Oorlogsmist
Peter Breedveld
Historicus Jona Lendering, oprichter van Livius Onderwijs, heeft een nieuw boek uit: Oorlogsmist, over oorlog en propaganda in de Oudheid. Maar gaat het nou over de Peloponnesische oorlog of over Amerika en Irak?
Ik heb bij jouw boeken en essays over de Oudheid altijd sterk de indruk dat je het over onze eigen tijd hebt. Ik weet na het lezen weer veel over Rome, of Alexander de Grote, of de oude Grieken, maar daarnaast word ik ook altijd aan het denken gezet over wat er nu gebeurt, en waarom het gebeurt.
Het zou, geloof ik, verkeerd zijn als het anders was. Geschiedenisboeken moeten aanzetten tot denken over het heden, anders hoef je het verleden ook niet te bestuderen.
In feite is het onvermijdelijk dat je parallellen ziet, omdat de oudhistoricus alleen die dingen kan zien die hij uit de eigen tijd herkent. Hij heeft een ander vak dan een journalist, die als hij iets niet begrijpt, kan doorvragen en zo eventuele vooroordelen kan afleren. De historicus moet het doen met een beperkt aantal bronnen en zal nooit buiten zijn vooroordelen kunnen treden. Hij kan hooguit waarnemen dat iets in het verleden net als nu lijkt te zijn geweest, of net niet. Je kunt alleen dingen in het verleden zien die je ook in de eigen tijd herkent.
Toen ik aan je nieuwe boek begon, Oorlogsmist, verwachtte ik meteen al een verband met de huidige oorlogen. Ik werd niet teleurgesteld: de Peloponnesische oorlog doet denken aan de Amerikaanse War on Terror: Athene is de VS, Perikles is president Bush, de Spartanen Saddam Hussein, de Atheense zeebond is de VN. Athene dwingt de stad Potideia partij te kiezen: You’re either with us or against us. Gesteggel over sancties, de Zeebond die een diplomatieke oplossing zoekt en Athene die op oorlog aanstuurt. Er is zelfs sprake van embedded journalism: de geschiedschrijver Thoukydides was een generaal in het Griekse leger tijdens de oorlog die hij beschrijft.
Het grappige is dat een generatie geleden iedereen zou hebben gezegd dat de Atheense Zeebond leek op de NAVO en Sparta’s imperium op het Pact van Warschau. In feite projecteren we ons zelf op de Oudheid. Misschien was de feitelijke situatie wel heel anders, maar dat kunnen we niet weten omdat we, zoals gezegd, alleen kunnen zien wat we uit de eigen tijd herkennen. De Oudheid is als een spiegel: we zien er onszelf in terug.
Een andere mooie parallel is de grand strategy van het Romeinse Rijk. Net als de Verenigde Staten was Rome een zogeheten hypermacht, een supermacht zonder rivalen die alleen regionale oorlogen voert of zich kan beperken tot politionele acties. Aan Amerikaanse militaire academies wordt les gegeven over Romeinse strategie.
Dat wil overigens niet zeggen dat de bestudering van de Oudheid irrelevant is. Eén voordeel is dat je de dingen bij hun naam kunt noemen. Een burgeroorlog is een burgeroorlog, daarmee is de kous af en je kunt je eigenlijke punt maken. Zo gemakkelijk gaat het niet als je het hebt over bijvoorbeeld Irak. De voorstanders van interventie hebben het nu over sektarisch geweld en de tegenstanders over een door de Amerikanen geprovoceerde oorlog. Die spraakverwarring maakt de analyse lastig.
Nog een reden om de Oudheid te bestuderen is het testen van hedendaagse theorieën. Als een moderne theorie over een of ander maatschappelijk verschijnsel, bijvoorbeeld de zelfpresentatie van de heerser, ook opgaat voor de Oudheid, is die theorie bevestigd en dat geeft vertrouwen. Al kun je natuurlijk beter een twintigste-eeuwse parallel zoeken, die grotere relevantie heeft.
En sommige onderwerpen uit de Oudheid zijn nu eenmaal belangrijk omdat toen iets is ontstaan dat zich tot op heden uitstrekt. De Belgische Taalgrens is een actueel voorbeeld. Het zou helpen als mensen zouden zien dat die is ontstaan in één, specifieke historische situatie, en beslist niet voor eeuwig vastligt. Ik geloof dat ik wat afdwaal, trouwens.
De Peloponnesische oorlog begint met de zeeslag bij Sybota. Het lastige parket waarin de Atheners komen te zitten, als ze gevraagd wordt Korfu tegen de oprukkende Korinthiërs te verdedigen, doet denken aan de Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan: officieel zijn we daar niet om oorlog te voeren, maar daar komt het in de praktijk wel op neer.
Daarmee dring je meteen door tot de kern van de zaak: onze zelfprojectie. Ik zag de zaken in Uruzgan uit de hand lopen althans, dat is de indruk die ik uit onze pers krijg en had het idee dat hetzelfde gebeurde tijdens Sybota. Mensen worden uitgestuurd en er is van tevoren nagedacht over de diplomatieke inbedding van hun missie. Alleen is men vergeten dat de vijand die inbedding niet kent. Zoals een Nederlander het verschil tussen Pathanen, Tadjieken, Oezbeken en Hazara’s niet kent, zo zal de gemiddelde Afghaan niet zien wat het verschil is tussen enerzijds Britten en Amerikanen en anderzijds Duitsers en Nederlanders, hoewel de ene partij peace-enforcing en de andere peace-keeping bezig is. Iets soortgelijks gebeurde in de zeeslag bij Sybota, denk ik, maar misschien speelde wel iets heel anders dat ik niet kan herkennen.
Een dik jaar geleden heb je een school in Oudheidkunde opgericht: Livius. Bij de officiële opening zei je dat je zou willen dat Livius zich plaatst tussen de te gespecialiseerde, irrelevant geworden universitaire geschiedwetenschap en de vulgaire popularisering. Leg eens uit?
Ik ben niet erg tevreden over de relatie tussen oudhistorici en het grotere publiek. Geef oudhistorici de vrijheid hun eigen dingen te doen, en ze vluchten naar van elk belang gespeend hyperspecialisme. Laat je ze schrijven voor het grote publiek, dan produceren ze een boekje dat 22 euro kost en slechts honderd pagina’s telt. Dat is alleen een zinvolle aanschaf voor wie driemaal modaal verdient. Of de boeken zijn deprimerend slordig ik ken er een waar ik 250 feitelijke onjuistheden in turfde. Of de materie wordt zó ver gesimplificeerd dat de informatie in feite onwaar is. Ik word, als webmaster van een vrij grote site, dagelijks geconfronteerd met vragen die ik niet zou krijgen als de Nederlandse oudhistorici wat beter werk leverden.
We moeten het publiek serieus nemen. Geen boek is zo goed of er staat wel een reeks stommiteiten in, maar je mag als koper verwachten dat de auteur probeert fouten te verbeteren. Die ambitie zie ik zelden. In mijn boeken probeer ik het beter te doen.
Het onderwijs heeft dezelfde idealen. Daarin willen we tonen wat de wetenschappelijke methode inhoudt en dat je aan wetenschap, als je niet in hyperspecialisme vlucht, stof tot nadenken overhoudt. In sommige cursussen halen we die norm. Nog niet altijd, maar we boeken vooruitgang. Ik ben erg tevreden over de islamcursus van Richard Kroes en onze cursus over het schisma tussen joden en christenen.
Ik begrijp dat de school al een behoorlijk succes is. Kun je dat verklaren?
Ik denk dat de ontevredenheid in bredere kringen leeft. De Tweede Kamer heeft van de Nederlandse oudhistorici een canon geëist. In feite is daarmee een beroepsgroep onder curatele geplaatst. Veel mensen die bij onze cursussen aanschuiven zijn al wat ouder en hebben de tijd zij verlangen vooral een goed verhaal – terwijl anderen behoren tot de generatie na de babyboom, die studeerde in de tijd waarin de Tweefasenstructuur werd ingevoerd en de catastrofale invoering van de Wet op de Studiefinanciering plaatsvond: die hebben iets in te halen.
Jou kennende ben je vast alweer bezig aan een volgend boek. Waar gaat dat over?
In elk geval geen krijgsgeschiedenis meer. Ik denk aan een boek over hoe het onafhankelijke Joodse koninkrijk werd geannexeerd door de Romeinen, en hoe uit de baaierd van monotheïstische levensbeschouwingen uiteindelijk twee wereldgodsdiensten zijn voortgekomen. Een belangrijk onderwerp waarover veel onzin wordt gepubliceerd. Ik voel me verplicht iets beters te leveren, al zou ik liever eens een monografie over een klein themaatje schrijven. Een hang tot specialisme is me namelijk ondanks alles niet vreemd. Die tik houd je nu eenmaal over aan een opleiding tot historicus.
Jona was zondag 17 december te gast in het VPRO-programma Boeken. Bekijk die uitzending hier. Zet de grootste oudheidkundige site ter wereld, Livius.org, bij uw favorieten.
Algemeen, 17.12.2006 @ 23:48
3 Reacties
op 18 12 2006 at 12:55 schreef Rinus Duikersloot:
Jona Lendering was afgelopen dinsdag ook te gast bij Desmet Live met Theodor Holman.
Hij zal vast ook bekend zijn met de hoogleraar oudheid en commentator moderne & oude oorlogsvoering Victor Davis Hanson.
Jammer dat als het op Irak aankomt er maar twee smaakjes lijken te bestaan. Lees eens voor de verandering May both sides win van Hugh Fitzgerald. Zo’n analyse zal je helaas nooit in de kranten tegenkomen.
Een belangrijk onderwerp waarover veel onzin wordt gepubliceerd.
Daar hoor ik graag meer over.
op 18 12 2006 at 18:50 schreef Paardestaart:
Churchill actually wàs in Irak, in de jaren twintig, en hij zei: Ik denk dat we nu eens en vooral niet alleen Feisal, maar de wetgevende vergadering moeten voorhouden dat tenzij ze ons smeken om te blijven – op ònze voorwaarden, als het erom gaat fatsoenlijk de orde te handhaven – wij uiteindelijk tot evacuatie van de troepen zullen overgaan, voor het eind van dit jaar. Ik zou dat keihard en zonder omhaal zeggen, en als ze niet van plan zijn erop aan te dringen dat we blijven, en op alle mogelijke manieren mee te werken dat zou ik er gewoon vandoor gaan. Dat is in elk geval een oplossing
De engelsen wilden Feisal wel de troon van Irak geven, en Feisal wilde wel en niet; kennelijk waren de Saoedi’s net zo devious en onbetrouwbaar als nu..
Ook al wilden ze de heerschappij van de turken niet; ze wisten ook dat Engeland de sultan wilde verjagen, dus ze konden de bescherming van het westen op een koopje krijgen, en ondertussen hun eigen plan trekken..
De arabieren zijn er meesters in om anderen voor hun te laten vechten..
op 19 12 2006 at 15:38 schreef Klaplong:
Dankzij de Livius site heb ik eindelijk eens wat meer kunnen lezen over de afzonderlijke legioenen (het 14e bijvoorbeeld !!!). Kort en bondig maar toch diepgaand. Ook al ligt mijn interesse bij wo2, de oudheid blijft toch ook waanzinnig om over te lezen.