Eindejaarslijstjes: strips
Peter Breedveld
Eindejaarslijstjes zijn leuk. De afgelopen dagen heb ik u lastig gevallen met mijn favoriete films, boeken en CD’s. Vandaag, als laatste, de strips.
1) Ilah: Cordelia klopt hart. Ik ontmoette Ilah voor het eerst op een stripbeurs in Rijswijk en viel als een blok voor haar. Werk, bedoel ik. Elke bundel wordt ze weer beter. Cordelia klopt hart is de meest melancholische tot nu toe. Er wordt veel in gehuild, maar dan wel zo, dat het toch om te lachen is. En wat krijgen de mannen er iedere keer weer ongenadig van langs. Ilahs tekenstijl wordt steeds robuuster en zelfverzekerder. Ze tekent fucking mooie handen. En ze is één van de liefste vrouwen die ik ken.
Uit: Cordelia klopt hart.
2) Dick Matena: Kort Amerikaans. Het is misschien pathetisch, maar één van de leukste dagen van het afgelopen jaar was toen Dick Matena het eerste deel van de Jan Wolkers-verstripping Kort Amerikaans presenteerde. Het was mooi, zomers weer, het was in Leiden, de mooiste stad van Nederland, ik kreeg een stempel van mijn jeugdheld Jan Wolkers en een handtekening van mijn andere jeugdheld Dick Matena en een knuffel van mijn huidige held Hafid Bouazza.
Alleen dáárom al is Kort Amerikaans één van mijn favoriete stripboeken van 2006. Ik had wat moeite met Matena’s Reve-bewerking De Avonden en vind Kort Amerikaans veel beter, omdat de tekst en de tekeningen meer met elkaar in evenwicht zijn. De broeierige sfeer uit het boek van Wolkers is enorm goed getroffen. Matena is net klaar met het tweede deel en daar verheug ik me erg op. Intussen is hij ook al begonnen aan Elschots Kaas, een bewerking van Komrij’s Patentwekker en een fragment uit Philip Roths geniale meesterwerk Portnoy’s complaint
Uit: Kort Amerikaans
3) Lo Hartog van Banda en Thé Tjong-Khing: Arman & Ilva deel 1 en 2. Dit is een waanzinnig mooie heruitgave van uitgeverij Sherpa van de stripklassieker uit de jaren zeventig. Thé Tjong-King, die tegenwoordig hoge ogen gooit als kinderboekenillustrator, is één van de aller- allergrootsten in stripland. Zijn mooie, zinnelijke, vloeiende lijnen komen in deze boeken uitstekend tot hun recht. Verrukkelijk. Ik werd door de sympathieke Matt Schifferstein van Sherpa benaderd vanwege mijn interview met Banda, dat zou worden opgenomen in één van de delen. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan, maar ik heb toch de boeken cadeau gekregen. Waarvoor mijn innige dank.
Uit: Arman & Ilva
4) Joann Sfar: De grote vampier, delen 1 en 2. De Frans-Joodse striptekenaar Joann Sfar is een genie. Ik heb nog nooit iemand op zo’n lichtzinnige manier zulke diepzinnige dingen zien zeggen. Werkelijk álles wat die man (een vroege dertiger) maakt, en dat is enorm veel, ontroert me tot in het diepst van mijn ziel. Mijn favoriete Sfar-serie is De kat van de rabbijn. De grote vampier (een spin-off van Sfars kinderserie De kleine vampier, die als animatieserie te zien was bij VPRO’s Villa Achterwerk) is veel simpeler, onschuldiger, veel ongecompliceerder dan De kat van de rabbijn, maar Jezus, Sfar maakt weer een paar essentiële punten. Over de liefde, dit keer, en hoe onhandig mensen (en vampiers, boommensen, mandragora’s) daar mee omgaan. Sfar is een vat vol tegenstrijdigheden. Hij is tegelijk cynisch en sentimenteel, diepzinnig en vrijblijvend, vrolijk en verdrietig. Magnifiek.
Uit: De grote vampier
5) Eddie Campbell: The fate of the artist. Uit mijn eerdere bespreking: Met zijn laatste boek, The fate of the artist, heeft Campbell het autobiografische genre tot een nieuwe hoogte gebracht. Meer dan een autobiografie is het een ingenieuze reconstructie van hoe een autobiografie werkt. Meteen aan het begin van het boek blijkt de hoofdpersoon Eddie Campbell spoorloos te zijn verdwenen. Een detective probeert aan de hand van getuigenverklaringen te achterhalen wat er met hem gebeurd kan zijn. Aan de hand van de verhalen van Campbells vrouw, kinderen en zakenrelaties leren we vervolgens Eddie Campbell kennen. Niet echt natuurlijk. Campbell beschrijft zichzelf zoals hij denkt dat anderen hem zien. In de flaptekst van zijn boek staat: The author will put words in the mouths of those who knew him’. Bovendien tekent hij niet zichzelf, maar laat hij zich spelen door een acteur, een zekere mr. Siegrist, die sprekend op hem lijkt. Pure fictie dus, maar het geeft ook precies de essentie van de autobiografie weer: ze is het product van iemand die ontzettend veel met zichzelf bezig is, maar die met heel veel moeite hoogstens zijn spiegelbeeld weet weer te geven. We krijgen uiteindelijk niet de autobiograaf zelf te zien, maar de rol die hij speelt.’
Algemeen, 08.01.2007 @ 23:09
3 Reacties
op 09 01 2007 at 09:59 schreef Patrick:
Valt Black & White World III van Cox & Forkum ook onder strips?
Erg van genoten iig.
op 09 01 2007 at 10:09 schreef Peter Breedveld:
Cox & Forkum zijn cartoons. Geweldig inderdaad. Ik ben dol op Amerikaanse cartoonisten. Daar zit echt werk in. Niet dat gemakzuchtige, gezapige gekrabbel waarmee de kranten hier volstaan.
op 09 01 2007 at 12:11 schreef elten:
In dit rijtje heeft No. 2 mijn voorkeur, ideaal voor onderduikers, zo’n treinstation.