Linkmiechel
Willem de Zwijger
Ad Verbrugge en de zijnen (van Beter Onderwijs Nederland) propageren het heil van de individuele, professionele leraar als drager van degelijk onderwijs. Tactisch is dat handig, er zijn erg veel leraren – dus veel opkomst op de vergaderingen – en ze zijn ook nogal boos, maar tegelijk is de individuele leraar de figuur die zich weinig aan zijn collega’s en leerlingen gelegen laat liggen. Hij is vooral een linkmiechel.
De meeste scholen kennen de ‘één proefwerk per dag’-regel, en wie het eerst komt wie het eerst maalt. De leraar heeft daar menig kunstje op verzonnen. Verzin een boekpromo, een toets, een schriftelijke overhoring over een compleet hoofdstuk of het inleveren van een project dat zes keer meetelt, het valt net niet onder de één-proefwerk-regel, en zo krijgt de docent net voor het eind van de periode na al zijn ziektedagen toch weer genoeg cijfers voor elkaar. Het record voor proefwerken onder diverse benamingen op één dag op de school van mijn 14-jarige Havo-dochter ligt op vier. Op een vrijdag, ook nog.
Neem nou vandaag. Morgen moet dat project dat zes keer meetelt, worden ingeleverd (een power-point met geluid!), er is een Engels mega-proefwerk en dus geeft de docent Wiskunde vandaag, voor morgen, een schriftelijke overhoring over vier paragrafen op. De kwadratische vergelijking en de parabool. We hebben voornamelijk gekozen voor Wiskunde, stuk leuker, en hopen het beste van Engels. At school, in the street, on your own.
Met dat Engels is trouwens iets wonderlijks aan de hand. Eigenlijk is Engels de taal die je vanzelf leert door haar in te ademen. Toen ik zeventien was sprak ik foutloos en accentloos Amerikaans-Engels. Toch slaagt ‘The English Department‘, zoals het groepje docenten op de school van mijn dochter zich met enige zelfoverschatting noemt, er in van Engels iets heel moeilijks te maken. Ze doen luistertoetsen, en om te voorkomen dat leerlingen zich hierop goed kunnen voorbereiden hebben ze bij de schoolboekendistributeur geregeld dat de CD-roms met gesproken teksten uit de werkboeken zijn verwijderd. No kidding! “Ze zou wat naar de BBC moeten kijken”, aldus de docente Engels. Beetje moeilijk in het buitengebied, zonder kabel, en er is hier erg veel buitengebied.
De eerzame ouder die zich afvraagt wat soort kennis, dan wel inzicht, de docent eigenlijk van de pupil verlangt, komt over het algemeen ook van een koude kermis thuis. Een enkele keer krijgt de leerling zijn of haar proefwerk terug, maar de vragen, ho maar. De vragen, en de antwoorden, komen namelijk vanwege de uitgever belangeloos mee met de methode, en de dames docenten, heren ook, zijn als de dood dat die vragen gaan circuleren en dat ze dus zelf vragen moeten gaan bedenken. Zo blijven leerling en ouder in het duister tasten over wat er nou precies van hun verwacht wordt.
Het gaat er, kortom, om dat in het onderwijs de leerling, niet de leraar centraal staat. De leraar wordt ervoor betaald, de leerling niet.
Willem de Zwijger is ‘de stem van politiek incorrect links’. Hij rijdt een poenige SUV.
Algemeen, 11.02.2007 @ 22:30
1 Reactie
op 21 02 2007 at 23:13 schreef Cor:
Meneer Horst, leraar Grieks, was niet populair bij de meeste leerlingen van de derde klas o het Erasmiaans, maar ik mocht hem graag. ’s Ochtends vroeg voorafgaand aan de lesuren, speelde hij troostrijk op de piano die in zijn lokaal stond.
Hij gaf Grieks en ik was er niet goed in – te zeer afgeleid.
Hij leerde ons, of probeerde ons te leren, de precisie die behoort bij het klassieke Grieks.
Een fantastische man.
Hij gaf onze klas – en vast elk jaar die klas opnieuw – een bijzondere schriftelijke overhoring, die zwaar meetelde op een ondoorzichtige manier.
Wij werden geacht de topografie van het oude Griekenland volledig uit het hoofd te kennen in de vorm: stad X ligt X aantal kilometer ten noorden/oosten/zuiden/westen van stad Y, A is een rivier die loopt van B naar Z, eiland X ligt zus en zo ten opzichte van eiland Y, en ga zo maar door.
Kortom: een geweldige leraar! Jammer, dat pubers in die leeftijd nogal eens andere prioriteiten laten gelden…
Ik heb een cassettebandje ingesproken met al die topografische beschrijvingen, en dat afgespeeld onder het kussen van mijn jongensbed,’s avonds, om het extra goed in m’n hoofd te pompen. Maar ik ervoer de klank van mijn eigen stem als een kwelling.
Als ik het mij goed herinner heb ik de volgende ochtend gelukkig een voldoende gehaald.