet wanneer je besluit geen nikaab of hijaab te dragen. Maar in een beschaving wordt die seksualiteit niet tegen je gebruikt, en dat is een bevrijding.
op 17 07 2007 at 16:14 schreef Peter Breedveld:
En die Bananabox, die wil ik ook.
op 17 07 2007 at 20:39 schreef daniel:
Kun je een banaan breken?
op 18 07 2007 at 23:54 schreef DvR:
Misschien als je hem eerst invriest, Daniel?
Maar in plakjes snijden terwijl hij nog in zijn schil zit kan zeker. Daartoe steek je een speld in de schil en die frut je zo heen en weer, dat hij de binnenbanaan doorklieft zonder dat het gaatje in de buitenbanaan uitdijt. Dat doen je zo’n 20 keer over de lengte van de hele schil, zodat hij helemaal in plakjes voorgesneden is, en als je hem dan als toverbanaan aan een klein neefje of buurmeisje aanbiedt is succes gegarandeerd. Niet te lang van tevoren prepareren, want die gaatjes worden snel bruin.