Generaal Pardon
Klaplong
Generaal Pardon stond met zijn laarzen in de modder. Hij overzag het slagveld en het vertoonde een lugubere gelijkenis met de slagvelden uit de Eerste Wereldoorlog. Weken, nee maanden was er een patstelling geweest, waarbij hij zijn troepen dag in dag uit had moeten aansporen steeds weer de stellingen van de tegenstander te bestormen.
Tegen beter weten in, want de tegenstander in de frontlinie was de meest standvastige die hij ooit had meegemaakt. Zijn opponent, wist hij, had naam en faam opgebouwd in de marine door, ondanks de kwistig gestrooide zeemijnen, toch een koers recht door zee uit te stippelen. Een dergelijke ijzeren wil had hij nog niet eerder meegemaakt en zijn troepen waren meermalen teruggeworpen.
Maar nu wapperde zijn banier toch op het slagveld en was de rook opgetrokken zodat de zon scheen op de gezichten van zijn 26000 dapperen. De dolkstoot in de rug die zijn opponent kreeg van diens superieuren liet zijn tegenstander vleugellam achter op het slagveld. Deze was ineens een makkelijke prooi gebleken en na een fel gevecht dat twee dagen en nachten doorging was de vijandelijke linie doorbroken.
Maar Generaal Pardon kon zich niet veroorloven van de overwinning te genieten. Hij had een slag gewonnen maar maakte zich grote zorgen over het verloop van de oorlog. Zijn luitenanten waren niet bekwaam gebleken in het uitbuiten van plaatselijk succes. Ze waren niet doorgestoten na de doorbraak en hadden verzuimd om genadeloos af te rekenen met zijn tegenstanders. Hij vroeg zich af of hij er wel juist aan had gedaan voor deze zaak te strijden…
“Generaal?” De generaal draaide zich om. “Wat is er Luitenant Bos?” “Wat moeten we nu doen Generaal?” Generaal Pardon voelde de woede in zich kolken. “Luitenant Bos, hoe vaak moet ik u nog doordringen van de noodzaak om daadkracht te tonen op het juiste moment? Uw uitwijkende manoeuvres hebben als doel de vijand te misleiden, maar ze lokken eigenlijk alleen maar zware artilleriebarrages op de stellingen van uw divisie uit. Uw bijdrage aan de overwinning is zeer marginaal en nu vraagt u me wat te doen?”
Stram in de houding naast luitenant Bos stond inmiddels ook luitenant Marijnissen. Zijn stoottroepen hadden zich onder luid gejoel blindelings op de vijandelijke stellingen geworpen hetgeen in ieder geval aantoonde dat ze over voldoende moed beschikten. Gesterkt door de recent aan zijn divisie toegevoegde reserves keek hij een beetje misprijzend naar luitenant Bos wiens reserves tanende waren gebleken. “Luitenant Marijnissen, ik dank u voor de enorme inzet die u en uw troepen in het zicht van de vijand getoond hebben maar waarom hebt u, zonder mij te raadplegen, uw divisie omgedoopt tot ‘Volksleger van de Tomaat’?” Luitenant Marijnissen had altijd al een probleem met autoriteiten gehad. “Generaal, ik moet nu toch ernstig bezwaar…” Maar nog voordat luitenant Marijnissen kon uitspreken onderbrak de generaal hem omdat zich een derde ondergeschikte meldde.
“Missie volbracht generaal!!!” meldde korporaal Thieme zich. “Korporaal Thieme” bulderde Generaal Pardon “Kunt u mij uitleggen waarom de paarden, die uw artillerie moeten trekken, staan te grazen achter het front en manschappen van luitenant Bos voor uw karren zijn gespannen?” Korporaal Thieme keek alsof het de normaalste zaak van de omgekeerde wereld was en wierp Luitenant Bos dezelfde minachtende blik toe die hij ook al van luitenant Marijnissen had gekregen. “Ze doen dat vrijwillig”, antwoordde korporaal Thieme.
Net toen Generaal Pardon dacht dat het toch echt niet gekker kon verscheen ineens vaandrig Halsema ten tonele in een onberispelijk uniform. “Is de slag al begonnen generaal?” vroeg ze. En toen hij haar een flinke schrobbering wilde geven omdat ze voor de zoveelste keer de dans van de oorlog ontsprongen was, sloegen er ineens granaten in om hen heen. Het vuur leek te komen uit het centrale deel van het front en Generaal Pardon vermoedde dat het zijn meest ongrijpbare tegenstander betrof. Waarom zijn manschappen deze vijandelijke aanvoerder steevast als Commandant Potter aanduidden wist de generaal niet want er was in de rijke historie van de oorlogsvoering nog nooit een leider geweest met die naam. Het meest frapante aan de strategie van deze tegenstander was het feit dat deze zijn stellingen altijd in een rookgordijn hulde. Een listige opponent.
“Generaal, bericht van de vijand!!” meldde zich een ordonnans. Het was de gedemoveerde commandant van het zelfmoordbataljon, soldaat Pechthold. “Wat zegt de vijand Pechthold?” “Generaal, commandant Potter ontkent wederom dat het oorlog is en weigert stelling te nemen of zijn stellingen te verlaten, mocht u dat van hem eisen.” “Wat voor den duivel heeft dat nu weer te betekenen ? Ik wil dat hij zijn gezicht laat zien en vecht !” briestte de generaal. Generaal Pardon dacht met weemoed terug aan de tijd dat oorlog nog een ongecompliceerde slachting met winnaars en verliezers was.
Klaplong is de leukste thuis.
Algemeen, 17.12.2006 @ 19:53
3 Reacties
op 18 12 2006 at 14:51 schreef JanV:
@Klaplong
Schitterend verhaal, heel geestig.
op 20 12 2006 at 20:46 schreef CC:
Goed idee, om de Haagse schermutselingen zo te persifleren.
Ik zie uit, naar meer avonturen van Generaal Pardon…
op 20 12 2006 at 20:47 schreef CC:
CORRECTIE:
De ,(komma) hoort niet thuis in de tweede zin. Excuses.