Hobo en Ama
Michiel Mans
Naar een idee van FN-lezer Klaplong.
‘Heb je het al gehoord?’, zei Hobo hijgend binnenstormend. ‘Wat?’, zei Ama. ‘We kunnen op reis gaan Ama, we zijn welkom.’ Ama trok een wenkbrauw op en zei, ‘kun je iets duidelijker zijn?’ ‘Generaal Pardon’s plodders hebben Rita’s rotten verslagen in Platland.’ ‘En waar heb je dit verse oorlogsnieuwtje vandaan? De krantenbezorging laat hier in de jungle rond Monrovia, ietwat te wensen over weet je.’ Niet uit het veld geslagen stak Hobo van wal. ‘De buurman’s grootmoeder van mijn neef in de vallei verderop hoorde van..’ Ama onderbrak hem met, ‘ja, ja, van de broer van de medicijnman van de zwengel van de dorpspomp die al eeuwen stuk is. Je praat al jaren over dat beloofde Platland waar generaal Pardon voor recht en rechtvaardigheid strijdt en waar we welkom zouden zijn. Ik geloof er geen reet meer van. Trouwens, als het daar bijkans oorlog is, kunnen we net zo goed hier blijven.’ ‘Nee man, het is daar geen echte oorlog want het is een decromatie, een Geconstipeerde Monogamie.’ Ama zuchtte, ‘een democratische Constitutionele Monarchie. De blauwe maandag dat we onderwijs hebben genoten in het schooltje, is geheel aan je voorbij gegaan. Niet? Ik heb zo eens nagedacht weet je.’
Hobo zette zich tegenover Ama neer in de hut en zei, ‘maar onze toekomst dan? Het goud ligt daar op straat man. We zagen toch ooit die plaatjes in dat tijdschrift? Grote ronde joekels goud op een stretcher werden rondgerend op een dorpsplein. Hoe rijk moet het dan wel niet in de steden zijn?’ ‘Dat was jaren geleden Hobo. Misschien was het ook geen goud. Twee man kunnen niet met zulke grote zware schijven goud rennen.’ ‘Onzin’, sprak Hobo, ‘wat was het dan?’ ‘Weet ik veel. Hoe dan ook, ik zie het niet meer zitten.’ ‘Waarom niet?’, vroeg Hobo.
‘Op de eerste plaats, hoe komen we daar? Die Monroviaanse vrienden van je vertrouw ik niet zo. Voor duizend dollar per persoon zouden ze ons brengen. Voor dat geld kunnen we hier een paleis bouwen en een zaak beginnen. Hebben ze nou al eens verteld tot waar ze ons precies brengen?’ ‘Naar een voorpardongebied, die eilanden’, zei Hobo monter. ‘En hoever ligt dat van Platland?’, vroeg Ama. ‘Geen idee’, zei Hobo. ‘Aha’, zei Ama en ging door met positieve vibraties. ‘De laatste keer dat je je zakken omdraaide, had je twee roestige bierblik treksluitingen en een halve knoop als aards bezit. En nu?’ ‘Ik heb één treksluiting vergokt maar die vrienden in Monrovia schieten het tegen een passende vergoeding wel voor en ik kan wat lenen van mijn tante.’ ‘Maar beste Hobo, die vrienden zijn uitbuiters, schurken van de bovenste plank. Als die ons leeggeschud hebben komen we als armoedzaaiers aan in Platland. Ik geloof niet dat iedereen ons daar met open armen zal ontvangen.’ ‘Volgens generaal Pardon zijn ze het aan ons verplicht’, zei Hobo met een opgeheven hoofd.’ Ze hebben ons eeuwen onderdrukt volgens de generaal.’
‘Vast wel maar dat was voor mijn tijd. Trouwens, sinds 1847 hebben we hier in Liberia ook het nodige gedoe gehad’, merkte Ama op en vervolgde, ‘en toen Doe en Taylor jarenlang het land naar de kloten hielpen, hebben we weinig van die edele generaal Pardon gezien of gehoord. Ze stuurden een marineschip maar de matrozen mochten van Pardon alleen blauwhelmen verzorgen als die misselijk werden van onze stinkende lijken. Als die matrozen ons hielpen, moesten ze het stiekem doen. Erg hulpvaardig, die Pardon lui. Iedereen, inclusief Pardon, laat de Arabieren in Drafur, of hoe het ook heet, onze broeders en zusters daar afmaken. Maar als we in Platland aankomen, zijn we ineens welkom en vrienden? Ik blijf. Ik probeer er hier zelf wat van te maken.’ Hobo keek Ama strak aan en zei, ‘hoe dan, en waarmee? We zijn de enige paar jonge mannen in het dorp die allebei onze handen nog hebben. Daar kunnen we alhier toch weinig mee?’ ‘Je kan het ook omdraaien Hobo, juist omdat wij wel gezond zijn, zonder hak en snij gedoe, moeten we blijven. Iemand moet Liberia zijn naam eer geven. Niemand anders doet ’t.’ ‘Met je ouwe plannen zeker?’, zei Hobo.
‘Die waren zo slecht nog niet. Ik denk dat je hier goed geld kan verdienen met een stickerfabriekje. Stickertjes maken en opplakken om van elke boom, een Eko boom te maken. Die bleekdebielen zien geen verschil tussen de ene en de andere boom. Een boom is een Eko boom als er een stickertje op zit. En die lui zijn naar de maan geweest? Ondertussen is het een uur lopen naar het bos en dat vind ik zonde dus die plannen zijn geschrapt’, besloot Ama zijn betoog. ‘Wat wil je dan’, zei Hobo, ‘verderop ook naar diamanten en Coltan gaan graven?’ Hobo schudde nee, ‘een dag wroeten in de modder voor drie kralen en een spiegeltje zodat Pardon in Platland gratis een mobieltje krijgt bij een telefoonabonnement? De tering voor ze. Ik ga exotische groenten en fruit telen. Ze vreten graag en veel in Platland. Dan willen ze er vast wel voor betalen ook.’ ‘Ik hoop het voor je’, zei Hobo. ‘Ik ga mijn koffers pakken Ama, ik vertrouw op generaal Pardon. Veel succes.’ ‘Jij ook beste vriend, het ga je goed daar’, zei Ama.
Michiel Mans (1956) is grotendeels autodidact, een ‘lezer’ met interesses in geschiedenis, filosofie, politiek en wetenschap. Hij komt uit een nest van ‘boerenverstand’ aan moederskant en een ‘oud koloniaal uitzuigersgeslacht’ aan vaderskant. Een mix van Drents humanisme en rechts reactionair in een liberale, sceptische saus.
Algemeen, 20.12.2006 @ 11:29
3 Reacties
op 20 12 2006 at 15:48 schreef wablief?:
Michiel,
erg mooi weergegeven weer.
Het punt dat je hier terecht aanhaalt, zijn de mogelijkheden die men ter plekke zelf kan creëren en benutten, in plaats van naar de mogelijkheden hier in Nederland te kijken. Dat een stickertjesfabriek de oplossing is denk ik niet, ik denk wel dat er bijna overal ter wereld mogelijkheden tot zelfontwikkeling zijn.
Het is meer dan waar dat de hele wereld Darfur collectief laat barsten. Daar heb ik persoonlijk hele grote moeite mee. Natuurlijk kun je niet heel de wereld reguleren, maar bij de beestachtige slachtingen die daar plaatsvinden, kun je toch moeilijk de andere kant uit blijven kijken. Wat mij betreft is daar een VN troepenmacht meer gerechtvaardigd dan in Irak het geval was, maar goed.
Je stuk is erg onderhoudend en grappig, en geeft een aantal mogelijkheden en mogelijke gevolgen of interpertaties weer. Dat vind ik erg knap.
op 20 12 2006 at 21:23 schreef metatron:
Heer Mans:
Waarlijk een leuke en onderhoudende parabel. Ik hoop dat je vrienden uit hotenmetotenland, hun vlot van cocosnoten zeewaardig in elkaar klussen.
Wens ze van mij een behouden vaart richting de Galapagos eilanden.
op 20 12 2006 at 23:53 schreef Michiel Mans:
Beste Metatron,
Galapagos eilanden? Ik ben bang dat de Monroviaanse vrienden Hobo dan een vals kompas hebben aangesmeerd. ’t Is een end verder roeien ook.